Thuiszorg zonder inzet van vele
vrijwilligers is haast ondenkbaar
PROJECT VOORLICHTING
AAN OUDEREN OP
SCHOUWEN-DUIVELAND
^Vrijwilligers zijn er nooit te veel
Voorlichting ouderen
in vorm van project
Hulp- en dienstverlening
aan ouderen nader belicht
VRIJDAG 21 JANUARI 1994
I NR 25500
ZIERIKZEE - Oud word je vanzelf. Deze
wijsheid strookt niet helemaal met de
werkelijkheid. Hoe iemand ouder wordt
hangt af van verschillende zaken. Niet alleen
de lichamelijke conditie speelt een rol, maar
ook de leefomgeving, de familie- en
kennissenkring en de medische en sociale
voorzieningen. Ouder worden hangt ook af
van iemands houding zelf: probeert die koste
wat kost alles zonder hulp te doen of maakt
hij in geval van ziekte of hulpbehoevendheid
dankbaar gebruik van de mogelijkheden die
de professionele thuiszorg, de mantelzorg en
het vrijwilligerswerk hem bieden om zolang
mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Want
zolang mogelijk zelfstandig blijven, dat
willen nagenoeg alle ouderen. Enig inzicht in
de mogelijkheden die de verschillende hulp
en zorginstellingen en de diverse
vrijwilligersorganisaties bieden komt dan
ook goed van pas. Thuiswonende ouderen
moeten immers weten waar ze met hun
hulpaanvraag terecht kunnen. Vandaar dat de
komende weken aandacht wordt besteed aan
de verschillende vormen van thuiszorg.
Die extra aandacht voor de
thuiszorg, maakt deel uit
van het project
Voorlichting aan ouderen
op Schouwen-Duiveland.
Een project, dat in
opdracht van het Intra- en
Extramuraal Zorgoverleg
Schouwen-Duiveland door
de Gemeenschappelijke
Gezondsdienst Zeeland
samen met een aantal
instellingen en
organisaties op Schouwen-
Duiveland wordt
uitgevoerd. Dit project dat
tot eind april duurt
bestaat uit verschillende
vormen van voorlichting,
variërend van gesprekken
en themamiddagen tot en
met folders, brochures en
een reeks artikelen in de
Zierikzeesche Nieuwsbode.
Nadat eerder onderwerpen
als financiën,
ouderenhuisvesting en
gezondheid werden
besproken, komt nu de
hulp- en dienstverlening
aan thuiswonende ouderen
aan bod. Zonder die
thuiszorg door zowel
professionele hulpverleners
als familie, buren en
vrijwilligers zouden veel
ouderen niet langer in
staat zijn om zelfstandig te
blijven wonen. Welke
mogelijkheden die
thuiszorg biedt en waar
zelfstandig wonende
ouderen terecht kunnen als
ze behoefte aan wat extra
steun en zorg hebben,
worden de komende drie
maanden op een rijtje
gezet. Het eerste artikel in
deze serie van zes is
gewijd aan
vrijwilligersorganisaties
die elk op eigen wijze een
bijdrage leveren aan de
thuiszorg. Die hulp van
vrijwilligers komt niet in
de plaats van maar als
aanvulling op de reguliere
thuiszorg. In het tweede
artikel staat Thfeltje Dek
Je centraal, maar ook is er
aandacht voor de Open
Tafel die in sommige
verzorgingshuizen bestaat.
Welke zorg het Kruiswerk
en Gezinszorg bieden komt
aan bod in het derde
verhaal. Wat het RIAGG en
het maatschappelijk werk
kunnen doen voor ouderen
met psychosociale
problemen zoals
neerslachtigheid,
spanningen en
eenzaamheid komt ter
sprake in het vierde
artikel. Verzorgingshuizen
doen meer dan alleen het
bieden van huisvesting,
zorg en (enige) verpleging.
Ook voor de ouderen in de
buurt kunnen de
verzorgingshuizen een
functie vervullen. Wat die
functie precies inhoudt
wordt besproken in het
vijfde artikel. De serie
over zorg wordt afgesloten
met een blik op de
toekomst van de
verzorgingshuizen en
andere woonvormen voor
ouderen.
