Ted Volkeri: portret van een vliegtuigbouwer en aviateur .Toen zaten we boven Middelburg zonder olie... MAANDAG 31 AUGUSTUS 1992 NR 25213 5 ZIERIKZEE - Of het nu echt waar is dat Ikaros met zelfgemaakte vleugels zo hoog kon vliegen dat de was van zijn vleugels door het zonlicht smolt en hij in uiteindelijk in zee tuimelde, v^t te betwijfelen. Wat wel vaststaat is dat de mens sinds mensenheugenis de wens heeft gekoesterd om te (kunnen) vliegen. Wat dat betreft is de stevige liefde van Th. J. (Ted) Volkeri uit Zierikzee voor de vliegerij dus niets bijzonders. Als kind al was hij menig uurtje zoet met het maken van modelvliegtuigjes en nu als volwassene is hij niet alleen gebrevetteerd privé-vlieger maar ook bouwer van een eigen vliegtuig, een Kitfox MK 4. Een portret van een gepassioneerd aviateur en vliegtuigbouwer. FOTO'S: Marijke Folkertsma TEKST Rosalien Korstanje Dat vliegen zat er bij Volkeri al jong in. Als kind al was hij uren zoet met het maken en laten vliegen van plastic en later ook houten modelvliegtuigjes, die met een touwtje de lucht in werden getrokken en dan op eigen kracht een stukje verder vlogen. Urenlang draafde de jonge Volkeri dan op het vliegveld Haamstede heen en weer met zijn vliegtuigjes. Vaak ook bracht hij zijn vrije tijd daar op het vliegveld door met het kijken naar het oplieren en rondcirkelen van de zweefvliegtuigen. Voor hem als jonge jongen was er dan ook maar één beroep denkbaar, dat van piloot. Die droom werd echter wreed verstoord toen hij als dertien- /veertienjarige „aan de bril" moest. In die tijd betekende dat onherroepelijk een dikke streep door alle ambities om een bestaan in de vliegerij op te bouwen. Brildragers werden door de Rijksluchtvaartschool immers niet toegelaten tot de opleiding. Hoewel het voor de jonge Volkeri zonder meer een teleurstelling moet zijn geweest, ging hij er niet zo zwaar onder gebukt. „Nu echter gaat dit toch wat meer spelen en als ik ooit de mogelijkheid zou krijgen om een opleiding tot piloot te volgen en daarbij ook verzekerd zou zijn van een baan, nou dan zou ik het zo net niet weten...' erkent Volkeri, die inmiddels samen met zijn echtgenote Rosemarie al weer jarenlang een groothandel en een winkel voor kantoorbenodigdheden en - meubilair in Zierikzee heeft. De liefde voor de vliegerij heeft bij Volkeri echter zo stevig wortel geschoten dat die ondanks alle zakelijke beslommeringen onverminderd voortduurde. Dat uitte zich onder meer in het bouwen van modelvliegtuigen. Een hobby die Volkeri op drieëntwintigjarige leeftijd weer oppikte. Alleen waren dat niet langer vliegtuigjes die met een touwtje de lucht in gingen maar radiografisch bestuurde vliegmachines. De stap naar het zelf besturen van een sportvliegtuig volgde in november '82. Een tochtje vanaf vliegveld Zestienhoven over zijn eiland, waarbij Volkeri ook zelf even de stuurknuppel mocht hanteren was voor hem zo'n openbaring dat hij helemaal „verkocht" was voor de sportvliegerij. Volkeri: „Die dag was het stik mistig, we zagen nauwelijks iets maar het hek was toen echt van de dam". Te meer ook omdat de piloot in Volkeri een echte vlieger zag. Zijn eerste vlieglessen kreeg Volkeri op Seppe, het vliegveld tussen Roosendaal en Breda. Met een minimum aantal van dertig lesuren behaalde hij daar in oktober '85 zijn A2-brevet, waarmee hij als privé-vlieger in Nederland mag vliegen. Voor dat brevet moest hij niet alleen aantonen overweg te kunnen met een sportvliegtuig. maar moest hij ook een flinke brok theorie in zijn hoofd stampen. Want wie in Nederland wil 99* vliegen moet kennis hebben van allerlei wetten en reglementen, de werking en bouw van een vliegtuig en het weer en ook moet hij weten hoe de juiste koers te bepalen en te houden (navigatie). Beheers je dit alles dan ben volgens Volkeri nog niét automatisch een goede vlieger, want daarvoor heb je de moeilijk te omschrijven „vliegerhandjes" nodig en die heb je of die heb je niet. „Vliegen is niet alle,en een kwestie van kennis, maar ook van aanvoelen wat je met een vliegtuig kunt doen. 