De barre winter van achttiennegentig
en verhalen van andere koude perioden
♦Vip7A
Vogeltrek
Zilveren
huwelijk
Beatrix in
besloten kring
Komt er weer een strenge winter?
LICHT UIT?
BEL 01110-14739
LICHT AAN!
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag 7 december 1990 Nr. 24861
■M
Foto: Joop van Houdt
NIJMEGEN - Meer dan de helft van
de beroepsmilitairen in ons land
heeft weinig vertrouwen in het defen
siebeleid van de regering. Zo'n 86 pro
cent noemt de militaire organisatie
'sterk bureaucratisch en driekwart
van de beroepsmilitairen vindt dat
hun werk niet meer de zekerheid van
een vaste baan met zich meebrengt.
Dat blijkt uit een onderzoek van R.
Jansen en J. Huyben, twee cadetten-
vaandrigs," uitgevoerd op 'het studie
centrum voor vredesvraagstukken
van de Katholieke Universiteit Nij
megen naar motivatie en vijands
beeld bij beroepsmilitairen van de
Koninklijke Landmacht. In het kader
van dat onderzoek ondervroegen zij
1000 beroepsmilitairen.
DEN HAAG - Minister De Vries van
sociale zaken en werkgelegenheid
heeft bedenkingen over het plan van
SER-kroonlid Wolfson om via indi
recte loonsturing twee jaar lang de
koppeling tussen lonen en uitkerin
gen veilig te stellen. In een eerste
reactie, na vluchtige kennisneming
van het voorstel, wees de bewinds
man er donderdag op dat er nogal
wat centralistische elementen in het
voorstel zitten. Bovendien wijst de
regering de sociale partners al voort
durend op de noodzaak van loonmati
ging, aldus De Vries.
DEN HAAG - Koningin Beatrix en
prins Claus vieren hun 25-jarig hu
welijksfeest op 9 en 10 maart in fami
liekring. Leden van de hofhouding,
eigen personeel en gepensioneerden
van de hofhouding worden op 1 fe
bruari bij de viering betrokken tij
dens een ontvangst in het Circust
heater in Den Haag. Dit heeft de
Rijksvoorlichtingsdienst bekend ge
maakt.
Het koninklijk paar heeft eerder te
kennen gegeven geen prijs te stellen
op een nationale viering van hun zil
veren huwelijk. Wel staat een aantal
extra activiteiten rond het huwelijks
feest op het programma.
Zo slaat prins Willem-Alexander
donderdag 31 januari bij de Rijks
Munt in Utrecht het eerste exemplaar
van een zilveren herdenkingsmunt
van vijftig gulden. De munt is ont
worpen door de kunstenaar Willem
van Zoetendaal. Aan een kant is een
portret te zien van Koningin Beatrix
en aan de andere zijde een lijnenpor-
tret van prins Claus, die voor het
eerst op een Nederlandse munt wordt
afgebeeld.
Op 11 maart verschijnen twee door
de PTT uitgegeven speciale postze
gels van 75 cent. Op 20 maart zullen
koningin en prins in Beverwijk een
herdenkingsboom planten tijdens de
Nationale Boomfeestdag. De confe
deratie van Oranjeverenigingen
schenkt het koninklijk paar 25 bo
men. die 22 maart in de tuin van Pa
leis Huis Ten Bosch worden geplant.
In het hele land zullen plaatselijke
Oranjeverenigingen wat gaan doen
aan het verfraaien van parken en
plantsoenen, overeenkomstig de
wens van Beatrix en Claus.
Tbnslotte zal op 11 mei in het Mu
ziektheater in Amsterdam een spe
ciale uitvoering worden gegeven door
het Nationaal Ballet in aanwezigheid
van de koninklijke familie. De uit
voering wordt gevolgd door een offi
ciële ontvangst voor genodigden.
BRUINISSE - Drie dagen duurde het feest op het ijs.
Zes januari ging De Ruiter met zijn makkers naar Anna
Jacobapolder, zeven januari zette Van der Rest zijn tentje
op het ijs voor een consumptie midden op het ijs en acht
januari kwam veel waaraan gebrek was, via de ijsvloer
op het eiland. Maar in de nacht van acht op negen januari
hernam de stroom zijn rechten. Het ijsveld brak op en
scheurde in honderden stukken.
Het is bijna niet voor te stellen wat
een rouw er zou zijn gekomen op het
eiland als dat op de dag was gebeurd.
In veel gezinnen werd een zucht van
verlichting geslaakt toen men hoorde
dat de ijsschotsen weer heen en weer
dreven. Een ramp was voorkomen.
Intussen bleef het vriezen. De
laagste temperatuur was die op 30 de
cember, toen vroor het 26 graden. En
de andere dagen en nachten was het
niet veel minder. Men moet zich daar
bij voorstellen dat de daken niet be
schoten waren, men sliep onder de
pannen". Geen wonder dat die barre
winter bleef heugen.