ZIERIKZEE - Even met een receptje naar de
apotheek, een boek halen in de bibliotheek, een
ommetje doen of gewoon even een babbeltje
maken. Zo voor 't oog doodnormale zaken, maar
voor heel wat nog zelfstandig wonende ouderen
vaak een bron van zorg. Zeker als ze niet meer
goed ter been zijn, slechtziend of slechthorend zijn
en min of meer gedoemd zijn tot binnenzitten. De
komst van een vrijwilliger, die eens in de zoveel
tijd langskomt om even bij te kletsen of om
samen boodschappen te gaan doen is voor deze
ouderen vaak een uitkomst. Sterker nog, heel
vaak kijken ze reikhalzend uit naar het bezoekje
van of het wandelingetje met de vrijwilliger.
Mevrouw J. Schoneman-Rietkerk uit Zierikzee is
het er roerend mee eens. Eens in de week komt
mevrouw R. Dijkstra-van Overeem van de UW
(Unie van Vrijwilligers) haar voorlezen. Een
moment waarnaar ze altijd verlangend uitkijkt.
Zoals mevrouw Schoneman zijn er nog heel wat
ouderen, die dankzij de hand- en spandiensten van
talloze vrijwilligers nog in hun eigen vertrouwde
huis kunnen blijven.
Hoe zou zorgend en
verzorgend Nederland ervoor
staan als er geen vrijwilligers
waren die bereid zijn om
allerlei hand- en spandiensten
te verrichten? Waarschijnlijk
nergens, want zonder die
aanvullende zorg vanuit het
vrijwilligerswerk zouden er
heel wat zaken blijven liggen.
Een wijkverpleegster,
gezinsverzorgster, een
maatschappelijk werker of
een andere hulpverlener kan
nu eenmaal niet alle hulp
geven die nodig is en ook al
springen buren en familie bij
(de zogeheten mantelzorg),
dan nog zijn er bezigheden in
en buiten huis die blijven
liggen. Ogenschijnlijk
onbelangrijke zaken vaak,
zoals het wegbrengen van een
recept, het vergezellen van
een oudere naar het
ziekenhuis (polikliniek) of het
halen van een boek in de
bibliotheek. In die zorg, die
de reguliere zorg en familie
en bekenden niet kunnen
biéden, voorziet het
vrijwilligerswerk.
,,Wat we doen komt niet in de
plaats van die zorg maar is er
een aanvulling op" zeggen de
dames B. van der Linde-
Florusse en A. van der Waal-
Troost, beiden bestuurslid
van de Stichting Vrijwilligers
Overleg Zorgsector Schouwen-
Duiveland en beiden actief als
vrijwilliger. De een als
werkobjectleider bij de Unie
van Vrijwilligers (UW), de
ander als coördinator (en
districtsvertegenwoordiger)
van het Welfare-werk van htt
Rode Kruis in de Westhoek
Als geen ander weten ze j
hoeveel werk door
vrijwilligers wordt verzetgn
hoeveel baat zelfstandig
wonende ouderen bij
vrijwi 11 igerswerk kunnei
hebben. Na de aanvankeijke
twijfels van de regulien
hulpverlening over de
continuïteit Vafr het
vrijwilligerswerk en
deskundigheid van de
vrijwilligers, heeft hé
vrijwilligerswerk zijj
bestaansrecht nu ruimschoots
bewezen. Want wie 1/est de
oudere voor, doet vq>r hem
een boodschapje of haakt
met hem een babbetje?
Voor dergelijke a 111
hand- en spandien/ten én
contacten, maar o/k voor het
vergezellen van d/ oudere
naar het ziekenhuis en het
ontlasten van ve/zorgers
bestaan verschillende
vrijwilligersorganisaties.
Soms met een 7
levensbeschouwelijke
achtergrond, sjms ook strikt
neutraal, zoals bij voorbeeld
het Rode Kruis. Alleen op
Schouwen-Diiveland al zijn
er negen org/nisaties die op
de een of aiüere manier op
vrijwillige Vasis thuishulp
bieden. Behalve het Leger des
Heils en de Welfare van het
Rode Kruis zijn dat de Unie
van Vrijwilligers (UW), de
Stichting.Vrijwillige
Hulpdienst Brouwershaven,
De Zonnebloem, de
Nederlardse
Patiëntenvereniging en de
Hervorhde Vrouwen Dienst.
Samen het de ouderenbonden
ANBOen PCOB, de
Nederkndse Christen
Vrouvgn Bond, de Rode Kruis
Colorpe Schouwen-Westhoek
en Zfcrikzee, de Stuurgroep
Oppjscentrale en Tafeltje Dek
Je \festerschouwen hebben
dez( organisaties zich
verenigd in de Stichting
Vrïwilligers Overleg
Zffgsector Schouwen-
Dhveland. Via deze stichting
vlerken de organisaties samen
cm zo overlappingen te
/oorkomen. Want daarmee
Zijn noch de organisaties zelf
noch diegenen die een beroep
/doen op het vrijwilligerswerk
I gediend.
