„Wij eten altijd oliebollen met oudjaar"
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Vrijdag 29 december 1989 Nr. 21668
25
KERKWERVE - Ook voor
kinderen is de tijd rond
de jaarwisseling een tijd
van feest. Zoals dat geldt
voor de volwassenen,
maken ook de kinderen
hun eigen dingen mee in
die tijd. Een tijd waarin,
hopelijk iedereen warmte
en gezelligheid vindt. Wat
-de zes kinderen uit
Kerkwerve betreft zit dat
wel goed. Zij herinneren
zich de afgelopen
jaarwisseling, dachten
nog eens terug aan het
afgelopen jaar en doen al
een voorzichtige blik in
de toekomst. Ook het
bijbehorende vuurwerk
komt aan de orde.
„Wij kaarten altijd en gaan altijd
naar een video kijken. Om twaalf
uur steken we altijd vuurwerk af",
vertelt Cees. Esmeralda heeft er iets
meer moeite mee om te herinneren
wat zij met oudjaar doet: „Dat is
toch met het vuurwerk en
appelflappen en oliebollen, dat
hoort daar toch ook bij?" Iets wat
direct door haar groepsgenootjes
Bevestigd wordt. Ramona vult haar
zus aan dat ze vorig jaar sterretjes
gekregen heeft van Patricia. Voor
Arno betekent de jaarwisseling
oliebollen eten, spelletjes spelen en
maar wachten. „Oja, en 's
avonds een rondje op het dorp
maken".
„Wij zijn vorig jaai* bij een neef en
nicht van ons geweest. Mijn vader
en moeder hebben met hen zitten
kaarten en wij hebben daar
gespeeld", vertelt Jan-Willem. Uit
zijn verhaal blijkt dat deze neef en
nicht ouder is dan hijzelf. „Mijn
neef houdt heel erg van vuurwerk.
Hij had wel honderd strijkers". Ook
de buurman van zijn neef wist raad
met het vuurwerk. „Hij had een
houten tafel buiten gezet, waarop
hij vuurwerk afstookte, vertelt hij
enthousiast. Hijzelf vindt vuurwerk
ook schitterend. „Wij hadden
kinderrotjes, alleen ze deden het
niet", liet hij teleurgesteld weten.
Bij Patricia thuis verloopt de
jaarwisseling wat anders dan bij de
andere kinderen.
De ouders van Patricia hebben thuis
een zaak die op oudjaar gewoon
open is. „Wij eten altijd oliebollen
en of mijn vader of moeder is dan
in de zaak. Ze wisselen elkaar dan
ook wel af", zegt Patricia. „Om
twaalf uur dan gaan we andere
mensen een gelukkig nieuwjaar
wensen. Met de andere kinderen
gaan we rond het dorp lopen. Vorig
jaar heeft een aantal jongens ons
gepest en ik zal maar niet zeggen
wie", laat ze geheimzinnig weten.
Het moment dat de klok twaalf uur
slaat en het nieuwe jaar begint,
maken de zes kinderen allemaal
mee. Ze blijven in ieder geval
wakker.
Vuurwerk is iets dat hoort bij het
kersverse nieuwe jaar. Dat hieraan
Oud en nieuw: een feest dat over de
gehele wereld wordt gevierd, iedereen
geeft hieraan een eigen invulling. De
een blijft lekker thuis bij de buis, de
ander gaat op bezoek bij vrienden
en weer anderen geven een groot
feest om op die manier het oude
jaar uit te luiden.
Maar wat betekent de jaarwisseling
voor kinderen, hoe vieren zij dit
feest? Ramona de Vos, Cees Schot,
Esmeralda de Tbs, Arno Kloet,
Patricia van den Berg en Jan-Willem
Rozeboom van de openbare
basisschool Prinses Irene uit
Kerkwerve vertellen hierover en
maakten omtrent dit gebeuren hun
eigen verhaal.
gevarën verböhdên'zijn is voor
iedereen duidelijk. Wat betekent
vuurwerk voor de zes kinderen uit
Kerkwerve? Cees: „Ik vind
vuurwerk heel leuk. Mijn oom
steekt het heel vaak af. Mijn vader
blijft meestal boven. Nee, zelf steek
ik het nooit af. Dat mag ik niet".
Ramona en Esmeralda: „Onze
ouders vinden vuurwerk te
gevaarlijk, dus wij mogen het zelf
niet afsteken". Maar zij kunnen wel
genieten van mooi vuurwerk. „In de
Noordstraat is het altijd heel mooi.
Dat is wel de mooiste straat van het
hele dorp. En de Vloedstraat ook",
vertellen de zussen enthousiast.
