'Ik ben zo lang gebleven omdat zich telkens weer wat nieuws voordeed' Mensen bekwamen zich via cursus tot milieu-educatief medewerker Werktuigkundige Dienst van Zijpe naar Vlissingen toe 4 Bijna tien deelnemers uit Schouwen-Duiveland BURGH-HAAMSTEDE - Bijna tien mensen uit Schou wen-Duiveland zijn bereid om zich via een kadercursus te bekwamen tot natuur- en milieu-educatief medewer ker. De gemeente Westerschouwen betaalt een gedeelte van het cursusgeld voor de mensen uit haar gemeente die aan de cursus deelnemen. Voorwaarde daarbij is dat de deelnemers zich na afloop van hun opleiding vrijwillig inzetten als natuurgids. De Lage Zoom te Haamstede is een van de natuurgebieden waar men zuinig op wil zijn. Dat kan onder andere door het uit zetten van tochten, het deelnemen aan de milieukaravaan, het verzor gen van rondleidingen, het organise ren van tentoonstellingen en het hou den van lezingen over de natuur. Anderhalf jaar De kadercursus voor natuur- en milieu-educatieve medewerkers duurt anderhalf jaar en wordt geor ganiseerd de Koninklijke Nederland se Natuurhistorische Vereniging (KNNV) en het Instituut voor Na tuurbeschermingseducatie (IVN). De cursus die begin deze week van start ging vindt plaats in Goes. Er doen 29 mensen aan mee waarvan een derde deel afkomstig is van Schouwen- Duiveland. De deelnemers wordt kennis bijge bracht over de flora en fauna op Schouwen-Duiveland en Zuid- Beveland in relatie tot het milieu en de milieuproblematiek. Ook worden de cursisten geoefend in het over brengen van deze kennis naar het pu bliek. Het initiatief kwam op gang omdat op de Bevelanden en Schouwen- Duiveland nauwelijks natuurgidsen actief zijn. Door gebrek aan vrijwilli gers moeten de enkele mensen die zich nu met dit werk bezig houden daar erg veel tijd in steken. Door de vrijwillige inzet van de cursisten hoopt men deze druk straks te kun nen verminderen. De cursus sluit ook aan op het pro vinciaal beleid voor de komende tien jaar waarin behoud en versterking van het milieu een hoofddoelstelling is. Hierbij wordt vooral de nadruk gelegd op verbetering van natuur- en milieu-voorlichting naar het publiek toe. In de uitwerking van het beleid wordt daarom aanbevolen een korps natuurgidsen op te richten. Beroeps krachten en vrijwilligers die zich be zighouden met voorlichting, beheer en controle van de waardevolle na tuurgebieden. De provinciale plannen op termijn worden reeds ingevuld en beconcreti- seerd doordat de Koninklijke Neder landse Natuurhistorische Vereniging samen met het Instituut voor Na tuurbeschermingseducatie thans zijn begonnen het potentieel aan na tuurgidsen te vergroten. Uit een dis cussie in de Westerschouwse gemeen teraad bleek dat sommige raadsle den het instellen van natuurgidsen zien als een mogelijkheid van propa ganda en promotie voor een bepaalde streek. Natuurbeschermers zien het instellen van een korps natuurgidsen eerder als een verdedigingsmethode om bepaalde natuurgebieden niet in zijn geheel prijs te geven aan het toe risme. J. H. Stoutjesdijk neemt na 17 jaar afscheid als directeur Federatie Maatschappelijke Dienstverlening ZIERIKZEE - Zeventien jaar was J. H. Stoutjesdijk uit Oosterland werkzaam als di recteur van de Federatie Maatschappelijke Dienstverlening Noord-Zeeland. De orga nisatie van waaruit gezinsverzorgsters en maatschappelijk werksters naar gezinnen of alleenstaanden gaan die hulp nodig hebben. Stoutjesdijk werd benoemd als de eerste directeur toen de Federatie in 1973 (in zijn eerste vorm) ontstond uit een fusie van de Gereformeerde en de Hervormde Stichting voor Maatschappelijke Dienstverlening. Van de vier beroepen die hij in zijn veertigjarige