Technische recherche stelt een onderzoek in 16 „De technische recherche stelt een onderzoek in". Dat is de laatste regel van menig krantebericht over brand of inbraak. De 42-jarige M. W. Jeremiasse uit Westenschouwen is hoofd van die technische recherche; een groep van vijf politiemensen die mmmmmmm mmmmzmmm MIDDELBURG - Om de deur van de afdeling- technische recherche te openen moet eerst een geheime code worden ingetoetst en ook de deuren van 'het lab1 en 'de studio1 worden na de rondleiding weer zorgvuldig met de sleutel afgesloten. „De resultaten van de onderzoeken die hier worden verricht komen vaak terecht op de groene tafel, bij de rechter. Het zijn wettelijke bewijsstukken. Daarom moeten we heel zorgvuldig werken", aldus de 42-jarige M. W. Jeremiasse uit Westenschouwen. Hij is hoofd van de technische recherche; een groep van politiemensen die voor korpsen in Zeeland gespecialiseerd aanvullend onderzoek verricht. Spectaculair en interessant werk. Je weet 's morgens nooit waar je 's middags en 's avonds mee bezig zult zijn". En dat is logisch want inbrekers, brandstichters en moordenaars zijn niet van het type dat zijn werkzaamheden onderling in een keurig schema regelt ten behoeve van de politie. Dagelijks zijn Jeremiasse en zijn collega's; vier rechercheurs, een speurhondgeleider, een fotograaf en een administratieve kracht, in de weer met vingerafdrukken, voet- en schoenafdrukken, stukjes haar, vezels van kleding, foto's, bloed- en spermadruppels en gebitsafdrukken. Het verzamelen en in elkaar passen van puzzelstukjes. Soms duurt het enkele uren voor de puzzel volledig in elkaar past. Maar er kunnen ook maanden en soms jaren overheen gaan. ,,Ja, het recherchewerk is in werkelijkheid heel anders dan in detective-series op televisie wordt voorgesteld. De Amerikaanse series slaan nergens op. Daarin wordt amper aandacht besteed aan het onderzoek dat nodig is om een misdrijf op te lossen. In de Duitse series zoals Derrick wordt meer de lijn aangehouden die ook werkelijk wordt gevolgd bij het recherchewerk. Daar zie je ze nog sporen zoeken en worden situaties geanalyseerd. Maar wel is er altijd één centrale figuur in het onderzoek geplaatst. Tferwijl het in werkelijkheid een heel team is dat zich met een misdrijf bezig houdt". Tben Jeremiasse in 1973 solliciteerde naar een baan als technisch rechercheur had hij ook nog geen idee wat dat werk precies inhield. ,,Ik had een romantische voorstelling van een soort detectivebureau. Maar in werkelijkheid wordt de criminaliteit op een heel zakelijke manier aangepakt". Jeremiasse is een werker van het eerste uur. Hij kwam bij de technische recherche toen in Middelburg een groep van deze gespecialiseerde politiemensen werd gestationeerd. „Vroeger werd het gespecialiseerde onderzoekswerk voor de politie altijd verricht vanuit het gerechtelijk laboratorium van het ministerie van justitie in Rijswijk. Daar zat een team van wetenschappers, chemici, laboranten apothekers. Bij een ernstig misdrijf stapten ze in de auto om ergens in Nederland op de plaats van het misdrijf onderzoek te doen. Maar door de grote toename van de criminaliteit was dat niet meer haalbaar. Daarom hebben politiemensen zich steeds verder geschoold in gespecialiseerd onderzoekswerk. Als gevolg daarop zijn in de diverse regio's groepen technische recherche gevestigd". Op het moment dat dat in Zeeland gebeurde, in 1973, werkte Jeremiasse bij een andere gespecialiseerde afdeling van de rijkspolitie: de verkeersgroep in Middelburg. „De politie was een jeugdliefde van mij. Ik heb er altijd graag bij gewild. Ik was als jongen vooral gecharmeerd van de mooie auto's en motoren waarin ze reden". voor politiekorpsen in heel Zeeland gespecialiseerd aanvullend onderzoekwerk verricht. De moderne Sherlock Holmes. Maar om een misdrijf op te lossen hebben ze heel wat meer tot hun beschikking dan een