'Ik verzamel voor mezelf, maar ook voor de gemeenschap' Joop Deurloo: amateurarcheoloogverzamelaar en organisator VRIJDAG 9 OKTOBER 1992 NR 25236 5 BURGH-HAAMSTEDE - 'Breng het maar naar Joop Deurloo, dan komt het wel goed'. Iedereen, dié wat langer in de Westhoek van Schouwen- Duiveland woont, kent de 51-jarige Burgh- Haamstedenaar met zijn grote interesse voor de historie. Foto's, ansichtkaarten, klederdrachtkostuums, oud schoolmateriaal, werktuigen en speelgoed van vroeger wordt regelmatig bij hem afgegeven, in de wetenschap dat het op die manier bewaard zal blijven voor de toekomst. „Vorige week kwam men nog aan de deur met een notulenboek van de schaatsvereniging uit 1890. Dat heb ik naar het Streekarchivariaat in Zierikzee gebracht. De drempel om dat zelf te doen is voor zo'n vereniging net iets te groot. Ik fungeer dan als een soort tussenstation waar men wel naar toe stapt. Ik ben best een beetje trots op die naamsbekendheid, op het vertrouwen van het publiek dat waardevolle oude spullen goed terecht kom'en als ze bij mij worden gebracht". FOTO'S JOOP VAN HOUDT TEKST MARIJKE VAEL Als service-monteur van scheepsmotoren en later als machinist bij baggerwerken zwierf Joop Deurloo gedurende zijn leven al over de hele wereld. Maar zijn wortels liggen hecht verankerd in zijn geboortestreek, de Westhoek van Schouwen-Duiveland. Daar is hij als amateur- archeoloog regelmatig te vinden in het strand- en duingebied of de polders, op zoek naar bodemschatten. ,,Ik heb een soort juttersbloed. Af en toe krijg ik het gevoel: Nu moet ik naar het strand want dan vind ik wat. Dat klopt ook altijd". Wanneer een stuk landbouwgrond in het gebied van de Karolingische Burcht pas is gerooid en het heeft daarna flink geregend, is Joop Deurloo daar te vinden en ook wanneer ergens wordt gegraven voor een fundering is hij op de bouwplaats aanwezig. ,,Er zijn altijd wel oude scherven of andere voorwerpen te vinden en ik maak foto's die ik bewaar in een eigen archief. Duplicaten daarvan gaan naar het streekarchief". Joop Deurloo werd in 1941 in het dorp Westenschouwen geboren als zoon van een timmerman. Hij had nog twee zusjes waarmee hij dagelijks vijf kilometer fietste naar de lagere school in Burgh; De Burghse Schoole, die mede door zijn inspanningen dit jaar werd ingericht als museum. De schoolklas, waarin Joop Deurloo zijn eerste drie schooljaren doorbracht, werd daarbij weer in ere hersteld. ,,Ik heb dagenlang op mijn knieën op de grond gelegen om verschillende lagen verf van de vloer te krabben tot de originele planken vloer weer tevoorschijn kwam. Op de planken kon je nog precies zien waar vroeger de rijen schoolbanken stonden". Toch was Joop Deurloo geen kind dat met plezier in de klas zat. ,,Ik voelde me altijd opgesloten in dat lokaal. Ik zat vaak dromerig naar buiten te kijken want daar wilde ik naar toe". Buiten gebeurden de spannende dingen. Daar werden de leerlingen die langs liepen om naar de Christelijke School in' Haamstede te gaan door Joop Deurloo en zijn klasgenoten opgewacht en uitgedaagd. ,,Dan werd er gevochten en met stenen gegooid. Soms waren zij in de meerderheid en dan dolven wij weer het onderspit. Ik herinner me dat ze ons eens hebben teruggedrongen tot bij het gemeentehuis nabij de Ring van Burgh. Tben kwam de gemeentesecretaris naar buiten om te zeggen dat we moesten ophouden met vechten. Dat hielp, want voor zo'n man had je ontzag. Zo ging het vroeger, er was een grote rivaliteit tussen de dorpen onderling. Maar het zat niet echt diep hoor, een dag later voetbalde je weer met elkaar". Uit zijn lagere schooltijd ontstond ook de gewoonte van Joop Deurloo om oude spullen te verzamelen. ,,Na de oorlog, in het begin van de vijftiger jaren gingen wij na school met een groepje naar het strand en de duinen om oud ijzer en stukken