Leukste is dat je landschap steeds ziet veranderen Vier maanden per jaar bewaker van eiland De Hompelvoet: 0UDEJAAR5BIJLAGE VRIJDAG 30 DECEMBER 1994 De koeien en paarden zorgen voor begrazing en oefenen zo op hun manier weer invloed uit op het landschap. Verder houden de bewakers van De Hompelvoet scherp in het oog of er geen ongewenst bezoek komt. Dat hoeft overigens niet altijd bezoek van mensen te zijn. De Kraker: ,,Dit jaar hebben we een enorme rattenplaag gehad op het eiland. Er werd gewerkt aan de versterking van de vooroever en in het grind dat daarvoor gebruikt werd zaten ontzettend veel ratten. De man die daar met zijn grondverzetmachine aan het werk was moest elke ochtend eerst alle ratten uit zijn cabine jagen. En die ratten waren ook een serieuze bedreiging voor de vogels Ratten roven eieren, maar ze pakken ook jonge en soms zelfs volwassen vogels. Daar zijn we een heel seizoen druk mee geweest", aldus De Kraker. Vervolgens barstte in de droge maand juli de rccreatiedrukte los. „Gelukkig voelden de meeste toeristen zich meer tot het water aangetrokkén dan tot de broeiende hitte op het land. Wel viel voor de recreanten aantrekkelijk oeverzone, die juist voor vogels erg belangrijk is, regelmatig in de prijzen", schrijft De Kraker in het jaarverslag over. 1994. „Soms moet je gewoon mensen wegsturen en dat vind ik ook het minst leuke onderdeel van mijn werk op de Hompelvoet". Van eenzaamheid heeft De Kraker weinig last op de Hompel voet. „Maar ik vind het toch leuker als je daar met z'n tweeën bent. Het houdt trouwens wel in dat je heel goed met elkaar moet kunnen opschieten". De Kraker heeft zich inmiddels grondig verdiept in flora en fauna. „Dat gaat vanzelf. Als je dat werk doet wil je meer weten van de natuur. Dan wil je de verbanden leren zien' In het begin dacht ik nog dat mijn verblijf op de Hompelvoet me zou inspireren als kunstenaar, maar dat is niet zo". Waar het. werk op de hompelvoet en zijn steeds groeiende deskundigheid op natuurgebied De Kraker wel toe inspireerde was de oprichting van een eigen biologisch adviesbureau, bureau Sandvicensis genaamd. Het houten optrekje in zijn tuin achter zijn woning aan de Burghse Ring is meer een werkruimte dan een atelier. Hij werkt onder meer in opdracht van de provincie Zeeland en daarbij heeft hij veel profijt van zijn door de jaren heen opgebouwde kennis en de duizenden dia's en foto's die hij in de zestien jaar dat hij vier maanden per jaar werkte als bewaker van de Hompelvoet maakte. Eén - onvervulbare - wens heeft De Kraker. „Ik zou ontzettend graag eens kijkje willen nemen in het Schouwen- Duiveland zoals dat er zo'n tweehonderd jaar geleden uitzag. Dat lijkt me heel boeiend". Tekst Piel Kleemans Foto's Joop van Houdt BURGH - Ooit stond hij voor de keuze om of biologie te gaan studeren of naar de Kunstacademie te gaan. Het werd de kunstacademie, maar de fascinatie voor de natuur heeft hem nooit losgelaten. Kees de Kraker uit Burgh is al sinds 1977 vier maanden per jaar een van de bewakers van eiland De Hompelvoet in de Grevelingen. ,,Je zou kunnen zeggen dat ik nu alsnog biologie ben gaan studeren. Maar dan in de praktijk", aldus De Kraker. Na 16 jaar is hij nog steeds niet uitgekeken op De Hompelvoet. „Dat is ook het leuke van het werk. Je ziet hoe het landschap op zo'n eiland steeds verandert, zich steeds verder ontwikkelt". Na de afsluiting van het getijdegebied tussen Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee ontstond in 1971 het Grevelingenmeer. Het groeide uit tot een bijzonder helder zoetwatermeer. De ten dele permanent drooggevallen slikken in de Grevelingen ontwikkelden zich tot natuurgebieden van allure en met name De Hompelvoet werd een belangrijk broedgebied voor de Grote Stern. Vanwege de kwetsbaarheid van het gebied is er sinds de afsluiting tijdens het broedseizoen permanent toezicht op hët eiland. Door de week zit er steeds tweeënhalve dag - 24~~ uur per dag - één bewaker. In het weekend zijn er altijd twee bewakers aanwezig. Inmiddels wordt het eiland niet alleen door de vogels gebruikt als broed- en fourageergebied maar lopen er ook paarden en runderen rond. Een gebied dat steeds in beweging is. De Kraker: „Ik weet nog het eerste jaar dat ik als bewaker op de Hompel voet zat. Toen was het allemaal nog erg kaal. Een beetje een eentonig landschap. Het ziet er