Een hartenbrief Welk speelgoed geven wij tegenwoordig? i! 'Kinderspelen' van Pieter Breughel Meesterkoekenbakker moest zelf koekplanken snijden NIEUWSBODE EXTRA WOENSDAG 18 NOVEMBER 1992 HET hart is altijd een romantisch symbool geweest. In de liefde maar ook In de vrlendschap.Vroe- ger werden vaak 'hartenbrieven' geknipt, waarin liefdesverklarin gen, maar ook gelukwensen wer den geschreven of geknipt. Knip voor uw beste vrienden zo'n har- tenbrief, waarin u uw Sint Nlco- laasgedicht kunt schrijven. Het voorbeeld kunt u net zo groot maken als u zelf wilt. Maar ook klein, bijvoorbeeld om op uw pak jes te plakken om alleen de naam erin te schrijven. Gebruik uw el- gen creativiteit en verzin andere versiersels om de harten heen, dan wordt het echt Iets van uzelf. Papier en schaar WAT u nodig heeft om deze surprise te maken is papier en een schaartje van goede kwaliteit en een beetje geduld. Het meest geschikt is een klein schaar tje, met een puntje dat ook goed knipt. U kunt het zogenaamde sitspapier ge bruiken of ander papier dat aan beide kanten dezelfde kleur heeft en niet dikker is dan papier uit schoolschriften. Om te oefenen kunt u allerlei soorten papier gebruiken. Heel handig zijn de vouwblaadjes die de kindelen op school gebruiken. Werkwijze VOUW uw blaadjes 3 keer zodat u 8 kantjes krijgt. Vouw zorgvuldig, zodat de punten van het papier goed op elkaar komen. Teken het 1/8 deel van de hartenbrief met een zacht potlood op deze punt. Houd de dichte kant van het gevouwen papier rechts en de punt naar beneden. Knip de omtrek van de tekening uit. Zorg dat alle delen aan elkaar blijven. De delen die aan elkaar moeten blijven zijn met een stippellijn aangegeven. Draai het papier van bo ven naar beneden zodat de schaar altijd in dezelfde richting blijft knippen. Teken en knip er gerust wat versiersels bij en blijf proberen. Bij het openslaan van het vouwwerk zult u misschien niet meteen het verwachte knipwerk zien, maar blijf oefenen. Want dan heeft u snel wel het gewenste resultaat. Plak de hartenbrief. als u wit papier heeft gebruikt, op een zwarte onder grond. Neem als u andere kleuren kiest altijd contrastkleuren. Zoals geel op bruin of groen. Zwart op lichtgroen, wit op rood of blauw. Dan spreekt uw knipwerk het meest. Vrijer» ERG grappig en gemakkelijk te knippen is het vrijerspaartje. Vouw het papier dubbel, of meer keren, dan krijgt u ook meer poppetjes. Begin te knippen vanaf de vouwlijn. De armpjes moeten hele maal tot aan de andere kant worden doorgeknipt. Als u het papier weer openvouwt ziet u dat de poppetjes met de armpjes aan elkaar verbonden zijn. Schortjes en knopen enz. knipt u vanuit de vouwlijn. Vouw voor het knippen van de ogen het hoofd een keer horizontaal. TOCH is bij de mens precies als bij de dieren. Tijdens het spelen wordt ge oefend voor het nuttige werk voor later. Een opgroeiend kind streeft naar steeds moeilijker dingen te presteren en te doen wat oudere kinderen en volwassenen doen. Daarom is een goede keus wat speelgoed betreft erg belangrijk. Tegenwoordig worden kinderen op verjaardagen, kerstmis, maar vooral met St. Nicolaas bedol ven onder een ware lading van de mooiste voorwerpen die er allemaal op gericht zijn het kind te vermaken en op te voeden. Toch zegt iedere kin derpsycholoog dat eenvoudig kinder speelgoed het beste voor het kind is, omdat dat zijn/haar kinderfantasieën het beste bevredigt. Het is tevens ge bleken dat kinderen het langst spelen met eenvoudig, eerlijk speelgoed, zo als bijvoorbeeld een blokkendoos, een mecanodoos, legoblokjes, moza'ik, kralen, verf, klei. Ook kleurpotloden en krijt doen het altijd goed. Het gaat erom dat het kind soms met veel moeite de prachtigste dingen kan to veren. een kinderhand is geen gemakkelijke taak. Wanneer volwassenen zich ér niet aan bezondigen het kind als vol wassenen