spoorbiels te verzamelen. Dat waren resten van de aanvoerroute waarmee de Duitsers per trein spullen aanvoerden voor de bouw van bunkers op het strand en in de duinen. Wij verkochten het voor een paar cent aan de lorreboer". Tijdens die zoektochten op het strand en in de duinen vond Joop Deurloo voor het eerst oude scherven; oren en handvaten van kookpotten van de mensen die enkele eeuwen geleden aan het strand woonden. Zijn eerste, echt bijzonder vondst was een nog gave pot die uit ongeveer 1400 bleek te dateren. „Daar kwam ik achter omdat ik met die spullen naar de heer M. C. Koster in Burgh ging. Hij was correspondent voor de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) en wist er heel veel van af. Hij vertelde mij hele verhalen over de spullen die ik vond en die door anderen in Westerschouwen waren gevonden. En als hij zelf iets niet wist haalde hij er een provinciaal archeoloog bij". De belangstelling voor archeologie eh dan speciaal voor de geschiedenis van Westerschouwen was bij Joop Deurloo gewekt en zou nooit meer over gaan. ,,Als ik er niet actief mee bezig was, was het sluimerend aanwezig. Ik heb in mijn jeugd perioden gehad dat ik vooral met voetbal bezig was en hardlopen. En hard lopen achter de meiden aan. Maar de speurtochten naar overblijfselen van vroeger kwamen altijd terug". Vooral in de winter, als de wind langere tijd uit het oosten heeft gewaaid, is Joop Deurloo op het strand te vinden. „Wanneer er niet pas zand is opgespoten vanwege 'een zandsuppletie, is het strand zo schraal dat de veenlagen die er onder liggen boven komen". Joop Deurloo vindt daarin de sporen van mensen die vele eeuwen geleden op het strand woonden. Resten van tonneputten; drie tonnen zonder bodem die op elkaar gestapeld in de grond werden gegraven om te worden gebruikt als waterput. „Helemaal onderin werd een bodem van potscherven gelegd om het grondwater dat opwelde te filteren. Ik fotografeer de resten die van zo'n tonneput zijn overgebleven. Vaak vind ik ook scherven of soms hele potten of kannen die in de put zijn gevallen. Ik heb ook eens het skelet van een hond gevonden. Wanneer een waterput droog kwam te staan werd hij gebruikt als afvalput". Al die informatie zocht Joop Deurloo op in archeologische naslagwerken. „Elk voorwerp dat ik vind wekt mijn nieuwsgierigheid op. Ik probeer precies te achterhalen uit welke tijd het komt en waarvoor het werd gebruikt". Zo ontstond in de loop van de jaren op Joop Deurloo zijn zolder een klein museum van archeologische vondsten uit de Westhoek. „Buiten dat gebied zoek ik niet, dat is voor de mensen die daar wonen". Het gaat om vele scherven en potten, benen, siervoorwerpen en haarkammen die werden gebruikt in de Romeinse tijd en vuurstenen voorwerpen die uit de late steentijd dateren. Tot zijn meest bijzondere vondsten rekent de Burgh- Haamstedenaar het ondergebit van een paard, dat in de Middeleeuwen werd gebruikt als slee voor een klein kind. „Dat is onder meer afgebeeld op de schilderijen van Pieter Breughel". En een transversale pijlpunt, gemaakt van vuursteen, die in de late steentijd werd gebruikt als wapen bij de jacht. Al zijn vondsten meldt Joop Deurloo bij de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek. „Het wordt daar allemaal geregistreerd. Ik heb hier in huis een soort alternatief depot van het ROB. Als men een van de voorwerpen die ik heb gevonden wil gebruiken voor een tentoonstelling krijg ik een telefoontje". Aanvankelijk waren het alleen vrienden en kennissen die het mini-museum op Joop Deurloo zijn zolder onder ogen kregen. „Maar op den duur werd het zo'n grote verzameling dat ik er wat mee wilde". Zijn oog viel op de Burghse Schoole. Het oude schoolgebouw waar hij vroeger in de klas zat bij juffrouw Hartog en meester De Ruiter. „Het gebouw stond al