nu, 16 jaar later, heel anders uit". De Kraker vestigde zich na zijn studie aan de Kunstacademie in Burgh als kunstenaar. Hij woonde destijds in de Burghse schole waar hij ook zijn atelier had. Om in zijn levensonderhoud te voorzien was hij barkeeper in een bar in Renesse. „Dat was een paar maanden keihard werken, maar dan kon ik me de'rest van het jaar aan de kunst wijden", aldus De Kraker. Hij voegt er meteen aan toe dat hij toen alleen woonde en maar heel weinig geld nodig had. „Ik kwam met heel weinig toe". Op zich beviel De Kraker dat werk eigenlijk best goed. „Het swingde, maar je maakte wel lange dagen en je kreeg 's nachts ook weieens te maken met agressieve bezoekers". Het bloed kroop echter toch waar het niet gaan kon. „Ik ben eigenlijk al van jongsaf aan geïnteresseerd in de natuur", vertelt De Kraker. „Ik ben in 1977 lid geworden van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland en via John Beijersbergen ben ik toen aan dat werk op de Hompelvoet gekomen". Overigens had De Kraker eerder al ervaring opgedaan in het bewaken van natuurterreinen. „Ik heb ooit eens in de bossen bij Sleeswijk Holstein geholpen bij het bewaken van een broedgebied van zeearenden. Je moest dan opletten of er geen eierrovers in de buurt waren, want voor verzamelaars schijnen eieren van een zeearend wel zo'n tienduizend mark waard te zijn". Er werd, zo vertelt De Kraker, van alles gedaan om de broedende zeearenden tegen ongewenst bezoek te beschermen. „Rond de voet van zo'n broedboom lagen van die grote rollen prikkeldraad en ook in de boom zelf waren van die uitsteeksels gemaakt om te voorkomen dat mensen in zo'n boom zouden klimmen". Desondanks bleken de zeearenden niet veilig. „Er waren eierrovers bij die met een boog een nylonlijn omhoog schoten. Als de pijl stevig vast zat werd via de lijn een touwladder omhoog gehesen en zo wisten ze toch in de boom te komen. Dat was trouwens best riskant, want zeearenden hebben hun nest op zo'n dertig meter hoogte". Later werd een beter beveiligingssysteem ontworpen waarbij gevoelige microfoons in en bij de broedboom werden geplaatst. geen contact maken. Ik heb het een keer gehad dat dat voor behoorlijke problemen zorgen. Ik zat net een dag op de Hompelvoet en ik kreeg me daar toch een buikpijn. Ik voelde me heel beroerd. Dat bleek achteraf een acute blindedarmontsteking te zijn, maar omdat ik zelf met niemand contact op kon nemen moest ik afwachten tot ik via de mobilofoon opgeroepen werd. Ze zijn me toen komen halen, maar voor een operatie was het te laat. Dat heeft me een paar weken ziekenhuis gekost". Een verblijf op de Hompelvoet als bewaker is allesbehalve een betaalde vakantie. „Dat denken sommige mensen weieens, maar dat is echt absoluut niet zo. Je hoeft je geen moment te vervelen, want er is altijd wel wat te doen", aldus De Kraker. Tot de taken van de Hompel voetbewakers hoort onder meer. het inventariseren van planten en vogels. Van alles wat er op het eiland gebeurt wordt een dagjournaal bijgehouden waarin ook alle waarnemingen opgetekend worden. Na afloop van het broedseizoen worden alle gegevens op een rijtje gezet en verwerkt in een gedetailleerd verslag. „Daar zit ik meestal wel een paar maanden op te zuchten", aldus De Kraker. Vast onderdeel van de werkzaamheden op het eiland is de dagelijkse ronde. Dan wordt bijvoorbeeld gekeken of alle afrasteringen bedoeld om paarden en koeien weg te houden van de broedvogelgebieden - nog intact zijn en waar nodig gerepareerd. Vroeger werden sommige delen van het eiland nog gemaaid, maar daar is men van afgestapt. Kees de Kraker: ,,In zestien jaar veel veranderd aan het landschap van de Hompelvoet". Toch blijkt het soms vrij eenvoudig om de mens op afstand te houden van een gebied waar zijn aanwezigheid niet gewenst is. „Er zijn best delen van de Hompel voet waar het helemaal niet zo erg is als daar mensen komen en ik vind ook dat dat moet kunnen. Maar vroeger waren er bijvoorbeeld meerdere steigers en waar een steiger is daar leggen mensen aan. Toen die steigers slecht begonnen te worden hebben we ervoor gepleit om ze niet te vervangen door nieuwe maar om ze weg te halen. Nu is er nog maar één aanlandingspunt". Dat aanlandingspunt wordt door De Kraker en diens metgezel biolooog P. T. J. Dcrks gebruikt. De hompelvoetbewakers hebben de beschikking over een bescheiden