Veertig jaar Lichtboei: geen feest, maar inzamelingsactie Doel actie is aanschaf bestelauto voor project in Praag DONDERDAG 7 JANUARI 1993 NR 25286 5 ZIERIKZEE - Geen knalfeest of een andere grootse jubileummanifestatie, maar in plaats daarvan een geldwervingsactie ten bate van een project van het Leger des Heils voor de daklozen rond het station van Praag. Op deze manier staat sociaal-cultureel werk De Lichtboei dit jaar stil bij haar veertigjarig bestaan. Een bestaan dat rechtstreeks verband houdt met de Watersnoodramp van 1953 en daarom niet met allerlei festiviteiten wordt „gevierd". O FOTO'S: M. FOLKERTSMA, ARCHIEF TEKSIt ROSALIEN KORSTANJE Ze noemden het „De Lichtboei". De dijkwerkers, die kort na de ramp van 1953 onderdak en ontspanning vonden in het gebouw van het Zierikzeese Leger des Heilskorps in de Poststraat. Een gebouw waar kort daarvoor diegenen die nog net voor de kolkende waterstroom hadden kunnen vluchten een tijdelijk onderdak hadden gevonden en waar ook levensmiddelen en kleding "werden verdeeld. Die ramp, die dit jaar in februari wordt herdacht, vormde in feite het begin van dit gebouw, waar sinds jaar en dag het sociaal-cultureel werk is gelokaliseerd.. Dat dit sociaal-cultureel werk is ondergebracht in een gebouw van het Leger des Heils is op zich niet zo vreemd: het verschijnsel sociaal-cultureel werk, dat indertijd waarschijnlijk wel een andere benaming had ontstond door toedoen van een familielid van William Booth, de grondlegger van het Leger des Heils, in de Londense sloppenwijk Whitechapel, een wijk waar ook het Leger des Heils met zijn werk begon. Van daaruit verspreidde het sociaal- cultureel werk zich rond de eeuwwisseling onder meer naar Nederland, waar het vooral in de veenkoloniën ,,de kop opstak". Ook in Zierikzee was het in feite het Leger des Heils dat een eerste aanzet voor het sociaal-cultureel werk gaf. Nog voor 1953 werden in het onderkomen in de Poststraat naast kerkelijke samenkomsten ook jongerenclubs en bijeenkomsten voor ouderen gehouden. Dergelijke activiteiten ontwikkelden zich echter vooral na '53. Then veel dijkwerkers Schouwen- Duiveland weer hadden verlaten besloot het Leger des Heils om het gebouw door de week te gebruiken als jeugdcentrum. Van een echt beleid op dit punt was echter nog geen sprake. Het organiseren en coördineren van dergelijke activiteiten was een taak die de officieren naast hun pastorale werk. verrichtten. Zeker twintig jaar lang was De Lichtboei bovendien ook het adres waar scholieren tussen de middag hun boterhammetje konden oppeuzelen of een vrij tussenuur konden doorbrengen met het zien van een film of met een potje pingpong. Die buitenschoolse opvang heeft De Lichtboei de nodige bekendheid opgeleverd, want heel wat Schouwen-Duivelanders hebben daar in de loop der jaren hun middagpauze doorgebracht. Dat duurde tot de jaren tachtig, toen de scholen verplicht werden zelf voor een overblijf ruimte te zorgen en er voor De Lichtboei geen aanleiding meer was om de jeugd in vrije uren bezig te houden. Naast de opvang van scholieren uit het voortgezet onderwijs fungeerde De Lichtboei vanaf oktober '71 ook enkele jaren als onderkomen voor de peuters van de peuterspeelzaal. Onder leiding van juffrouw Cocki (Soesman) en twee andere leidsters konden de kleintjes in de benedenzaal met elkaar spelen, nadat hun moeder eerst in de gang bij legerofficier Knot hadden betaald. De toeloop was zo groot dat noodgedwongen besloten werd om de leeftijdsgrens te verhogen van twee naar tweëeneenhalf jaar en ook moesten deze „speelochtendjes" worden gerantsoeneerd: voor elke peuter maximaal twee ochtenden per week. Tekenen, pottenbakken, poppenmaken, koken, kleding maken, volksdansen, bloemschikken, karate, kinderclubs