Vogelverschrikkers en korfbal
Jaco Vleeshouwer sinds jaar
en dag bezeten van handwerk
39
zijn beroep
ZIERIKZEE - De ouderen onder ons kunnen zich vast nog de tijd herinneren
dat zowat elk dorp op Schouwen-Duiveland, groot of klein, een korfbalclub bin
nen haar grenzen had. Langzaam maar zeker zijn al die clubjes opgehouden te
bestaan en is het voormalige eiland nu één van de weinige regio's in Nederland
waar de korfbalsport slechts met mondjesmaat wordt beoefend. Eén van de
beste Schouwen-Duivelandse korfballers, Wim in 't Veld (27), uitkomende voor
het eerste team van de Zierikzeese korfbalvereniging All-Ready, kan daarover
meepraten. „In de plaats waar ik oorspronkelijk vandaan kom zijn wel zo'n elf
korfbalverenigingen. Dordrecht is dan ook het korfbalmekka van Nederland,
terwijl het op Schouwen-Duiveland helemaal niet meer leeft".
Misschien een perfectionist,
waarschijnlijk een fanaticus,
maar een begeesterd persoon kan
Wim in 't Veld toch zeker wel ge
noemd worden. Bij zijn vroegere
Dordtse korfbalvereniging Snel
was hij bijna dagelijks met bal en
korf bezig. Thuis op de boerderij,
in Dubbeldam, stonden twee kor
ven opgesteld. Daar oefende Wim
in 't Veld zoveel als hij maar kon.
,,Je deed vooral veel schotpogin
gen op de korf en op een gegeven
moment moest dat ook met je
ogen dicht lukken", vertelt hij.
Geknokt
Bij KV Snel moest er dan ook
geknokt worden voor een plaatsje
in de basis. De concurrentie was
een stuk groter dan nu bij All-
Ready. All-Ready is een gezellige
kleine vereniging. Het grootste
probleem is om voor alle teams
voldoende mensen te vinden. Toch
denk ik dat we best nog groter
kunnen worden. Wel moet dan het
kader verder uitgebreid worden,
en moeten er natuurlijk meer
mensen gestimuleerd gaan wor
den om te komen korfballen", al
dus In 't Veld, één van de meest
scorende korfballers van All-
Ready.
Wim in 't Veld heeft over.het uit
breiden van het ledenaantal reeds
een vastomlijnd plan, waarmee
binnenkort waarschijnlijk een
start wordt gemaakt. ,,We moeten
ervoor zorgen dat All-Ready aan
spreekt bij de jeugd. Gezelligheid
is daarbij heel belangrijk. Daar
om dienen er veel nevenactivitei
ten georganiseerd te worden, zo
als bijvoorbeeld een kamp en
feestavonden. Daar gaat dan een
zekere uitstraling vanuit waar
door dit automatisch leden
trekt", ontvouwt Wim zijn plan.
De huidige accommodatie en lo
catie, op sportpark Bannink,
wordt door In 't Veld als uitste
kend ervaren. „Misschien zelfs
nog wel beter dan in Dordrecht".
Zeker nu er pal naast het
wedstrijdveld een nieuwe kantine
verrijst, die in eigen beheer hele
maal wordt opgebouwd, is het ook
voor toeschouwers aantrekkelij
ker om een partijtje korfbal te
gaan aanschouwen. ,,Op het mo
ment gaat er van zo'n eerste team
nog te weinig uitstraling uit. Het
is dus zaak om aansprekende re
sultaten te gaan boeken, dan ko
men de mensen vanzelf", maakt
Wim duidelijk.
Hoogst haalbare
Wim in 't Veld heeft wat dat be
treft recht van spreken, want nie
mand kan beter uit eigen ervaring
spreken dan hij. Reeds op zijn
tiende jaar begon Wim in 't Veld
met de korfbalsport. Vanaf het al
lereerste begin heeft hij er altijd
naar gestreeld om het hoogst haal
bare niveau te bereiken. Zodoende
speelde hij altijd in selectieteams,
en kwam hij op zijn zeventiende
jaar in het eerste team van Snel te
recht, dat toen in de eerste klas
landelijk acteerde. Maar ook bij
de junioren speelde hij op lande
lijk niveau.
Op zijn zestiende jaar had Wim
in 't Veld reeds het diploma jeugd
trainer op zak. en gaf dientenge
volge les aan pupillen en aspiran
ten, iets wat hij altijd heel graag
heeft gedaan. Eén team aspiran
ten is onder handen van In 't Veld
destijds op landelijk niveau kam-
?<ioen geworden. Naast speler en
rainer was de Zierikzeese korf
baller in die tijd ook nog voorzit
ter van de jeugdcommissie. Wie
durft er nu nog te beweren dat
Wim in 't Veld niet weet wat korf
bal precies inhoudt.