't Is wat dat betreft precies hetzelfde als met autorijden. Er zijn er die er gevoel voor hebben en anderen Ieren het wel maar rijden nooit echt goed" aldus Volkeri. Ook in de vliegerij komen die types voor, want zegt hij „er zijn er met wie ik alleen mee ga als ik voorin kan zitten omdat ik dan het gevoel heb eventueel in te kunnen grijpen". Een onveilige sport is vliegen zeker niet, ook al wordt dat nogal eens gesuggereerd. Op jaarbasis is het aantal vliegtuigongelukken te verwaarlozen en autorijden vindt Volkeri dan ook aanzienlijk gevaarlijker. Tweemaal in al die jaren dat Volkeri vliegt is hij ooggetuige geweest van een ongeluk, dat te wijten was aan een samenloop van allerlei omstandigheden. Het meest enerverende dat Volkeri zelf in tien jaar vliegerij heeft meegemaakt was die ene keer toen hij samen met een vliegmaat vanaf Midden-Zeeland een locaal vluchtje maakte en boven Middelburg tot de ontdekking kwam dat hun kist geen olie meer had. Zonder in paniek te raken- want paniek is in de vliegerij funest- sukkelde het Cessnaatje met een minimaal motorvermogen tèrug naar Midden-Zeeland. Een tochtje waarbij de twee vliegers elk weiland onder hen beoordeelde op de ipogelijkheden voor een „eventuele noodléhding". Midden-Zeeland is sinds fdbrauri '88 de thuishaven van Volkeri. Steeds naar Seppe rijden -toch altijd nog zo'n 65 kilometer rijden- werd een beetje veel van het goede en van de Aero Club Zeeland had hij van zijn instructeur radiotelefonie Ruurd Veenstra goede berichten gehoord. Daar op Midden-Zeeland heeft Volkeri vorig jaar zijn Al- brevet gejiaald, een kwalificatie die het hem toestaat maakt om naar het buitenland te vliegen. Inmiddels heeft hij zijn kist (gehuurd van de Aero Club) dan ook al op de vliegvelden van Antwerpen, Charleroi, Oostende en Lille aan de grond gezet en ooit landde hij op het beroemde veld van le Bourget. De leden van de Aero Club Zeeland die langs de grasbaan hun eigen knusse onderkomen hebben zien Volkeri, hun tweede secretaris op dit moment echter niet meer zo frequent, want Volkeri bouwt in zijn vrije uren aan zijn eigen vliegtuig. Dat gebeurt in de garage achter zijn woning, waar hij practisch elke dinsdag- en vrijdagavond samen met zijn makker Bert Zandijk sleutelt aan zijn Kitfox MK4. Hoewel de keuze aan zelfbouw-vliegtuigen bepaald niet gering is, stond voor Volkeri snel vast dat zijn eigen vliegtuig een Kitfox van de firma Denney Aerocraft uit de Amerikaanse staat Idaho moest zijn. „Het is niet alleen een nostalgisch vliegtuig, maar ook een betrouwbaar vliegtuig dat tegen een redelijke prijs door een degelijke fabrikant wordt geleverd" motiveert Volkeri zijn keuze. Een redelijke prijs is in dit geval nog^ltjjd e,en. bedrag dat neergeteld moet Worden voor de aankoop'Van een middenklasse auto. Een heel bedrag, maar relatief gezien weinig voor een vliegtuig. Volkeri heeft het er graag voor over, want zegt hij vliegen in je eigen vliegtuig, tja dat geeft toch een aparte kick" Was de keuze voor de Kitfox snel gemaakt, heel wat moeizamer verliepen de voorbereidende werkzaamheden. De hele papierwinkel, nodig om met de bouw van zijn vliegmachine te kunnen beginnen kostte hem dik twee jaar omdat de Rijksluchtvaart Dienst- wachter over het Neerlandse luchtruim- draalde met het verlenen van toestemming. Dit omdat dit type vliegtuig in Nederland nog niet eerder is gebouwd. Volkeri moest ten slotte zelf aan zien te tonen dat zijn Kitfox, waarvan er inmiddels al zo'n zes a zevenhonderd op de wereldbol rondvliegen een degelijk en betrouwbaar vliegtuig is. Om dat te bewijzen verzamelde hij in het buitenland afgegeven bewijzen van luchtwaardigheid en aanbevelingen van buitenlandse luchtvaartdiensten, die via de Nederlandse Vereniging van Amateur Vliegtuigbouwers aan de Rijksluchtvaartdienst werden overlegd. Hoewel deze in januari '91 te kennen gaf dat Volkeri dan toch toestemming zou krijgen, duurde het nog tot maart '92 voordat Volkeri en Zandijk daadwerkelijk aan de slag konden gaan. Voor Volkeri moet dat een hard gelag zijn geweest omdat hij zijn bouwpakket al vanaf augustus '91 in huis had. Dat ..pakket.