Zorg in het onderwijs:
de leerling centraal
4
Extra steun in regulier onderwijs krijgt steeds meer aandacht
VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1992 NR 25208
5
die leerlingen uiteindelijk
toch in het regulier onderwijs
terecht komen en daar hun
draai vinden.
Voor kinderen met leer- en
opvoedingsmoeilijkheden zijn
er de LOM-scholen. De
oorzaak van de moielijkheden
kunnen velerlei zijn. Zij
kunnen voortkomen uit het
feit dat kinderen moeilijk
contacten leggen met andere
kinderen, zich niet goed op de
leerstof kunnen concentreren
of bang zijn om dingen fout te
doen. Het gevolg is dat
leerlingen moeite hebben met
het verwerken van de
geboden leerstof. Via
individuele aanpak probeert
men op een LOM-school de
leerlingen de stof, die vrijwel
overeenkomt, met die van het
reguliere basisonderwijs, aan
te leren. LOM-school-
leerlingen zijn niet dom. Het
verstandelijke vermogen van
LOM-schoolleerlingen komt
overeen met dat van
basisschoolleerlingen. De
manier waarop de kinderen
de leerstof wordt aangeboden
verschilt. Na de LOM-school
hebben de leerlingen,
afhankelijk van hun
capaciteiten, de keuze uit
verschillende vormen van
voortgezet onderwijs.
Kinderen in het speciaal
onderwijs en h'efc voortgezet
speciaal onderwijs krijgen
een benadering die bij hen
past. Zorg op maat. Die zorg
gaat verder dan de zorg die in
het regulier onderwijs
geboden kan worden.
Belangrijke elementen zijn de
problemen of handicaps zo
aan te pakken dat de
leerlingen er zo min mogelijk
hinder van ondervinden.
Daarbij gaat men ervan uit
dat de leerlingen moeten
leren leven met hun zwakke
kant en tegelijkertijd hun
sterke punten moeten leren
kennen en ontwikkelen. Als
een leerling van een MLK of
een ZMLK-school de overstap
maakt van die school naar het
reguliere onderwijs is het
essentieel dat die stap goed
begeleidt wordt. Om de
overgang zo goed mogelijk te
laten verlopen wordt dan een
plan gemaakt dat ook weer
per kind op maat gemaakt is.
In veel gevallen wordt het
kind dat overstapt van een
speciale school naar een
reguliere school op afstand
begeleid door leerkrachten
van de speciale school.
Belangrijk daarbij is dat de
scholieren op den duur
moeten leren zelf oplossingen
te vinden. Ze moeten zichzelf
in zoveel mogelijk situaties
kunnen redden. Die
zelstandigheid is erg
belangrijk. Op het moment
dat een kind op eigen houtje
veilig het verkeer op weg
naar school kan trotseren is
dat vaak al een behoorlijk
stap vooruit. Het kan een
eerste stap op weg naar
verdere ontwikkeling zijn. De
scholieren moet worden
geleerd zich een plaatsje te
verwerven in de
maatschappij. Daarbij moeten
ook de elementen wonen,
werken en vrije tijd veel
aandacht krijgen.
Kinderen met een motorische
handicap kunnen geholpen
worden op de zogenaamd
mytylscholen. Ook hier geldt
dat het uiteindelijke doel is
om de leerlingen zo
zelfstandig mogelijk te laten
worden.
Om het leren te
vereenvoudigen wordt op
mytylscholen veel gebruik
gemaakt van computers en
electronische apparatuur. Voor
lichamelijk gehandicapte
leerlingen met specifieke
leerproblemen is er dan soms
nog een speciale tyltyl-
afdeling. Op zo'n afdeling
wordt de kinderen' zoveel-i
mogelijke praktische
vaardigheden bijgebracht,
maar ook wordt veel
aandacht besteed aan
'schoolse'
zaken als lezen, schrijven en
rekenen. Ook voor
slechthorende kinderen
bestaan speciale scholen. Op
die scholen kunnen de
leerlingen behalve van hup
eigen gehoorapparaat gebruik
maken van klasse-apparatuur.
In de eerste jaren ligt de
nadruk op spraak- en
taalontwikkeling. Van
lieverlee komen daar de
gewone leervakken bij.