in zakformaat voor te stel len. Er zijn ook volwassenen die aan hun kinderen juist dat speelgoed geven, dat zij zélf zo graag hadden willen hebben. Dat is onverstandig want misschien heeft uw kind heel andere ideeën; informeer daarom eens voorzichtig of hij of zij wel prijs stelt op dat voor u nog altijd veelbe geerde. Te mooi en kostbaar speelgoed is dik wijls een bron van ruzie, als het. stuk gaat wordt het kind verweten, dat het zulk prachtig speelgoed niet eens weet te waarderen en als het kind toevallig niet juichend rondspringt, wordt het hem of haar ook al kwalijk genomen. Bedenk wel, hoe duurder de dingen, des te teleurstellender het bezit. KNUFFELDIEREN KNUFFELDIEREN en lappenpoppen die de natuurlijke driften tot liefkozen, beschermen en zelfs plagen bevredi gen. Aan deze knuffeldieren worden alle kleine vreugden en teleurstel lingen verteld. IN zijn boek 'Baby en Kleuterverzorging' zegt de beroemde opvoeder en kinderpsycholoog dr. Benjamin Spock: 'Spelen is een ernstige zaak'. Dit is een heel belangrijke uitspraak, want al spelende groeien we allen op tot mensen. Als een kind niet speelt is dit een reden tot ongerust heid, want ieder normaal kind heeft een sterk ingschapen drang tot bezigheden, die volwassenen samenvatten onder het begrip 'spel'. We zijn kortzichtig omdat de meesten van ons in hun eigen jeugd heb ben geleerd, dat je spelen voor je plezier doet en dat je daarnaast diverse plichten moet vervullen. Was het niet vader Cats die zei: 'Men schame zich niet te spelen, maar wel het blijven spelen.' Een oernederlands begrip dus. Het op verantwoorde wijze vullen van EENVOUD IS BELANGRIJK TOTDAT de moloch van het verkeer het ludieke kind van de straat veegde. Barse politieagenten traden op tegenvoetbal- lende jongens. Zij brachten immers met hun spel het verkeer in gevaar! De parken, waar het groene gras en de zachte grond uitnodigend wenkten om het kind zijn eigen spel te laten spelen, werden verboden speelterrein. Het gras mocht niet platgetrapt worden! De eeuw van het kind, zo wordt onze atoomeeuw wel genoemd. Maar nim mer is er zoveel verboden geweest als thans. Nooit is het spelende kind zo aan banden gelegd. Met groot heimwee kan men kijken naar Pieter Breughel's schil derij, waarop de kinderen nog onbe kommerd spelen met een overgave, die hartveroverend is. Want waar zijn ze gebleven, de hoepels, de tollen, de knikkers en de bikkels? Waar is de jongen, die met harde slag een ijzeren wiel voortdrijft over de hob belige straatkeien? Het muzikale geluid van het ijzer op steen - het rinkelende geluid - werd overstemd door het loeien van het voortrazende verkeer. De tol, voortgezweept door de jongen of het meisje, is ook al verdwenen. En toch: 'Getijden en seizoenen moeten blijven rondtollen. Alles wat leven geeft, moet blijven doorgaan, de tol moét draaien, liefst op het blauwe bazalt van de stoepen, de grijze zerken van een kerk of kerkhof - door alle eeuwen heen geliefkoosde speelplaatsen van het jon getje met de tol. ZO Sinterklaas een kijkje zou kunnen nemen op de openbare straat van nu, dan zou hij tot de verdrietige conclusie komen dat deze de weldadige functie van speelplaats heeft verloren. De spe lende kinderen zijn hun natuurlijke do mein kwijt geraakt. Aan taaie kindertra dities is een halt toegeroepn. Ze weten wel wat een rood of groen verkeerslicht is, maar wat een 'bikkeltje' is of wat een echte 'onix-se' is, weet geen kind meer. Wanneer we aan een kind vragen om het verschil tussen een priktol of zweep- tol uit te leggen, ontmoet men alleen maar een vragende blik of een niet begrijpend schouderophalen. Het bikkelspel, waarmee bij voorkeur de meisjes zich wel bezig hielden op de blauwe stoep voor het huis, is vergeten. Bijgezet in het graf van de historie. Ook de 'rincklende hoep', die een maal door Vondel's dochtertje