'Creatieve geesten op enorm dikke ijslaag op het Zijpe' berichten Doffe dreun en dichte stofwolken Schouwen-Duiveland in Oude Ansichten ZIERIKZEESUHE NIEUWSBODE Dinsdag 4 december 1990 Nr. 24859 Zierikzeese torenhistorie Een borreltje op het ijs IJs in het Zijpe en in de overige Del tawateren was en is niets bijzonders. Dat komt vrijwel iedere winter voor, die iets langer dan enkele weken duurt. Zo nu en dan was het eiland geïsoleerd. IJsschotsen ontstonden op de schorren en slikken. Daar heeft de vorst vrijspel. Met eb bevriest een deel van het schor of slik en dat raakt met de vloed los en gaat drijven. Hoe langer de winter duurde, hoe groter de schotsen, die uitgroeien tot ijsvel den. Een ijsveld van niet minder dan zeshonderd meter kwam op 5 januari 1891, waarschijnlijk gevormd op de slikken bij Viane, kwam aandrijven en raakte vast op het nauwste deel van het Zijpe. Adriaan de Ruiter uit Bruinisse zag het en waagde zich op het ijs. Hij volbracht de overtocht en ging terug. Op 6 januari ging hij met twee anderen terug en ze besloten een borreltje te gaan drinken in het Veerhuis van Plandsoen. Deze was niet weinig verwonderd, toen hij de drie Bruenaars zag binnenstappen. In geen weken was er een overtocht mogelijk geweest. De laatste die hij begin december had overgezet was de heer Van Vessem. Dat was een vermo gend landbouwer, eigenaar van de meestoven en handelaar in meekrap en andere landbouwprodukten. Van Vessem was toen bij hem gekomen. Hij vertelde dat hij met de trein geko men was, vervolgens met het rijtuig naar Anna Jacobapolder en dat hij koste wat kost overgezet moest wor den naar Bruinisse. Plandsoen had gezegd, dat dat niet ging en gewezen op de drijvende ijs- schotsen in het Zijpe. Maar Van Ves sem had aangedrongen en hem vijf entwintig gulden beloofd als hij hem aan de andere kant bracht. Vijfen twintig gulden was honderd jaar ge leden een enorm bedrag, toen het weekloon amper vijf gulden was. Plandsoen had onder de roeiboot ij zeren roeden gemaakt en gewacht op stil water; het moment tussen eb en vloed. Gedeeltelijk glijdend over het ijs, gedeeltelijk varend was men aan de overkant gekomen en Plandsoen had zijn geld gekregen en was ook weer behouden thuis gekomen. Hij kon het eigenlijk niet geloven, maar hij zag de drie Bruenaars huiswaarts keren en de veertienjarige Hannes Roth ging een eindweegs met hen mee. Gebrek Natuurlijk was er op het eiland aan veel zaken gebrek, zoals zout, tabak, meel en gist. De enige verbinding, die zo nu en dan nog open was, was die van Viane naar Stavenisse en het was de mensenredder Willem van den Berg, die daar de beurtschipper was én het overzetveer bediende. Ook hij kon natuurlijk alleen overvaren tus sen eb en vloed. Het bericht dat men over het Zijpe kon lopen, verspreidde zich als een lopend vuurtje over het eiland. Zierikzeese grossiers probeerden er als de kippen bij te" zijn, om hun magazijnen weer vol te krijgen en kwamen lopend of rijdend naar Zij pe, vanwaar ze het vaste land konden bereiken of konden zorgen dat hun bestelde goederen op Anna Jacoba polder werden afgeleverd. Zowel Zoeter op Zijpe als Plandsoen op An na Jacobapolder deden goede zaken. Plandsoen moest al snel zijn veer tienjarige