'Dorp zonder muziek is als aardappel zonder zout: niet te vreten' ZIERIKZEESCHE NIEÜWSBOPE Vrijdag 29 december 1989 Nr. 24668 17 W;W/w///////mmm. BRUINISSE - Van den Berg behoort tot de oudgedienden van de Br use muziekvereniging. „Ik ben op m'n achtste jaar begonnen en ik ben nu 42, dus reken maar uit". Zijn instrument („Noem het maar een veredelde tuba") staat naast de allesbrander. Op de schouw een foto van Van den Berge in aktie tijdens een optreden van boerenkapel Stuitje Leut. Een clubje fanatiekelingen waarin Van den Berge al zijn muzikale aandrang nog kwijt kan. Binnen Nu met Hope zelf is dat minder makkelijk. „Ik weet nog dat Nu met Hope 50 muzikanten telde. Nu zijn het er nog zeven. Als we niet samen zouden werken met Oefening en Uitspanning bestonden we al lang niet meer", aldus Van den Berge. Muziekvereniging Nu met Hope werd opgericht op 9 mei 1899. Een feit waar eigenlijk een compleet verhaal aan vooraf gaat. Van den Berge: „Voordat Nu met hope werd opgericht bestonden er twee muziekkorpsen in Bruinisse. Het was net als in die film Fanfare van Bert Haanstra: zware concurrentie en slaande ruzie". Uiteindelijk gingen beide muziekverenigingen ten onder aan de strijd. Hoe lang men in Bru zonder muziekvereniging heeft gezeten weet Van den Berge niet te vertellen. In ieder geval stak men de koppen bij elkaar en werden de twee voormalige muziek verenigingen samengevoegd tot een gloednieuwe. Nu met Hope, ofwel in de hoop dat het deze keer goed zou blijven gaan. Die wens is maar ten dele uitgekomen, zo blijkt uit het verhaal vam Van den Berge. Maar dat heeft meer te maken met de teloorgang van het verenigingsleven in het algemeen dan met onderlinge twist en naijver. ,,Het is vooral de laatste tien jaar erg sterk verwaterd", stelt Van den Berge. ,,We hadden weieens vaker te maken met up's en downs voor wat betreft het aantal leden, maar het kwam toch altijd wel weer goed na een tijdje". Volgens de voorzitter is de teruggang van het ledental van de muziekvereniging vooral te wijten aan een gebrek aan belangstelling onder jeugd. ,/Iben ik erbij kwam was dat heel anders. Misschien dat ook de televisie er wel iets mee te maken heeft hoor, maar de jeugd heeft blijkbaar geen zin meer om bij een muziek vereniging te gaan". Van den Berge tekent daarbij aan dat het ook de mensen die nog wel lid zijn van de muziekvereniging soms aan enthousiasme ontbreekt. „Er zijn er bij die wel naar de repetitie komen, maar als ze dan naar huis gaan zullen ze hun instrument meteen weer in een hoek zetten en het niet meer aanraken tot de volgende repetitie. En dat is niet de manier. Als je echt je instrument wilt leren beheersen moet je elke dag oefenen. Anders zal het gewoon nooit iets worden", aldus Van den Berge. Hij herinnert zich nog goed de tijd dat hij als leerling-muzikant de gelederen van Nu met hope kwam versterken. „Als je dan op de repetitie kwam en het bleek dat je je lesje niet geleerd had kreeg je een draai om je oren. En als je dan later thuis kwam kon je er daar nog een krijgen. Job van der Weide was Een dorp zonder muziek is als een aardappel zonder zout: niet te vretenEen uitspraak opgetekend uit de mond van Bram van den Berge, voorzitter van muziekvereniging Nu met Hope in Bruinisse en bovenal fanatiek musicus. „Ik hoop niet dat het gebeurt, maar ook al zou de muziekvereniging hier ophouden te bestaan, dan zou ik zelf toch gewoon doorgaan met muziek maken mmmmmmm tegen. Die is heel fanatiek en dat soort mensen moet je hebben. Kijk, de dirigent zorgt voor de muziek keuze. Dan kun je als dirigent verschillende dingen doen. Je kunt muziekstukken uitzoeken waarvan je weet dat je ze met je clubje zonder problemen uit kunt voeren. Zelf krijg ik wel graag een wat moeilijker