de ambachtelijke ijsbereider 5Hygiëne blijft eerste vereiste bij het ijs maken Een dag op stap met 4 ZIERIKZEE - „Het is zeker meer werk ja. Maar wij willen gewoon het beste ijs maken en ijs dat op ambachtelijke wijze is klaargemaakt is gewoon veel lekkerder dan 'fabrieks'ijs". Aan het woord is Arco Kruik uit Zierikzee. Samen met zijn vader drijft hij sinds drie jaar een ijsfabriek aan de Platteweg bij Zierikzee: Sapido ijs. Kruik: „Omdat we door het hele land leveren zochten we naar een naam die een beetje lekker in het gehoor ligt. We hebben eerst onze familienaam in het Italiaans vertaald, maar dat klonk niet zo geweldig". Uiteindelijk rolde de naam Sapido uit de bus en die naam is volgens Kruik het Italiaanse woord voor lekker, smeuiig. En dat is precies het soort dat Kruik wil maken: ambachtelijk ijs zonder toevoeging van geur-, kleur- of smaakstoffen. Een dag op stap met de ambachtelijke ijsbereider. De zomer is weer in het land. Wie even de kans krijgt spoedt ziph naar een zonovergoten terras. Een ander stapt in de auto of op de fiets om een plaatsje te zoeken op het strand. Naast een stralend zonnetje, een bruine huid en een verfrissende dronk kent het zomerseizoen nog een heel belangrijk ingrediënt die van de zomer pas echt een mooie zomer maakt: het ijsje. Een vanouds bekende en zeer populaire versnapering voor jong en oud. Arco Kruik is één van de mensen die fantasie en creativiteit combineert ■met vakkennis met het doel om de consument kwaliteitsijs voor te kunnen zetten. IJs in de meest uiteenlopende smaken, maar in ieder geval altijd zonder chemische toevoegingen. Ambachtelijk ijs, toebereid met vers fruit. Kruik senior vestigde zich in 1971 in Zierikzee en begon een klein ijsfabriekje in het Korte Groendal. Daarvoor dreef hij een cafetaria in Middelharnis. Drie jaar geleden besloot Kruik senior het roer in handen te geven van zoon Arco om zelf wat meer naar de achtergrond te verdwijnen. Dat ging gepaard met een verhuizing uit de Zierikzeese binnenstad naar een pand aan de Platteweg, even buiten Zierikzee. Daar moest men in feite weer vanaf de grond beginnen met de inrichting van het bedrijf. En Arco Kruik kwam voor de keus te staan om of voortaan als ijsbereider door het leven te gaan of verder te gaan in zijn beroep als kok. De keus tussen werken voor een baas en eigen baas zijn. Arco koos voor het laatste. ,,Het eerste jaar heb ik op het diploma van mijn vader gedraaid, maar ik ben wel zo snel mogelijk met de opleiding begonnen", aldus Kruik. Hij volgde een vakopleiding van de Stichting Vakopleiding Horeca (SVH) en besloot zich daarna verder in het ijsbereiden te bekwamen middels het volgen van een cursus voor ijsspecialist. „Je leert van alles over de samenstelling van recepten, de verhoudingen tussen de verschillende ingrediënten. Er bestaat natuurlijk een aantal basisrecepten, maar het leukste is om zelf nieuwe recepten te ontwikkelen", aldus Kruik. Hij tekent daarbij aan dat je als ijsbereider niet louter je eigen smaak moet volgen. Wat de klant wil staat voorop. En de belangstelling van de klant gaat steeds meer uit naar kwaliteit en variatie. Niet meer alleen choco of vanille, maar bij voorkeur keuze uit een flink aantal smaken. ,,De laatste jaren zie je dat er steeds meer vraag komt naar ijs waar exotische vruchten in verwerkt zijn", aldus Kruik. Als voórbeeld noemt hij fruit als kiwi, passievrucht en mango. Liefst op de meest natuurlijke wijze tot volledige wasdom gekomen. ,,De mango's die je in groentewinkels ziet zijn vaak nog niet helemaal rijp en moeten dan hier in Nederland verder rijpen. Wij zoeken clan liever net zo lang tot we mango's hebben gevonden die wel rijp zijn", verduidelijkt Kruik. Hij is bepaald kieskeurig als het gaat om het fruit dat hij in zijn ijs verwerkt. Zijn zwarte bessen betrekt