knecht inschakelen om naar collega Zoeter op het Zijpe met de prikslee zijn voorraad te laten aanvullen. Zoeter had blijkbaar voorraad genoeg, want Roth bracht vijf kannen brandewijn, vijf kannen cognac en een vaatje bier mee. Maar de herbergier Van der Rest wilde wel meeprofiteren van dit win terse buitenkansje. Hij zette een tent je midden op het Zijpe. Een borreltje bij Zoeter, een borreltje op het ijs en een borreltje bij Plandsoen. Want een ieder was van mening, dat men dat daar slechts eens in het leven zou meemaken. Honderden kwamen en volbrachten de tocht heen en terug. De oude schipper, Kees de Waal, kwam van Yerseke naar Bruinisse, waar hij woonde. Hij zag het, maar waagde het niet te voet over te gaan. Horende van zijn dorpsgenoot Van Vessem, liet hij ook de roeiboot uit de schuur halen en stapte erin. Voor zes gulden liet hij zich naar de overkant duwen. (Wordt vervolgd) S. A. Jumelet Azn Neddloyd Dejima, 3-12 220 nno Cape Finisterre naar Singapore Nedlloyd Delft, 3-12 280 nw Mekka naar Port Kelang Nedlloyd van Diemen, 4-12 te Lome Nedlloyd Hoorn, 3-12 350 ozo Socotra naar Suez Nedlloyd Rotterdam, 3-12 Jakarta naar Port Kelang Anita Smits, 3-12 te Durban Kaapgracht, 3-12 60 zw Socotra naar Suez Pacific Peeres, 3-12 t.a. rede Singapo- Paardenmarkt Utrecht UTRECHT. 3-12. Op de paarden markt in Utrecht werden heden 81 paarden en 57 veulens en pony's aan gevoerd. De prijzen luidden als volgt per stuk: Luxe paarden 2900-/ 3750; ou de paarden 1850-/ 2625; 3-jarige 1925-/ 2825; 2-jarige 1575-/ 2600; veulens 575-/ 1450; hitten 700- 1550; slachtpony's 475-/ 1325; Shetlandse pony's 300-/ 650. Prijzen per kg geslacht gewicht: Slachtpaarden 3,30-/ 5,80 en jonge slachtpaarden 5,10-/ 6,35. De handel was redelijk en de prij zen goed prijshoudend. Aardappelbeurs ROTTERDAM, 3-12. Consumptie aardappelen, los verladen af bedrijf, per 100 kg, exclusief BTW. Klei-aardappelen: Bintje 40-50 mm 18,00-/ 19,50; Bintje 40-55 mm 23,00-/ 24,00; Bintje 50 mm op waarts 27.00-/ 28,00; Bintje 50 mm opwaarts (frites) 27,00-/ 28,00. Ei genheimer 40 mm opwaarts in zak ken 16,00-/ 20,00. Zandaardappelen: Bintje 40/50 mm 17,00-/ 18,00, bintje 50 mm opw. (fri tes) 25,00-/ 26,00. Exportaardappelen: Bintje klei 45 mm 26,50-/ 27,50; blankschillige rassen 40 mm opwaarts (in zakken): 20,00-/ 21,00. Voeraardappelen 4,00-/ 6,00. Stemming: rustig. De Eicrvciling BARNEVELD, 4-12. Eicrveiling Ei- veba BV. Aanyoer 2.573.910 stuks. Stemming: traag. Prijzen per 100 stuks: Eieren van 50-51 gram wit 11,80-/ 12,06, van 55- 56 gram bruin 13.57-/ 13,72, van 60- 61 gram wit 13,31-/ 13,38 en bruin 13,51-/ 13,79, van 65-66 gram wit 13,31-/ 13,50 en bruin 12,00-/ 13,45. Nederlandse Hervormde Kerk Aangenomen naar Willige-Lange- rak: P. J. Krijgsman, kand. te Ridder kerk. Bedankt voor Geertruidenberg, Made en Oud-Drimmelen: M. de Boer te Middelburg. Gereformeerde Kerken Aangenomen naar IJsselmuiden- Grafhorst: drs. A. J. J. Noord te Streekgcmeente Midden-Betuwe (wijk Kesteren) en Hervormde deel gemeente Emmau's te Kesteren. Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt Beroepen te Bunschoten-West: H, G. Gunnink te Schildwolde. Bedankt voor Spakenburg-Zuid: C. van der Leest te Harlingen. Christelijke Gereformeerde Kerken Bedankt voor Eemdijk: A. K. Wal let te Sliedrecht (Eben Haëzerkerk). Evangelisch Lutherse Kerk Beroepen te Hilversum: drs. A. C. Verwaal te Amsterdam (Augustana- kerk). ZIERIKZEE - De Sint Lievensmonstertoren van Zierikzee is niet alleen dik zodat zij dikwijls Dikke toren wordt genoemd maar zij is ook ijzersterk. Zware blokken natuursteen en zware eiken balken hielden het hoog oprijzende bouw werk dat onafgemaakt bleef eeuwenlang in stand. Vele Zierikzeese generaties zijn als het ware aan de voet van de Sint Lievens Monster opgegroeid. Geen mens die er aan dacht dat de ze kolos uiteindelijk door weer en wind geteisterd, ooit ten onder zou kunnen gaan. Bij de torenvoet kon het echter wel eens gevaarlijk zijn; nu en dan kwamen losge raakte stukken zandsteen naar be neden. Zoals de druppel de steen uitholt zo woelde het hemelwater in de loop der tijden het metsel werk hier en daar heel geleidelijk los. Over het .binnenwerk" be kommerde men zich in het geheel niet. Zelden werd het eeuwenoude houtwerk geïnspecteerd. Toch de den ook daar zeer kleine knaag dieren heel langzaam maar zeker hun verwoestend werk.... Doffe dreun Het was wel schrikken toen op een rustige zomeravond, om pre cies te zijn op 17 augustus 1911, de alom heersende stilte op wrede wijze werd verstoord door een enorme doffe dreun. Niet iedereen had onmiddellijk door wat er aan aan de hand was. Een dichte stof wolk op de begane grond van de Dikke toren onthulde dat een deel van de zeer zware constructie naar beneden was gestort. Het bleek een der kolossale balken te zijn binnen de torenbeppaking, die er omstreeks het jaar 1500 was ge legd. De zeer „gewichtige" balk nam in haar val ook nog een tweede exemplaar mee! De slag werd tot in wijde omtrek gehoord. Het is opmerkelijk dat het bij deze ravage niet om de oudste to- renbalken ging maar in feite om de jongste. In 1454 was men met de torenbouw begonnen. Gezien de omvang van het reusachtige kar wei vorderde men slechts zeer lang-zaam. Bijna alle materialen moesten van elders worden aange voerd: de verschillende soorten natuursteen uit Vlaanderen en Duitsland; het hout voor een ge deelte ook uit Duitsland. Het be hoefde aldaar niet te worden opge haald Dordrecht bleek het „tussenstation" te zijn waar men uit Zierikzee het een en ander in kocht, óók het hout. Dit laatste blijkt duidelijk uit een schrijven dat het stads bestuur van Zierikzee op 14 mei 1454 naar het stadsbestuur van Dordrecht verstuurde. Daarin werd meegedeeld dat men „om te fonderen eenen costeliken niewen toren een stuck westwaert van on- ser kerken tot Sinte Lievijns" een hoeveelheid beukenhout nodig had dat te Dordrecht was inge kocht. te doen copene bynnen uwer stede van Dordrecht"). De Zierikzeeënaars hoopten op Dordtse medewerking én bescher ming bij het transport dat per schouw zou plaats vinden. Zoals bekend was men pas na 1500 toe aan de torenbekroning. Het hier gebruikte hout werd dus meer dan een halve eeuw later gebruikt dan het te Dordrecht bestelde hout! Na het indicent met de zware balken in 1911 kwam de Sint Lie- venmonstertoren enkele jaren la ter (in 1916) opnieuw in het nieuws. Enkele vindingrijke per sonen waren nl. op de originele ge dachte