en al die andere sociaal-culturele activiteiten die door de jaren heen in De Lichtboei worden gegeven stellen het Leger des Heils voor een probleem. Is de organisatie en coördinatie van dit alles nog wel te behappen voor een een Leger-officier. Prager: „Naarmate het activiteitenpakket groeide werd het steeds moeilijker om én het kerkelijk werk én het sociaal-cultureel werk beide goed te laten functioneren. Daarom werd in 1981 gekozen voor een opzet waarin de officieren zich weer helemaal konden richten op het pastorale werk, terwijl het sociaal-cultureel werk door andere (beroeps)krachten uitgevoerd zou moeten worden.". Een opzet die ook door de subsidie-gever (de gemeente) werd voorgestaan. Die verbond aan de subsidie immers de eis dat voor het sociaal-cultureel werk beroepskrachten zouden worden aangesteld conform de CAO-voorwaarden. In die nieuwe opzet werd ook Rudy Prager benoemd; eerst als sociaal-cultureel werker en sinds 1991 als directeur sociaal-cultureel werk. Dat laatste is dan weer een gevolg van de splitsing van het Leger des Heils in een kerkgenootschap en een aantal specifieke stichtingen, zoals onder meer de Stichting Welzijns- en Gezondheidszorg van het Leger des Heils. Deze stichting is belast met de uitvoering van het maatschappelijk werk van het Leger. „Die splitsing heeft positief gewerkt voor de Lichtboei" is de ervaring van Prager. „Het sloot in ieder geval aan bij de behoefte aan een verdere professionalisering en bovendien maakte het een directer contact met andere hulpverleners mogelijk". Öie scheiding tussen het Leger des Heils als kerkgenootschap ^n het Leger des Heils als maatschappelijke organisatie is niet de enige verandering waarmee De Lichtboei in haar veertig jaar is geconfronteerd. Ook haar bezoekers zijn in de loop der jaren „een dagje ouder geworden". De laatste jaren zijn het vooral volwassenen die hun gezicht in De Lichtboei laten zien. Prager: „Rond 1980 was die verhouding ongeveer 70% jeugd en 30% volwassenen. In tien jaar tijd heeft die verhouding zich gewijzigd in ongeveer 70% volwassenen". Uniek is De Lichtboei daarin niet, want overal in den lande blijkt dat er een steeds grotere behoefte is aan activiteiten voor volwassenen, terwijl kinderen in tegenstelling tot vroeger meer animo hebben voor gerichte activiteiten en clubs, zoals bij voorbeeld een kookclub of een club als Tfechnika 10. „Kinderen hebben tegenwoordig moeite om zich te verbinden aan iets waarvan ze het einde niet zien, bovendien is het aanbod van activiteiten voor kinderen erg groot en is volgens Prager ook de invloed van televisie en video zeker niet te onderschatten". Die verschuiving is niet gepaard gegaan met een afnemende belangstelling. Integendeel zelfs: voor alle cursussen en ook voor het peuterspeelzaalwerk bestaat een wachtlijst. Het verruimen van de openingstijden van een van de twee peuterspeelzalen, door naast de vijf ochtenden ook nog eens twee middagen open te zijn heeft, zo blijkt uit de woorden van Prager, maar kort voor enige verlichting gezorgd. Op dit moment wordt de wachtlijst toch weer wat langer. Een wachtlijst was er ook voor de cursus tekenen voor verstandelijk gehandicapten. Een cursus van acht lessen, waarmee in de laatste Technika 10, een project bedoeld om de technische achterstand van meisjes weg te werken, is één van de vele cursussen die in De Lichtboei worden gegeven. (Archieffoto). maanden van '92 werd begonnen. De toeloop was zo groot dat er nog twee van deze cursussen zullen volgen. Iets dat mogelijk is omdat de gemeente Zierikzee hiervoor een subsidie heeft verstrekt. Dit naast de subsidie voor het peuterspeelzaalwerk (dit jaar wordt het peuterspeelzaalwerk voor het eerst voor honderd