hij uit Polen. ,,We hebben eerder zwarte bessen uit Amerika gehad, maar dat waren cultuur-bessen. De bessen uit Polen zijn wilde zwarte bessen en daar zit gewoon veel meer smaak aan". Eerder gebruikte Kruik, net als veel andere ijsberèiders, ingeblikte vruchtenpuree. Daar is hij vanaf gestapt. ,,Wij maken nu zelf onze vruchtenpuree van verse vruchten. Dat wordt dan weer in het ijs vörwerkt. Het maakt het ijs duurder en het is voor ons ook veel meer werk, maar het gaat tenslotte om de kwaliteit", aldus Kruik. Overigens gebruikt Kruik de vruchtenpulp uit eigen huis niet alleen in zijn eigen fabriek. Hij levert ook aan ijssalons en restaurants die het dan weer in hun eigen ijs kunnen verwerken. De vruchtenpulp wordt ingevroren en door heel Nederland vervoerd, verpakt in piepschuim bakken. ,,In die bakken kun je het zo'n 12 uur buiten de vriezer bewaren", aldus Kruik. In het land heeft Kruik een aantal vaste afnemers waaronder een home-service bedrijf van behoorlijke omvang. ,.Mijn vader is zo'n beetje de vertegenwoordiger, de verkoper. Ik ben puur praktijkmens", aldus Kruik. Het idee dat een ijsbereider alleen in de zomer werkt en dan blijkbaar zoveel verdient dat hij in de wintermaanden op zijn lauweren kan gaan rusten verwijst hij resoluut naar het land der fabelen. December is voor ons één van de drukste maanden. Je ziet een tendens dat mensen steeds meer het hele jaar door ijs eten, en niet alleen in de zomer", aldus Kruik. Een ijscoupe is in restaurants ook zeer populair als toetje en is negen van de tien keer dan ook het hele jaar door verkrijgbaar. Kruik levert ijs aan een flink aantal restaurants in de regio en daarbuiten. „En restaurants zijn echt wel kieskeurig in de keuze van het ijs. Zij doen hun best om een goede maaltijd op tafel te brengen en als dan het ijsje achteraf niet smaakt is dat een afknapper", aldus Kruik. Hij vertelt dat één van de restaurants aan wie de firma ijs levert haar personeel heeft gevraagd het ijs te testen. ,,En ze vonden unaniem ons ijs het lekkerst", stelt Kruik niet zonder trots. Hij noemt uit de losse pols wat restaurants in de regio waar hij aan levert, en het zijn niet de eerste de beste restaurants. „Kwaliteit verkoopt zichzelf", is de simpele verklaring van Kruik. Verder levert Kruik aan zijn klanten ook ijstaarten op bestelling. Een fenomeen dat vooral de laatste jaren aan populariteit wint. Er zijn bijvoorbeeld bruidsparen die niet de tradioncle bruidstaart, maar een ijs-bruidstaart willen. Geen probleem voor Kruik, want hij heeft ijstaarten in verschillende maten en soorten. Ook in ijs kent men modetrends. Nog niet zo lang geleden had iedere zichzelf respecterende snackbar een soft-ijs-machine staan. Kruik is duidelijk geen aanhanger van deze manier van ijs maken „Maar het is natuurlijk wel lekker makkelijk. Het is niet meer dan poeder en water", luidt zijn commentaar. Het schepijs is inmiddels overduidelijk terug van weggeweest en de soft-ijs rage is praktisch helemaal van het toneel verdwenen. In veel zaken hebben de soft-ijsmachines plaats moeten maken voor vitrines met toch minstens 6 smaken schepijs. Overigens bestaan er veel meer smaken in ijs. Kruik voert zo'n 30 creaties in haar assortiment in verschillende kwaliteiten. In dc eerste plaats het 'gewone roomijs'. IJs dat minstens 9 procent melkvet moet bevatten. „Wij doen 11 procent melkvet in ons roomijs, gewoon omdat dat lekkerder is", aldus Kruik. Roomijs met vruchtcnsmaak dient minstens 7 procent melkvet en 15 procent vruchten te bevatten. Kruik houdt vast aan de 7 procent melkvet, maar in zijn vruchtenroomijs zit naar zijn zeggen geen 15 maar 20 procent vruchten. Geen melkvet zit er in het sorbet- ofwel vruchtenijs. Hier liggen de verhoudingen weer geheel anders. Het sorbet-ijs bevat bij Kruik 30 procent vruchten. Wie