de orgelman Een dag op stap met 'De dorpen af, dat vind ik nog steeds het leukst ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Maandag 19 juni 1989 Nr. 21559 hij zelf minder prettig, ook al brengt het wat extra geld in het laatje. „Als het zo druk is heb je helemaal geen tijd om een praatje te maken met de mensen, en dat hoort er nou juist helemaal bij", aldus Gieskes. Tijdens zijn omzwervingen op het eiland pikt hij overal de nieuwtjes op. „Van de meeste dingen ben ik wel op de hoogte. Je ziet onderweg nogal wat gezichten hè". Gieskes kent zijn pappenheimers ondertussen en hij weet bij voorbaat waar het goed spelen is en waar hij beter zijn tijd niet kan verdoen. „In Plan West in Zierikzee kom ik niet. Dat is de moeite niet. Overdag zijn daar maar heel weinig mensen thuis", aldus Gieskes. Hij stelt dat winkeliers er in de regel geen bezwaar tegen hebben als hij bij hun winkel in de buurt gaat staan spelen. „Maar het komt natuurlijk weieens voor dat zo'n winkelier een slechte dag heeft en dan vraagt of je niet een eindje verder kunt gaan staan spelen. En dat doe je dan gewoon. Maar normaal gesproken vinden ze het wel leuk als je voor hun winkel komt spelen, want zo'n orgel trekt toch volk natuurlijk. Het beste plekje in Zierikzee is voor mij op de Appelmarkt tegenover de Hema. Maar dan moet er wel ruimte zijn om te staan anders blokkeer je de hele straat en dat kan natuurlijk niet". Over het algemeen, zo is de ervaring van Gieskes, reageren de mensen positief op de muziek van het draaiorgel. „Negatieve reacties? Nee, dat heb ik eigenlijk nog nooit meegemaakt". Door de bank genomen blijft Gieskes niet langer dan 20 a 30 minuten op hetzelfde plekje staan. „Soms wordt het ook wel langer, dan sta je zo lekker te draaien dat je de tijd vergeet". Een grote rol speelt wat dat betreft het weer. „Als het te warm is zitten ze allemaal aan het strand en dan verdien je niet veel. Maar het vervelendste is het als je ergens besteld bent en het regent een hele tijd. Regen is funest voor een draaiorgel. Daarom trekken wij ook altijd heel snel een stuk zeil over het orgel als het begint te regenen". Gieskes trekt er trouwens nooit alleen op uit. „Ik doe het altijd samen met mijn vrouw, anders is het gewoon niet te doen". Niet alleen het orgel zelf, maar ook de muziekboeken zijn erg gevoelig voor vocht. De muziekboeken zijn gemaakt van dik karton en dat wordt er bepaald niet sterker op als het nat wordt. Overigens maakt Gieskes zijn muziekboeken zelf. Ze zijn ook kant-en-klaar te verkrijgen, maar dat blijkt nogal prijzig. Gieskes haalt er een muziekboek bij om uit te leggen hoe een en ander in zijn werk gaat. Waar het om draait is het patroon van de perforaties in het kartonnen boek. De plaats van de perforatie bepaalt welk onderdeel van het orgel in werking gezet wordt. Gieskes weet de verschillende onderdelen feilloos te vinden. „Ik heb dat orgel van de grond af zien opbouwen en ik ken het als mijn broekzak". Geen overbodige luxe overigens want goed onderhoud is volgens Gieskes essentieel voor het orgel. „Het is net als bij een auto. Als je de boel laat versloffen krijg je gegarandeerd stukken". Dat onderhoud betreft dan niet alleen het binnenwerk, maar ook het uiterlijk van het orgel. Alles moet er pico bello uitzien en alleen bij de gedachte al dat zijn orgel een valse noot zou laten horen fronst Gieskes de wenkbrauwen. „De mensen horen het misschien niet hoor, maar ik hoor het wel en dat kan voor mij gewoon niet. Het orgel moet gewoon helemaal in orde zijn". Gieskes zelf neemt het onderhoud van het binnenwerk voor zijn rekening. Een vriend van hem verzorgt het schilderwerk. „En dat doet hij heel goed", aldus Gieskes. Bij het onderhoud van het orgel hoort ook het stemmen. Vooral door temperatuurswisselingen wil het nog wel eens voorkomen dat één of meerdere onderdelen van het orgel ontstemd raken. Als je zo vaak onderweg bent als Gieskes maakje uiteraard wel het een en ander mee. Eén van de anekdotes die Gieskes nog helder voor ogen staat was de keer dat hij dermate enthousiast met zijn centenbakje stond te schudden dat prompt de bodem eruit viel. „Al het geld over de