Het aantrekkelijker maken van
de sport gaat bij Wim in 't Veld
nog een stapje verder. In navol
ging eigenlijk van het micro-
körfbal (korfbal in de zaal) zou het
spel op het veld veel levendiger én
spectaculairder kunnen als het
middenvak eruit wordt gegooid.
,,Zo'n middenvak is in mijn ogen
nutteloos. In het buitenland spe
len ze bijna ook overal zonder dit
vak. De ervaring is gewoonweg
dat het spel veel aantrekkelijker
is als je alleen met een aanvals- en
verdedigingsvak speelt. Kijk
maar naar het micro-korfbal, daar
komen veel meer mensen op af".
Toch is het frappant dat een meer
derheid in Nederland het midden
vak juist wil behouden.
Moeilijker
Hoewel Wim in 't Veld nog lang
niet aan stoppen denkt, wordt het
intensief beoefenen van de korf
balsport wel steeds moeilijker.
Door zijn beroep als buitendienst
medewerker bij een aardappelaf
zetorganisatie, maakt hij in de
oogstperiode wel eens weken van
meer dan 70 uur. Logischerwijs is
er dan weinig ruimte meer om de
bal door het mandje te gooien.
Zijn werk is echter eveneens een
uitdaging en In 't Veld tracht ook
op de maatschappelijke ladder zo
hoog mogelijk te klimmen.
Omdat de agrariër van huis uit"
op de lagere school nooit zo'n ster
is geweest, ging hij vervolgens
naar de lagere landbouwschool.
Het ging hem daar echter zo ge
makkelijk af dat hij er nog vier
jaar middelbare en uiteindelijk
vijf jaar hogere landbouwoplei-
ding aan plakte. Na elf jaar stude
ren wilde Wim uiteindelijk graag
praktijkleraar op een lagere land
bouwschool worden. Na een be
zoekje aan zo'n school kwam hij
er echter op terug.
,,De praktijklessen waren niet
meer zoals vroeger. Het sprak mij
ineens niet meer aan. Ik ben toen
als akkerbouwvoorlichter in
Goes, met als werkgebied Schou
wen-Duiveland, aan het werk ge
komen. Dat heb ik bijna drie jaar
gedaan. Tben kreeg ik een tele
foontje van de Aardappel BV, of ik
niet bij hen wilde komen werken?
Ik had het op Schouwen-Duive
land goed naar miin zin en was net
bezig een huis te kopen in Zierik-
zee, dus lang heb ik er niet over
hoeven nadenken".
Stumpers
Wim in 't Veld wil echter steeds
hogerop en denkt dit werk dan
ook niet langer dan nog eens vier
jaar uit te oefenen. „Ik blijf dit
werk zeker niet langer doen. Zo
snap ik bijvoorbeeld niet dat er
mensen zijn die een penning krij
gen omdat zij veertig jaar in
dienst zijn bij dezelfde baas. Dat
zijn in mijn ogen gewoon stum
pers. Ook een baan van negen tot
vijf is niks voor mij. Ik moet mijn
eigen tijd kunnen indelen",
spreekt Wim zijn duidelijke voor
keur uit.
Het werk van Wim in 't Veld be
helst heel wat. Zo dient hij de con
tacten met de telers te onderhou
den en ervoor te waken dat die
zelfde personen steeds weer kwa
liteit leveren. Voorlichting en re
gelmatige controle moeten dit ga
randeren. Maar ook het vervoer
van de aardappels naar elders
wordt door hem georganiseerd. In
totaal heeft In 't Veld in zijn regio
zo'n 400 telers, die hij regelmatig
met een bezoekje vereert.
Er is zodoende bijna geen land
weggetje op Schouwen-Duiveland
of Wim in 't Veld is er wel geweest.
Per jaar legt hij dan ook ongeveer
45000 kilometer af. Soms rijdt hij
ook wel eens iets te ver zoals een
tijdje geleden bij boer Bart Kik,
uit Bruinisse. „Ik kwam het erf
oprijden en daar stond de vrouw
van Bart. Hoewel ze een beetje
vreemd keek reed ik zwaaiend
langs haar heen zonder te stoppen.
Ik dacht namelijk achter op het
perceel Bart te zien staan, aus ik
dacht: ik rijd daar met de auto
heen. Achter op het perceel aange
komen stapte ik uit mijn auto en
keek al wel een beetje raar, want
Bart stond zo stil. Tben ik 'hem'
dichter naderde zag ik ineens dat
het Bart niet was maar een ontzet
tend goed gemaakte vogelver-
schrikKer!!".