vergrootglas. Na zijn basisopleiding bij de politieschool in Arnhem ging Jeremiasse, na anderhalf jaar werken bij het rijkspolitiekorps Kapelle-Biezelinge, opnieuw naar school. „De verkeerschool rijkspolitie in Bilthoven. Daarna kon ik kiezen. Gaan werken bij de verkeersgroep in Middelburg of in de Porches op de Nederlandse wegen. Het werd Zeeland want mijn liefde voor Zeeland waar ik ben geboren was groter dan mijn neiging om in een Porsche de blits te maken". Jeremiasse mocht gaan surveilleren op de Zeeuwse wegen als motoragent. Hij kreeg een BMW 750. „Dat waren die oranje kuipmotoren. Die kwamen toen voor het eerst in zwang". Na zes jaar moest hij zijn motor afstaan aan een jongere collega en zich meer gaan toeleggen op het technische onderzoek dat ook tot de taak van de verkeersgroep hoorde. „Het onderzoeken van opgevoerde brommers. En van auto's die als kneuzen van de weg waren gehaald. We moesten uitzoeken of de technische staat van een auto aanleiding kon zijn geweest voor het ongeluk dat was gebeurd, foto's maken en aanrijdingen reconstrueren". Werk dat Jeremiasse een beetje statisch vond. „Het was veel minder dynamisch dan met de motor". Via een sollicitatie kwam de politieagent bij de nieuwe afdeling van de technische recherche in Zeeland terecht, waarvan hij inmiddels hoofd is. Het merendeel van de zaken waarmee Jeremiasse en zijn collega's worden 1 geconfronteerd zijn inbraken. In huizen,'in bedrijven en in auto's. Hoewel het vaak pas na langere tijd resultaat oplevert, doen we altijd onderzoek. Alleen al om aan de mensen bij wie de inbraak heeft plaatsgevonden te laten merken dat we de zaak serieus nemen. Het eerste resultaat van het onderzoek is dan al een vorm van slachtofferhulp". Door het sporenonderzoek dat bij inbraken altijd wordt gedaan, worden vaak tientallen inbraken opgelost wanneer bij een inbraak de dader wordt betrapt. „Want inbrekers gaan meestal vaker op pad. Het is alleen jammer dat ae gestolen goederen meestal niet meer zijn te achterhalen. Die zijn verkocht of soms gewoon weggegooid". Een ander belangrijk onderdeel van het werk van de technische recherche is het uitzoeken van de oorzaak van een brand. „Het is een justitiële opdracht om te onderzoeken of er aan een brand nog een ander luchtje dan een brandlucht zit. Of-er meer aan de hand is dan nalatigheid of een toevallige samenloop van omstandigheden". Dat laatste kan het geval zijn wanneer iemand verzekeringsgeld wil binnenhalen of een gepleegd misdrijf onherkenbaar wil maken. Maar dat laatste is toch niet zo simpel, zo blijkt uit de opmerkingen van Jeremiasse. „Een brand heeft wel een vernietigende uitwerking, maar het vuur verbrandt nooit totaal alles. Dat valt reuze mee. Ik ben vaak verbaasd over wat er tussen de resten nog is terug te vinden. Zelfs benzine en andere gassen zijn door middel van een speciale detegtor nog aan te tonen". In de glazen uitstalkast op de afdeling van de technische recherche zijn bijzondere staaltjes van brandstichting te zien. Een weerstandje gemonteerd tussen elektriciteitsdraad dat is bevestigd in een zakje kruid. Plus de apparatuur waarmee het geheel op afstand tot ontploffing werd tebracht. „Het was de bedoeling at de ontploffing zo'n gat zou slagen dat de resten van het kruid en de bedrading na de brand niet meer terug te vinden zouden zijn. Dat lukte twee keer. Maar de derde keer niet omdat het kruidzakje toen in vloeistof werd gelegd". Criminele vernuftigheid. Maar de meeste branden die Jeremiasse en zijn collega's onderzoeken blijken toch te zijn veroorzaakt door nalatigheidjes of toevallige omstandigheden. „Frituurpannen of strijkijzers die men vergeet uit te zetten. Sigarettepeuken en asbakken die men onzorgvuldig opruimt. Vogelnestjes in het schoorsteenkanaal en ongelukjes bij lassen, verf afbranden of slijpen. Met de toename van de mechanisatie in de landbouw is ook het aantal branden