„Ouderen moeten weten waarom ze een geneesmiddel gebruiken" PROJECT VOORLICHTING AAN OUDEREN OP SCHOUWEN-DUIVELAND Apotheker B. J. Schueler: Voorlichting ouderen in vorm van project VRIJDAG 10 DECEMBER 1993 NR 25476 5 Oud word je vanzelf. Deze wijsheid strookt niet helemaal met de werkelijkheid. Hoe wij ouder worden is van veel verschillende zaken afhankelijk. Niet alleen onze lichamelijke conditie speelt een rol, maar ook onze omgeving, de mensen om ons heen en de medische en sociale voorzieningen. Ouder worden hangt óók af van onze eigen houding: hoe willen wij gezond oud worden, wat kunnen we er voor doen en wat doen we in werkelijkheid? De meeste ouderen willen graag op een prettige manier zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Kennis over gezondheid, voorzieningen en regelingen kan hierbij een belangrijke steun zijn. Vandaar het project VOORLICHTING AAN OUDEREN OP SCHOUWEN-DUIVELAND. Dit project wordt in opdracht van het Intra- en Extramuraal Zorgoverleg Schouwen-Duiveland uitgewerkt door de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland in samenwerking met de instellingen en organisaties op het eiland. Het project loopt van februari 1993 tot en met april 1994 en bestaat uit allerlei vormen van voorlichting. Variërend van mondelinge voorlichting in een gesprek, themamiddagen en cursussen tot allerlei schriftelijke voorlichting zoals folders en een serie artikelen in de krant, in dit geval de Zierikzeesche Nieuwsbode. Tijdens het project komen vier thema's aan de orde. In de achterliggende periode waren dat 'financiën' en 'huisvesting'. Nu is het thema 'Gezondheid' aan de beurt en het project wordt afgesloten met 'Zorgvoorzieningen'. Er bestaan nogal wat misvattingen over het onderwerp 'gezondheid bij het ouder worden'. Eén misvatting is dat ouderdom onvermijdelijk neerkomt op een gebrekkige gezondheid. Een andere dat je als oudere daar weinig tot niets aan kunt doen. Vanaf oktober tot het einde van dit jaar wordt dan ook voorlichting gegeven over de gezondheid bij het ouder worden. Steeds gaat het hierbij om de vraag, wat u zelf kunt doen voor uw gezondheid. Op drie plaatsen in Schouwen- Duiveland is een cursus Ouder worden en Gezondheid georganiseerd. Deze cursus is inmiddels afgesloten. De deelnemers waren positief in hun oordeel over het resultaat. Na een eerste verhaal over gezondheid in het algemeen, zijn de afgelopen weken in deze krant artikelen verschenen over het belang van regelmatig bewegen, de veiligheid in en' om de woning, de noodzaak van een verantwoorde en gevarieerde voeding en de mogelijkheid om met het klimmen der jaren geestelijk vitaal te blijven. Vandaag wordt het thema gezondheid afgesloten met een verhaal over verstandig medicijngebruik, want ook dat hoort bij een plezierige oude dag. Het merendeel van de ouderen - zo'n zeventig tot negentig procent - gebruikt immers medicijnen; soms één soort, soms meerdere soorten per dag. Wat een verantwoord medicijngebruik precies inhoudt, daarover vertelt B. J. Schueler, apotheker bij de Stichting Oosterscheldeziekenhuizen in Goes. Als ziekenhuisapotheker verzorgt hij samen met een collega de medicijnvoorziening voor de ziekenhuizen in Goes en Zierikzee. Maar ook zorgen beide apothekers ervoor dat de patiënten van de verpleeghuizen Ter Valcke, Ter Weel en de Corneliastichting op tijd hun pilletje, zalfje of druppels krijgen. En ook de patiënten van het Psychiatrisch Ziekenhuis Zeeland en de bewoners van Huize den Berg in Goes worden vanuit de apotheek in het Oosterschcldeziekenhuis voorzien van de benodigde medicamenten. Een deel van deze medicijnen wordt daar in het laboratorium van de ziekenhuisapotheek nog zelf gemaakt. Dat zijn er zo'n vierhonderd. Vaak zijn dit medicijnen die maar kort houdbaar zijn of die voordeliger zelf gefabriceerd kunnen worden. Daarmee kan in sommige gevallen wel zo'n zeventig procent op de kosten worden bespaard. geneesmiddel wellicht een betere oplossing is. Soms is een geneesmiddel niet per se nodig en kunnen de klachten door een andere, meer gezonde levenswijze worden weggenomen. Dat geldt bij voorbeeld voor het gebruik van laxeer- en slaapmiddelen. Door voldoende beweging, een vezelrijke voeding en vooral voldoende vocht (1,5 liter per dag) is een laxeermiddel lang niet altijd dé oplossing. Het belang van voldoende vocht onderstreept de ziekenhuisapotheker nog eens extra door erop te wijzen dat voldoende drinken ook een probaat middel is tegen urineweg- en luchtweginfecties. En