Waar ook gebrek aan was, dat was
aan drinkwater, want alle water be
vroor. De jonge Roth moest voor zijn
moeder iedere dag gaan zoeken op
het schor en hij leerde al gauw het
verschil kennen tussen zout water ijs,
en zoet water ijs. Dit laatste afkom
stig van de grote rivieren was lichter
van kleur. Dat ijs werd gesmolten en
gebruikt als drinkwater.
Nu wist ik' uit een oud boekje dat in
1838 de mensen ook over het Zijpe
hadden gelopen. Ik wist het omdat ik
het opgetekend vond met de hand ge
schreven, maar Roth wist het ook.
Tussen 1838 en 1890 liggen maar 52
jaar. Zij die toen 65 of ouder waren
hadden het Roth verteld, dat ze nu
voor de tweede keer over het Zijpe
liepen.
De Anna Jacobapolder was in 1838
nog niet ingedijkt en men liep niet al
leen naar St. Philipsland maar ook
naar het eiland Tholen. Het duurde
toen 16 dagen lang en het begon op 6
januari.
Van 19 tot 23 januari 1891 was ook
de verbinding van Viane met de bui
tenwereld gestremd. Willem van den
Berg kon niet meer over. Maar het
veer Zijpe-Anna Jacobapolder had de
roeiboot van Plantsoen nog. Roeien
in open water; over het ijs met de roe
den die onder de boot waren aange
bracht.
Toen men in februari weer op de
percelen kon gaan kijken bleken alle
oesters doodgevroren te zijn. Ook
krabben en paling moesten die tol be
talen.
Wie zich in de verhalen over strenge
winters verdiept komt geschiedenis
tegen, waarbij de winter van negen
tig nog in het niet valt. Wat dacht u
van de winter van 1708/1709 met de
aantekening Reizigers verloren door
de bittere koude handen, voeten of
het leven. Gevogelte viel dood uit de
bomen. Robuuste eiken spleten door
de koude. In en om Parijs vroren 3500
mensen dood, schildwachten werden
op hun post door de dood afgelost.
En helemaal in het genre van de
verhalen van de bekende Baron van
Munchhausen, is wel het volgende:
„Zekere heer reisde in januari 1740
met zijn knecht per slede van een
plaats aan de Duits-Poolse grens naar
Koningsbergen. Nadat hij enige uren
had gereden, keek hij achter zich en
moest hij constateren, dat zijn knecht
was doodgevroren. Trekken, schud
den, roepen, niets hielp. In een zijweg
maakte hij een gat in de sneeuw en
begroef hem daarin. Hij wilde het
lijk niet in den vreemde laten liggen
en besloot bij zijn terugkomst langs
dezelfde weg, het lijk mee naar huis
te nemen. Maar hij zag nog wel de
plaats, waar hij het graf had gedol
ven, maar verder niets. Conclusie: de
wolven hebben hem opgegraven en
opgegeten en dat greep hem zo aan
dat hij in de naastbij gelegen herberg
wat wilde bekomen van de schrik.
Maar daar wachtte hem een nog gro
tere schrik, daar zat zijn dode knecht
niets mankerend bij het vuur.
Advertentie
(ÓÓK S AVONDS EN IN HET WEEKENO)
WU VERHELPEN ALLE ELECTRlCITElTSSTORINGEN
00K VOOR AANLEG EN INSTALLATIE
Deze vertelde: „Ik was op de slee in
slaap gevallen en wakker wordend,
begreep ik dat ik geheel onder de
sneeuw lag. Maar ik was niet meer
stijf, de sneeuw had mij verwarmd en
de koude uit mijn lijf getrokken. Ik
kroop van onder de sneeuw en in deze
u bekende herberg besloot ik op uw
terugkomst te wachten. De Haarlem
se Courant van 14 april 1740, schotel
de het haar lezers voor, om hen te ver
tellen hoe koud de winter wel was".
Zouden ze het geloofd hebben? 1767
wordt genoemd en 1823, maar ook
1684 en zo kunnen we nog wel een
poosje doorgaan.
Maar betrouwbaarder dan alle mo
gelijke verhalen zijn de statistische
gegevens: dr. ir. A. Labrijn promo
veerde in 1945 op een proefschrift, ge
titeld: Het klimaat van Nederland
gedurende de laatste 2Vi eeuw. Hij
werkte met perioden van 30 jaar en
begon in 1735. Conclusie: In de twee
de helft van de 18e eeuw werden de
winters geleidelijk kouder, tegen
1800 trad een keer in, in het eerste
driekwart der negentiende eeuw liep
de wintertemperatuur geleidelijk op,
in het laatste kwart zakte zij.
Omstreeks 1900 zette weer een stij
ging en na 1940 weer een daling in.