procent door de gemeente gesubsidieerd) en de gemeentelijke tegemoetkoming voor het sociaal-cultureel werk. Als een van de weinige gemeenten subsidieert Zierikzee dit voor driekwart, maar toezeggingen zijn inmiddels gedaan om dit in de toekomst eveneens op te trekken tot een volledige subsidiëring. Deze cursus tekenen voor verstandelijk gehandicapten is één van de activiteiten, die naast de reguliere cursussen speciaal worden georganiseerd voor groepen die maatschappelijk gezien maar al te vaak aan de zijlijn staan. Andere activiteiten in dat verband zijn bij voorbeeld de gespreksgroep voor ouders van drugsverslaafden. Daarnaast wordt gewerkt aan het opzetten van een leerproject van de Raad voor de Kinderbescherming voor minderjarigen die iets op hun kerfstok hebben. Dit komt erop neer dat jeugdige daders door middel van deze cursus worden geconfronteerd met datgene wat zij bij anderen (slachtoffers) teweegbrengen. Dit in de hoop een mentaliteitsverandering tot stand te brengen. Eigenlijk zouden de twaalf vaste medewerkers en het legertje vrijwilligers die De Lichtboei draaiende houden, best nog meer cursussen en activiteiten willen opzetten. Het probleem is echter dat De Lichtboei inmiddels uit zijn jasje barst en er ook een gebrek aan personeel is. „Twee parttimers erbij, één voor het vrouwenwerk en één voor het jongerenwerk zou zeker welkom zijn" schetst Prager de werksituatie. Wellicht dat met een eventuele verhuizing naar het nieuwe sociaal-cultureel centrum in Malta een deel van deze problemen kan worden opgelost. Zover is het echter nog niet. Het veertigjarig bestaan van De Lichtboei wordt herdacht in hetzelfde gebouw als waar het allemaal begonnen is. Die herdenking heeft overigens een bijzonder tintje. Omdat het begin van De Lichtboei als sociaal-cultureel centrum zo nauw verband houdt met de ramp van '53 en de nationale en internationale hulp die daarop volgde, zal ook deze herdenking in het teken staan van de hulpverlening. Dit keer niet als ontvangende partij maar als hulpgever. In aansluiting op het nog overwegend agrarische karakter van de streek dacht Prager in dit verband aan een actie voor het bijeenkrijgen van geld voor een tractor voor een of ander plattelandsproject. Daaraan bleek echter niet direct behoefte te bestaan maar wel aan een bestelauto die ingezet zou kunnen worden in het project van het Leger des Heils voor daklozen en andere verschoppelingen rond het station van Praag. Die groep outcasts wordt door het Armada Spasy regelmatig voorzien van brood, soep, kleding en dekens. Daarnaast heeft het Leger des Heils voor deze groep ook een dagcentrum ingericht. Voor die eerstelijnszorg is echter dringend behoefte aan een kleine transportauto of een bestelauto. Daarvoor wil Prager nu minimaal tienduizend gulden, maar liever meer inzamelen. Het begin is er inmiddels; door bij een twaalftal bedrijven langs te gaan heeft Prager nu reeds toezeggingen voor een bedrag van 4675,-. Daarvoor behoefde hij niet eens alle verbale registers open te trekken. Een vluchtige babbel, zoals tijdens de Nieuwjaarsreceptie van de gemeente Zierikzee leverde al tweehonderdvijftig gulden op. Er is echter nog veel meer geld nodig om met de nieuwe (of goede tweedehands) bestelbus richting Praag te rijden. Daarom ook zet Prager zijn „kruistocht" langs de Zierikzeese bedrijven nog een poosje voort. Als beloning voor hun gift krijgen bedrijven dan ook een (bescheiden) naamsvermelding op de bus, mits de gift meer dan vijfhonderd gulden bedraagt. Daarnaast zijn natuurlijk ook giften van particulieren, kerken en andere organisaties meer dan welkom bij Rudy Prager, want die bus, die moet er komen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1993 | | pagina 5