„Mijn ouders kopen geen vuurwerk,
maar ze krijgen het vaak van
klanten. Voor ons kopen ze meestal
sterretjes, die zijn niet zo
gevaarlijk", zegt Patricia. Iets waar
Arno het niet zo mee eens is: „Nou,
daar zal je nog van schrikken als
die klappen". Zijn ouders zijn ook
niet zo enthousiast over het
vuurwerk: „Mijn ouders vinden het
ook te gevaarlijk. Dat vind ik wel
jammer", vertelt hij teleurgesteld.
Maar hij vult geestdriftig aan dat
hij wel eens klaptouwtjes en
lucifers die verschillende kleuren
vlammetjes geven, koopt. „Maar die
koop ik eigenlijk het hele jaar door.
Niet alleeen met oud en nieuw".
Jan-Willem bevindt zich, ten
aanzien van het vuurwerk in
dezelfde positie: „Mijn ouders
kopen ook geen vuurwerk, omdat ze
het te gevaarlijk vinden. „Maar
soms koop ik het zelf van
mijn zakgeld. Vorig jaar heb ik dat
niet gedaan, maar twee jaar geleden
wel", verduidelijkt Jan-Willem.
Met het aansnijden van het
onderwerp vuurwerk, komen de
verhalen los. Iedereeen kan zich wel
een of ander gruwelijk voorval
bedenken, dat het goed verkeerd
ging met vuurwerk. Arno: „Ik weet
nog dat een jongetje een aansteker
had en daar kruit indeed. Toen hij
die aansteker aanstak, klapte zijn
hele hand eraf". Jan-Willem kan
zich herinneren dat er een jongen
was, die twintig strijkers in zijn
hand hield en deze allemaal tegelijk
aanstak. Met deze jongen liep het
hetzelfde af, als met de jongen die
Arno zich herinnerde. Esmeralde
liet duidelijk horen wat zij van
vurwerk vindt: „Ik vind het
hartstikke eng". Cees: „Ik weet nog
dat een jongetje een rotje in zijn
hand had. Hij probeerde dat zo lang
mogelijk in zijn hand te houden en
gooide het te laat weg. Het gezicht
van dat jongetje is toen helemaal
verbrand".
Op vierentwintig uur op oudjaar
knalt het vuurwerk de lucht in. Hét
moment om te denken aan het
nieuwe jaar, met vragen wat dit
jaar hén zal bréngen. JVtaar er zal
ook door velen teruggedacht worden
aan dit jaar. Arno, Jan-Willem,
Cees, Ramona, Patricia en
Esmeralda hielden al een
voorproefje wat betreft het terug
denken aan het afgelopen jaar.
Enerzijds waren dit onderwerpen
en/of gebeurtenissen die zij
meegemaakt hebben dan wel
herinnerden. „Ik was heel blij dat
ik overging van groep 6 naar groep
7", vertelt Arno. Door dit te zeggen
kreeg hij van de vijf anderen veel
bijval. Zij vonden dit allemaal een
belangrijke gebeurtenis van 1989.
„Ik weet nog dat er ergens een beer
was los gebroken. Hij klom in een
elektriciteitspaal en raakte de
draden aan. Toen viel hij naar
beneden, maar hij leefde nog. Wat
er verder gebeurd is weet ik niet",
vertelt Jan-Willem als een voorval
uit 1989 wat hij zich nog kan
herinneren. Ramona kan zich nog
herinneren dat zij op een dag op
school kwam en dat er verteld werd
dat er ingebroken was op de school.
„Alle ramen stonden open en alle
kastjes stonden door elkaar". Even
later bleek dht het Zwarte Piet
geweest was, die in de lokalen was
geweest. „De meester zijn stoel hing
aan bord en bij de' kleuters was
alles volgekliederd", laat Ramona
nog enigszins ontdaan weten. Met
het aanhalen van dit voorval komen
|!er meer herinneringen over de
inbraak los bij de kinderen.
„Cees vond die inbraak wel leuk,
maar Mark en Arno waren kwaad
dat er was ingebroken",
verduidelijkt Ramona grappend. Er
bleek nog meer niet te kloppen op
de school. Volgens Esmeralda lag de
computer in de prullebak. „En ik
heb toen gekeken of die het nog
deed" laat Jan-Willem dapper
weten. Patricia: Het bord stond
helemaal volgeschreven met fouten.
Er stond 'de meester is een
kegventje' aan elkaar geschreven en
bij de juf stond 'de juf is keg".
Bij het afscheid nemen van 1989
hoort ook het begroeten van 1990.
Voor Arno en Jan-Willem betekent
dat dat hun verjaardag bijna in
zicht is. Voor Patricia betekent dat
dat ze van de Prinses Ireneschool
afgaat. „Ik vind het heel leuk om
van deze school af te gaan. Deze
school vind ik niet zo leuk. Op een
andere school mag je bijvoorbeeld
je eigen handschrift uitzoeken. Van
deze school is het weer leuk dat
alles gemakkelijk is". Ramona heeft
hierover een andere mening: „Ik
zou het helemaal niet leuk vinden
als ik van deze school af zou
moeten". Jan-Willem is het met
Ramona eens: „Dan moet je elk uur
naar een ander klaslokaal, waar je
weer van iemand anders les krijgt",
Ramona schudt verafschuwend aan
de gedachte. Nee, dat lijkt haar
niets.