Bij de inrichting van een
school voor slechthorende
kinderen wordt speciale
aandacht besteed aan de
inrichting. De akoestiek moet
goed zijn en ook de
verlichting is belangrijk. De
kinderen moeten
ondersteunende gebaren bij
het gesprókene goed kunnen
zien en ook het liplezen moet
niet worden bemoeilijkt door
bijvoorbeeld een verkeerde
lichtinval.
Wie niet weet wat de meest
geschikte school voor zijn
kind is kan terecht bij
verschillende adviesorganen.
Een onderzoek en advies over
de schoolkeuze kan te allen
tijde worden gevraagd bij het
Samenwerkingsverband
Keuzebegeleiding en
Onderwijs-Arbeidscontacten
(Skoa) in Goes. Tijdens het
onderzoek wordt gekeken
naar intelligentie en
belangstelling van het kind.
De ouders van het kind
kunnen de resultaten van zo'n
onderzoek, die uiteindelijk
uitmonden in eeft advies,
gebtuiken bij hun besluit het
kind op dezelfde school te
laten zitten dan wel te kiezen
voor een andere school. Alle
scholen voor voortgezet
onderwijs werken met
brugklassen. In die
brugperiode kan de leerling
samen met de klasseleraar,
mentor of
brugklascoördinator nagaan
welke richting binnen de
school het best bij de leerling
past. Voor leerlingen met een
lichamelijk of zintuiglijke
handicap is er de stichting
Handicap en Studie. Deze
stichting adviseert en
begeleidt leerlingen en hun
ouders bij het volgen van
voortgezet onderwijs. Ook in
het hoger beroepsonderwijs
en het wetenschappelijk
onderwijs kan de stichting
behulpzaam zijp. Ook .aan.
notoire spijbelaars wordt
aandacht besteed. Spijbelen
komt vaak voort uit onvrede
met de schol of het
schoolsysteem en voor
sommige leerlingen kan een
andere school uitkomst
bieden. Fysiotherapie kan
uitkomst bieden bij ernstige
houdings- en
bewegingsproblemen van een
kind. Net als in het
basisonderwijs geldt dat de
therapie het best werkt als
die wordt ondersteund op
school én thuis.
TEKST PIET KLEEMANS
FOTO'S ARCHIEF ZN
ZIERIKZEE - School. Als een kind geestelijk en
lichamelijk gezond is en bovendien nog over een
goed stel hersens beschikt zijn er geen al te grote
problemen. Hoewel in de regel met tegenzin
worstelen de kinderen zich door het
basisonderwijs heen om vervolgens via het
voortgezet onderwijs en daarna het lager,
middelbaar of hoger beroepsonderwijs. Anders
wordt als-kinderen moeilijk kunnen Ieren, zich
niet goed kunnen concentreren, door hun gedrag
afwijken van de groep. Gelukkig zijn er ook voor
hen tal van mogelijkheden. Zij krijgen extra zorg
op scholen waar nog meer dan in het reguliere
onderwijs de leerling centraal staat.
De tijd dat kinderen die
moeite hadden met de leerstof
niet die aandacht kregen die
ze eigenlijk hadden moeten
hebben is voorbij. Een
'slechte leerling' kan met
goede begeleiding en met de
juiste methoden toch zijn
draai vinden in het onderwijs
en een passende plaats vinden
in de maatschappij waar ze
vroeger wellicht
verschoppelingen waren
geweest. De extra steun voor
zwakke leerlingen krijgt
steeds meer aandacht. De
provincie Zeeland neemt wat
dat betreft een bijzondere
positie in. Al enkele jaren
loopt een project waarbij
nagegaan wordt hoe
leerlingen het best tot hun
recht komen en wat de beste
vorm is van samenwerking
tussen regulier en speciaal
onderwijs. Doel van dat
project is het reguliere
onderwijs zo in te richten dat
leerlingen ook als ze
problemen met het leren of
met hun gedrag toch op
dezelfde school kunnen
blijven zitten. Op die manier
kan het speciaal onderwijs
klein blijven, hetgeen dan
weer ten goede komt aan de
'aandacht voor de individuele
leerling.
