een raadslid Een dag op stap met 4 „Als raadslid moet je flexibel zijnmaar in principiële zaken mag je geen duimbreed wijken ZIERIKZEE - „De politiek helaas ziedaar onze ellende" De Musset uit wiens mond deze pittige uitspraak ooit is opgetekend, had niet veel op met het politieke spel en in die sceptische opvatting staat hij niet alleen getuige de schampere opmerkingen en venijnige grapjes die over het gedrag van de heren en dames politici worden gemaakt. Dat betreft echter in negen van de tien gevallen diegenen, die op landelijk niveau politiek bedrijven. Over de plaatselijke politici wordt in het algemeen veel milder geoordeeld; zij verrichten hun tijdrovende werk immers in hun vrije tijd en ontvangen daarvoor slechts een geringe vergoeding. Om die parttime baan, want dat is het raadslidmaatschap, jaar in jaar uit vol te kunnen houden is een flinke dosis idealisme en gedrevenheid onontbeerlijk. Het Zierikzeese gemeenteraadslid W. F. Sprengelmeijer is het prototype van zo'n door idealen gedreven mens. Met een korte onderbreking van één jaar verdedigt Sprengelmeijer sinds 1966 de Reformatorische principes. Een beeld van een principieel en consequent handelend politicus Je hebt van die families, waarbij het kroost de politiek met de paplepel naar binnen gegoten krijgt en waar het tot de familietradities behoort dat zoon of dochterlief in de politieke voetsporen van pa (of ma) treedt. Uit zo'n politiek nest komt het RU-gemeenteraadslid Sprengelmeijer niet. „Je zou het eerder een politiek neutraal gezin kunnen noemen" aldus Sprengelmeijer die van huis uit Nederlands Hervormd is opgevoed. Een innerlijke strijd tijdens de maanden die Sprengelmeijer als dienstplichtige doorbracht en de contacten met onder andere de toenmalige dominee J. Pannekoek resulteerden in 1953 uiteindelijk in de overstap naar de Oud Gereformeerde Gemeente. Een ingrijpende religieuze ommekeer die ook politieke consequenties had. „Die ommekeer bracht vanzelf met zich mee dat ik me goed kon vinden in het politieke en geestelijke klimaat binnen de Staatkundig Gereformeerde Partij" verklaart Sprengelmeijer zijn politieke voorkeur. Vanaf 1953 ontwikkelde Sprengelmeijer zich tot een bekende verschijning op de plaatselijke, regionale en ook landelijke bijeenkomsten van de SGP. Vijf jaar later werd de Zierikzeeënaar dan ook benoemd tot secretaris van de plaatselijke kiesvereniging van de SGP, de oudste kiesvereniging in Zierikzee. Een functie die hij zes jaar lang vervulde In september '66 maakt Sprengelmeijer zijn debuut als raadslid. Niet als vertegenwoordiger voor de SGP maar als lid van de toenmalige Protestants Christelijke Federatie, waarin de Christelijk Historische Unie, de Antirevolutionaire Partij en de SGP samenwerkten. „We hadden gezamenlijke fractievergaderingen maar daarnaast was het wel mogelijk om in de raad een eigen standpunt in te nemen" vertelt Sprengelmeijer de werkwijze van deze federatie. Zijn entree in de Zierikzeese gemeenteraad kwam min of meer onverwacht. Sprengelmeijer: „Ik stond op een onverkiesbare plaats maar door het plotselinge vertrek van Dankers kwam er een plaatsje vrij". Dat leverde hem enige slapeloze nachten op. „Ik zag er nogal tegen op, want ik had relatief weinig scholing en in de gemeenteraad zaten doorgewinterde Solitici als Simmers, Doeleman en •e Moor. Doe ik het wel of doe ik het niet speelde door mijn hoofd". „Op een nacht toen de slaap weer niet wilde komen, ben ik opgestaan om een stukje uit de Bijbel te lezen. Dat was Ezechi I 2, waarin de roeping van Ezechi I om als profeet onder het volk van Israel op te treden staat beschreven". Het debuut als raadslid viel echter alleszins mee. De oude rotten in het politieke bedrijf waren niet te beroerd om het kersverse en tevens ook het jongste raadslid de fijne kneepjes van het politieke bedrijf te leren. Sprengelmeijer: „Zeg het eerste jaar niet al te veel en als je het doet, doe het dan vragenderwijs. Dan moet het college met een antwoord komen, hield het VVD-raadslid M. C. Doeleman voor. Dit heb ik mijn hele leven onthouden.". Dat luisteren en vragen stellen ging echter niet altijd op. In datzelfde jaar werd in de raad immers gesproken over een wielerconcours op zondag. Sprengelmeijer moest als verdediger van de zondagsrust toen wel zijn stem laten horen en daarbij trof hij Doeleman als een fel tegenstander. Na afloop kwam diezelfde Doeleman echter naar hem toe om hem met zijn optreden te feliciteren. „Je bent vanavond