stuk muziek voor m'n neus. De muziek moet een beetje een uitdaging zijn. Kijk, niet kunnen komt in mijn woordenboek niet voor. Ik denk altijd dat wat een ander kan mij ook moet lukken. Ik heb een zekere drang om met mijn instrument iets te presteren. Het hoeft allemaal niet perfect te zijn, maar ik vind dat je als muzikant wel moet proberen om iets zo goed mogelijk te doen. Ik kan niet tennissen maar als ik het zou doen wil ik niet door mijn tegenstander helemaal van de baan gemept worden. Dan wil ik op z'n minst een beetje tegenstand kunnen bieden". Volgens Van den Berge is Bruinisse in een winterslaap waar het de muziek betreft. „En ik weet echt niet hoe ik ze wakker moet schudden. Ik heb van alles geprobeerd om leden te werven, maar op de een of andere manier werkt dat gewoon niet. Als Bru wakker zou worden weet ik gewoon dat iedereen toch achter de muziek staat. Maar intussen is het wel frustrerend dat er zo weinig mensen belangstelling hebben voor de muziek", stelt Van den Berge. Voor hem is de muziek een hobby waar hij alles in kwijt kan. „Het is voor mij ook een uitlaatklep. Wat is er nou lekkerder om al je spanningen er eens uit te blazen op de repetitie van de muziek". Zoals Van den Berge het vertelt is het eigenlijk heel kortzichtig van al die mensen die niet bij de muziek willen. „Goed beschouwd is het een heel goedkope hobby. Je krijgt gratis een instrument. Je krijgt een uniform dat honderden guldens kost aan je bast en het kost je allemaal geen dubbeltjes want je gaat pas contributie betalen als je actief lid van de vereniging wordt. Mensen hoeven volgens hem ook niet bang te zijn dat ze het niet kunnen. „Alles is te leren, maar je moet natuurlijk wel doorzetten. Ook als het allemaal niet zo gemakkelijk gaat". Van den Berge is ervan overtuigd dat als er eenmaal weer wat groei komt in het ledental van Nu met Hope de rest vanzelf gaat. „Ik denk dat je dan op gegeven moment een sneeuwbaleffect krijgt", aldus Van den Berge. Of men ooit, net als vroeger, weer aan muziekconcoursen mee zal doen betwijfelt Van den Berge. „Tben we een keer de tweede prijs haalden op een concours. Dat was voor mij één van de hoogtepunten voor Nu met Hope, maar dat is al een hele tijd geleden hoor. Kijk, als je zo'n klein clubje hebt als Nu met Hope nu dan kun je gewoon niet meedoen aan concoursen. Als Nu met Hope uit 40 mensen zou bestaan, en dat moet gewoon kunnen in een dorp als Bru, dan zijn wij niet minder als andere koipsen hier op Schouwen- Duiveland. Als je met weinig mensen speelt en er zit er eentje tussen die vals speelt, dan hoor je dat direct. Maar als je met een grote groep bent dan kan er best eens af en toe eentje in de fout gaan. Dan- valt het niet zo op". Nu met Hope bestaat bij de gratie van het Nieuwerkerkse muziekkorps Oefening en Uitspanning. Al zo'n zestien jaar repeteren de korpsen samen en verzorgen ze ook samen de jaarlijkse uitvoering. „Zonder Nieuwerkerk zouden wij al lang niet meer bestaan, maar dat geldt ook andersom", aldus Van den Berge. „Wij hebben hen nodig en zij hebben ons nodig". Van den Berge is zeer te spreken over de samenwerking tussen de twee muziekverenigingen. „Dat gaat echt heel goed. Er is nog nooit één onvertogen woord gevallen". Muzikaal troetelkindje van Van den Berge is boerenkapel Stuitje Leut. „Dat clubje is eigenlijk ontstaan uit mensen die wel graag wat meer wilden repeteren dan die ene keer in de week. En 'hop marjanneke: stroop in 't kanneke' heb je zo onder de knie en dan ga je verder hé". Inmiddels zijn de mensen van Stuitje Leut al heel wat keren in aktie geweest. Uiteraard zijn ze present tijdens de Bruse visserij dagen om met vrolijke klanken voor een gezellige sfeer te zorgen. Verder zijn er evenementen als koninginnedag