Behalve het bevorderen van
de samenwerking biedt de
SVOZ vrijwilligers ook een
steuntje in de rug door het
organiseren van thema-dagen
en cursussen ter
ondersteuning van het
vrijwilligerswerk. Dit alles'
óm de deskundigheid van de
vrijwilliger te vergroten en
om hem of haar voor te
bereiden bp ,,de praktijk".
Want vrijwilligerswerk
gebeurt dan wel op
vrijwillige basis, het is
volgens de dames Van der
Linde en Van der Waal zeker
niet vrijblijvend en ook niet
altijd een „fluitje van een
cent". Een vrijwilliger kan
immers weieens
geconfronteerd worden met
ingrijpende en minder
prettige zaken. Om dat te
kunnen verwerken kan de
vrijwilliger (via
werkbesprekingen) altijd
terugvallen op de
werkobjectleider of
coördinator van zijn
organisatie. Bij haar kan de
vrijwilliger terecht met al
zijn vragen.
Wie door ziekte, handicap of
ouderdom een helpende hand
of een luisterend oor nodig
heeft kan met zijn verzoek
bellen naar het meldpunt
vrijwillige thuiszorg, een
adres dat dagelijks tussen
08.00 en 22.00 uur via 01110-
12332 bereikbaar is. De
coördinator van het meldpunt
noteert de aanvraag en neemt
dan vervolgens contact op met
een contactpersoon van een
van de
vrijwilligersorganisaties in de
kern waar de
„hulpaanvrager" woont. Die 1
contactpersoon legt dan een
huisbezoek af om de aanvraag
beter te kunnen beoordelen,
zodat de juiste vrijwilliger bij
de juiste cliënt terecht komt.
Dat is niet altijd even
eenvoudig te bepalen, want
soms komen er verzoeken
binnen om een helpende
hand, terwijl eigenlijk een
luisterend oor nodig is. „Dat
luisterend oor staat bij veel
vrijwilligersorganisaties dan
ook voorop" zegt mevrouw
Van der Linde.
Dat komt ook naar voren in
het verhaal van mevrouw
Schoneman en mevrouw
Dijkstra. Eens in de week,
meestal op dinsdag als de
bijna 85-jarige mevrouw
Schoneman tenminste niet
naar brailleles moet, komt
mevrouw Dijkstra op bezoek.
Om mevrouw Schoneman,
sinds vier jaar visueel
gehandicapt voor te lezen,
maar ook om met elkaar te
babbelen en om aan het eind
van de middag samen een
portje te drinken. Drie jaar
geleden ontmoetten de dames
elkaar, nadat mevrouw
Schoneman - een echte
leesfanaat - de UW had
gebeld met de vraag of
iemand haar zou kunnen
voorlezen. Veel boeken en
kranten zijn weliswaar op
bandjes verkrijgbaar, maar
wat doe je als visueel
gehandicapte als je nog eens
een brief van jaren terug of
de rede van Antonius voor het
Romeinse volk wil horen? Dat
wat begon als „een
voorleesuurtje" ('t zijn ër
eigenlijk twee) is inmiddels
uitgegroeid tot een echte
vriendschap. „Die dinsdag is
onze dag" zeggen beiden. En
zou mevrouw Dijkstra niet
via de UW komen dan zou ze
zeker toch bij mevrouw
Schoneman langsgaan. Ze
kunnen samen immers zo
gezellig babbelen en giebelen
om de meest gekke dingen.
Kortom, van meet af aan
klikte het tussen beiden.
„JDat is ook nodig wil een
contact standhouden. Als 't
niet klikt dan wordt .het
gewoon niets" daarvan zijn de
dames overtuigd. Te kletsen
hebben ze altijd wel wat, bij
voorbeeld over het feit dat er
in het centrum weer her en
der fietsen op het trottoir
stonden, iets waaraan
mevrouw Schoneman zich
mateloos kan ergeren en
waarover ze tegenover
mevrouw Dijkstra haar hart
nog maar eens lucht. Dat het
tussen die twee botert is niet
alleen een kwestie van twee
goed harmoniërende
karakters, maar ook van
goede afspraken. „Soms ben
ik weieens bang dat ik teveel
beslag op haar leg" zegt
mevrouw Schoneman wat
aarzelend. Iets dat door
mevrouw Dijkstra gelijk
heftig wordt ontkend. Is dat
zeker niet het geval bij
mevrouw Schoneman, er zijn
weieens ouderen die de
vrijwilliger proberen uit te
spelen, bij voorbeeld door
iemand die op bezoek komt
aan het werk te zetten. Het is
dan zaak dat de vrijwilliger
zelf zijn grenzen stelt.