straat, en het mooiste was dat de mensen dachten dat dat zo hoorde, want ze gooiden er nog wat bij", vertelt de orgelman grinnikend. „Normaal gesproken heb ik altijd een reservebakje bij me, maar natuurlijk die ene keer net niet. Dat zal je altijd zien". Gieskes wordt ook regelmatig ingehuurd om serenades te verzorgen. Dat kan zijn ten gerieve van een jarige of een gouden bruidspaar maar het komt ook voor dat Gieskes met zijn orgel een pasgetrouwd stel, liefst in de vroege ochtenduren, wakker mag maken Allemaal zaken die het bestaan als orgelman de nodige afwisseling bezorgen. „Ik doe het nog steeds met plezier", aldus Gieskes. En hoewel hij hele dagen niets anders hoort dan draaiorgelmuziek is hij het geluid van zijn Alanti nog lang niet zat. „Als het langere tijd regent kan ik er niet op uit. Maar dan wil ik toch het geluid van het orgel horen en dan laat ik het gewoon in de schuur spelen", aldus Gieskes. Er is een aantal deuntjes dat hij altijd bij zich heeft. „Zelf vind ik Het kleine café aan de haven nog steeds heel leuk, net als de wals Verlaten. En Rode Rozen van Freddy Breek, dat vind ik ook een leuk nummer". Tbkst: Piet Kleemans Foto: Joop van Houdt ZIERIKZEE - „Je moet zoiets niet gaan doen als je er geen liefhebberij in hebt. Zo'n orgel wordt toch een stukje van jezelf". Een uitspraak opgetekend uit de mond van M. A. Gieskes, bij velen beter bekend als Rinus. Rinus de orgelman. Het vak werd hem eigenlijk met de paplepel ingegoten en toch was het helemaal niet vanzelfsprekend dat hij, zoals de officiële omschrijving luidt, draaiorgelexploitant zou worden. „Ik ben vrachtwagenchauffeur geweest totdat hernia daar een einde aan maakte. Ik liep als kleine jongen wel altijd met mijn opa mee en dat vond ik altijd heel leuk. Maar ik had niet het idee dat ik orgelman wilde worden". Hij werd het wel en vandaag, maandag 19 juni 1989, is het op de kop af twaalfeneenhalf jaar geleden dat hij zijn 'Alanti' liet bouwen. „Maar ik geef geen feestje hoor". Gieskes opa was een man die zeker de oudere inwoners van Schouwen- Duiveland gekend hebben: Ceés Rossen. Hij trok met paard en draaiorgel over, toen nog, het eiland. „Hij heeft het gedaan tot hij dik in de tachtig was", vertelt Gieskes. Hij vergezelde zijn opa vaak op diens tochten en hij was er ook bij toen Rossen in 1969 een ongeluk kreeg. Het draaiorgel werd van achteren aangereden door een auto. Gevolg: draaiorgel aan barrels, twee man in het ziekenhuis en twee mensen die zich onder doktersbehandeling moesten stellen. Overigens is het orgel dat in 1969 door de aanrijding zwaar beschadigd werd weer opgebouwd. „Mijn neef rijdt nu in Middelharnis rond met dat orgel", aldus Gieskes. Na de dood van Rossen in 1976 besloot Gieskes orgelman te worden. Hij liet een orgel bouwen in Oosterhout. „Daar heb ik met mijn gezin armoe voor geleden", stelt hij. Een orgel, zoals de Alanti van Gieskes vertegenwoordigt een waarde van 60.000,-. Draaiorgelmuziek. Het is al heel oud en als het aan Gieskes ligt zal het voorlopig ook niet verdwijnen. Het houdt immers de herinnering levend aan al die oude volksdeuntjes die vroeger op straat gezongen werden. Draaiorgelmuziek roept emoties op. Volgens Gieskes gebeurt het regelmatig dat de mensen op straat de liedjes van het draaiorgel meezingen. ,,En ik heb Het is nooit zo ter sprake geweest maar als de nood aan de man zou komen en Gieskes zou laten weten geen brood meer te zien in zijn bestaan als orgelman zou dat ongetwijfeld het gesprek van de dag zijn. Want een draaiorgel is, zo zeggen velen, toch eigenlijk niet weg te denken uit een historisch stadje als Zierikzee. Sceptici onder hen zullen daar wellicht de kanttekening bij plaatsen dat de ware orgelman zichzelf en zijn orgel verplaatst met gebruikmaking van een paard in plaats van een auto. Anderen zullen wellicht naar voren brengen dat de orgelman eigenlijk zelf aan het wiel zou moeten draaien en dat niet over moet laten aan een benzinemotortje. Gieskes: „Het is tegenwoordig gewoon niet haalbaar om een paard voor het draaiorgel te laten lopen. Dat zou veel te veel tijd kosten als je van het ene naar het andere dorp zou gaan en het is