loopbaan uitoefende werd het de baan waar Stoutjesdijk het langste zou blijven. „Terwijl ik bij de Federatie werkte deed zich een paar keer de kans voor om iets anders te gaan doen. Ik heb dat niet ge daan omdat zich binnen de organisatie steeds weer veranderingen aandienden die een nieuwe uitdaging voor mij betekenden". Bijna 60 jaar geleden werd J. H. Stoutjesdijk geboren in Oosterland waar hij nog steeds woont. In tegen stelling tot die honkvastheid geeft het verloop van zijn carrière een zeer afwisselend beeld. Aansluitend op zijn militaire diensttijd werd de Oosterlander militair vlieger. Maar na vier jaar stapte hij 'vanuit de lucht' over naar het fruittelersbedrijf van zijn vader in Oosterland. Organisaties „Het feit dat je een zelfstandig be drijf had hield ook in dat je in allerlei organisaties zat. De provinciale afde ling Tuinbouw van de ZLM, het Land bouwschap, de Vereniging van Neder landse fruittelers". Daarnaast had Stoutjesdijk diverse functies in het maatschappelijk leven. Zo leverde hij als voorzitter van het bestuur van het Bruse bejaardenoord In 't Opper een belangrijke bijdrage aan het tot stand komen van deze voorziening. „Door al die nevenfuncties was het een druk leven. Ik kwam nauwelijks meer op het bedrijf". Mede omdat zijn beide zoons niet in het bedrijf kwamen werken, besloot Stoutjes dijk het fruitteeltbedrijf af te stoten toen zich de noodzaak voordeed om uit te breiden. „Die uitbreiding bete kende dat er meer personeel moest komen en dat het voor mij nog druk ker zou worden". In plaats daarvan reed Stoutjesdijk elke dag op en neer naar Rotterdam waar hij bij de ge meente een baan kreeg bij de afde ling voorlichting van de plantsoe nendienst. Twee jaar later verplaatste zijn werkterrein zich terug naar Schou wen-Duiveland. „Door die neven functies kende ik veel mensen. Men verzocht mij te solliciteren naar de baan van directeur van de Protestant se Stichting voor Maatschappelijke Dienstverlening. Een organisatie die toen juist was gevormd door de fusie van de Gereformeerde en de Her vormde Stichting voor Maatschappe lijke Dienstverlening". Geen ervaring „Ik kende noch de instelling, noch de baan omdat ik geen ervaring had met het maatschappelijk werk". Dat bleek voor het bestuur van de stich ting geen belemmering te zijn. In 1973 werd Stoutjesdijk benoemd als directeur. „Dat kwam omdat de baan vooral met organiseren te maken had. Voor het inhoudelijke gedeelte van het werk, de zorg bij de mensen thuis, waren deskundige mensen aan wezig". Stoutjesdijk rolde gelijk in de eer ste van de uitdagingen die zijn werk zou geven: Het samènvoegen van nog meer kleinere stichtingen voor maat schappelijk werk. „In 1975 kwam de Katholieke stichting erbij. Toen heette het de Interkerkelijke Stich ting voor Maatschappelijke Dienst verlening". Twee jaar later, toen ook het Welzijnsorgaan Tholen met de stichting fuseerde, kreeg de stichting zijn huidige naam: Federatie Maat schappelijke Dienstverlening Noord- Zeeland. Vanuit de Federatie werd vorig jaar door de afdeling gezinsverzorging hulp verleend in 1400 gezinnen. En vanuit de afdeling maatschappelijk werk in 600 gezinnen. Werk waarmee de ongeveer 400 gezinsverzorgsters en maatschappelijk werksters van de Federatie 350.000 uur bezig waren. Heel wat meer tijd dan in 1973 toen Stoutjesdijk zijn werkzaamheden als directeur begon. „Toen had de Fede ratie 200 mensen iri dienst en werd 125.000 uur hulp verleend". Vergrijzing Die groei werd veroorzaakt door dat het werkgebied werd uitgebreid met Tholen. Maar vooral door de toe nemende vergrijzing van de bevol king en het overheidsbeleid dat er op was gericht om die ouderen via