Zomertijd levert in Nederland
geen enkele discussie meer op
Molens, monumenten die tijd
overleven op peperdure wijze
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Zaterdag 29 september 1990 Nr. 24821
19
Hoge restauratiekosten om stuk geschiedenis te behouden
De deskundigen weten niet wanneer in Zeeland de eer
ste molen draaide. De oudst bekende windmolen op
Neerland's grondgebied dateert van 1240. Die stond in
het Limburgse Meruin ten zuiden van Roermond. In Zee
land wordt in 1314 voor het eerst een windmolen in Hulst
genoemd. Op Schouwen-Duiveland gaan de archieven
verder. Molens, monumenten die hun tijd hebben over
leefd en door de vele honderdduizenden guldens restau-
ratiegeld actueler dan ooit zijn. Ook op Schouwen-
Duiveland.
1.
f
4.-
De Lelie in Eikerzee viel behoorlijk veel duurder uit.
De molen anno 1990 heeft eerder
een monumentale dan economische
functie. Dat was in het verleden wel
andei's. Deze werktuigen waren be
langrijke steunpilaren van de econo
mie. Ze maalden graan, zaagden
hout, pelden gort of hielden de pol
ders droog. In Zeeland zijn er mo
menteel nog maar enkele korenmo
lens in gebruik.
Toch zijn er steeds meer buiten be
drijf zijnde molens die door toedoen
van een enthousiaste molenaar weer
draaien. Ook ontstaat er steeds meer
belangstelling voor de molen en voor
het meel, dat op ambachtelijke en mi
lieuvriendelijke wijze gemalen
wordt. Het aantal werkende molens
kan hierdoor nog toenemen en dat tot
vreugde van de in 1975 opgerichte
Vereniging de Zeeuwse Molen, ver
eniging tot behoud van molens in
Zeeland.
Standaerd
Het oudste type windmolen in deze
streek is ongetwijfeld de standaerd -
molen. waarvan de kast met hierin de
maalinrichting rond de standaerd
kan draaien. In Zeeland staan ze in
Sint Annaland, Retranchement,
Kloosterzande en Kruiningen. De
overige houten achtkanten en ronde
stenen molens zijn bovenkruiers die
door middel van het zogenaamde
staartwerk op de wind gezet kunnen
worden.
Soms gaan de wieken langs de
grond; men spreekt dan van grond-
zeilers. Beltmolens herkent men aan
de berg aarde waarin de molen is ge
plaatst. Men vindt deze hoofdzake
lijk in Zeeuws Vlaanderen. Als er
een houten omloop is aangebracht
spreekt men van stellingmolens.
In de Zierikzeesche Nieuwsbode
van 23 februari schreef de toenmalige
stadsarchivaris P. van Beveren een
artikel genaamd Van molens en mole
naars te Zierikzee. Hij vermeldde dat
de oudste Zierikzeese molen zonde;:
twijfel de grafelijke korenmolen-
was. Naar deze molen is nog altijd dé
straat Watermolen genoemd. Graaf
Willem 1 gaf in 1220 ter gelegenheid
van zijn tweede huwelijk met Mari'é
van Brabant, de molen aan haar als
bruidsgeschenk.
Gelet op de plaats en de naam lsan"
Molen Den Haas is met ruim zes ton behouden gebleven
volgens Van Beveren worden aange
nomen, dat deze molen een ebmolen
is geweest, die werd gevoed door het
zeewater dat via de Oude en de
Schuithaven bij vloed werd verza
meld in een groot reservoir, de pit.
Bij eb bracht het water de korenmo
len in beweging, waarna het water
langs dezelfde weg weer een uitweg
zocht naar de Gouwe. Deze molen
werd omstreeks 1527 en 1528 geheel
vernieuwd. Gelukkig is ook van het
gilde-archief nog wat bewaard geble
ven en Van Beveren vond het interes
sant om eens in het Sint Victors- of
molenaarsgilde te kijken. Het oudste
stuk is een Schepenbrief van 5 april
1479, waarin wordt vermeld dat de
priester Jan Jan Leinszoon een erfe
lijke rente aan dit gilde verpachtte.
