Van 'nieuwe krachtleiding' tot een
toeristische trekpleister van formaat
Dertig jaar Grevelingendam:
WOENSDAG 29 MAART 1995
NIEUWSBODE EXTRA
De techniek anno 1965. 'Met deze gecompliceerde machine wordt stortsteen verhit en vervolgens in een gloeiende bitumen gedom
peld', aldus het bijschrift.
BRUINISSE - 'De nieuwe krachtleiding'. Zo
omschreef F. Th. Dijckmeester, toenmalig
burgemeester van Zierikzee in de Zierikzeesche
Nieuwsbode van woensdag 31 maart 1965 één van
de onderdelen van het Deltaplan: de
Grevelingendam. Het jaar 1965 was een belangrijk
jaar voor Schouwen-Duiveland. In dat jaar werd
wat toen nog gewoon de Oosterscheldebrug heette
in gebruik genomen en kwam ook de
Grevelingendam gereed. Het isolement van
Schouwen-Duiveland was daarmee verbroken. En
hoe. De Grevelingendam groeide uit van een
ontsluitingsweg naar een toeristische trekpleister
van formaat. Zaterdag 1 april is het precies dertig
jaar geleden dat de weg over de dam werd
opengesteld.
Burgemeester Dijckmeester
voorspelde dertig jaar geleden
dat door Grevelingendam en
Oosterscheldebrug de
toeristen snel de weg zouden
vinden naar het voormalige
eiland. „Niet alleen in de
vakantieweken, maar het
gehele jaar door zullen wij
van nu af aan bezoekers
kunnen verwachten. Wij
zullen er wel bij varen", aldus
Dijckmeester. Ook
burgemeester H. P. Everwijn
van Westerschouwen zag voor
zijn geestesoog een groei van
het toerisme ontstaan door
Grevelingendam en
Oosterscheldebrug.
Burgemeester S. Francke van
Middenschouwen toonde zich
voorzichtig in zijn
uitlatingen. „Ik heb de
indruk dat het voor
Middenschouwen niet zo'n
vaart zal lopen.
Middenschouwen is nu
eenmaal een zo duidelijk
agrarisch gestempelde
gemeente dat hierin niet
opeens verandering zal
komen", aldus burgemeester
Francke. Hij liet daar wel
meteen bij aantekenen dat het
recreatieve element voor de
gemeente Middenschouwen in
de loop der jaren steeds
belangrijker zou worden.
Francke kon toen nog niet
bevroeden dat het in
Middenschquwen juist de
boeren zouclei} zijn die een
graantje mee zouden gaan
pikken voor de toenemende
belangstelling onder toerist
en recreant voor
Middenschouwen.
Burgemeester A. H.
Vermeulen van
Brouwershaven toonde zich
opgetogen. Hij zag de
ontsluiting van Schouwen-
Duiveland als een enorme
vooruitgang. „Een
belangrijke troef voor deze
gemeente is dat
Brouwershaven het grootste
kustgebied heeft van het
Grèvelingenbekken en dat is
voor de recreatie van enorm
belang", aldus Vermeulen.
„Zowel Brouwershaven als
Dreischor gaan - zo is mijn
verwachting -
aantrekkingspunten worden
nu de mensen er zoveel
gemakkelijker naar toe
kunnen komen". Wat minder
enthousiast reageerde C. H.
van der Linde, toenmalig
burgemeester van Bruinisse.
In het oude vissersdorp werd
toen met bepaald gemengde
gevoelens gekeken naar de
dam.
„Voor Bruinisse ligt er nu
eenmaal het niet weg te
redeneren feit dat het gereed
komen van de
Grevelingendam voorspel is
van het Deltaplan dat de
ondergang van de
schelpdierencultuur
impliceert. En dat maakt de
zaak in Bruinisse wel even
anders dan voor de andere
gemeenten op Schouwen-
Duiveland", aldus Van der
Linde. Desalniettemin zei Van
der Linde de aanleg van de
Grevelingendam en daarmee
de ontsluiting van Schouwen-
Duiveland een goede zaak te
vinden. De aanleg van de
Grevelingendam betekende
een keerpunt in de
geschiedenis van Bruinisse.
Pessimistische geesten
voorspelden het einde van de
schelpdierencultuur en
daarmee een forse dreun voor
de economie van Bruinisse.
De Grevelingendam inclusief
alle pro's en contra's zorgde
voor heel wat discussie in
Bruse politieke kringen. Dat
het tij niet meer te keren was,
dat werd in Bruinisse
onderkend. En men kwam er
ook vrij snel achter dat het
tijd werd om de bakens te
verzetten en naar nieuwe
economische perspectieven
voor het vissersdorp te
zoeken. De nieuwe
toekomstmogelijkheden
werden op een rijtje gezet in
een nota. Een nota die
uiteindelijk politiek
geadopteerd werd en die de
aanzet zou worden voor een
snelle toeristische
ontwikkeling van Bruinisse.