bijna zes jaar leeg, het verpauperde. Het leek mij een ■fantastisch idee om er mijn archeologische vondsten tentoon te stellen en een schoollokaal weer helemaal authentiek in te richten zoals het er in het dorpsschooltje van 1845 uit zag. Zulke dingen zijn karakteristiek voor Westerschouwen' Als bestuurslid van de Stichting Westerschouwen Kultureel nam Joop Deurloo zitting in een commissie die een nieuwe bestemming voor het gebouw uitwerkte. In januari van dit jaar werden de eerste ideeën op papier gezet en aan het begin van de zomer werd de Burghse Schoole als museum in gebruik genomen. „Sinds het museum is geopend, komen mensen van alle kanten oude spullen aanbrengen. Een mevrouw uit Geldrop kwam met een leesplankje en een bijbehorend doosje met lettertjes dat afkomstig was uit een katholieke school. Mensen uit Canada en Nieuw- Zeeland die hier oorspronkelijk vandaan kwamen brachten tijdens hun vakantie oude Zeeuwse klederdrachtspullen, poezië- albums en speelgoed. Men heeft het idee dat die spullen hier in het museum een goede bestemming krijgen". Joop Deurloo is heel blij dat De Burghse Schoole die indruk maakt op de mensen. „Ik weet dat hier op Burgh mensen wonen die ook nog veel hebben op klederdrachtgebied. Wanneer ze het idee hebben dat het via het museum goed beschermd wordt bewaard, geven ze het eerder weg". Dat is volgens Joop Deurloo heel belangrijk omdat hij van mening is dat het eigen cultuurgoed het b.este in de gemeente Westerschouwen bewaard kan blijven. „Wanneer allerlei oude spullen naar elders verdwijnen of in de container worden gegooid is er over dertig jaar niets meer over van dat spul". Hij was er dan ook als de kippen bij toen tijdens een rommelmarkt in Burgh een oude platte buiskachel uit de eigen omgeving per opbod werd verkocht. „Wat die Duitsers ook boden, ik ging er boven". Behalve op de artikelen zelf is Joop Deurloo ook heel gespitst op de kennis die oudere mensen nog hebben van vroeger. „Wanneer ik van iemand weer oud fotomateriaal of ansichtkaarten heb gekregen ga ik daarmee naar het klapbankje op de Ring in Burgh. Daar zitten de oudere mensen die vaak nog weten wie op die foto of ansichtkaart staan. Zo had ik laatst een oude foto van een bakkersgezelschap. Die heb ik aan hun gegeven met een pen en papier en een dag later kreeg ik precies te horen wie er op stonden". Van dat fotomateriaal en ansichtkaarten, maar ook van krante- en tijdschriftartikelen die met de historie van Westerschouwen te maken hebben, legt Joop Deurloo hele mappen aan. Ik verzamel alles wat met historie te maken heeft, voor mezelf maar ook voor de gemeenschap. Daarbij selecteert Joop Deurloo de spullen die hij binnen krijgt zorgvuldig. Ze krijgen een plaatsje in de Burghse Schoole, ze gaan naar het Streekarchief of ze worden door hemzelf bewaard in een van zijn mappen of op zijn museumzolder. Hij hoopt dat de gemeente Westerschouwen in de toekomst bereid zal zijn om het woonhuis, dat rechts naast de Burghse Schoole staat, aan te kopen wanneer dat leeg komt. „Dat zou prachtig zijn om een oudheidskamer van te maken: een huis ingericht zoals het vroeger was, zodat het tijdsbeeld van vroeger op de originele wijze bewaard blijft. Ik ben er nu al spullen voor aan het verzamelen. Ik heb die plattebuiskachel, een wasbord en een petroleumstel. Ik weet wel dat je zulke dingen ook ziet in het Openluchtmuseum in Arnhem, maar het is juist belangrijk om hier in de eigen omgeving een beeld te geven van Westerschouwen zoals het vroeger was. Zodat de mensen kunnen zien hoe het was en hoe het is geworden. Van een heel armoedige toestand waarbij onze voorouders moesten ploeteren om hun gezinnen groot te brengen tot de welvarende recreatiegemeente die Westerschouwen nu is". H

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1992 | | pagina 5