„Een beetje kameleon moet je wel zijn als gemeentesecretaris" Gemeentesecretaris B. de Groot zwaait af na ruim veertig dienstjaren in Bruinisse 'Je moet weten dat je niet alles kunt weten ''Als je niet kunt delegeren ben je een ongelukkig mens i ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag i# augustus I90ü Nr. 24792 5 BRUINISSE - Toen hij in 1959 zijn zo felbegeerde benoeming tot gemeente secretaris van Bruinisse in zijn zak had was hij met zijn 27 jaar één van de jongste mensen in Nederland die dat ambt mocht bekleden. Zelf zegt hij dat het destijds geen bewuste keus is geweest voor een bestuurlijke loopbaan. „Toen ik achttien was wist ik niet wat ik wilde". Nu hij terugkijkt is er voor hem maar één conclusie: „Ik zou het zo weer opnieuw doen". Gemeentesecretaris Bas de Groot neemt per 1 oktober na ruim veertig dienstjaren afscheid van het ambt van gemeente secretaris van Bruinisse. Een ambt waarin men politiek onzijdig dient te zijn en dat is één van de dingen waar De Groot soms best wat moeite heeft gehad. „Je moet als gemeentesecretaris een beetje een kameleon zijn", aldus de scheidende gemeentesecretaris. De Groot werd 58 jaar geleden geboren als de vierde zoon van een veehouder uit Nieuwerkerk aan de Ijssel. Een vak dat De Groot ook wel uit had willen oefenen. ,,Maar ik was de vierde in de rij en ik electriciën leek mij op dat moment ook wel een mooi vak". Zover is het echter nooit gekomen. Nadat hij de Mulo met goed gevolg doorlopen had kwam hij via benmiddeling van de boekhouder die de boeken van het bedrijf van pa De Groot beheerde bij de gemeente te werken. Als volontair. „Het eerste half jaar werkte je onbezoldigd. En dat was nog niet zo slecht want een paar jaar daarvoor moest je leergeld betalen om bij de gemeente te mogen werken". Nadat hij een half jaar gratis zijn beste beentje voor had gezet voor de gemeente kreeg De Groot een salaris van 25 gulden per maand aangeboden. Op zich voor die tijd nog niet zo'n slechte beloning. „Maar je was gewoon een soort krullenjongen bij de gemeente, Je moest al het werk doen waar anderen op neerkeken", aldus De Groot. Hij toonde echter"- al snel de wil om niet ten eeuwigen dage krullenjongen te blijven. Elke kans die hij kreeg om bij te leren om hogerop op te komen werd door de jonge en ambitieuse De Groot met beide handen aangegrepen. Als snel resulteerden die inspanningen via de funkties klerk en eerste klerk tot de benoeming tot adjunkt- commies. Toen kwam het moment waarop De Groot besloot zijn horizon te verleggen en van de gemeente Nieuwerkerk aan de Ijssel over te stappen naar de gemeente Bruinisse. In 1955 werd hij daar benoemd tot commies eerste amtenaar. „En dat was toen al een hele funktie hoor. Dan was je wat als je dat werk deed". Toch was voor De Groot het einddoel nog niet bereikt, al zou dat niet lang meer op zich laten wachten. „Het is altijd een soort droom van mij geweest om het secretariaat van een kleine gemeente te mogen beheren. Waarom? Ik weet het eigenlijk niet. Het zal wel iets met mijn middenstandersbloed te maken hebben". In 1959 werd De Groot benoemd tot gemeentesecretaris van Bruinisse. Hij was toen 27 jaar. „Ik weet niet, dat ging gewoon zo in die tijd. Je moest voor je dertigste jaar iets bereikt hebben", aldus De Groot. Hij steekt niet onder stoelen of banken dat het leven en werken in Bruinisse in plaats van in Nieuwerkerk aan de Ijssel voor hem een hele omschakeling betekende. „Mijn eerste indruk van Bruinisse? Het viel me allereerst op dat het in Bruinisse een nogal gesloten gemeenschap was". Het woord eigenzinnig of de omschrijving eigenwijs wordt nogal eens gebruikt om Bruenaars te kenschetsen. De Groot neemt die woorden liever niet in de mond. „Het viel mij op dat de mensen in Bruinisse erg zelfstandig waren en over het algemeen behoorlijk ontwikkeld. Ik vond ze hier toen voor op Zuid-Holland. Wel is het zo dat het tempo hier wat lager ligt dan in Zuid-Holland. In Bruinisse gaat het allemaal wat kalmer en rustiger toe". Then De Groot het ambt van gemeentesecretaris aanvaardde was het voor hem een allesbehalve rustige tijd. „Kort nadat ik gemeentesecretaris werd begon men aan de uitvoering van het Deltaplan. Dat speelde toen al". Ongeveer tezelfdertijd werd een begin gemaakt met de bouw van de Zeelandbrug en de aanleg van de Grevelingendam bij Bruinisse. En