'Voor mij is het het belangrijk dat mensen overdragen wat ze hier leren' Bruno Mertensde drijvende kracht achter Tidorp: DONDERDAG 22 JULI 1993 NR 25395 5 BURGH-HAAMSTEDE - Zwemmen in zee doet hij bij voorkeur in de winter, als het een paar graden vriest. Gewoon in bad, dat kent hij niet. Zijn badkuip staat buiten. Daar gaat koud water in. Onder de badkuip stookt hij een houtvuurtje,en zo wordt het langzaam warm. Vanuit zijn badkuip heeft hij uitzicht op de stookketel waar besssensap in gemaakt wordt en zijn sterrenwachthuisje. Alleen is hij nooit. Overal waar hij komt op zijn anderhalve hectare grote terrein wordt hij gevolgd door zijn katten of zijn wasbeertje. Bruno Mertens is 79 jaar en is de enige vaste bewoner van Tidorp, een woongemeenschap en meditatiecentrum. Hij heeft weinig contact met de buitenwereld, maar het begeleiden van gestresste zakenlui ziet hij als een belangrijke taak. Het ongerepte natuurgebiedje aan de Hoge Zoom tusseri Renesse en Burgh- Haamstede ligt op een steenworp afstand van het drukke toeristische leven. Een schril contrast. TEKST SERGA VAN ROON FOTO'S JOOP VAN HOUDT Twintig jaar geleden kocht de voormalig kunstschilder Bruno Mertens de oude fruitboomgaard om er een woongemeenschap te beginnen. Soms woonden er wel vijftien mensen in de woonwagens, van drugverslaafden tot daklozen; iedereen kon er komen. Dat is nu afgelopen. Bruno Mertens: "Mijn tijd wordt steeds kostbaarder. Ik laat nu nog maar vijf mensen toe. Daar kan ik dan echt tijd insteken, om hen te leren mediteren. Ik heb liever dat ik zeker weet dat eentje het goed geleerd heeft, dan dat er vijftien maar een beetje aan het ronddolen zijn." Tidoip is een meditatie centrum. Mensen die geestelijk in de knoei zitten kunnen voor een periode van drie a vier weken naar de alternatieve woongemeenschap komen. Her en der over het terrein verspreid staan oude woonwagens. Mertens leert ze dan om te mediteren, 'gezond te denken' en gezond te eten. Meer dan drie weken heeft hij daar niet voor nodig. Mertens: „Tegenwoordig screen ik de mensen. Ze moeten een vragenlijst invullen en een foto opsturen. Ik moet selectief zijn, want er liggen stapels adressen van mensen die hier willen komen. Ik kies dan vooral mensen uit die of een leidinggevende maatschappelijke functie hebben, of onderwijzers, veelal uit de antroposofische hoek. Die mensen kunnen namelijk alles wat ze hier geleerd hebben overdragen op anderen, en dat vind ik belangrijk." Wie bij dit alles meteen aan een soort vage, sekteachtige bedoening denkt, komt bedrogen uit. De oude grijsaard is wars van alles wat met geloof en religie te maken heeft: „Wat ik de mensen probeer te leren is stil te worden en niet meer te denken. Het lijkt onmogelijk om nergens aan te denken, maar het kan. Alle stress valt dan weg, maar ook lichamelijke pijn voel je niet meer. Religie schrijft de mensen via boeken voor hoe ze moeten denken. Dat kan toch nooit goed zijn?" Momenteel is er slechts één persoon aanwezig op het terrein van Tidorp. En die zit nu al zes dagen vrijwillig opgesloten in de meditatie ruimte, een soort koepeltje half onder de grond met geluiddichte muren. Hij eet en drinkt nog wel, verder mediteert hij 24 uur per dag. Maar de bezoekers mediteren niet alleen, ze werken ook. Mertens: „Ik laat ze zoveel mogelijk met hun handen werken, dat brengt ze dichter bij de natuur en bij zichzelf". Waar dat in de afgelopen jaren toe geleid heeft wordt duidelijk na een wandeling over het terrein. Tussen de oude fruitbomen staan de meest vreemde bouwsels. Zo staat er een hele grote koepel, ook half onder de grond, met een groot dakraam. Binnen op de grond bevind zich een laag zand, wat waxinelichtjes, bloemen en kussens. Een ruimte bedoelt om tot rust te komen. Even verderop staat een rond gebouwtje; een soort droogoven voor de te vroeg gevallen appels, peren en bessen. De mooie ouderwetse woonwagens van de gasten staan nu leeg. Hoeveel er ook gebouwd wordt in Tidorp, de natuur wordt in tact gelaten. Hij besloot anders te gaan leven en te gaan denken. Op zoek naar een rustige plek kwam hij drie kilometer buiten Renesse terecht en kocht daar de boomgaard. Mertens: „Twintig jaar het verzoek om de luxueuze camper op zijn terrein te mogen stallen*. Daar is uiteraard geen sprake van. Tidorp wil geen winst maken. De bezoeker betaalt vijftien a Van bestrijdingsmiddelen moet Mertens niets hebben: „Alles groeit ook wel zonder die troep. Wat we wel hebben gedaan is in zeven jaar