Eén van de eerste
grootschalige
recreatieprojecten werd in de
polder bij Bruinisse op poten
gezet: recreatieproject
Aquadelta. Vooral in het
begin werd door de Bruenaars
nogal sceptisch tegen
Aquadelta aangekeken.
Het zou een dorp bij een dorp
worden, maar of ze er nou
iets wijzer van zouden
worden, dat was nog maar de
vraag. Vooral ook omdat
Aquadelta eigen
centrumvoorzieningen kreeg
in de vorm van een zwembad,
winkels, cafés en restaurants.
Anno 1965 ging men er van
uit dat recreatie voor
Bruinisse vooral
waterrecreatie zou betekenen.
Volgens burgemeester Van der
Linde zou dat de
belangrijkste troef worden
voor Bruinisse. De tijd heeft
geleerd dat de Bruse
burgervader een
vooruitziende blik had.
Vooral na de aanleg van de
Brouwersdam - waardoor de
Grevelingen het
Grevelingenmeer werd - nam
de waterrecreatie een hoge
vlucht. Vooral de populariteit
van de Brouwersdam steeg
onder surfers tot grote hoogte,
hetgeen echter vooral de
recreatieve ontwikkeling in
Westerschouwen en
Middenschouwen ten goede
kwam. Bruinisse bleef echter
bepaald niet achter. De
Grevelingensluis groeide uit
tot één van de drukst
bezochte sluizen van
waterminnend Nederland en
al snel wemelde het in de
jachthaven van Aquadelta van
de zeil- en motorjachten. De
recreatie langs de oevers van
het Grevelingenmeer bij
Bruinisse zou pas later tot
volle bloei komen.
een poging ondernomen om
de Schouwen-Duivelandse
boeren middels een
pijpleiding te voorzien van
zoet water. Als dat plan
gerealiseerd wordt betekent
dat voor de boeren wel een
verhoging van het geschot
met 130 gulden en dat vindt
men een beetje te veel van het
goede. Het boerenprotest
tegen de plannen van het
Waterschap Schouwen-
Duiveland haalt zelfs het
NOS-joumaal. Eind '87
verdwijnt het plan in de
ijskast.
Aan industrie en bedrijfsleven
gaat de aanleg van de
Grevelingendam niet
ongemerkt voorbij. M.
Doeleman HJz. laat als
gastschrijver in de kolommen
van de Nieuwsbode zijn licht
schijnen over de invloed van
de aanleg van de
Grevelingendam op de
industriële ontwikkeling van
Schouwen-Duiveland. „Voor
elke industrie zijn vlotte
verbindingen een
levensbelang. Alles wat
meehelpt om dichter bij de
klant te komen verhoogt de
kansen op een succesvol
zakenverkeer", aldus
Doeleman. Hij concludeert
dat er met de komst van
Oosterscheldebrug en
Grevelingendam niet langer
een onbereikbaar gebied op
de kaart van Nederland is.
„Voor de bestaande zowel als
voor de nog komende
industrieën biedt de
Grevelingendam nieuwe, tot
nu toe ongekende, kansen die
echter niet gegrepen zullen
worden zonder een
aangepaste denkwijze: wat
minder Zeeuws bedachtzaam,
maa!r meer Rotterdams-
agressief. Want vergeten wij
niet dat het nieuwe verkeer
een tweezijdig verkeer zal
zijn. Een komen en gaan van
goederen en zaken, maar
vooral van mensen die deze
zaken tot levende organismen
maken", aldus Doeleman. Hij
besloot zijn bijdrage met de
opmerking dat door de
openstelling van de weg over
de nieuwe dam Schouwen-
Geen rijen meer voor de pont. Wel voor de brug...
De aanleg van de
Grevelingendam had niet
alleen consequenties voor de
ontwikkeling van de
recreatie. In een interview in
de Nieuwsbode van maart
1965 schilderde toenmalig
dijkgraaf A. M. Geluk de
invloed van de nieuwe
verbinding richting
Rotterdam voor de landbouw
op Schouwen-Duiveland.
„Stro en aardappelen gaan
zonder meer de dam over. Dat
staat nu al vast."
„Trouwens, de handel, de
markt en vooral de tuinbouw
en veehandel zullen nog
sterker op Rotterdam
georiënteerd worden", aldus
Geluk. Even lijkt het erop dat
de landbouw ook op een
andere wijze nog zal kunnen
profiteren van de afsluiting
van het Grevelingen-
estuarium. In eerste instantie
was het de bedoeling dat de
zoute Grevelingen zou
veranderen in een
zoetwatermeer en dan zou het
een koud kunstje zijn om de
landbouwers - die nu vaak
last hebben van zoute kwel in
hun land - te voorzien van
zoet water. Dat zou volgens de
deskundigen zowel het aantal
mogelijkheden als
produktiviteit ten goede
komen. Na jaren delibereren
en politiek gehakketak viel
de beslissing dan toch en die
pakte uit in het nadeel van de
agrarische wereld. Begin
tachtiger jaren werd besloten
de Grevelingen zout te laten.