als een SGP-er voor de dag gekomen" luidde het welgemeende compliment van de liberaal. Nog steeds laat Sprengelmeijer zijn stem horen wanneer er zaken met een principieel karakter aan de orde zijn. Wie denkt dat de gemeentepolitiek zich daarvoor niet goed leent, heeft het mis. Niet alleen zaken zoals de openstelling op zondag van musea en winkels vragen om een principieel standpunt, maar ook aan het al dan niet toekennen van subsidie aan een organisatie zit een principiële kant. Een voorbeeldje, toen Uit op Schouwen-Duiveland de gemeente Zierikzee om subsidie vroeg teneinde het theateraanbod op Schouwen-Duiveland veilig te stellen zei Sprengelmeijer principieel nee tegen dit voorstel, omdat klein rechts nu eenmaal geen voorstander van dit theaterbureau is, gelet op de keuze van de activiteiten. Sprengelmeijer: „Ik vind bovendien dat subsidies alleen een aanlopend karakter moeten hebben en niet structureel.(jaarlijks terugkerend) moeten zijn, als iets in stand moet worden gehouden dankzij subsidie, dan vind ik dat geen gezonde zaak". Waar sommige politici de verleiding niet kunnen weerstaan om met een schuin oog naar de perstafel hun mening in vlammende bewoordingen uitvoerig toe te lichten, kiest Sprengelmeijer voor een korte en zakelijke benadering onder het motto; lange verhalen, wat heb je daaraan. Sprengelmeijer: „Ik weiger om voor de pers te praten, iets dat sommigen wel doen. Daar houd ik niet van, het gaat er in de eerste plaats om, om ervoor te zorgen dat Gods woord tot erkentelijkheid wordt gebracht en niet zozeer om zoveel mogelijk kiezers te verzamelen. Als ik mijn standpunt in een van de commissievergaderingen naar voren heb gebracht, ga ik dat tijdens een raadsvergadering niet nog eens herhalen, 'n Enkele keer verwijs ik daar wel naar terug". Het is overigens ook niet de opdracht die Sprengelmeijer als vertegenwoordiger van klein rechts heeft meegekregen. „Als SGP-er wordt niet van je verlangd om bij elk onderwerp je stem te laten horen. Veel belangrijker is het om een principieel standpunt in te nemen met het doel om het woord van God tot meer erkentelijkheid in den lande te brengen en ervoor te zorgen dat Gods wetten worden nageleefd". Wie daarbij denkt dat de vertegenwoordiger van de Reformatorische Unie, zoals de samenwerking tussen het Gereformeerd Politiek Verbond, de Reformatorische Politieke Federatie en de Staatkundig Gereformeerde Partij sinds 1977 heet, zijn mede raadsleden herhaaldelijk met „een vermanend en belerend vingertje toespreekt", kent Sprengelmeijer niet. „Je moet niet altijd en overal je principes lichtvaardig laten horen, maar deze naar voren brengen als de situatie zich daarvoor leent. Je moet aan je opdracht voldoen maar wel wanneer daartoe gelegenheid is" luidt zijn standpunt, dat hem door zijn mederaadsleden ongetwijfeld in dank wordt afgenomen. Ofschoon de vertegenwoordiger van klein rechts een duidelijk principieel standpunt inneemt en daaraan consequent vasthoudt, weerhoudt dat hem er niet van om begrip te tonen voor andermans standpunt. Dat is volgens hem een eigenschap waarover een raadslid moet beschikken. Behalve die tolerantie jegens andersdenkenden, is ook een goed politiek inzicht, gevoel voor humor, een evenwichtig karakter plus een 'goed geheugen onmisbaar om als raadslid te kunnen functioneren. Dat laatste is iets waarvoor Sprengelmeijer bij (politieke) vriend en vijand aanzien geniet. Wanneer er in de Zierikzeese raadzaal een onderwerp wordt aangesneden dat ook in het verleden speelde wordt regelmatig gekeken en verwezen naar Sprengelmeijer die zich als raadslid met een lange staat van dienst, de zaak nog feilloos weet te herinneren. Tbrugblikkend op de achterliggende periode, constateert de vertegenwoordiger van klein rechts de nodige veranderingen in het lokale politieke gebeuren. Niet alleen heeft de Protestants Christelijke Federatie het veld moeten ruimen, omdat in 1977 de Anti Revolutionaire Partij, Christelijk Historische Unie en de Katholieke Volkspartij samengingen in het Christen Democratisch Appèl en de SGP in Zierikzee samen met de RPF en het GPV verder ging als Reformatorische Unie, ook de gemeentepolitiek zelf heeft veranderingen ondergaan. ,,In 1966 was het nog gebruik dat bij het aantreden van de nieuwp raad de leden in zwart colbert en grijsgestreepte broek aantraden. Nu is het gewoon als een raadslid in vrijetijdskleding naar de vergadering komt, stelt Sprengelmeijer met enige spijt over het