bovendien veel te gevaarlijk met al die auto's op de weg. Met de hand draaien? Nee, daar is dit orgel niet op gebouwd. Dat gaat veel te zwaar. Langer dan een paar minuten hou je dat gewoon niet vol". Geen geringe investering. Zeker als men bedenkt dat een orgelman voor wat betreft zijn inkomsten in feite afhankelijk is van wat de mensen in zijn centenbakje doen. De veronderstelling dat sommige mensen het rondgaan met het centenbakje weieens als bedelen zouden kunnen zien wijst Gieskes resoluut van de hand. „Het is gewoon keihard werken. Ik bied een produkt aan de mensen aan en ik word daar voor betaald. Net zoals dat gaat bij een ander bedrijf". Overigens is de officiële term voor het rondgaan met het centenbakje manzen. Een bezigheid die niet zonder vergunning uitgevoerd mag worden. Gieskes heeft vergunning om in het 'overgrote deel van de kernen op Schouwen-Duiveland zijn draaioigel te laten spelen en daar geld voor te vragen. Alleen in Renesse komt hij niet. Daar komt al sinds jaar en dag een andere orgelman en het is een ongeschreven wet dat draaiorgelexploitanten elkaar nooit en te nimmer in de wielen rijden. het ook meegemaakt dat de muziek van mijn draaiorgel mensen aan het huilen bracht". Terwijl draaiorgelmuziek eigenlijk per definitie vrolijke muziek is. Gieskes leest de Zierikzeesche Nieuwsbode niet alleen voor het nieuws: „Ik kijk ook altijd in de Nieuwsbode bij de overlijdensberichten. In een straat waar iemand gestorven is ga ik die dag niet staan draaien met mijn orgel. Dat kun je gewoon niet maken, vind ik". Behalve in Nederland komt hij met zijn draaiorgel ook wel in België. „De mensen daar reageren heel anders op de muziek van een draaiorgel dan de mensen in Nederland. Veel enthousiaster". Gieskes heeft voor zijn draaiorgel een zeer uitgebreid repertoire. Liedjes van voor de oorlog, maar ook hedendaagse meezingers. Want dat is wel een criterium waaraan de klanken van Gieskes draaiorgel moeten voldoen. Het moet gemakkelijk in het gehoor liggen en de mensen op z'n minst noden tot meeneuriën. Gieskes heeft voor zijn Alanti ook een aantal 'evergreens' in voorraad. „In the Mood van Glenn Miller. Dat is een nummer dat het altijd goed doet bij de mensen. Maar bijvoorbeeld ook Buena Sera is heel populair". Gieskes is nog steeds van plan om Bill Hailey's Rock around the clock op het repertoir van zijn draaiorgel te zetten. Wat niet wil zeggen dat het de oude nummers aan de kant zou zetten. „Ik ben één van de weinige orgeldraaiers die nog echt oude nummers heeft", aldus Gieskes. „Maar het is een chromatisch orgel en je zou er bij wijze van spreken ook klassieke muziek op kunnen draaien". Een draaiorgel spreekt tot de verbeelding. Is het niet door de muziek dan is het wel door het uiterlijk. Gieskes heeft op zijn Alanti de drie poorten die Zierikzee rijk is laten schilderen. Maar dat is zeker niet de enige versiering die het orgel rijk is. Verder zijn er bijvoorbeeld de twee Schouwse boerinnetjes die ieder een bel bedienen, en de omlijsting van'de openingen in het orgel front die een tipje van de sluier oplichten en de toeschouwer een bescheiden blik in het binnenste van het orgel gunnen. Alles bij elkaar voldoende voor veel mensen om het fototoestel in de aanslag te nemen om het orgel op de gevoelige plaat vast te leggen. Gieskes: „Ik denk dat er kilometers film zijn volschoten op het orgel. Maar daar wen je aan Vaak dient er dan door het kroost van de fotograaf geposeerd te worden, liefst op het orgel. Maar daar begint Gieskes niet aan. ..Zo'n orgel is echt heel teer. Voor je het weet heb je duizenden guldens schade. Duitsers, dat zijn nieuwsgierige mensen. Die willen alles van het orgel weten. Hoe het werkt, wat het kost. Alles". Gieskes vindt die belangstelling op zich niet zo vervelend, zolang men maar met de ogen kijkt in plaats van met de handen. „Soms moet je ogen in je achterhoofd hebben", aldus de orgelman. „Ze zitten er op voor je er erg in hebt". Gieskes rijdt, zo zegt hij, het liefst de dorpen van Schouwen-Duiveland af. Hoogtijdagen als dc Tberistendagen in Zierikzee vindt

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1989 | | pagina 5