In het Zeeuws Magazine van janua
ri 1978 schrijft J. Schot Bwz. uit Zie
rikzee, dat in de keurboeken van Zie
rikzee, in de jaren 1429, 1466 en 1485
het een en ander over molens staat
vermeld. In alle drie vindt men een
verbod dat molenaars of hun vrou
wen niet meer koren op de markt mo
gen kopen dan voor hun gezin nodig
is. Ook was verplicht gesteld, dat mo
lenaars met uitzondering van de wa
termolenaar poorter moesten zijn. In
het keurboek van 1485 wordt verbo
den dat karren van molenaars op za
terdag (marktdag) zullen staan van
de ,,Sint Janstrate tot den hoogen
hoek van Sint Jacobsslop" en wordt
voorgeschreven dat iedere molenaar
op zijn korenmolen een schaal moet
hebben om het koren te wegen voor
het gemalen wordt als iemand dat
wil en het meel weer te wegen als het
afgeleverd werd.
Schatting
Zierikzee was ongetwijfeld rijk
aan molens een voorzichtige schat
ting van Van Beveren laat zien, dat ei
rond de zeventiende eeuw zeker zo'n
vijftien molens waren. Dat waren
niet alleen koren- en boekweitmo
lens, maar ook pel-, zaag- en oliemo
lens. De meeste molens zijn verdwe
nen in de achttiende eeuw en vast
staat dat er in 1814 nog slechts vijf
waren. Ongetwijfeld heeft de stad
vroeger wel een zeer levendig silhou
et gehad, maar de vooruitgang van de
tijd heeft ook hier zeer veel verande
ring gebracht", aldus de archivaris
indertijd.
In de gehele provincie Zeeland
staan nog 76 molens, waarvan er elf
óp Schouwen-Duiveland te vinden
zijn. Een deel daarvan is wegens ou
derdom niet meer in gebruik. Res
tauratie is in de meeste gevallen pe
perduur. Zo heeft de restauratie van
Molen den Haas in Zierikzee in 1986
620.000 gulden gekost. De aan-
schafsprijs was 60.000 gulden.
Zoals met andere monumenten
plaatst de restauratie van een molen
gemeentebesturen vaak voor verras
singen. De restauratie van Den Haas
bijvoorbeeld had 465.000 gulden moe
ten kosten, het werd 620.000 gulden
en steeds heeft de gemeenteraad on
der het mom van is rot, maar 't
mot" extra geld beschikbaar gesteld.
En dat zal bij de restauratie van ve
le molens het geval zijn. Restauraties
vallen per definitie hoger uit. Dat is
in juni van dit jaar weer gebleken
met molen de Lelie in Eikerzee. De
gemeente dacht aan 126.000 gulden
voldoende te hebben, maar inmiddels
kan er 325.000 gulden op tafel gelegd
worden. Maar ja, daarmee leg je wel
een uniek stuk tijd vast voor het na
geslacht.
- -
3k'
„Een paar brieven per jaar en dat is het weV'
„Een paar brieven per jaar en dat is het wel." De heer Bakker, ambtenaar op de afde
ling Energie van het ministerie van economische zaken, heeft er zeker geen dagtaak
aan. Losjes bladert hij dan ook door het bescheiden en enigszins beduimelde dossier
waar met forse viltstiftletters Zomertijd op geschreven staat. Het is bijgehouden sinds
1977, toen Nederland voor het eerst massaal de klok een uur vooruit zette om over te
gaan op een toen veelbesproken fenomeen: de zomer- en de wintertijd. Dit weekeinde
is het ook weer zo ver. Dan moet de klok inmiddels voor de 28ste keer worden
verzet.
Discussie^, worden er in Nederland
over deze operatie nauwelijks meer
gevoerd. ,,En waarom ook", vraagf
Bakker zich af. ,,De meeste mensen
vinden het prettig dat het 's zomers
een uurtje langer licht is en dat je
daarmee tegelijkertijd energie
bespaart, is mooi meegenomen. Pro
blemen doen zich daarbij nauwelijks
meer voor."