een glas warme melk met honing kan bij voorbeeld wel'eens wonderen doen als de slaap maar moeilijk wil komen. Lukt dat niet dan kan een slaapcursus wellicht nog uitkomst bieden". Is het gebruik van geneesmiddelen niet te vermijden, dan is het van groot belang dat de medicijnen op de juiste manier worden gebruikt. Of dat gebeurt valt of staat met een goede voorlichting door arts en apotheker. De mogelijke bijwerkingen van het geneesmiddel, de wijze van gebruik, de houdbaarheid, de juiste wijze van bewaren en eventuele hulpmiddelen voor gebruik. Daarover moeten ouderen door huisarts en apotheker worden geïnformeerd. Een goede, effectieve voorlichting is volgens Schueler vooral ook tweerichtingsverkeer. De gebruiker moet immers ook open staan voor die voorlichting en ook zelf vragen durven stellen. Daaraan blijkt het bij ouderen nogal eens te schorten. Schueler: „Veel ouderen weten niet waarom ze medicijnen gebruiken. Dat heeft nog een beetje te maken met vroeger toen de patiënt onwetend werd gehouden." Hebben ouderen vragen over hun medicijnen en zijn ze bang die te vergeten, dan is het wellicht handig om die vragen thuis in alle rust even op te schrijven. Maar ook de antwoorden daarop kunnen het beste worden genoteerd. Door spanning overkomt het sommigen dat ze na het verlaten van de' spreekkamer, niet meer weten wat de arts precies heeft gezegd. Het verdient bovendien ook aanbeveling dat ouderen altijd een kaartje bij zich hebben waarop hun medicijngebruik staat vermeld. Daarvoor bestaat zelfs een speciaal paspoort (medicijnpaspoort). In geval van een ziekenhuisopname kan dat artsen en verplegend personeel veel gepuzzel en gegis besparen. Belangrijk is verder ook dat de oudere eerst eens goed de bijsluiter doorleest voordat hij met een nieuw medicijn begint. Leest hij de vaak lange opsomming van bijwerkingen dan moet hij zich daardoor niet laten afschrikken. Het is immers niet gezegd dat hij daar ook last van zal krijgen. Hoe iemand op een medicijn reageert verschilt immers van persoon tot persoon. Door zich te houden aan de gebruiksaanwijzingen op het etiket en door niet zelf te gaan dokteren met de hoeveelheden kan al veel narigheid worden voorkomen. Rijzen er naar aanleiding van het medicijngebruik toch vragen, dan moet de oudere niet aarzelen om die voor te leggen aan zijn arts of apotheker. TEKST ROSAIIEN KORSTANJE FOTO'S JOOP VAN HOUDT Met medewerking van B. J. Schueler. apotheker. Folders Vragen over geneesmiddelen en advies op maat en Ouder worden en geneesmiddelen. kan men in de apotheek een doseerbox of -etui kopen. Deze kunnen per week of per dag worden gevuld. Voor elke dag van de week bevat deze box vier vakjes, waarbij ook het tijdstip staat aangegeven. Aan keuze van medicijnen geen gebrek, alleen in Nederland al worden zo'n achtduizend medicijnen op de markt gebracht. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van in totaal duizend werkzame stoffen. Nummer één bij ouderen staan de psychopharmaca, waartoe ook slaapmiddelen behoren. Maar ook medicijnen voor hart- en vaatziekten (inclusief de „plaspillen" tegen vochtophoping), pijnstillers en laxeermiddelen scoren bij ouderen hoog. Doordat ouderen vaak meerdere medicijnen tegelijk gebruiken en omdat ze door veranderingen van lichaamsfuncties vaak anders op medicijnen reageren dan jongeren, kunnen ouderen eerder last van bijwerkingen krijgen. Dat geldt dan in het bijzonder voor de lichaamsvreemde stoffen waaruit een medicijn kan bestaan. Dat die bijwerkingen of kans daarop serieus moeten worden genomen blijkt uit het feit dat bijwerkingen van geneesmiddelen behoren tot de top vijf van klachten waarmee ouderen naar hun huisarts gaan. Daardoor belanden jaarlijks zelfs zo'n tienduizend 65-plussers in het ziekenhuis. Een goed medicijngebruik is dan ook van het allergrootste belang. Wie ouder wordt heeft vaak een lagere dosering van een geneesmiddel nodig. Met het klimmen der jaren wordt de nier- en lev„erfunctie immers minder. Schueler: „Het lichaam gaat dan zuiniger om met die stoffen en vaak is dan een lagere dosering van het geneesmiddel gewenst." Weliswaar duurt het bij ouderen vaak langer voordat het medicijn gaat werken (dit ten gevolge van een verminderde doorbloeding van maag- en darmwand) maar daartegenover staat dat het medicijn ook langer doorwerkt. Dit omdat de nieren minder actief zijn, waardoor het geneesmiddel minder snel het lichaam verlaat. Doordat bij ouderen naar verhouding ook meer bloed naar de hersenen stroomt, kan er