Hoewel Wim toen begrijpelijk
even een moment kreeg dat hij
niet wist waar hij het zoeken
moest, is er later over dit voorval
heel wat afgelachen. Wat dat be
treft is geen enkele werkdag van
Wim in 't Veld met een andere te
vergelijken. En dat is juist waar
hij van houdt; afwisseling en
steeds weer een uitdaging aan
gaan op niveau. Deze karakter
trek komt ook in zijn sport weer
wekelijks terug: „Ik zou niet re
creatief kunnen spelen", besluit
Wim 'Korfbal' in 't Veld.
ZIERIKZEE - Ruim één jaar is de zevenentwintig-jarige Zierikzeeënaar Jaco
Vleeshouwer alweer werkzaam als fysiotherapeut in zijn eigen praktijk. Hij
heeft het er behoorlijk druk mee. Vooral omdat hij toch ook altijd nog graag her
zig is met zijn sport het, haédballen. Het eerste herenteam van Delta Sport ac
teert momenteel heel goed in de tweede divisie en uiteraard vergt dit de nodige
trainingsarbeid. Zowel bij het sporten als in zijn werk wordt Jaco Vleeshouwer
al jaren gedreven door een soort van bezetenheid. „Hoewel de combinatie zwaar
en soms moeilijk is heb ik zowel plezier in het handballen als mijn dagelijks
werk; de fysiotherapie".
Hoewel het betaalde handbal
zich nog maar in de babysokjes be
vindt, worden er toch steeds meer
betaalde handballers gesigna
leerd. Een en ander mede door de
commercie die óók de handbal
sport heeft ontdekt. Als Jaco
Vleeshouwer vijf jaar geleden de
kans had gekregen om van zijn
hobby zijn beroep te maken, had
hij het wel geweten. Nu hij echter
als fysiotherapeut aardig zijn
draai heeft weten te vinden zou hij
dat in ieder geval nooit meer weg
gooien.
Aanbod
De geboren en getogen Zierik
zeeënaar heeft ten behoeve van
zijn studie acht jaar (1980-1988) in
Vlissingen gewoond. Ondanks de
toch behoorlijke afstand "en het
aanbod dat hij destijds heeft ge
kregen van handbalvereniging
Walcheren, is Vleeshouwer al die
tijd trouw gebleven aan zijn eerste
(handbal)liefde, de Zierikzeese
vereniging Delta Sport, van de
Middelburgse trainer/coach Rob
de Vos.
Op zijn twaalfde jaar kwam Ja
co, heel zijn leven trouwens al
geïnteresseerd in balsporten,
voor het eerst in contact met de
handbalsport. Het eerste balcon
tact in clubverband maakte hij
echter op acht-jarige leeftijd toen
hij de gym vaarwel zegde en zich
aansloot bij voetbalvereniging
Mevo. „Het was vooral een hele
leuke vriendengroep, maar daar
bij hebben we toch ook een hele
boel kampioenschappen meege
maakt. Toen veel vrienden ver
trokken naar de A-junioren van
Zierikzee ben ik op mijn zestien
de of zeventiende jaar definitief
gestopt met het voetballen".
Tijdens zijn korte maar onstui
mige 'voetbalcarrière' bekleedde
Jaco Vleeshouwer diverse posi
ties. Hij acteerde in aanvallend
opzicht als linksbuiten, maar ook
verdedigend stond hij zijn manne
tje. Rechtsback en ook doelman
waren plaatsjes1 waar wekelijks de
jurtior Vleeshouwer was te vin
den. „Keeper ben ik geworden om
dat er toen gewoonweg niemand
anders voor was", vertelt de nu
boomlange handballer in hart en
nieren geanimeerd.
Volleybal
In die tijd werd er door Jaco
Vleeshouwer ook nog gevolley
bald, en nadat hij met het voetbal
len gestopt was koos hij definitief
voor het handballen. „De handbal
speelde veel hoger dan de volley
bal, maar ook mijn beste vriend
Bert de Vos, waarmee ik jaren ge
voetbald had, zat bij Delta Sport.
Dus toen heb ik uiteindelijk voor
het handballen gekozen".
De eerste drie jaar bij Delta
Sport was Vleeshouwer aspirant,
maar toen hij zestien jaar oud was
werden zijn kwaliteiten opge
merkt door het eerste team en
maakte hij al snel deel uit van de
selectie. Het eerste team was toen
net uit de derde divisie gedegra
deerd (1979) en moest het weer in
do eerste klas gaan waarmaken.