Dat wil natuurlijk niet
zeggen dat een vrijwilliger
die in principe komt voor een
bezoekje, nooit eens even de
handen uit de mouwen zou
moeten steken. „Je moet
oppassen dat je je grenzen
niet overschrijdt, maar je
moet afhankelijk van de
situatie ook een beetje soepel
zijn en in kunnen spelen op
de situtie" zeggen de dames
Van der Linde en Van der
Waal.
Die vrijwilligers die
belangeloos de handen uit de
mouwen steken en hun oor te
luisteren leggen zullen in de
toekomst meer dan ooit nodig
zijn. De vergrijzing en het feit
dat meer ouderen langer
zelfstandig zullen blijven
zullen de vraag naar
thuiszorg doen toenemen. Of
de vrijwilligersorganisaties
aan die toenemende vraag
kunnen voldoen hangt 'af van'
de aanwas van het
vrijwilligersbestand. Iets dat
zowel mevrouw Van der Linde
als mevrouw Van der Waal
zorg baart. Doordat steeds
meer vrouwen een baan
buitenshuis hebben vergrijst
ook het vrijwilligersbestand.
Bovendien wordt ook de
mantelzorg minder. Wie een
baan buitenshuis moet
combineren met een gezin
heeft nauwelijks
mogelijkheden om iets aan
mantelzorg te doen. Het ziet
er volgens beide dames dan
ook naar uit dat in de
toekomst minder vrijwilligers
meer werk moeten verrichten.
Een paar helpende handen
erbij is dan ook geen
overbodige luxe, want zeggen
ze „vrijwilligers heb je nooit
teveel".
TEKST ROSALIEN KORSTANJE
FOTO MARIJKE FOLKERTSMA
Met medewerking van de dames
J. Schoneman-Rietkerk,
R. Dijkstra-Van Overeem,
B. van der Linde-Florusse en
A. van der Waal-Troost.
ZIERIKZEE -... En als ik dan hulp nodig heb?
Op die vraag moeten de drie informatiemiddagen
van de Stichting Welzijn Ouderen een antwoord ge
ven. Deze themabijeenkomsten worden met mede
werking van diverse hulp- en zorginstanties gehou
den in de aula van het voormalige CSG-gebouw in
Zierikzee en wel op maandag 24 januari, donderdag
24 februari en dinsdag 8 maart. Deze bijeenkomsten
beginnen steeds om 13.30 uur en worden rond 16.30
uur afgesloten.
Bij deze drie themamiddagen
wordt de aandacht steeds
gericht op een bepaalde vorm
van hulp en organisaties die
deze hulp verlenen. Daarvoor
verzorgt een medewerker van
een van de betrokken
instellingen een inleiding.
Naar aanleiding van die
inleiding is het mogelijk om
vragen te stellen. Voor de
eerste bijeenkomst, die van
maandag 24 januari, is de
Stichting Vrijwilligers
Overleg Zorgsector Schouwen-
Duiveland uitgenodigd om in
te gaan op de vele vormen
van hulp die het
vrijwilligerswerk ouderen
biedt. De tweede
bijeenkomst, die van
donderdag 24 februari staat
in het teken van do thuiszorg
en het kruiswerk. Voor deze
middag zijn de Stichting
Thuiszorg en Algemeen
Maatschappelijk Werk en de
Kruisvereniging Rondom de
Oosterschelde uitgenodigd om
iets te vertellen over
gezinszorg en wijkverpleging.
Centraal hierbij staat de
vraag wat de thuiszorg
ouderen te bieden heeft. Voor
de laatste bijeenkomst, die
van dinsdag 8 maart is een
beroep gedaan op het RIAGG
en het Maatschappelijk werk.
Dit om een beeld te schetsen
van de hulp aan ouderen met
psychische en sociale
problemen. Voor meer
informatie over deze
bijeenkomsten kan men
contact opnemen met R L.
van der Weide van de
Stichting Welzijn Ouderen,
telefoon 01110- 13224. Het ligt
in de bedoeling om in de
maanden maart en april een
aantal
informatiebijeenkomsten te
houden over verzorgings- en
verpleeghuizen.
1
A
1