ook meer geneesmiddel in de hersenen terecht komen. Daardoor kunnen zij verward en suf raken. Een andere bijwerking waarover ouderen nogal eens klagen zijn slappe spieren, waardoor ze „niet meer vast op hun benen staan" en de kans op een valpartij groter wordt. Spierslapte komt vooral voor bij het gebruik van slaapmiddelen en kalmerende middelen. Dergelijke klachten mogen niet over het hoofd worden gezien. Doen ze zich voor dan adviseert Schueler om hiermee naar de huisarts te gaan. Die kan dan bepalen of de dosis moet worden verlaagd of dat een ander ZIERIKZEE - Knallende hoofdpijn even gauw een aspirientje of een paracetamolletje pakken. Een opkomende griep zonder aarzelen te lijf gaan met een paar anti-grippine tabletten. Een paar nachtjes slecht slapen, dan gauw naar de huisarts om een voorraadje slaaptabletten. Daarnaast nog een paar potten vitamine- en mineralencapsules en ginseng-wonderpillen om toch vooral maar vitaal en jong te blijven. Zelfs tegen vergeetachtigheid zijn er tegenwoordig tabletten op de markt. Die grote hoeveelheid pillen, dragées, capsules en druppels die met of zonder recept te koop zijn en verhalen over klakkeloos medicijnen voorschrijvende huisartsen doen vermoeden dat de doorsnee Nederlander een fervent medieijngebruiker is. Een beeld dat bepaald niet met de werkelijkheid strookt, vindt B. J. Schueler, als ziekenhuisapotheker in dienst bij de Stichting Oosterscheldeziekenhuizen in Goes en Zierikzee. ,,In Nederland ligt het medicijngebruik heel laag. Op dat punt kun je echt van een zuinige cultuur spreken". Nederlanders mogen dan door de bank genomen zuinige „pillens2ikkers" zijn, er zijn onderling wel de nodige verschillen. Onder 65-plussers is het gebruik van geneesmiddelen aanzienlijk, want met het klimmen der jaren neemt ook het medicijngebruik toe. „Hoe ouder, hoe meer geneesmiddelen" is dan ook kort maar krachtig de conclusie van Schueler. Met het ouder worden doen zich immers ook meer mankementen en stoornissen voor. Zo'n zeventig tot negentig procent van die ouderen gebruikt één of meerdere medicijnen. In de groep 55 tot 64-jarigen gebruikt 46% geneesmiddelen en in de groep 35- tot 44- jarigen gebruikt nog geen kwart een geneesmiddel (21%). Veel ouderen gebruiken bovendien meer dan één geneesmiddel tegelijk. Uit een onderzoek onder een aantal 65- tot 75 jarigen uit Eindhoven en Tilburg bleek dat er gemiddeld 4,4 soorten medicijnen per dag worden geslikt. Dat gemiddelde komt aardig overeen met het gemiddelde van drie tot vijf medicijnen per persoon dat voor de bewoners van de Corneliastichting geldt. Dat komt neer op ongeveer duizend toedieningen per dag, rekent Schueler vlotjes uit. Voor dat rantsoen tabletten, capsules, dragees, zalfjes etcetera behoeven de bewoners van de Corneliastichting niets te ondernemen. Alles wordt vanuit Goes per cassettes keurig bij de Cornelia afgeleverd. Voor iedere bewoner is er in de cassettes een eigen vakje gereserveerd, dat aan de hand van het bijbehorende medicijn logboek in de ziekenhuisapotheek in Goes wordt gevuld met per stuk verpakte geneesmiddelen. Dit Die zuinigheid blijkt vooral wanneer het medicijngebruik van de gemiddelde Nederlander wordt afgezet tegen het geneesmiddelengebruik in andere Europese landen. In vergelijking met onze Zuiderburen, die voor hun medicijnen aanmerkelijk goedkoper uit zijn, worden hier maar half zoveel medicijnen geslikt. Wellicht dat hierbij een rol; speelt dat in Nederland beduidend minder soorten geneesmiddelen vrij verkrijgbaar zijn. De patiënt die de spreekkamer van zijn arts alleen dan tevreden verlaat wanneer hij een receptje voor een of ander medicijn op zak heeft, is ook geen representatief voorbeeld voor de gemiddelde Nederlander. Schueler: „Het is zeker niet zo dat iedereen altijd een geneesmiddel van zijn arts voorgeschreven wil krijgen. Minder dan de helft van de consulten en visites eindigt met een recept." systeem biedt de beste garantie dat „de juiste pil bij de juiste patiënt terechtkomt". Doordat de medewerkers van de Corneliastichting ervoor zorgen dat de juiste medicijnen op de juiste tijd worden verstrekt, worden de medicijnen trouw ingenomen. De therapietrouw, zoals dit wordt genoemd is in instellingen dan ook beter dan de medicijntrouw van zelfstandig wonende ouderen. Wie meerdere keren per dag verschillende medicijnen moet slikken vergeet allicht weieens een keertje een pilletje. Om dat te voorkomen A 1

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1993 | | pagina 5