„Ik zou graag naar de LTS willen,
want dat is een jongensschool", laat
Jan-Willem weten. De uitspraak dat
de LTS een jongens^ "hooi zou zijn,
wordt direct tegenges^lrken door
Esmeralda, die vindt dat er net zo
goed meisjes op die school zitten.
Jan-Willem die zich niet op zijn kop
laat zitten, vertelt dat hij later bij
Zeelandia wil werken. „Op de
vrachtauto". Arno en Esmeralda
hebben hun keuze over hun
toekomstig beroep ook al gemaakt:
zij willen bij de politie werken. „Ik
wil motoragent worden", laat Arno
stoer weten. Ramona sluit zich bij
Arno en Esmeralda aan. Zij wil ook
bij de politie. Patricia, die het
komende jaar haar eindtoets moet
maken heeft twee mogelijkheden:
„Ik wil naar het IBO of IMO dan
kan ik etaleuse worden en wil ik
'schooljuffrouw worden".
Eén van de voordelen van naar
school gaan, zijn de vakanties. Ook
rond de kerstdagen en oud en nieuw
heeft de jeugd weer vrij. „Ik heb
heel veel zin in de kerstvakantie
We gaan wel niet weg, want de zaak
blijft gewoon open", vertelt Patricia.
Arno kent al een duidelijke
invulling van deze vrije dagen. „Wij
gaan lekker naar een bungalowpark
in Brabant". Jan-Willem is er zeker
vn dat ze weer een heleboel mensen
gaan opzoeken.
Op de vraag hoe het in het jaar 2000
zal zijn zegt Jan-Willem zonder na
te denken: „Ik denk dat de wereld
dan niet meer bestaat. De ozonlaag
is dan helemaal weg". Een
uitspraak die Esmeralda raar in de
oren klinkt: „Hij is gek". Ook
volgens Patricia zegt hij iets raars.
„Ik denk dat het dan juist allemaal
beter gaat. Dat ze dan niet zoveel
plastic en olie in de zee gooien en
dat de fabrieken niet meer zo
roken". Arno is er ook van
overtuigd dat er 'gewoon' een
schoner milieu zal zijn. Esmeralda
is het daar wel mee eens, omdat de
mensen steeds meer aan het milieu
denken. Maar werken ze zelf ook
allemaal mee om het milieu schoon
te houden? Hierop was het
antwoord in eerste instantie heel
duidelijk; „Ja hoor, we helpen
allemaal mee. We gooien alles in de
prullebak". Er klonken echter ook
wat geluiden uit de groep dat
sommigen er toch wat moeite mee
hebben.
Naast het vuurwerk dat hoort bij
een jaarwisseling, horen daar ook
de nieuwjaarswensen bij. Aan de
kinderen is gevraagd een wens te
richten aan alle lezers van deze
krant. Jan-Willem: Ik wens dat ze
allemaal oud worden". Patricia: „Ik
wens iedereen toe dat ze heel
gelukkig kunnen zijn". Arno: „Ik
hoop dat er minder ongelukken
gebeuren. Esmeralda en Ramona
vonden het erg moeilijk om in korte
tijd een goede wens te bedenken.
Op het moment dat de anderen hun
wens deden, waren zij het hier
echter allemaal mee eens, waarmee
zij indirect toch het goede aan
iedereen wilden wensen.
Het verhaal van Koko
Koko is op 31 december buiten a an
het spelen, ook zijn zusje is buiten
zij heet Rosenne.
Zij horen opeens een hele grote
knal. Rosenne zegt: Wat was dat?
Dat is vuurwerk zegt Koko.
Koko is 10 jaar. Hij heeft al meer
verstand van vuurwerk als
Rosenne. Rosenne is 7 jaar. Zij
heeft helemaal geen verstand van
vuurwerk. Koko's Rosenne's
moeder roept dat zij naar binnen
moeten komen. Koko zegt: het is nu
8 uur mogen we tot half 9 buiten
blijven. Nou vooruit dan maar
omdat het oud nieuw avond is.
Oké, moeder gaat weer naar
binnen. Rosenne zegt: zal ik de bal
gaan halen, ga hem halen zegt
Koko. Als Rosenne de bal is gaan
halen komt er een auto heel hard
aan rijden met gierende banden.
Koko hoort het te laat en.... daar
ligt Koko onder de auto, zijn vader
zag het gebeuren.
Hij zat voor het raam. Zijn vader is
zo geschrokken dat hij meteen naar
buiten loopt en zijn moeder loopt
hem achterna.