dat bracht voor de gemeente, en dus ook voor De Groot, het nodige werk met zich mee. „In feite itfas het toen een tijd van zich aneenschakelende prima dat de derde fase van het project, waarin nog een fors aantal zomerwoningen zouden worden gebouwd, mede onder druk van natuurbeschermingsorganisaties nooit is uitgevoerd. In plaats daarvan mag Bruinisse zich nu beroemen op de aanwezigheid in de directe omgeving van een 18-holes golfcourse. „Dat is een afronding van Aquadelta waar we denk ik heel gelukkig mee moeten zijn", aldus De Groot. Maar voor het allemaal zover was stroomde er heel wat water door de Grevelingen en waren er heel wat onderhandelingen en discussies gevoerd. De Groot voelde zich inmiddels in Bruinisse als een vis in het water. „Wat mij vooral aanspreekt in een kleine gemeente als Bruinisse zijn de korte lijnen. Je hebt als gemeente rechtstreeks contact met de bevolking". De conclusie van burgemeester A. Vogelaar van Bruinisse injzijn installatierede dat kleinere gemeenten vaak meer daadkracht bezitten dan grotere gemeenten onderschrijft De Groot van harte. „En wat ook erg prettig is van het werken bij een kleine gemeente is dat je beloond wordt voor je persoonlijke inzet", aldus De Groot. Als voorbeeld noemt hij de voldoening die het geeft als je als burgemeester of gemeentesecretaris achter een overheidssubsidie aanzit en er tenslotte in slaagt deze in de wacht te slepen. Uiteraard heeft de medaille een keerzijde. Als je iets goed doet in Bruinisse laat men dat merken maar men steekt het ook niet onder stoelen of banken als men vindt dat je gefaald hebt of tekort geschoten bent. „In het begin was ik heel gevoelig voor kritiek, maar dat is er in de loop der jaren wat afgesleten", aldus De Groot. „Je moet tegen kritiek kunnen. Dat moet je weten te vertalen". In de veertig jaar dat De Groot het ambt van gemeentesecretaris in Bruinisse uitgeoefend heeft is er heel wat veranderd in het bestuurlijkewereldje. „Ik heb geworden. Als je als gemeentesecretaris je vakliteratuur niet goed bijhoudt kun je er wel mee ophouden. Je moet steeds bij blijven leren. Vooral op administratief gebied is er in die veertig jaar meer veranderd dan in de eeuw ervoor", aldus De Groot. „Ik weet nog dat de klerken in Nieuwerkerk aan de Ijssel met een kroontjespen schreven en nu stop je alles in de computer". heb meegemaakt", aldus De Groot. Net als bij zijn 25-jarig ambtsjubileum zit hij ook nu wat aan te hikken tegen zijn afscheid dat gepland staat voor 20 september. „Maar ik ben ijdel genoeg om het leuk te vinden dat mijn werkgever er aandacht aan besteedt". Tfeksl: Piet Kleemans Foto: Joop van Houdt uitdagingen", aldus De Groot. Hij doelt met die opmerking op het feit dat door de aanleg van de Grevelingendam de mossel- en oestervisserij van Bruinisse ernstig gevaar leek te lopen. En wat zou Bruinisse zijn zonder mossel- en oestervissers? Men stak de koppen bij elkaar en onder de titel 'Een nieuwe basis voor Bruinisse' zag een gemeentelijke toekomstvisie het levenslicht. In dat plan werd de basis gelegd voor de recreatieve ontwikkeling van het oude vissersdorp en werd een aanzet gegeven tot het aantrekken van industriën en ondernemingen. De resultaten lieten niet lang op zich wachten. Eén van de eerste grootschalige recreatieprojecten in Nederland streek neer in Bruinisse: Aquadelta. In het begin door velen verguisd, maar later geaccepteerd en gewaardeerd. „Uit een oogpunt van natuurbescherming was Aquadelta op dat moment zeker bedreigend", stelt De Groot,. Achteraf is het wat hem betreft Vaak wordt gesproken over de goede oude tijd maar in het geval van De Groot is het een tijd waar hij niet meer naar terug verlangt. „Vroeger werd bij een gemeente veel meer nadruk gelegd op het formele. Je stond als ambtenaar als het ware, een stukje boven de burger. Als ik nog denk aan de stijl van de brieven die dan naar burgers verstuurd werden dan schaam ik me daar gewoon voor. Vaak waren ze bepaald onvriendelijk van toon". Ook wat dat betreft is er veel veranderd en in de visie van De Groot in positieve zin. „Je zegt nu als bestuurder nooit zonder meer nee tegen een burger. Je komt altijd met een alternatief. De burger is gelukkig ook veel mondiger geworden en de rechtsbescherming van de burger is ook een stuk beter geworden. Natuurlijk wordt daar ook wel misbruik van gemaakt