komen om de Dikke toren tot watertoren om te bouwen. Hoewel Monumentenzorg geen be zwaar bleek te hebben duurde het nog tien jaar eer deze plannen vas te vorm kregen; het stuitte echter af op het feit dat bij deskundig on derzoek de fundering van de toren niet toereikend bleek te zijn... (Van Swigchem). Wiebe Keikes Chaos binnen de Dikke Toren te Zierikzee na de val van enkele eeuwenoude balken in 1911. BRUINISSE - Er zijn veel koude winters geweest. Dat leert de geschiedenis en de temperaturen staan opgete kend in De Bilt. Ieder jaar komen er wel berichten in de krant, die een koude winter voorspellen. En vaak klopt er niet veel van. Enkele jaren voor de Tweede Wereldoor log verscheen het boek De Barre winter van '90. Daar mee werd 1890 bedoeld en dat Bruinisse alle reden had om dit in de annalen vast te leggen blijkt uit het volgen de verhaal. Zij die de winter van 1890 bewust hebben meegemaakt zijn natuurlijk allen overleden, maar de genoemde verhalen kennen de zestig tot negen tigjarigen nog wel, omdat ze werden verteld door vader of grootvader. Twee oorzaken zullen ertoe hebben geleid, dat de winter van 1890 zo lang in het geheugen bleef als een bijzon-' dere gebeurtenis. In de eerste plaats de armoede. Er was weinig tot niets te verdienen in de lange tijd, die de winter duurde (acht weken!). De winter begon op 25 november en de dooi trad pas in op 24 januari 1891. Veel over wat in die acht weken voor viel is verteld door J. C. Roth, die de ouderen zich nog herin neren als de kapitein van de RTM- schepen, die 65 jaar de verbinding on derhielden tussen Schouwen-Duive land en Anna Jacobapolder en Nu- mansdorp-haven Knechtje Roth, die op Anna Jacobapolder woonde (later op Zijpe) was in die da gen knechtje bij de Veerman Pland soen op Anna Jacobapolder, die naast de veerdienst ook een café-wachtlo kaal hield. Hannes Roth verdiende toen vijftig cent per week, boven de kost. Als veertienjarige maakte hij als eerste de tocht over het Zijpe, want dat was het wat de winter van 1890 zo bijzonder maakte voor dit ge bied. Barre ijskoude in Bruinisse. (Gemeente-archief). 90/340/B. In de sigarenwinkel van Arij Arnold op de Mol - A. 304 rook het vroeger altijd zo lekker naar tabak, sigaren en andere rookartike len. Dat wist een geboren en getogen maar natuurlijk hoog bejaarde Zierikzeeënaar ons te vertellen toen we hem bovenstaande stemmige oude foto lieten zien. Natuurlijk is deze mooie oude winkel al lang uit het stadsbeeld verdwenen en het pand maakt tegenwoordig deel uit van Deurloo Mode aan de Mol, no. 5. In vroeger jaren bestond dit pand uit twee gedeelten want rechts van de sigarenwinkel van voorheen de Weduwe J. J. v. d. Panne bevond zich de kledingzaak van E. Kohschul- te. Later werd de sigarenwinkel - maar inmiddels omgezet in lunch room In den Eenhoorn bij het modehuis getrokken en was het knusse pand verleden tijd geworden. De familie Arnold De familienaam Arnold is waarschijnlijk van Vlaamse oorsprong, maar vroeger woonden er toch nogal wat van deze naamdragers in Zie rikzee. In de vorige eeuw woóntiè in Brouwershaven Johannes Theodo- rus Arnold, die op 13 november 1845 in deze smalstad geboren werd. Bij was gehuwd met Heintje de Haan uitAlblasserdam. Later