Saartje door de Amsterdamse Warmoesstraat werd gedreven, is van het straattoneel ver dreven, Hetzelfde geldt voorde diabolo, waarmee vooral de meisjes met grote vaardigheid konden spelen. Stelten zijn zeldzaamheden geworden. En overeen stijgerend stokpaardje lacht de jeugd van vandaag, opgegroeid als zij is met knetterende bromfietsen. De onge schreven wetten van het kinderspel zijn vervangen door moeilijke juridische volzinnen van verbodsbepalingen. Waar kan het kind nog spelen? Vroeger ENKELE tientallen jaren geleden werd in een groot geïllustreerd blad een arti kel geschreven, verlucht met veel foto's, over het kinderspel, zoals dat nog in de dertiger jaren werd bedreven. Zou Sin terklaas dat nu lezen, zijn baardige wangen zouden nat van tranen worden. Tranen van heimwee naar een tijd dat de straat voor het spelende kind een eindeloos feest was van huppen en springen. Naar tollen en knikkeren, vliegeren en touwtje springen, hin kelen. Dat is alles nog volop populair. Daarvan bestaan trouwens ongeschre ven wetten, welke van generatie op generatie worden overgedragen. Alles heeft zijn vaste tijd en vooral bij het in- en uitgaan van de scholen kan men dat heel goed volgen. Opeens ziet men alle jongens knikkeren of tollen. Na een week zweert ieder weer bij het bokspringen Een kalender wordt niet geraadpleegd; het is een instinktieve traditie, waarvan Huygens reedszei: 'En sonder Almanach en is 't haer noyt ontschoten'. Kijken naar kinderen die met hun spel bezig zijn, is je verbazen. Is je verwon deren. Om de ernst waarmee ze te werk gaan Om de overgave waarmee ze zich inzetten en om het gemak waarmee een doodgewone stoel wordt omgetoverd tot een trein, troon of winkel. Kijken naar kinderen is ontdekken dat alles wat ze spelen en tot speeltuig maken een verkleinde weergave is van wat hen straks in zijn werkelijke afme tingen zal omringen. 'Spelen is leren', zo zegt het spreekwoord. Sinterklaas en Pieter Breughel hebben dat dóór gehad. De eerste doet het tel- kenjare weer blijken. Breughel heeft met zijn schilderij 'Kinderspelen' dat onsterfelijke werk geschapen, dat een droom is voor elke kleine jongen of klein meisje op een torenhoge woonflat. Een kinderdroom. Want dat is het toch wel voor het kind, wanneer het met minstens tweehonderd andere kinde ren kan spelen in een straatdecor van hobbelige keien, blauwe plavuizen, on gelijke stoepjes, nauwe gangetjes, klei ne hekjes, smalle poortjes, hoge en lage trapjes, palen om in te klimmen, bomen om achter te verschuilen en wat water om in te kledderen. En op de achter grond kijkt maar één volwassene toe bij dit droomfeest van meer dan tachtig spelletjes tegelijk. PIETER BREUGHEL kon alleen uit kinderliefde tot het grote schilderij gekomen zijn, dat nu in het Kunsthistorisch Museum van Wenen een ereplaats inneemt. Kinderspelen heet het. En welke tijd is beter geschikt om over het kinderspel te peinzen dan juist in deze Sinterklaastijd? Generaties lang zijn kinderspelen gebleven wat ze in de tijd van Pieter Breughel al waren. De met de hand gevormde kleiballetjes maakten dan wel plaats voor glazen stuiters met de meest bizarre kleuren, de opgeblazen varkensblaas evolueerde tot een echte leren bal en het ruw gedraaide springtouw werd een ijzersterk nylonkoord. In leile veran derde er bijna vier eeuwen niets dan de kleding van het spelende kind. IN vroeger jaren leefde de symboliek volop in ons volksleven en daar van werd door de ambachtsman dankbaar gebruik gemaakt om zijn kunstzinnige capaciteiten uit te leven. Het is trouwens een feit, dat in vervlogen eeuwen er meer kunstzin, originaliteit en persoonlijk creatief vermogen van de ambachtsman werd gevraagd dan tegenwoordig. Dat zien we duidelijk geïllustreerd in het beroep koekenbakker. In onze tijd is daar bijzonder veel fabriekswerk bij en slechts nog bieren daar