aan vullende zorg thuis zo lang mogelijk zelfstandig te houden. Ook de aard van de werkzaamhe den van het Federatiepersoneel ver anderde in de loop van de jaren. „Vroeger was het vooral huishoude lijke hulp die we konden bieden, tus sen 8.00 en 18.00 uur. Nu is die hulp uitgegroeid tot een meer verzorgende taak. Het klaarmaken van het ont bijt, de mensen helpen met aankle den. En als het nodig is zijn onze me dewerkers ook inzetbaar op minder gangbare uren, zelfs 's nachts. Vroe ger moesten de mensen zich aanpas sen aan wat wij konden bieden. Nu is het net omgekeerd. Wij proberen als Federatie in te spelen op de behoefte die bestaat". Dat alles was het gevolg van een an dere uitdaging waarmee Stoutjesdijk in zijn werk te maken kreeg: De bud gettering en de bezuiniging die van- •uit het ministerie van WVC werd op gelegd. „Vroeger was het geld dat we van het ministerie kregen precies af gepast voor de diverse onderdelen van ons werk, een soort keurslijf. Nu krijgen we een totaalbudget dat we naar eigen inzicht kunnen verdelen. Ik wil het niet idealiseren hoor. We kunnen niet alles doen. Vooral niet omdat we in totaal minder geld krij gen. Maar we kunnen nu wel zelf na gaan waaraan de meeste behoefte be staat bij de mensen en daarop inspelen". Alarmeringssysteem Zo werd op initiatief van de Federa tie Maatschappelijke Dienstverle ning het alarmeringssysteem voor ouderen en gehandicapten opgezet en in Tholen een warme maaltijdvoor ziening. „Als die diensten er eenmaal zijn kunnen we daarvan ook weer ge bruik maken om onze medewerkers effectiever te laten werken. Vroeger bleef de gezinsverzorgster vaak een paar uur langer in een gezin om ook de maaltijd klaar te maken. Dat hoeft nu niet meer omdat gebruik ge maakt kan worden van een maaltijd voorziening". Stoutjesdijk heeft er altijd plezier in gehad om de Federatie op een zo danige manier te leiden dat de pres taties die de werknemers leveren zo optimaal mogelijk kunnen zijn. „En dat het personeel ook zelf plezier kan hebben in het werk. Want een goede sfeer is heel belangrijk". Zijn eigen werk bestond vooral uit het geven van de dagelijkse leiding, hef mede ontwikkelen van het beleid en het verzorgen van de in- en externe con tacten. „Mijn baan houdt in dat ik de zaak moet runnen. Ervoor zorgen dat het bedrijf goed loopt". Een baan waar Stoutjesdijk na 17 jaar mee stopt op een moment dat de onderhandelingen over een fusie van de Federatie met de kruisvereniging het Groene Kruis net weer terug in de ijskast zijn gezet. „Het werk van de wijkverpleging heeft grote raakvlak ken met dat van onze medeewerkers. Daarom zou het naar mijn mening een heel goede zaak zijn om beide in- f i WzW" rê&è Uk WM j. H. Stoutjesdijk. (Foto: Joop van Houdt). stellingen te fuseren. Wanneer die sa menwerking niet op vrijwillige wijze tot stand komt, wordt het over een poosje toch opgelegd door de over heid. Dat weet ik zeker. Het is de al gemene tendens en een politieke zaak". Goedlopend bedrijf Stoutjesdijk nam het besluit om met zijn werkzaamheden voor de Fe deratie te stoppen omdat hij er graag afscheid neemt op een moment dat hij nog goed functioneert. „Ik ga lie ver weg op een tijdstip dat ze me ei genlijk liever nog willen houden dan wanneer ze beginnen te denken: zou hij nog niet vertrekken. Ik vind het prettig om een goedlopend bedrijf achter te laten". Stoutjesdijk wordt opgevolgd door J. van der Veer uit Zierikzee die nu nog hoofd gezinsverzorging is bij de Federatie Maatschappelijke Dienst verlening. „Het is bij ons gewoonte dat de medewerkers binnen het eigen bedrijf de kans krijgen om te sollici teren wanneer er een functie vrij komt. Maar er wordt net zo