„De keuze is een politieke",
schrijft dr. P. H. Nienhuis van
het Delta Instituut voor
hydrobiologisch onderzoek in
het door hem samengestelde
boek 'Het Grevelingenmeer.
Van estuarium naar
zoutwatermeer'. „Vóór het
zout houden van het meer zijn
natuurbehoud, ecologie,
visserij en recreatie. Vóór het
zoet maken is de landbouw".
In 1986 en 1987 wordt alsnog
Duiveland zich 'voor het eerst
na eeuwen' een volwaardig
deelnemer in het zich zo
onstuimig ontwikkelende
verkeer zal kunnen zijn.
„Voor een ieder die een
industrie wil opzetten in een
daarvoor gunstig klimaat kan
Schouwen-Duiveland nu alles
bieden".
De ontsluiting van Schouwen-
Duiveland door bruggen en
Een plaatje uit de zestiger jaren. De Grevelingendam groeit steeds verder.
In 1990 werd watersporteiland De Mosselbank in gebruik geno
men.
dammen betekende het einde
voor een aantal veerdiensten.
In de Zierikzeesche
Nieuwsbode van 31 maart
1965 prijkt een advertentie
van de firma gebroeders Maas
en Westbroek. „Mede door de
openstelling voor het verkeer
van de Grevelingendam
worden onze veerdiensten
Zijpe-Hoek van Sint Jacob
vice versa en Anna
Jacobapolder-Zijpe vice versa
met ingang van 1 april
definitief gestaakt".
Het pontje van Zijpe zou het
nog tot 1988 volhouden, maar
moest toen - vanwege de
aanleg van de Philipsdam -
ook wijken. Daarmee ging de
laatste veerverbinding voor
personen- en vrachtvervoer
over water van Schouwen-
Duiveland teloor.
Het Grevelingenmeer dat
ontstond na de afsluiting aan
de landzijde door de
Grevelingendam in 1965 en de
afsluiting aan de zeezijde
door de Brouwersdam in 1971
is het grootste zoutwatermeer
van Zuidwest Europa en
beslaat in totaal een
oppervlakte van 14.000
hectare. Om de recreatie in
het Grevelingengebied in
goede banen te leiden en de—
'natuur te beschermen werd in
1986 het Natuur- en
Recreatieschap De
Grevelingen opgericht.
Inmiddels is een fors aantal
voorzieningen ten gunste van
de watersport gerealiseerd
zoals bijvoorbeeld de
watersporteilanden
Mosselbank, Archipel en
Ossehoek. Toen nog gepraat
werd over de aanleg van de
Grevelingendam waren de
natuurbeschermers beducht
voor het verlies van
natuurgebied. Uiteindelijk is
het voor hen allemaal
meegevallen. Binnen het
gebied zijn bepaalde gebieden
gereserveerd voor flora en
fauna. Vogels vinden er
voedsel, broedgelegenheid en
rust. Andere vogels gebruiken
de gebieden om te
overwinteren. Ook onder
water leeft een grote
verscheidenheid van dieren en
planten in het zoute water.
Door het stilstaande water
zakken de klei- en
zanddeeltjes naar de bodem
en dat heeft tot gevolg dat het
water erg helder is. Hetgeen
de populariteit van het
Grevelingenmeer onder
duikers bijzonder groot heeft
gemaakt. Op de
natuureilanden grazen
paarden, schapen en koeien
en op het eiland Hompelvoet
heeft zich een broedkolonie
Grote Sterns gevestigd. De
plantenwereld profiteert er
van de openheid van het
landschap en op sommige
plaatsen - waar het vochtig
genoeg is en de
omstandigheden gunstig zijn -
komen zelfs wilde orchideeën
voor.
Eén vraag waar men het anno
1995 nog steeds niet over met
elkaar eens is werd in 1965
door burgemeester
Dijckmeester van Zierikzee
gesteld: „Is het gedaan met
onze rust? Zal de eilandelijke
mentaliteit worden geschaad
doof invloeden die hier in
toenemende mate zullen
infiltreren? Niemand kan op
al die vragen een antwoord
geven", aldus Dijckmeester.
Eén in 1965 in een gedicht
vervatte toekomstverwachting
is niet geheel uitgekomen. In
dat gedicht onder meer de
regels:
Nu komt een eind aan
't wachten bij een veer, waar
wij als schapen stonden keer
op keer.
Erkennend dat ontem'bre
krachten
Ons dwongen stilletjes te
wachten.
Dat ging vervelen op den
duur
Want vaak was't langer dan
een uur.
We hebben niets gezegd en
stil gezwegen
Totdat we dan een damweg
kregen
Geen oponthoud geen
wachten, lijden
We mogen naar de Randstad
rijden.
Tekst Piet Kleemans
Foto's archief Zierikzeesche
Nieuwsbode
De Grevelingensluis groeide uit tot één van de drukste sluizen van Nederland.