Na een korte tijd als rechter op
bouwer te hebben gefungeerd
werd hij al snel gebombardeerd
tot linker opbouwer en werd
Vleeshouwer mede door zijn leng
te één van de belangrijkste schut
ters van Delta Sport.
Dat handballer Jaco Vleeshou
wer inderdaad bezeten is van dit
spelletje blijkt wel uit het feit dat
toen hij geruime tijd met zijn
rechterarm in het gips moest, toch
gewoon door bleef trainen. In 1985
werd ontdekt dat Vleeshouwer
reeds in 1983 een handwortel-
beentje gebroken moest hebben.
Alsnog werd de breuk middels
gips geconsolideerd. Jaco Vlees
houwer bleef echter gewoon door-
trainen.
Controle
Mede hierdoor heeft hij zich met
de linkerhand steeds beter weten
te ontwikkelen. De controle werd
allengs beter en recentelijk heeft
hij trainer en spelers verrast met
een schot uit de tweede lijn met
•zijn linker hand. „En hij zat nog
ook", lacht Jaco. Het is niet echt
noodzakelijk voor een handballer
om zowel links- als rechtshandig
te zijn, maar het kan zo nu en dan
best wel eens handig zijn.
Als Jaco Vleeshouwer aan een
met de handbal onbekend iemand
moet uitleggen wat deze sport in
houdt krijgt hij een enthousiast
betoog te horen. „Handbal? Dat is
spektakel. Het is een sport waar
bij alle bewegingsvormen voorko
men; lenigheid, kracht, snelheid
en coördinatie. Het is niet zo sta
tisch als voetbal, ipaar gewoon
een leuk spelletje, dat vooral ook
leuk kan zijn voor het publiek".
Iets wat Jaco Vleeshouwer reeds
op jeugdige leeftijd ook leuk en
mooi vond was het vak van fysio
therapeut. Via zijn broer Bauke
.kwam hij eigenlijk in aanraking
met dit beroep. En na zijn ver
plichtingen op de Rijksscholenge
meenschap Professor Zeeman be
gon Jaco Vleeshouwer aan een
vier jaar durende opleiding op de
school voor fysiotherapie te Vlis
singen. In 1984 was hij vervolgens
een gediplomeerd heilgymnast.
Het leukste aan dit beroep vindt
Jaco Vleeshouwer dat je de mede
mens helpt om van zijn of haar
klachten af te komen. „Het geeft
je een voldaan gevoel als dit lukt,
hoewel het soms ook wel eens niet
lukt. Maar elk vak heeft zijn be
perkingen. Het belangrijkste vind
ik dat je altijd op je qui-vive blijft
en niet teveel routinematig gaat
handelen. Verder is een goed con
tact met de verwijzende huisart
sen heel belangrijk".
Het beroep fysiotherapeut
heeft - uiteraard - ook zijn moei
lijke kanten. Zo vindt Jaco Vlees
houwer het zo nu en dan vrij
moeilijk om te 'kiezen' voor de
goede 'tactiek' om een bepaalde
patiënt te benaderen. „Alle men
sen zijn verschillend, en reageren
niet allemaal hetzelfde op wat je
ze vertelt. Maar dit maakt het vak
weer wel uiterst boeiend", vertelt
de handballende fysiotherapeut.
Hoewel veel fysiotherapeuten
erom bekend staan bij tijd en wij
le af te geven op sportmasseurs,
blijft deze wrok bij Jaco Vlees
houwer achterwege. „Een sport
masseur doet goed werk, als hij
zijn grenzen maar kent. Hij moet
zich niet richten op het medische
vlak en geen ziektebeelden gaan
behandelen. Een sportmasseur
heeft nu eenmaal zijn beperkin
gen, omdat hij in twee jaar tijd
nooit kan leren wat ik in vier jaar
heb geleerd".
Ook het vak fysiotherapie heeft
echter op een gegeven moment
zijn beperkingen. Iets waar Jaco
Vleeshouwer ronduit voor uit
komt. „Ik heb inderdaad ook din
gen waar ik liever van afblijf, en
dan doe ik dat ook". Maar als het
toch maar even kan steekt Jaco
Vleeshouwer gretig zijn handen
uit de mouwen. Of het nu is om ie
mands spieren onder handen te
nemen of spectaculaire worpen
uit te voeren met de 450 gram we
gende lederen handbal, handwerk
zal ongetwijfeld nog jaar en dag
een belangrijke plaats blijven in
nemen in het leven van de hand
ballende fysiotherapeut Jaco
Vleeshouwer.