verloren gaan van deze traditie vast. Ook de zaken waarmee een raadslid te maken krijgt zijn niet alleen in aantal maar ook in complexiteit toegenomen. De rijksoverheid schuift onder het mom van decentralisatie steeds meer taken op het bordje van de gemeentebestuurders, terwijl ook k het aantal gemeenschappelijke regelingen aanmerkelijk is toegenomen. „In 1966 was Schouwen-Duiveland net eiland-af. De problemen waren toen wat kleinschaliger. Bovendien was Zierikzee in die jaren een artikel 12 gemeente, netgeen inhield dat voor nagenoeg elke uitgave toestemming van de provincie nodig was. In 1966, dertien jaar na de ramp, gebeurde er ook nogal wat. De wijk Malta was in aanbouw en tevens werden de grondaankopen voor Poortambacht gedaan en kwam Borrendamme van de grond", omschrijft het RU-raadslid het politieke bedrijf van toen. Naarmate de problemen omvangrijker en complexer werden nam ook het aantal vergaderingen toe. Een blik in de agenda van Sprengelmeijer verraadt een wel zeer bezig mens. „Ik heb nauwelijks vrije tijd. Neem nu de maand mei, even tellen... tien vergaderingen" Behalve de maandelijkse raadsvergadering en dp talrijke commissievergaderingen (Sprengelmeijer neemt zitting in de commissies publieke werken, ruimtelijke ordening, verkeer en financiën) houdt Sprengelmeijer eens per maand ruggespraak met de schaduwfractie, waarin vertegenwoordigers van GPV, SGP en RPF met uiteenlopende maatschappelijke functies hun vertegenwoordiger in de raad van advies dienen. Eenmaal in de maand ook wisselt Sprengelmeijer van gedachten met andere SGP- bestuurders in de provincie en tevens fungeert het Zierikzeese raadslid die daarnaast ook nog ouderling is, nog als eilandelijk voorzitter van de SGP. Daarmee is Sprengelmeijer er nog niet, want om goed beslagen ten ijs te komen moet er ook heel wat worden gelezen. Tbmeer omdat de RU-vertegenwoordiger om principiële redenen geen radio en televisie in huis heeft om het nieuws te volgen. Behalve het op de voet volgen van het nieuws uit eigen regio, volgt Sprengelmeijer ook nauwgezet het provinciale en het landelijke nieuws. Daarnaast is Sprengelmeijer ook een trouw lezer van de vakbladen en doet hij ook bijna wekelijks een beroep op het voorlichtingsbureau van de drie partijen die samen de RU vormen. Deze geven adviezen aan bestuurders over maatschappelijke en levensbeschouwelijke zaken plus de visie van de partij daarop" aldus Sprengelmeijer, voor wie het niet uitzonderlijk is om bij het krieken van de dag naar het stadhuis te gaan om daar de stukken door te lezen. Sprengelmeijer: „Als je dat vergelijkt met 1966. Tben waren de raadsstukken niet meer dan enkele velletjes, nu zijn het bijna boekwerken". Om al dat leesvoer te kunnen behappen is selectief lezen puur lijfsbehoud voor een raadslid. „Wat je goed moet lezen en wat niet is iets wat je door de jaren heen leert" stelt het RU-raadslid op grond van zijn jarenlange ervaring vast. Hoe dat alles te combineren valt met én een baan én een gezin mag een raadsel heten. Sprengelmeijer: „Gemiddeld ben ik toch zo'n uur of twintig bezig met mijn werk in de raad. Dat gaat weieens ten koste van je gezin. Mijn vrouw is er dan ook niet even blij mee, dat ik nagenoeg elke avond bezet ben. Nee, 't is een belasting voor het gezinsleven en 't is eigenlijk alleen mogelijk als je vrouw je hierbij steunt, want het is een zware taak". Een zware opgave, zeker, maar toch ook een dankbare taak, die Sprengelmeijer maar moeilijk zal kunnen missen, zo blijkt bij het afscheid; er is immers nog zo veel waarbij hij zich betrokken voelt. Een zo'n punt is de leefbaarheid van Zierikzee. De toenemende verkeersongehoorzaamheid en de ongebreidelde uitbreiding van terrassen en straatverkoop door ondernemers zijn hem (en hem niet alleen) een doorn in het oog. „We moeten als gemeente denk ik ook niet verder gaan met het bevorderen van het toerisme, daardoor dreigt Zierikzee te verpauperen en dreigt ook een aantasting van de leefbaarheid van de stad voor de eigen bevolking". Daarmee breekt het RU-raadslid, die in verband met deze leefbaarheid ook pleit voor het invoeren van betaald parkeren, een lans voor het welzijn van de autochtone bevolking. „Behalve het uitdragen van het SGP-standpunt zie ik het tot mijn taak om op te komen voor het welzijn van elke burger van Zierikzee" aldus Sprengelmeijer. Foto: Joop van Houdt Tbkst: Rosalien Korstanje I A A I A

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1989 | | pagina 4