-.een fouten krat van. 5,5 meter met een uiterst "Waardevolle inhoud - was' vanuit de Rotterdamse haven door Padmos Machinefabriek uit Bruinisse bij hem afgeleverd. Zolang de toestemming van de RLD uitbleef kon Volkeri echter niet veel anders doen dan het regelmatig doorlezen van de handleiding en het controleren of alle onderdelen in het pakket zaten, hetgeen vele uurtjes telwerk kostte. Het pakket, bevat alleen al tweeduizend popnagels. Ook werd de garage in de tussentijd aangepast als „hangar", waarin de Kitfox inmidden aardig vorm heeft gekregen. Hoewel Volkeri het niet exact kan bepalen is de klus denkt hij nu ongeveer voor de helft geklaard. De romp van het vliegtuig, gemaakt van chroommolybdeen is klaar voor afwerking, de motor en de besturing zijn aangebracht, de motorkappen zijn klaar en ook de stoelen staan al uitnodigend te wachten om te worden bekleed. En zelfs de landingswielen zitten al stevig vast onder zijn Kitfox. Nu richten beide vliegtuigconstructeurs alle aandacht op de vleugels van aluminium en vliegtuigtriplex, die uitnodigend klaarliggen op twee schragen, die daarvoor eerst waterpas zijn gezet. Hoewel het er voor een leek allemaal nogal ingewikkeld uitziet en de hoeveelheid onderdelen, die nog moeten worden verwerkt haast doet duizelen, valt het in elkaar zetten van de Kitfox volgens Volkeri allemaal best mee. „Tbt nu toe hebben we nog geen problemen gehad, het moeilijkste was nog wel het plaatsen van het brandschot, een brandwerende plaat tussen motor en cabine. Dat was een werkje dat tot op de millimeter nauwkeurig moest gebeuren". Volkeri heeft in zijn berekeningen echter één klein missertje gemaakt. Als de vleugels eenmaal aan de met nylon beklede romp zijn bevestigd is de breedte van het vliegtuig in opgeklapte vorm - 2.35 meter - net vijf centimeter te veel om door de garagedeur te kunnen. Een onoverkomelijk probleem is dat echter niet, want zegt Volkeri practisch „dan moet er dus gewoon een vleugel af". Die vleugels zijn bovendien ook inklapbaar zodat hij zijn Kitfox vrij eenvoudig op een oplegger kan vervoeren. Zo ver is het echter nog niet, want voordat de Kitfox vliegklaar is moet er nog een behoorlijk aantal uren in de garage worden geklust. Loopt alles volgens schema dan zal Volkeri waarschijnlijk volgend jaar mei met zijn .Kitfox de eerste vliegproeven (in totaal vijf uur) kunnen afleggen. Dat gebeurt in Lelystad onder het toeziend en vooral ook kritisch oog van de Rijksluchtvaartdienst. Geeft die zonder meer zijn goedkeuring aan de vliegmachine dan zou het best weieens zo kunnen zijn dat Volkeri op dat moment de enige Kitfox-vlieger in Nederland is. Een andere Kitfox-vlieger mag immers niet langer de lucht in met zijn vliegtuig met Amerikaanse registratie. Iets dat door de RLD niet wordt getolereerd. De afgelopen week heeft Volkeri zijn wekelijkse vrijdag-knutselavond moeten missen, omdat zijn aanwezigheid op het vliegveld Midden-Zeeland was gewenst. Dit in verband met de open dag die de Aero Club Zeeland daar afgelopen vrijdag hield. Een dag waarop niet alleen alle aspecten van de vliegerij -van ballonvaren tot en met de overkomst van een joekelgrote Fokker 100- aan bod kwamen, maar ook een dag met het nodige amusement. Dit alles in de hoop de belangstelling voor de vliegerij te vergroten, want hoewel de Aero Club zo'n honderdzestig leden telt onder wie ook een drietal gebrevetteerde dames, zijn nieuwe leden altijd welkom. Wellicht is zo'n open dag ook een probaat middel om de eigen leden aan te sporen om wat regelmatiger naar het clubhuis te komen, want zo zegt bestuurslid Volkeri: de club draait nu op een (te)klein clubje leden". Een overigens universeel verschijnsel binnen het Nederlandse verenigingsleven.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1992 | | pagina 5