handwerk, doch vroeger was het alles vakmanschap. In de drukke tijd voor het Sint-Nicolaasfeest werkte de koekenbakker bijna dag en nacht om er voor te zorgen dat hij een behoorlijke voorraad had voor zijn klanten. Vooral waar het ging om het vervaardigen van de speculaas- en taaipoppen kon hij zich danig uitleven in zijn kunstzinnige neigingen. Jacoba van Beieren met een valk op de hand. Koning Willem I. ER waren namelijk koekenbakkersgil den, die het eigenhandig snijden van een fraaie koexpianx ais exameneis stelden voor het behalen van oe mees tertitel. Uit die oude tijd bekende koek planken bewijzen ons duidelijk, tot welk een opmerkelijke artistieke prestaties de leden van het koekenbakkersgilde in staat waren. Er zijn bijzonder fraaie exemplaren onder, waarbij het opvalt welk een buitengewone aandacht er aan het detail werd geschonken. We zien bijvoorbeeld een geschied kundige uitbeelding, zoals Jacoba van Beieren met een valk op de hand Een dergelijke pop werd in weerwil van het feit. dat zij een vrouw voorstelde toch aan een meisje gegeven en wel in ver band met de symbolische betekenis die aan de valk werd verleend, want de valk maakte voor haar jacht op een minnaar. kele eeuwen geleden. Reeds vóór onze jaartelling kenden de Friezen reeds de ze vormen. Alleen werd er geen specu laas of taai in gedaan maar gewoon deeg en zo ontstonden fraai gevormde broden, veelal in de vorm van dieren, die bedoeld waren als offerbroden en die de werkelijke dierenoffers moesten vervangen. Men sneed hiertoe de af beelding van dergelijke dieren bijvoor beeld een schaap, een os, enzovoort in het hout en zo ontstond een soort giet vorm, waarin het deeg gedrukt kon worden. Na het bakken bleef de vorm gehandhaafd. Uiteraard zijn vrijwel alle houten vormen in de loop der jaren ver loren gegaan, maar enkele bleven be houden en van vele anderen weten we uit oude geschriften hoe zij er uit zagen. Reeds in de veertiende eeuw was het in veel kloosters gewoonte elkaar honing koeken te geven. Ook deze koeken werden door middel van kunstig be werkte koekplanken in fraaie vormen gebakken. En na de honingkoeken, kwamen speculaas en taai-taai. De lopende band DE oude betekenis van offerkoek ver dween langzaam maar zeker en de dier figuren veranderden veelal in mense lijke afbeeldingen. De pop werd een symbolisch schertsartikel, waarvan men vroeger een dankbaar gebruik maakte tijdens het Sint-Nicolaasfeest om elkaar er tussen te nemen. Met de ontwikkeling van de moderne tijd veranderde het handwerk in fa briekswerk. de symboliek ging groten deels verloren en nu koopt men vaak zonder op de vorm te letten een zakje van tien volkomen gelijke, niets zeg gende taaipoppen om op die manier tien personen een taailekkernij te ge ven, ongeacht of het jongens, meisjes of oudere mensen zijn. Het is jammer, al leeft het aloude sinter klaasfeest nog volop onder ons volk, er Hs toqh wel iets van de fijne trekjes verlo ren gegaan. De bakker snijdt zijn eigen koekplank niet meer en de klant eet zonder te kijken. Was de pop van mannelijke vorm, dan stelde deze kleine plaaggift haar toe komstige vrijer voor. Ook werden wel dierehfipuren gegeven, zoals bijvoor beeld eerivos. die in dit geval het sym bool was van de wijsheid, de slimheid. Ook schroomde men vroeger niet om historische voorstellingen in speculaas te vereeuwigen' wanneer men vervuld van het een of ander, daaraan artistiek uitdrukking wenste te geven. Zo zien we bijvoorbeeld een oude koekplank die koning Willem I uitoeeidt en we zien er een met een luchtballon er in gesne den. Zeer kunstzinnige uitbeeldingen, doch die zijn geïnspireerd op de be langrijke gebeurtenissen in die tijd. Al vóóor Christus OVERIGENS dateren dit soort koeken alsmede hun koekplanken niet van en-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1992 | | pagina 21