duikt hij in Zierikzee op want deze Johannes Theodorus zien we als slager op de Melkmarkt B.98 en het gezin telde negen kinderen, waarvan twee zo nen vrij jong overleden. Arij Arnold Thzn., die later op de Mol woonde had aan het begin van déze eeuw een sigarenhandel op Dam B.359. Hij was volgens een advertentie in de ,,Gids voor Zierikzee Omstreken" uit die tijd gespecialiseerd in Egyptische, Russische- en Turkse sigaret ten. Deze Arij Arnold Thzn., werd op 4 september 1876 te Zierikzee ge boren en huwde aldaar met Geertruida Catharina Buijze. Zij was op 24 augustus 1879 te Zierikzee geboren en overleed alhier op 24 maart 1935 op vijfenvijftig jarige leeftijd. We zien deze mevrouw Amold-Buijze rechts op de stoep bij de deuropening van het fraaie winkelpand staan. Op haar arm zit haar dochtertje Hendrika, die op 30 september 1913 te Zierikzee geboren werd en later in het huwelijk trad met Jacobus Slegt. Het meisje links op de stoep met een pop op haar arm en zwarte kousjes aan, is dochter Hubrina Tona Cornelia. Zij werd op 10 januari 1912 in Zierikzee geboren. Aangezien deze foto bij benadering uit 1916 dateert, zal het meisje zo'n jaar of vier oud zijn geweest toen de foto graaf naar de Mol was gekomen. Zij werd later samen met Betsy Tuin der - de tegenwoordige mevrouw E. Wansink-Tuinder uit de Mu- lockstraat, verkoopster bij modehuis ,,De Nijverheid" op de Dam. In 1935 verliet zij onze stad en vestigde zich in Bergen op Zoom. De jongen met de armen over elkaar, een grote maat pet op zijn hoofd en een keu rige kniebroek aan en leunend tegen de winkelpui is de neef van de twee afgebeelde meisjes. Om precies te zijn is het Johannes Theodorus Arnold, geboren te Zie rikzee op 16 december 1900 en een zoon van Michiel Josephus Arnold. Deze was gehuwd met Neeltje Gloude en van beroep veehandelaar. De ze familie vertrok op 23 april 1925 uit Zierikzee naar Rotterdam. Rest nog het jongetje op het leuke drie-wieler-fietsje. Wel, dat is het broertje van de twee meisjes Hubrina en Hendrika. Johannes Theodo- ris was zijn naam. Hij was dus het zoontje van Arij Arnold Thzn. en Geertruida Catharina Buijze en werd op 22 juni 1909 geboren. Maar het ventje overleed reeds op 3 februari 1918, dus nog niet eens negen jaar oud. De familie was daar natuurlijk nogal erg verdrietig om maar ruim een jaar later liet de zon zich toch weer van haar goede kant zien en werd op 21 februari 1919 in het gezin opnieuw een zoontje geboren. Hij kreeg precies dezelfde namen als het overleden broertje en wel Johan nes Theodoris, die zijn geboorteplaats in 1938 verwisselde met Vlissin- gen. Tegenwoordig woont hij in Rijswijk - Zuid-Holland - en deze Theo Arnold is een opgewekt en aardig mens geworden. Dezer dagen stond hij als 71-jarige cjeboren oud-Zierikzeeënaar zo maar ineens voor onze neus en ook het Zeeuws was hij zeker nog niet verleerd. Hij bracht deze bijzonder aardige foto voor ons mee met het verzoek om deze ter gele gener tijd eens aan de lezers van de Zierikzeesche Nieuwsbode te laten zien en zo is het dan gekomen. Correspondentie over deze rubriek: Cor Pols, Postbus 30, 4300 AA Zierikzee. Tel. (01110) 12754.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1990 | | pagina 5