goed ge let op capaciteiten als wanneer het iemand van buiten af is hoor". Op 9 maart wordt tijdens een besloten bij eenkomst in restaurant Mondragon te Zierikzee afscheid genomen van directeur Stoutjesdijk. BRUINISSE - Een gierende stormwind met slagregens zwiept door het Zijpe als we met Toon Jumelet praten over het overbrengen van de werkplaats Zijpe van Rijks waterstaat naar de Werktuigkundige Dienst in Vlissin gen. In het kader van de centralisatie brengt Waterstaat de werkplaats die 30 jaar op Zijpe was onder in Vlissin gen. Een overplaatsing ook van de vier vaste medewer kers die met pijn in het hart hun vertrouwde stek op moeten geven waar de meesten meer dan 25 jaar werk ten. Het lagedrukgebied dat de storm veroorzaakte is karakteristiek voor de gemoedstoestand van de medewer kers. Het lidmaatschap van de vak bond is opgezegd, het woord Dienst commissie (soort ondernemingsraad binnen RWS) is een vies woord gewor den. De kerstkaarten met de wens voor een gelukkig 1990 hangen nog schrijnend aan de muur. Verder bie den de werkplaats en het kantoor een troosteloze aanblik, leeg. De werk plaats Zijpe van Rijkswaterstaat wordt opgeheven. Gekant In een grootscheepse verhuizing zijn vorige en deze week alle appara tuur en werktuigen naar Vlissingen gebracht. Vijf arbeidsplaatsen (vier vaste en een inhuurkracht) verdwij- nen weer van Schouwen-Duiveland Het personeel was fel gekant tegen het overbrengen van de werkplaats naar Vlissingen. Tbon Jumelet is hoofd van de onderafdeling Instru mentatie die op Zijpe was gevestigd. Zijn dienst heeft het beheer over alle meetpalen van Zuidwest Nederland waar Waterstaat z'n gegevens over wind. water, golfslag of temperatuur kan aflezen De mannen van Zijpe, Toon Jume let, Wim Kik, Peter van den Houten en Bram Jumelet installeren, contro leren en reparcn de fijn-gevoelige in strumenten op die meetpalen die ver spreid staan van Antwerpen tot Hoek van Holland. Toon Jumelet: „Als je de noodzaak van zo'n over plaatsing nog inzag kon je je er nog achter zetten. De politiek zegt juist decentraliseren, het werk naar de mensen brengen maar Waterstaat gaat stug door met centraliseren. Het is natuurlijk een drogreden als ze stellen dat de Van Vecnlaan in Zie rikzee overgebracht werd naar Mid delburg en dus moet het werk en de mensen van Zijpe ook maar verhui zen". Jumelet noemt de verplaatsing van de werkplaats een verspilling van menskracht en materiaal. Hij pakt een passer en zet de punt op Zijpe op een landkaart. Met de ronddraaiende passer bestrijkt hij precies z'n werk gebied tussen Hoek van Holland en Antwerpen om aan te geven hoe per fect centraal de werkplaats ligt. Het werk van de technici behelst veel het opstappen op RWS-boten voor repa ratie aan de meetpalen. „Als je half de middag terug komt en door een boot op een van de grote sluizen afge zet wordt dan ging je nog een uurtje werken in de werkplaats Zijne. Als je eerst nog een uur naar Vlissingen moet rijden dan kun je gelijk weer te rug want dan is het einde werktijd", schetst Jumelet de verspilling van menskracht en materiaal. Het personeel, dat met de verhui- zirfg van hun werk ook verhuisplich- tig wordt, heeft er alles aan gedaan Het onderkomen van de werktuigkundige dienst aan het Zijpe is gedoemd te verdwijnen. (Foto: Joop van Houdt). cm de dienstleiding met argumenten en motieven van de verhuizing af te houden. Maar de ingeschakelde vak bond en de Dienstcommissie liet hen in de kou staan. Het is hard, stelt Ju melet die met plan Oort in het achter hoofd de reiskosten voor zijn mensen schat op tweehonderd gulden per maand.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1990 | | pagina 4