tijd tien miljoen kilo paardemest verspreid. Daardoor is het terrein heel vruchtbaar geworden. Er zijn hier ook veel wilde eenden, bunzings en kikkers." Zijn bezoekers laat hij dus werken - bouwen vooral - en mediteren. Verder moet de omgeving en het gezonde voedsel ervoor zorgen dat de gestresste mens na drie weken weer als herboren uit Tidorp komt, klaar om zijn nieuwe ervaringen aan iedereen te vertellen. Maar ondertussen zit Bruno Mertens zelf ook niet stil. Het strakke dagprogramma van de bijna tachtig-jarige man begint om zes uur 's pchtends. Na een koude douche of een duik in een van de twee vennetjes gaat hij een eind trimmen, elke dag. Vervolgens een uur mediteren in de speciale ruimte daarvoor en daarna pas het ontbijt. De rest van de dag vult hij met werkzaamheden in en om het huis, het maken van bessensappen, de verkoop van de appels en peren. Maar wat bewoog hem nou twintig jaar geleden om dit terrein te kopen en op deze manier te gaan leven. Als kind was Mertens vaak ziek: griep en verkoudheid. Later kreeg hij reuma. In zijn leven was hij al zo vaak bij dokters geweest dat zijn belangstelling daarvoor toenam. Maar beter werd hij niet. Tben hij veertig jaar geleden een hartinfarct kreeg was voor hem de maat vol. geleden was het hier op Renesse nog echt rustig. Nu is het vergeven van de toeristen. Maar deze plek weten er maar weinig te vinden. En dat wou ik graag zo houden." Slechts zelden wordt Mertens lastig gevallen door een verdwaalde toerist in een glimmend trainingspak met vijfentwintig gulden; 'al naar gelang financiële draagkracht', zoals de folder vermeld. Blijkbaar loopt alles op rolletjes want twintig jaar later bestaat Tidorp nog steeds, en Mertens is fitter dan ooit. Ik ben door mijn gezonde leefwijze genezen van mijn reumatiek en mijn hartproblemen. Het baden in zee 's winters heeft daar ook toe bijgedragen. Extreme kou werkt genezend. Zo zou ik iemand die een longontsteking heeft meenemen naar zee als het lekker koud is. Ik weet zeker dat hij geneest. Zo is er hier een kankerpatiënt geweest die in drie weken genas. Ook reuma patiënten kwamen hier weer gezond vandaan. En dan hebben ze niks geen medicijnen gehad. Dat is gewoon de combinatie van gezond denken en gezond eten." Extreme uitspraken waar menig arts zich nog steeds kwaad om kan maken. Maar dat interesseert Mertens niet. Zijn buitenissig leven laat hij niet beïnvloeden door anderen. Eigenwijsheid is een belangrijke karaktertrek van Mertens. Zelf weet hij nog wel een mooi voorbeeld: „Een aantal jaren geleden kwam de plantenziektekundige dienst bij mij langs. De honderdjarige meidoorns op mijn terrein zouden besmet zijn met perevuur en gekapt moeten worden. Belachelijk. Ten eerste waren die bomen helemaal niet ziek. Maar zelfs al was dat wel zo; je doodt je kinderen toch ook niet als ze ziek zijn!" Maar hoe hij ook protesteerde het leek niet te baten. Onder het dreigement de politie er bij te halen moest Mertens toezien hoe de bomen die gekapt moesten worden een gele verfring kregen. Toen kwam zijn verleden als kunstschilder goed van pas. 's Avonds mengde hij een verfje precies in de kleur van de bomen, een beetje zand erdoor voor de structuur smeerde het op de bomen. Naar eigen zeggen waren de gele verfringen niet meer te zien. De bomen bleven gespaard. Toen dezelfde dienst jaren later weer eens kwam kijken moesten ze wel toegeven dat de bomen gezond waren." Ook heeft Mertens een interessante kijk op het cellentekort in Nederland. Daar begrijpt hij niks van: "Als alle gevangenen in Nederland nou eens drie weken bij mij kwamen, dan leerde ik ze mediteren. En als je dat kan vind je het namelijk helemaal niet erg om een kleine ruimte opgesloten te zitten. Daar zouden ze de criminelen niet meer mee kunnen straffen." Ideeën en plannen heeft de bejaarde man nog genoeg. In de grote opslagschuur-die nog het meest lijkt op een creatie van Anton Pi eek in de Efteling- laat hij zijn schilderijen van vroeger zien, die hij nog steeds wil verkopen. Ook het sterrenwachthuisje moet nog afgebouwd worden. Maar het belangrijkste vindt hij echter dat zoveel mogelijk mensen leren profiteren van de kennis die hij door de loop der jaren heeft opgedaan. Als hij de plaats en de tijd ervoor had zou hij de etende en drinkende vakantiegangers wel eens kennis willen laten maken met wat ongetwijfeld het meest bijzondere kampeerterrein van Schouwen-Duiveland is.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1993 | | pagina 5