Wie rond het midden van de jaren
'70 het idee van de zomer- en winter
tijd heeft geïntroduceerd, kan Bak
ker uit het stapeltje paperassen niet
meer achterhalen. ,,Zo te zien was
men er in Frankrijk het eerst mee",
■aldus Bakker. ,,De Fransen zijn er
een of twee jaar eerder mee begonnen
dan wij, op de voet gevolgd door de
Italianen. Inmiddels geldt de zomer
en wintertijd in vrijwel alle Europe
se landen, van Ierland tot aan de Oer
al en van Noorwegen tot Grieken
land. Alleen IJsland doet nog steeds
niet mee."
Directe aanleiding voor de intro
ductie van de zomer- en wintertijd
was destijds de eerste olie-crisis in de
internationale economie. Een Arabi
sche olieboycot in verband met een in
1973 uitgebroken oorlog tussen Israel
en zijn Arabische buren drukte een
groot deel van de West-Europese lan
den met de neus op het probleem van
hun alsmaar groeiend energie-ver
bruik. In Nederland kondigde de
toenmalige premier Den Uyl (,,het
wordt nooit meer zo als vroeger") de
autoloze zondagen aan en verzocht de
toenmalige minister van economi
sche zaken het volk de gordijnen wat
vroeger te sluiten. Toen werd er ook
voor het eerst serieus over de invoe
ring van de zomer- en de wintertijd
gepraat.
Argument
Energiebesparing geldt nog
steeds als het belangrijkse argu
ment", aldus Bakker. Indrukwek
kend zijn die besparingen overigens
niet. In 1986 werden de besparingsre-
sultaten voor het laatst uitvoerig on
derzocht door de Vereniging van Ex
ploitanten van Elektriciteitsbedrij
ven in Nederland (VEEN). ,,Het gaat
dan om een besparing van ongeveer 1
procent van de gezamenlijke Neder
landse huishoudens. Bij het bedrijfs
leven is de besparing minimaal. Alles
bij elkaar kom je dan op een resultaat
van 0,3 procent. In geld uitgedrukt is
dat om en nabij de 50 miljoen gulden
per jaar."
In Frankrijk gaven die ook daar
nogal marginale resultaten ten aan
zien van de energiebesparing dit
voorjaar aanleiding tot een nader on
derzoek naar de voor- en nadelen van
de zomer- en wintertijd. Het socialis
tische parlementslid Royal leidde
een onderzoekscommissie en kwam
tot de conclusie dat het project vol
strekt was mislukt. Ze kreeg uit alle
delen van Frankrijk ruim 2000 brie
ven met klachten, variërend van ge
zondheidsproblemen bij vooral jon
ge kinderen tot volledig uit het lood
geslagen koeien die minstens een
maand nodig zou hebben om aan de
verschuivende melktijden te wen
nen.
„Ja, daar heb ik ook van gehoord,"
bevestigt Bakker, ,,maar daarna heb
ik er niets meer van vernomen. Vol
gens mij heeft dat onderzoek in
Frankrijk dan ook niet tot beleids
aanpassingen geleid en je mag er dus
vanuit gaan, dat het allemaal nogal
meeviel. Kijk, het energievraagstuk
los je natuurlijk niet op met die
zomer- en wintertijd, maar om nou te
zeggen dat er enorme nadelen aan zit
ten Nogmaals, in Nederland is ons
daar al geruime tijd niets meer van
gebleken."
Navraag leert al snel, dat Bakker
waarschijnlijk gelijk heeft. Bij het
Landbouwschap, waar eind jaren '70
inderdaad nog regelmatig door boe
ren werd geklaagd over onti'egelde
koeien en ongunstige verschuivende
werktijden (dauw houdt zich bijvoor
beeld niet aan de zomertijd, zodat de
agrariërs 's avonds langer moeten
werken), wordt tegenwoordig zelden
nog iets negatiefs over de zomer- en
wintertijd vernomen. ,,Men heeft in
middels zoveel ervaring met het feno
meen opgedaan, dat de noodzakelijke
aanpassingen in de organisatie van
het werk gladjes verlopen", aldus een
woordvoerder. Volgens ons is het
geen probleem meer."