Labrijns conclusie wordt volledig
door de bevinding van anderen beves
tigd.
Mr. dr. G. van den Bergh vergeleek
47 winters voor 1900 met 47 winters
na 1900. De eerste groep omvatte
twintig zachte, 13 normale, zeven
koude, vijf strenge en twee zeer
strenge winters. De tweede groep be
stond uit negentien zachte, vijftien
normale, zes koude, drie strenge en
vier zeer strenge winters. Prof. W.
Bleeker selecteerde de tien strengste
winters tussen 1740 en 1940. Drie van
de tien zijn zeer streng, zij zijn door
de nu levende generatie van 1930 tot
1990 mee beleefd, want het waren
1940, 1942 en 1947. En daarop volgen
dan 1941 en 1942. Vijf winters op een
kluitje, die dé koudste waren in 250
jaar. Prof. Bleeker telde de ijsdagen:
Een ijsdag is een dag, waarbij de
thermometer niet boven nul komt.
En dan komt prof. Bleeker tot de
conclusie dat die fabelachtige winter
waarin Koning Willem III werd be
graven en waarvan onze grootvaders
zo hoog konden opgeven helemaal
niet zo bar was. Onder de tien kam-
pioenswinters van Bleeker komt hij
niet eens voor. De winter van 1890/
1891 telde weliswaar 36 ijsdagen,
maar de winter van 1940 telde er veer
tig en de winter van 1947 zelfs 46 ijs
dagen. In laatstgenoemde winter
dreef op het zoute water van de
Noordzee ter hoogte van Zandvoort
een ijsveld met een oppervlakte van
acht viei'kante kilometer.
1956
Februari 1956 (dus na de statistie
ken van prof. Bleeker, prof. mr. dr. G.
van den Bergh en dr. ir. A. Labrijn
met zijn proefschrift uit 1945) was de
koudste maand in 2lh eeuw. Die
maand eiste in Europa bijna duizend
doden en veroorzaakte acht miljard
gulden schade.
KNMI-thermometers berekend op
slechts 25 graden Celsius onder nul
faalden, toen de temperatuur verder
daalde. De Nederlandse Spoorwegen
hadden 350 van de 900 treinstellen in
reparatie. De steenkolen in de Staats
mijnen in Limburg vroren vast in de
wagons en moesten in Born met zwa
re hamers worden losgeslagen om in
schepen te worden geladen. Uit Scan
dinavië waar het nog een graadje
kouder was, kregen we 20.000 eider-
eenden op bezoek.
Nu klagen de mosselvissers op het
Wad, weer over tienduizenden eider-
eenden. Zouden we weer winter krij
gen als in 1956? waarvan we ons per
soonlijk herinneren dat het water in
de waskom waarin we ons wasten on
der onze handen tot ijs werd?
Waarom kon men dan in 1839 en
1890 over het ijs lopen en daarna, dus
in 1956 en in 1963 niet meer?
Volgens ons omdat in die jaren de
stoomsleepvaart en de motorschepen
de grote ijsvelden, die kwamen aan
drijven gauw kapot voeren. Tot op
het laatst toe, probeerde de Rotter-
damsche Tramweg Maatschappij het
veer Zijpe-Anna Jacobapolder intact
te houden en men ploegde met ijsbre-
kers dagelijks soms uren door het ijs.
Maar daarover een volgende keer. Op
de foto ziet men Prins Bernhard en
burgemeester H. K. Michaelis op het
ijs, kijken naar de oefeningen van de
helikopters, die moesten verhinderen
dat ons eiland geïsoleerd zou worden,
als de boten (en de mensen) van de
RTM aan het einde van hun Latijn ge
komen waren en het echt niet meer
ging. Dat was ook in het meer gemel
de jaar 1956.
(Wordt vervolgd)
S. A. Jumelet Az.
DEN BOSCH - Burgemeester E.
Nijpels van Breda vindt dat kaste
leins afspraken moeten maken met
taxibedrijven, zodat hun klanten
voor een speciaal goedkoop tarief
met de taxi naar huis kunnen. „Een
dergelijke boemeltaxi is vergelijk
baar met de inmiddels bekende trein
taxi", aldus Nijpels. Hij sprak in Den
Bosch bij de start van de Brabantse
campagne „rij alcoholvrij".
DEN HAAG - Het plan van minis
ter De Vries (sociale zaken) om 350
Joegoslaven een werkvergunning te
verlenen voor de metaalindustrie, is
in het parlement slecht gevallen.
CDA, PvdA, VVD, D66 en Groen
Links hadden forse kritiek op het
plan. Ze vinden dat deze maatregel
een aanzuigende werking heeft en
vrezen meer van dit sóórt verzoeken
uit andere sectoren.
Prins Bernhard (r.) met naast hem de Brnse burgemeester H. K. Michaelis.