Gelukkig is er niets aan de hand.
Hij heeft niets. Nu gaan ze
allemaal naar binnen. Als het 12
uur is gaan ze allemaal weer naar
buiten. Er is een jongen die heel
gevaarlijk bezig is. Opeens gooit de
jongen een strijker in de lucht en
de strijker komt neer op
Rosenne, haar hoofd is helemaal
kapot ze gaan er meteen mee naar
de dokter.
Het blijkt dat het een zware
hersenschudding is. Rosenne mag
een week niet naar buiten. De
volgende dag hangen er overal
borden met:
PAS OP VOOR VUURWERK....'.
Er wordt nog steeds met vuurwerk
gegooid. Gelukkig zijn er geen
gewonden meer gevallen
Groeten van:
Esmeralda de Vos,
Ring 1, 4321 AJ Kerkwerve
Ollfb-15792
Els, Paul, Bertus en Johan K. Els,
Johan, Paul en Bertus. Die waren
om 15 voor 12 al buiten met rotjes
aan het spelen. Toen riep de
moeder van Els: Els kom nog even
naar binnen. Later riep de vader
van Paul: Paul naar binnen. Bertus
en Johan waren alleen buiten. Maar
ze hadden aan vader en moeder
beloofd dat ze pas om 12 uur
vuurwerk af zouden steken dus ze
moesten nog 5 minuten wachten.
En ja hoor daar gaat de bel. En
overal vuurwerk, iedereen geeft
nieuwiaarwensen. En op dat
ogenblik pats boem kledder klats.
Er is een rotje in Els hand geklapt.
Ben snik beh snik. Tututu mama
heeft de ambulance opgebeld. En
nu hoor je door heel de straat
tutututut. En ze rijden naar het
hospital, hij moest er 3 maanden
blijven. Maar hij mocht er al naar 2
weken uit. En gelukkig spelen ze
niet meer met vuurwerk.
P. v. d. Berg
Het trieste eind
Er was eens een jongetje van 6 jaar.
Het was tegen december en het
jongetje Piet wou vuurwerk. Hij
ging naar een zaak en kocht rotjes
en vuurpijlen. Hij dacht ik moet
met oud en nieuw toch naar mijn
tante. Want mijn vader en moeder
gaan toch een weekendje naar
België. Een poos later op 31
december 's ochtends ging Pietje
naar zijn tante. Hij had het
vuurwerk verstopt onder zijn jas.
En ook een aansteker. Bij zijn tante
aangekomen verstopte hij het
onder zijn bed! Het was 12 's
nachts. Pietje pakte de lege
champagje fles en ging naar buiten.
Hij pakte een vuurpijl en zette die
in de fles. En stak die af, dat ging
goed zei hij. Toen pakte hij een
rotje en stak dat af. Maar Pietje
wist niet wat hij moest doen en
hield het rotje vast. En toen...
boem! Het rotje was in zijn hand
geklapt. Hij moest naar het
ziekenhuis. En moest 2 vingers
missen voor de rest van zijn leven.
Je ziet dus, begin nooit te vroeg
met vuurwerk.
Eind van Arno Kloet, groep 7, klas
5.
Cees en Mark
Cees en Mark hadden vuurwerk
gekocht. Ze hadden strijkers
gekocht. Ze hadden wel 100
strijkers gekocht. Cees en Mark
gingen op 31 december van die
strijkers die ze gekocht hadden
bommen maken. Mark zei Cees
steek jij het maar aan Cees zij nee
ik begin er niet aan.
Als hij in me hande springt dan
ben ik misschien me hand kwijt.
Ach doe niet zo flauw nee ik ben
toeminse verstandig en doe het zelf
maar. Je heb ze zelf gekocht. Dan
maak ik er geen bom van. Dan
knal ik ze gewoon.
geschrefen door Jan-Willem.
Lotje Bas en Piet en het vuurwerk
Lotje en Bas liepen door de straat.
Lotje zei: Vanavond ga ik naar het
vuurwerk kijken. Naar het
vuurwerk kijken, Bas begreep en
niks van. Ja echt waar hoor het
woord vanavond 1990.
O... Oja, dat is waar ook ik krijg
sterretje en jij....
Nee ik krijg geen sterretjes. Dan
mag je cr wel eentje van mij
hebben. Trouwens komt Piet ook.
Ja Piet komt ook zei Lotje. Zullen
Piet en ik dan naar jou komen dat
is goed.
Piet en Bas kwamen s avonds naar
Lotje toe. Maar... een poosje later
hoorden ze maar knallen en toen
zei Bas: kom we gaan naar buiten
en ze gaven elkaar een hand en
zeiden gelukkig nieuwjaar.
En gelukkig gebeurden er geen
ongelukken.
Geschreven door Ramona de Vos.