'We moeten er natuurlijk geen puinhoop van maken' Milieu-coördinator Ton Diepeveen: DINSDAG 29 DECEMBER 1992 OUDEJAARSBIJLAGE of valt met controle. Diepeveen: „Die controle is een zaak van de gemeente. Dat is tenslotte ook de instantie die de hinderwetvergunning afgeeft.". Ook hier is volgens Diepeveen rechtsgelijkheid van het grootste belang. „Ik kan me voorstellen dat het voor een bedrijf heel frustrerend is als men goedwillend is en investeert in milieubeleid terwijl men ziet dat een ander bedrijf dat niet doet. Het zou ook niet eerlijk zijn als dat toegelaten wordt. Een milieubeleid heeft alleen zin als die controle goed geregeld is". Een ander heel belangrijk onderdeel van het milieubeleid is^ volgens Diepeveen voorlichting. Niet alleen moeten bedrijven precies weten waar ze aan toe zijn maar ook moeten burgers weten op welke manier zij hun steentje bij kunnen dragen aan een schoner milieu. Diepeveen; „Per slot van rekening kost het milieu iedereen geld en ik ben er ook van overtuigd dat het merendeel van zowel particulieren als bedrijven daaraan mee wil werken". De (gemeentelijke)overheid kan volgens Diepeveen op het gebied van de voorlichting veel goed werk verrichten. „Een milieuklachtenlijn bijvoorbeeld, zoals die in sommige gemeenten bestaat, is een goed initiatief". Men moet, zo redeneert Diepeveen, niet alleen het voordeel voor het milieu willen zien maar ook het voordeel voor zichzelf. Het feit dat een concern als Mc. Donalds niet alleen haar hamburgers aanprijst maar ook reclame maakt met de manier waarop het bedrijf met het milieu omgaat ziet Diepeveen als een teken aan de wand. „Natuurlijk kost het bedrijven soms een hoop geld om hun bedrijf aan de milieu-eisen aan te passen. Maar op langere termijn halen ze er zelf ook voordeel uit". Kortzichtigheid of onwil wordt bestraft. Diepeveen; „Neem bijvoorbeeld het saneren van havenbodems. Dat is alleen zinvol als je maatregelen neemt om vervuiling in de toekomst te voorkomen. En je ziet ook steeds vaker dat bij grondverkoop grondonderzoek verplicht is". Als men toch de regels aan de laars lapt en het feit dat grond vervuild is later aan het licht komt, kost het veel meer om de bodem alsnog te saneren. En de vervuiler betaalt. Diepeveen constateert voorzichtig dat het besef dat er aan het milieu gewerkt moet worden in brede kring is doorgebroken. Als voorbeeld noemt Diepeveen het gescheiden inzamelen van huisvuil en het functioneren van de chemokar. „Het zou ook een goede zaak zijn als mensen werden gestimuleerd om zelf te composteren. Dat scheelt ook weer een stuk in het aanbod van afval". Hij tekent daar meteen bij aan dat het bij al deze zaken wel heel belangrijk is dat men mensen met raad en daad terzijde staat. Bij de invoering van de rolemmer kwamen veel mensen met vooral praktische vragen. Sommigen zagen zich al een loodzware rolemmer dwai*s door de kamer sjouwen, anderen vroegen zich af hoe ze die grote bak in vredesnaam vol moeten krijgen. Diepeveen; „Dat zijn heel praktische zaken waar vaak ook wel een oplossing voor gevonden kan worden. Dat soort praktische vragen moet je niet bagatelliseren, daar moet je heel serieus mee omgaan". Het milieu is meer dan de problematiek van rolemmer en het lozen van afvalwater. Zaken als mobiliteit spelen ook een belangrijke rol. Diepeveen ziet dan ook vol verwachting uit naar het mobiliteitsscenario van de gemeente Westerschouwen en hoe dat in de praktijk uitgewerkt zal worden. Hij tekent daar wel meteen bij aan dat het niet zo simpel is als het lijkt. Wil men mensen ertoe bewegen om de auto te laten staan dan zal daar iets tegenover moeten staan. Om een mobiliteitsplan zoals dat in Westerschouwen integraal toe te passen voor heel Schouwen-Duiveland moet nog veel gebeuren. Het openbaar vervoer zal verbeterd moeten worden, maar belangrijker nog is dat de mensen ervan doordrongen moeten zijn dat er aan het milieu gewerkt moet worden en dat iedereen daar aan mee moet-werken. En dat zal niet van de ene op de andere dag gebeuren. „Milieubewustzijn is een groeiproces", stelt Diepeveen. „Waar we nu mee bezig zijn is in feite puinruimen. We moeten nu een erfenis uit het verleden weg zien te werken en dat is geen geringe opgave". Dat regeringspartijen nu roepen wat milieu-activisten tien jaar geleden al riepen vindt Diepeveen niet verwonderlijk. „De generatie die nu het beleid maakt zat vaak vroeger in de milieubeweging' In dat milieubewustzijn past de mondige consument. Je kunt wel tegen mensen zeggen dat ze geen in plastic verpakte dingen moeten kopen, maar dan moet je er wel voor zorgen dat fabrikanten gedwongen worden naar andere wegen te zoeken. Als de consument daadwerkelijk de in plastic verpakte spullen negeert en kiest voor in papier of karton verpakte artikelen zal de fabrikant eieren voor zijn geld kiezen en alles op alles zetten om weer in het gevlij te komen bij de consument. Alles overziende ligt er voor Diepeveen nog heel wat werk te wachten. Zelf streeft hij ernaar om voor 1995 een goede vorm van eilandelij ke