Op het moment dat blijkt dat
de prestaties van een kind op
een reguliere school afwijken
van het niveau van de groep
wordt geprobeerd het
onderwijs aan te passen aan
het kind. In het meest
gunstige geval kan de
oplossing op de school waar
de leerling op dat moment zit
gevonden worden. Als dat
niet mogelijk blijkt wordt het
zoeken naar een andere school
waar men bijvoorbeeld met
eén onderwijsprogramma
werkt dat beter aansluit op
de behoeften van de leerling.
Hoe beter de samenwerking
tussen de reguliere school en
de speciale school is hoe
beter. Als een
onderwijsgevende
bijvoorbeeld ziet dat een kind
moeite heeft om zich te
kunnen concentreren zal hij
sneller de hulp van een
collega van een speciale
school inroepen als er al
contacten tussen de twee
scholen bestaan.
Als een kind niet mee kan
komen off school kan dat
allerlei oorzaken hebben.
Allereerst moet men er achter
zien te komen wat er precies
aan schort. Het kind kan
bijvoorbeel aan faalangst
lijden, moeite hebben met
concentratie of teveel- in één
keer willen. Via wat men
noemt een
leerlingenvolgsysteem, dat
bestaat uit observeren en
registreren, kan de leerkracht
een speciale aanpak voor het
kind gebruiken. Al doende
wordt dan meestal al snel
duidelijk of dié aan'pak werkt
of bijgesteld moet worden.
voor sommige kinderen kan
worden volstaan met wat
extra aandacht, maar in
andere gevallen zal dat niet
voldoende zijn. Het kan
bijvoorbeeld voorkomen dat
kinderen problemen met de
school hebben vanwege de
situatie thuis. In dat geval
hebben zowel het kind als de
ouders hulp en begeleiding
nodig. Ook voor wat betreft
die problemen thuis is er
weer een scala aan
mogelijkheden. Problemen
binnen een huwelijk kunnen
effect hebben op kinderen,
maar het komt ook nog steeds
voor dat volwassenen hun.
eigen problemen, die bij het
kind leerproblemen
veroorzaken, afreageren op
het kind dat 'niet mee kan
komen'.
Als bij leerkrachten het
vermoeden bestaat dat een
kind wordt mishandeld of
ernstig verwaarloosd kan
contact opgenomen worden
met het bureau
vertrouwensarts. Mensen
kunnen daar, anoniem, met
hun problemen aankloppen.
In andere gevallen kunnen
instanties als de Regionale
Instelling Ambulante
Geestelijke Gezondheidszorg
(Riagg), het Zeeuws
Consultatiebureau voor
alcohol en drugs het
maatschappelijk werk
ingeschakeld worden. Anders
wordt het als het om kinderen
met een geestelijke of
lichamelijke handicap of een
combinatie van beide gaat.
Sommige kinderen kampen
met zeer ernstige
contactstoornissen. Zij
trekken zich helemaal terug
in hun eigen wereldje en
wijzen contact met de
buitenwereld af.. Ook voor die
autistische kinderen zijn
speciale scholen. Hetzelfde
geldt voor kinderen die om
wat voor reden dan ook de
grootste moeite hebben met
de leerstof. Voor hen zijn er
de scholen voor Moeilijk
Lerende Kinderen (MLK) en
Zeer Moeilijk Lerende
Kinderen (ZMLK). De scholen
spreken zelf in de regel liever
over kinderen met omgangs-
en gedragsproblemen.
Doordat de kinderen met
zichzelf of hun omgeving in
de knoop zitten ontstaan
problemen. De moeilijkheden
uiten zich bij de opvoeding,
op school en in de omgang
met vriendjes en
vriendinnetjes. Op MLK en
ZMK-scholen probeert men de
leerlingen weer vertrouwen in
zichzelf en in hun omgeving
te laten krijgen. Vaak hebben
de kinderen al zoveel gedoe
achter de rug dat zij met
zichzelf geen raad weten.
Vroeger werden leerlingen
van die scholen nog maar al
te vaak gezien als
buitenbeentjes. Nu wordt
daar gelukkig door de meeste
mensen heel anders tegenaan
gekeken. Vooral ook omdat