maar ik zou toch niet graag terug willen naar die oude stijl". Op de vraag welke eigenschappen en goede gemeentesecretaris moet hebben komt een frons ten antwoord. De Groot draait zijn pen een paar keer om in zijn handen alvorens hij antwoord geeft. „Ik denk dat je in de eerste plaats goed moet kunnen luisteren, zowel naar je ambtenaren als naar de burger. Op de tweede plaats moet je politiek gezien grijs zijn. Je mag als gemeentesecretaris niet politiek bezig zijn". De Groot verheelt niet dat het hem soms moeite heeft gekost om zich bijvoorbeeld tijdens een gemeenteraadsvergadering buiten de discussies te houden. „Als gemeentesecretaris wordt van je verwacht dat je solidair bent met het heersende bestuur. Dat gaat goed zolang je maar elke politieke mening respecteert. Het belangrijkste wat dat betreft is denk ik de manier waarop je met mensen omgaat. Luisteren en zwijgen zijn voorwaarden". De gemeentesecretaris wordt vaak omschreven als de spil waar een gemeente om draait. De Groot: „Burgemeester Hokke vergeleek een gemeentesecretaris altijd met een vitaal onderdeel van een machine. Je ziet het niet maar het moet er wel zijn want anders valt de'machine stil". De scheidende gemeentesecretaris tekent daar onmiddellijk bij aan dat een gemeentesecretaris niets kan beginnen als hij geen goed team van ambtenaren achter zich heeft staan. ,Als je niet kunt delegeren ben je als gemeentesecretaris een ongelukkig mens", stelt De Groot. De Bruse ambtenaren kenschetst hij als 'een heel goede ploeg. „Het leuke vind ik dat ik altijd tussen <Je jeugd heb gezeten als gemeentesecretaris. Ik heb dat altijd als heel vruchtbaar ervaren. Je krijgt veel tegenspel van die jonge mensen en dat heb je nodig want anders loop je onherroepelijk vast". Op de vraag wat in zijn veertig jarige loopbaan het hoogtepunt was antwoordt De Groot na enig nadenken: „Mijn 25-jarig ambts jubileum".- Hij herinnert zich nog lévendig dat hij er aanvankelijk een beetje tegenop zag. „Maar het is een hele leuke happening geworden en dan doet het je toch goed als ook de burgers laten merken dat ze je waarderen". In vroeger tijden werd volgens De Groot van een gemeentesecretaris verwacht dat hij op alles een antwoord wist. „Ik heb geleerd dat je moet weten dat je niet alles kunt weten". Niet alles, maar wel veel. „Vroeger werd in de gemeenten nog niet met commissies gewerkt en dan moest je als gemeentesecretaris tijdens gemeenreraadsvergaderingen nogal eens tekst en uitleg geven. Dat is nu anders. Je staat nu meer op de achtergrond als gemeentesecretaris". Niet altijd overigens. Soms wordt, tegen wil en dank, ook weieens een gemeentesecretaris onder de loupe gelegd. De Groot heeft het aan den lijve meegemaakt. Naast zijn ambt van gemeentesecretaris is hij ook al jarenlang voorzitter van de Christelijke Woningbouwvereniging en dan kan het gebeuren dat de belangen van de woningbouw vereniging andere zijn dan die van de gemeente. In een discussie tijdens een gemeenteraads vergadering werd, zonder namen te noemen, gesteld dat nevenfunkties niet mogen conflicteren met het functioneren binnen de gemeente. „Dat was niet leuk", stelt De Groot. Hij tekent daar meteen bij aan dat men in Bruinisse zeer vergevings gezind is. Als de kritiek, terecht of niet, eenmaal gespuid is wordt er verder ook geen halszaak meer van gemaakt. „Je mag hier fouten maken. Er is geen rancune achteraf", concludeert De Groot. Hij neemt dan ook toch wel met spijt in het hart afscheid van zijn zetel in het Bruse gemeentehuis. „Maar ik vind dat je niet moet wachten tot het niet meer gaat maar op moet stappen op een moment dat je het allemaal nog bij kunt benen. Die VUT-regeling is er en waarom zou je er dan geen gebruik van maken. Ik ben dankbaar dat ik dit allemaal heb kunnen doen", aldus De Groot. „Maar zonder het thuisfront had ik het nooit kunnen doen". Hij heeft daarbij ook in het achterhoofd dat hij het roer aan bekwame handen overgeeft. De Groot wordt opgevolgd door waarnemend gemeentesecretaris T. van Oostenbrugge. „En dat is één van de beste ambtenaren die ik hier weieens het idee dat het plaatselijk bestuur helemaal uit zijn bol is gegaan", stelt De Groot. Hij legt uit: „Van de wetten die er waren toen ik begon is vrijwel niets overgebleven. Alles is anders

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1990 | | pagina 5