in boerenschuren toegenomen. Het risico is extra groot door de combinatie van werktuigen en brandbaar materiaal in de vorm van stro of hooi". Hoewel dat voor een buitenstaander wel het geval lijkt, is het volgens Jeremiasse niet zo moeilijk om de oorzaak van een brand te achterhalen. „Het nagaan van het verloop van de brand is heel belangrijk. We doen dat door rekening te houden hiet de windrichting en het materiaal dat is verbrand. Sommige stoffen branden veel sneller dan andere. En het verhaal van de brandweer en de benadeelde is ook heel belangrijk om de plaats van de brandhaard te kunnen reconstrueren. Het is een puzzel, een leuke puzzel die meestal tot een goed einde is te brengen. Als de brandhaard eenmaal is ontdekt kan worden nagegaan of zich daar elektrische leidingen of elektrische- of gasapparaten bevinden. Of bepaalde spullen zijn gebruikt. Dan is de oorzaak meestal snel duidelijk". Maar Jeremiasse en zijn collega's komen bij hun werk ook voor grote puzzels te staan. Zo krijgen zij zedenmisdrijven en drugszaken voorgeschoteld. En moeten ze alle gevallen van een niet-natuurlijke dood onderzoeken die zijn veroorzaakt door een verkeersongeval. Dat houdt in gevallen van zelfdoding, onbekenden die dood worden gevonden of aanspoelen op het strand en moorden. Dat laatste komt in Zeeland twee drie keer per jaar voor. „Dan wordt er direct een recherche bijstandsteam geformeerd. Dat wil zeggen dat 'de mensen van onze afdeling worden aangevuld met mensen van de rijks- en gemeentepolitie in Zeeland tot een team van ongeveer twintig man. Vooral de eerste dagen wordt er dan dag en nacht in ploegen doorgewerkt om de moord zo snel mogelijk op te lossen". Het onderzoek dat dan plaats vindt houdt onder andere een sporenonderzoek in op de plaats van de moord. Het registreren van die plaats door middel van foto's en video. Het uitwerken van die sporen en het nachequen van mogelijke verbanden met verdachten. Het reconstrueren van de zaak. Onontbeerlijk bij het onderzoek zijn volgens Jeremiasse foto apparatuur, gips om voetafdrukken te maken, poeders om vingerafdrukken te maken, een bepaalde soort lampen waarmee men afdrukken in stof kan zien en plastic zakken om bewijsstukken in te doen die later in het laboratorium van de afdeling technische recherche worden onderzocht. Want daar staat de apparatuur waarmee men nog meer mogelijkheden heeft. De zuurkast en jodiumexicator om sporen op wapens en op plastic zakken zichtbaar te maken. De sniffer waarmee verdachte gassen en koolwaterstoffen kunnen worden geregistreerd. En een microscoop waarmee vergelijkingen kunnen worden gemaakt omdat hij een gedeeld scherm heeft. Er kunnen twee dingen gelijk onder worden gelegd. Krassporen van gereedschappen bijvoorbeeld. Maar ook schoensporen, vingerafdrukken en zelfs handschoensporen. Gegevens die worden opgeborgen in diverse verzamelingen als ze niet gelijk resultaat opleveren. Via de computer kunnen ze onmiddellijk weer worden opgeroepen én vergeleken met nieuwe gegevens. Een belangrijke rol bij het verzamelen van gegevens speelt ook de speurhond van de technische recherche. „Door zijn scherpe neus kan zo'n dier zelfs maanden na het delict nog belangrijke aanwijzingen geven". En belangrijk is ook de anodes operandi'. Het vergelijken van de manier waarop de verdachte te werk is gegaan. „Mensen zijn geneigd om gewoontes aan te houden en misdadigers vormen daarop geen uitzondering". Jeremiasse vindt het leuk om zich in zo'n puzzel vast te bijten tot de oplossing is gevonden. „Je moet heel veel geduld hebben en zeer vasthoudend zijn. Het is heel leuk werk. Het is alleen jammer dat het altijd het leed van anderen betreft. Maar dat wordt dan weer gecompenseerd doordat je het idee hebt dat je wat kunt doen voor die mensen en bezig bent voor de maatschappij".

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1989 | | pagina 16