en het binnenhalen van Sinterklaas waarbij de inbreng van de muzikanten in de ogen van Van den Berge onontbeerlijk is. „Je zou ze eens moeten horen in het dorp als dat zonder de muziek zou gebeuren. Want dat kan ook niet natuurlijk. Kijk, eigenlijk zou je gewoon eens verstek moeten laten gaan om de mensen duidelijk te laten merken wat ze missen. Maar dat doe je gewoon niet. De muziek hoort er gewoon bij op een dorp als Bruinisse. daar kun je niet omheen". Een liefdesverklaring tot slot: „Het leven is toch één brok ritme? Dat is door de eeuwen heen al zo geweest, muziek is altijd heel belangrijk geweest. Ik zou niet graag zonder muziek willen leven. En waar ik dan een hekel aan heb is als je commentaar krijgt van de mensen dat je niet goed speelt. Dan moeten ze het zelf maar beter doen en anders moeten ze hun smoel houwe". toen onze dirigent. Dat was een oude boerenknecht, maar muzikaal was hij wel". Of het gepaard moet gaan met 'lijfstraffen' wil Van den Berge nu niët direct beweren, maar hij zou wel graag zien dat men wat meer gedisciplineerd en met wat meer enthousiasme naar de repetitie-avonden van Nu met Hope zou komen. „Ik ben ervan overtuigd dat het weer net zo kan worden als vroeger. Maar dan moeten wel een paar mensen er echt hun schouders onder zetten". Van den Berge zelf slaat maar zeer zelden een repetitie van de muziekvereniging over. „De muziek gaat voor mij altijd voor. Ook als er bijvoorbeeld in het gezin iemand jarig is en dat valt precies op de repetitie-avond dan mogen ze wat mij betreft wel op visite komen, maar dan wat later op de avond. Want ik ga toch naar de repetitie. Kijk; je vrouw moet er natuurlijk wel achter staan. Dat gezeur van 'moet je nou alweer naar de muziek' moet je niet hebben natuurlijk. Het is voor mij de enige hobby die ik heb en ik vind muziek gewoon heel belangrijk". Ondanks het feit dat vooral de laatste jaren de belangstelling voor uitvoeringen van Nu met Hope minimaal is peinst Van den Berge er niet over om de jaarlijks uitvoering te laten schieten. „Kijk vroeger dan had jc drie avonden achter elkaar een volle bak. Donderdagavond was het generale repetitie en dan was het vol, vrijdagavond was het de éérste uitvoering en dan was het stampvol en zaterdagavond was het de tweede uitvoering en dan kwam je plaatsen te kort. Nu mag je blij zijn-als er twintig man naar je komt luisteren". Van den Berge herinnert zich verschillende uitvoeringen waarbij er meer mensen op het podium zaten dan in de zaal. „Zoiets werkt natuurlijk ook door op je leden. Het speelt nou eenmaal veel lekkerder voor een volle zaal dan voor een handjevol mensen. En als je leden geen plezier meer hebben in het spelen is de kans dat ze ermee kappen ook nog eens groter. Het gekke vind ik zelf dat als je bijvoorbeeld geld nodig hebt voor nieuwe uniformen je dat van alle kanten krijgt. Maar als je dan zegt van 'geef nou es niet alleen geld, maar kom nou ook eens naar de uitvoering dan zijn ze ineens niet thuis. Snappen doe ik het niet", aldus Van den Berge. Wat hem dan vooral steekt is dat het in andere dorpen wel mogelijk blijkt om een bloeiende muziekvereniging in stand te houden die dan ook nog eens volle zalen trekt. Oosterland heeft haar Oosterlands Fanfare, in Renesse is het Luctor et Emergo terwijl in Haamstede De Witte van Heamstede erin slaagt de grote zaal van De Schutse zo goed als vol te krijgen voor een uitvoering. Van den Berge stelt dat je wat dat betreft ook de rol van de dirigent niet uit moet vlakken. „De dirigent is de motor van een muziekvereniging. Die is echt heel belangrijk". Op de naam Jaap Knuist reageert Van den Berge met de opmerking: „Die kom je overal t 1 4

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1989 | | pagina 17