samenwerking op milieugebied te realiseren. De opmerking dat als hij zijn werk goed doet hij zijn eigen baan overbodig maakt, brengt een glimlach om de lippen. „Het houdt echt niet op bij 1995. Dan kunnen we echt nog niet achterover gaan leunen". gemeenten moeten ook bepaalde middelen tot hun beschikking krijgen om hen die de milieuregels overtreden op de vingers te kunnen tikken", aldus Diepeveen. Hij licht zijn stelling toe aan de hand van een concreet voorbeeld. „Stel, een bedrijf vraagt vergunning aan voor de afvoer van afval of het lozen van afvalwater. Er wordt dan een hinderwetvergunning verleend waarin de voorwaarden staan geformuleerd waaronder dat bedrijf afvalwater mag lozen en afval af mag voeren. Als het dan eenmaal draait wordt een controle uitgevoerd. Als een aantal zaken dan niet blijkt te kloppen wordt daar rapport van opgemaakt en worden de bedrijven aangeschreven. Ze krijgen dan een bepaalde termijn om hun zaakjes alsnog goed te regelen. Na afloop van die termijn volgt een als. Als daaruit blijkt dat het nog niet voor elkaar moet er echt ingegrepen worden, en dat is de verantwoordelijkheid van de gemeente", aldus Diepeveen. Op de vraag of men zich mag verschuilen achter onwetendheid antwoordt Diepeveen met een resoluut nee. Hij voegt daar wel meteen aan toe begrip te kunnen hebben voor mensen die zeggen dat de regels hen wat te ingewikkeld zijn en dat een aantal van hen door de bomen het bos niet meer ziet. „Het is ook allemaal nogal onoverzichtelijk. Dat komt omdat er steeds nieuwe wetten aan oude zijn toegevoegd. Men kreeg te maken met de luchtverontreiniging, hup een wet. Wat later kreeg je de bodemverontreiniging en daar was er weer een nieuwe wet. En zo is het steeds doorgegaan. Er wordt nu gewerkt aan een nieuwe wet waarin al die wetten en regels gebundeld zijn, en dat is hoog tijd", aldus Diepeveen. Een andere vaak gehoorde kreet is dat er veel te veel gepraat wordt en te weinig gedaan. Diepeveen; „En toch is het nodig dat er uitgebreid over gepraat wordt. Je kunt wel snel van start willen gaan met milieubeleid, maar als de basis niet goed is gaat dat op termijn toch weer ten koste van het milieu". Dat de gemeente Westerschouwen al volop bezig is haar milieubeleid uit te stippelen ziet Diepeveen niet als verkeerd. „Alle gemeenten zijn al druk bezig met het opstellen van een milieuwerkplan, maar Westerschouwen is met haar milieubeleidsplan al een stapje verder. De andere gemeenten kunnen dan weer profiteren van het werk dat nu door Westerschouwen verzet wordt. Niet iedereen hoeft het wiel opnieuw uit te gaan vinden". Een goed milieubeleid staat KERKWERVE - Hij zegt van zichzelf dat hij geen idealist is, maar zich wel verbonden voelt met het milieu. Hij staat voor de taak om voor wat betreft het milieubeleid op Schouwen-Duiveland de neuzen dezelfde kant op te krijgen. En één van de belangrijkste zaken is voor hem dat er op het gebied geen rechtsongelijkheid bestaat. ,,Het mag niet zo zijn dat een bedrijf in de ene gemeente iets wel mag en daar in een andere gemeente voor beboet zou worden. We moeten er natuurlijk geen puinhoop van maken", aldus milieu-coördinator Ton Diepeveen. Zijn uitvalsbasis is het kantoor van de Reinigingsdienst Schouwen- Duiveland. „Maar in feite ben ik in dienst bij de gezamenlijke gemeenten van Schouwen-Duiveland", aldus Diepeveen. Hij is afkomstig uit Veenendaal. Na zijn opleiding tot politieman kwam hij in 1977 in Borssele te werken. Tbt eind 1982 deed hij uniformdienst, daarna ging hij voor de recherche werken. „Eigenlijk deed ik bij de recherche alles wat me voor de voeten kwam, maar ik ben wel veel met onderzoek naar milieu delicten bezig geweest", aldus Diepeveen. hij maakte tijd vrij om aan de Erasmus- universiteit in Rotterdam een studie rechten te doen en daarnaast volgde hij verschillende cursussen in milieukunde. Toen hij de advertentie waarin de funktie van milieu-coördinator op Schouwen-Duiveland werd aangeboden zag, aarzelde hij niet lang. „Nee, niet uit puur idealisme", zegt Diepeveen. „Maar ik voel wel verbondenheid met het milieu". Hij stelt dat de zorg voor het milieu,' zoals die zich nu aan het ontwikkelen is, eigenlijk nog maar in de kinderschoenen staat. Als rechercheur kreeg hij vaak te maken met ernstige en minder ernstige milieu delicten. „En soms weet je gewoon dat er iets niet goed zit. Dat voel je dan op je klompen aan, maar je kunt je verdenkingen soms niet hard maken". Anno 1992 ,komt het volgens hem'nog maar al te vaak voor dat de milieu-regels per gemeente, soms op details, verschillen. Dat schept een zekere rechtsongelijkheid. Gevolg daarvan kan weer zijn dat men de regels aan de laars lapt onder het motto 'Waarom wordt ik wel gepakt en m'n buurman niet'. Die ongelijkheid is een doorn in het oog van Diepeveen. „Er moet gewoon een goede afstemming komen in het milieubeleid van de verschillende gemeenten. Bedrijven moeten niet alleen strafrechtelijk aangepakt kunnen worden maar

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1992 | | pagina 35