huisje op het eiland in de Grevelingen, met alleen de hoogst noodzakelijke voorzieningen. „Er is een koelkast die op gas werkt, we hebben kookapparatuur, een radio en sinds kort een (auto)telefoon. Vooral dat laatste is erg fijn, want soms is het toch behoorlijk eenzaam op het eiland. Vroeger hadden we alleen een mobilofoon, maar we konden alleen opgeroepen worden en zelf Kees de Kraker: Dieren bestudfen is het leukste onderdeel van mijn werk". De bewakers konden dan vanuit hun caravan horen of er verdachte bewegingen bij de broedboom waren en zonodig de politie inschakelen. „In het begin liepen we daar als bewakers zelfs met een geweer rond, maar later gelukkig niet meer", aldus De Kraker. 'Op de Hompelvoet gelukkig geen eierrovers en ook maó/ zelden agressieve reacties van ongewenste bezoekers die weggestuurd worden. „Over het algemeen heeft men er alle begrip voor. Als je maar uitlegt waarorp'ze ergens niet mogen komen". Zestien jaar geleden was de Hompelvoet qua vegetatie volgens De Kraker niet zo bijster interessant. Door die eenzijdige vegetatie 4?as ook de dierenbevolking van het eiland in de Grevelingen wat eenzijdig ontwikkeld. De Hompelvoet bleek wel zeer populair bij pioniervogels als de Dwergstern. „Die broeden liefst op een kaal gebied", aldus De Kraker. „We hebben zelfs eens 140 paar broedende Dwergsterns gehad op de Hompelvoet. Daarmee was het toen de grootste Dwergsternkolinie van West- Europa. Door de jaren heen ontwikkelde de vegetatie zich. „Vogels brengen zaadjes meer aan hun poten of tussen hun veren, schapen dragen zaad mee in hun vacht en er zitten bijvoorbeeld ook weieens zaadjes tussen de modder aan je laarzen en zo zie je het een na het ander ontstaan. In het begin zag je soms hele vlakte met het Strandduizendguldenkruid op de Hompelvoet. Nu zie je er ook veel meer - en soms weinig voorkomende - bloemen en planten tussen". Elke bloem, plant, struik of boom oefent op zijn beurt weer een bepaalde aantrekkingskracht uit op bepaalde vogels of insekten en zo wordt het landschap steeds gevarieerder. De Kraker vindt dat je als mens de natuur best een handje mag helpen, maar dan alleen door bepaalde voorwaarden te scheppen. De natuur moet het karwei verder zelf afmaken. „Je kunt bijvoorbeeld een gebied laten begrazen door koeien of paarden, maar dan moet je er wel voor zorgen dat die dieren in ieder geval in het broedseizoen niet in het broedgebied van de vogels kunnen komen, want dan zijn ze zo weg". De Kraker vindt het vooral interessant het gedrag van dieren goed te kunnen bestuderen. „Een visdiefje voedt zijn jongen met vis maar slikt die niet in zoals bijvoorbeeld de Zilvermeeuw wel doet. Dan zie je dat zilvermeeuwen proberen om de door het visdiefje opgedoken vis te roven om aan hun eigen jongen te kunnen geven". Met het vei-anderende landschap verandert ook de vogelpopulatie. De Kraker: „De vogels volgen het landschap. Als ergens spontaan een stukje bos ontstaat komen er al snel bosvogels. Maar vogels oefenen zelf op hun beurt invloed op het landschap uit. Een Kopmeeuw bijvoorbeeld zorgt zelf voor een ruige begroeiing rond het nest door zijn uitwerpselen er omheen te strooien. Dat werkt als bemesting en daardoor krijg je een sterke vergrassing. En een Kopmeeuw heeft graag een beschut nest". Het woord uniek wil De Kraker niet in de mond nemen om de Hompelvoet te omschrijven. „Maar het is wel een heel bijzonder natuurgebied en die worden wel steeds schaarser. Nederland is een dichtbevolkt land en door alle inpolderingen en dergelijke is er al veel natuur verloren gegaan". De Kraker constateert dat er hoewel natuurbeschermers vaak nog weggehoond worden als 'vogeltjesmensen' - toch sprake is van een kentering in het denken over de natuur. Hij vind wel dat de mens niet op een al te geforceerde manier moet proberen om terug te krijgen wat er ooit was. „Op zich zou het natuurlijk wel leuk zijn als je bijvoorbeeld in de Oosterschelde weer een flinke zeehondenpopulatie zou krijgen", aldus De Kraker. Het nadeel van het voor de mens verboden verklaren van bepaalde gebieden is volgens De Kraker dat er niet altijd begrip mee wordt gekweekt voor de belangen van de natuur. „Als je mensen verbiedt om ergens te komen roept dat weerstand op omdat je hen beperkingen oplegt".

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1994 | | pagina 11