Ook de Leidse fysioloog prof. dr. W.
J. Rietveld, gespecialiseerd in het
bio-ritme van volwassenen en kinde
ren, acht de resultaten van het Fran
se onderzoek „zwaar overdreven."
„Het bio-ritme van de mens verschilt
enigszins van dat van dieren," legt
hij uit. „Dieren reageren alleen op
licht en donker en hebben dus geen
problemen. Bij mensen ligt dat an
ders. Daar spelen ook allerlei
sociale-culturele signalen een be
langrijke rol. Die corrigeren als het
ware de impulsen van licht en don
ker. Die aanpassing vraagt wel enige
tijd. Globaal kun je zeggen, dat een
tijdsverschil van een uur, zoals die
bij de overgang van zomer- naar win
tertijd en vice versa aan de orde is,
de mens ongeveer een dag aanpas-
singstijd kost."
„Bij jonge kinderen, die nog niet
zoveel sociaal-culturele signalen on
dergaan, duurt die aanpassing onge
veer twee keer zo lang. Twee dagen
dus. Ze kunnen dan wat slaperiger
zijn dan anders, maar om nou te zeg
gen, dat dat een probleem is, gaat
veel te ver. Op zaken als gezondheid
of onderwijs- en andere prestaties
heeft het volgens mij geen enkele in
vloed. Een vlucht naar de Verenigde
Staten (tijdsverschil minimaal zes
uur) is aanzienlijk ingrijpender,"
Bakkers veronderstelling dat Ne
derlanders het gegoochel met de
klokken betrekkelijk gelaten over
zich heen laten komen, wordt niet al
leen bevestigd door het vrijwel ont
breken van klachten. Ook in de hore
ca, een bedrijfstak die naar eigen
zeggen „in ieder geval geen nadeel"
van de zomer- en wintertijd onder
vindt, staat men slechts zelden stil
hij de omvang van de voordelen. „We
hebben het nooit onderzocht," aldus
een woordvoerder van het bedrijfs-
schap horeca. „Maar de voordelen
voor onze bedrijfstak liggen nogal
voor de band. Met name terras-ex
ploitanten zullen er ongetwijfeld
baat bij hebben. Maar zoals gezegd,
echt onderzocht hebben we het
nooit."
Zelfs op een in principe zo gevoelig
terrein als de Nederlandse arbeids
verhoudingen levert de zomer- en
wintertijd geen noemenswaardige
problemen op. Zowel in de gezond
heidszorg als in de industrie, waar
toch een groot aantal mensen in de
nachtdienst werkt en dus tegen een
uur extra (of een uur minder) werk
aan kunnen lopen, worden de emolu
menten over het algemeen in der min
ne geregeld. Noch bij de Abva/Kabo
noch bij de Industriebond FNV heb
ben de betreffende woordvoerders
ooit iets van onoplosbare conflicten
gemerkt.
„Tsja, eigenlijk is voor ons de afge
lopen jaren alleen de vraag naar de
harmonisatie van de zomer- en de
wintertijd met andere Europese lan
den aan de orde geweest. Dat lijkt nu
zo goed als helemaal voor elkaar," be
sluit EZ-ambtenaar Bakker daarom
zijn voordracht uit het dossier. „Vrij
wel alle Europese landen doen nu
mee aan de afspraak, dal dc zomer
tijd ingaat op de laatste zondag van
maart en dat de wintertijd vervol
gens begint op de laatste zondag van
september. Alleen dc Britten hebben
nog steeds een eigen systeem. Die be
ginnen wel gelijk met de rest aan de
zomertijd maar houden dat vervol
gens een maand langer vol. Daar be
gint de wintertijd pas op de laatste
zondag van oktober."
Rest dus alleen de twee keer per
jaar terugkerende vraag, of men in de
nacht dat officieel de wijzers van alle
klokken en wekkers moeten worden
verzet een uurtje langer dan wel kor
ter kan slapen. De wijzers moeten de
ze keer, het einde van de zomertijd,
zaterdagnacht om 03.00 uur een uur
terug worden gezet. De langslapers
kunnen dit weekeinde dus gerust
zijn.