een ijsje wel verleidelijk vindt maar aan de lijn moet denken kan dus in plaats van roomijs beter sorbet-ijs nemen. Daar zitten geen melkbestanddelen in. Verder geldt voor ijs een minimumgewicht per liter. Eén liter roomijs dient op z'n minst 500 gram te wegen. „Bij ons weegt een liter roomijs tussen de 600 en 700 gram", aldus Kruik. Dan is er tenslotte nog het banketbakkersijs. Een tamelijk dure en luxe ijssoort met stukjes fruit, of bijvoorbeeld bij walnotenijs stukjes walnoot erin. Voor de produktie van roomijs gebruikt Kruik verse melk van de boer. Dat wordt met een aantal andere ingrediënten in een speciale ketel bij een temperatuur van 85 graden Celcius gepasteuriseerd. Na de pasteurisatie gaat het mengsel in een homogenisator. „In melk zit vet en dat komt als bolletjes bovendrijven. In de homogenisator wordt het mengsel onder hoge druk door een heel klein gaatje geperst. Op die manier worden de vetbolletjes goed gemengd met de rest", verduidelijkt Kruik. Vanuit de homogenisator wordt het mengsel via een snelkoeler naar een volgende ketel gevoerd. „Het mengsel heeft immers een temperatuur van 85 graden en dat moet zo snel mogelijk afgekoeld worden", aldus Kruik. Hij wijst op een apparaat dat op het eerste gezicht nog het meest doet denken aan de verwarmingsradiator. „Kijk, bovenin slaat de damp er nog vanaf, maar als het mengsel onderaan is gekomen is het al helemaal afgekoeld". Vanuit de snelkoeler komt het mengsel vervolgens in de ijsmachine terecht. Pas dan worden de vruchten toegevoegd. Voordat het ijs gedraaid wordt moet het eerst rijpen. „Wij doen het meestal zo dat we 's avonds pasteuriseren en het mengsel door de homogenisator halen en af laten koelen om het dan een nacht te laten rijpen. Dan kun je de volgende dag meteen beginnen met draaien. Dan is de vruchtensmaak goed verdeeld over het mengsel". Als het mengsel eenmaal gerijpt is kan de vriezer in werking gesteld worden. Een machine die ijs produceert met een capaciteit van 260 liter per uur. Voor het vervaardigen van sorbetijs beschikt Kruik over een speciale machine met een capaciteit van maximaal 70 liter per uur. Sommige.vruchten verliezen bij het verwerken in het ijs iets van hun smaak. Dan moeten er wat truukjes toegepast worden om de smaak weer wat op te vijzelen. „Aardbeienijs bijvoorbeeld peppen we een beetje op met citroensap. Dat geeft een heel fris smaakje aan het ijs", aldus Kruik. Omdat de kleur van sommige vruchten als ze eenmaal verwerkt zijn in het ijs soms onvoldoende herkenbaar is voor de klant dient soms ook de kleur van het ijs een opkikkertje te krijgen. „Ijs dat wat licht van kleur is kun je donkerder maken met bijvoorbeeld een beetje bosbessensap. Daar heb je dan echt maar een paar druppeltjes van nodig en het beïnvloedt de smaak van de vrucht die in dat ijs verwerkt zit niet". Bij dit alles is hygiëne van het gj-ootste belang. Kruik: „Het eerste dat ik 's ochtends doe is het schoonmaken en ontsmetten van de machines. Na het ontsmetten moeten de ketels weer heel goed uitgespoeld worden, want anders zouden er ontsmettingsmiddels in het ijs terecht komen. Hygiëne is en blijft een eerste vereiste bij het ijs maken. Kijk, als je op moet passen omdat de keuringsdienst van waren weieens binnen zou kunnen komen ben je verkeerd bezig. Het moet gewoon altijd helemaal in orde zijn". Overigens moeten niet alleen de machines schoon zijn maar ook degene die met de machines werkt. Ook naar de klant toe moet de presentatie in orde zijn. Dat geldt voor de leveringen aan restaurants en home-service-bedrijven, maar ook voor de losse verkoop op straat. Voor gebruik in Zierikzee heeft Kruik senior een 'aangepast' ijscokarretje gemaakt. „Antieke eigenbouw zou je kunnen zeggen", aldus Kruik. Met in het achterhoofd het idee dat je in een oud stadje als Zierikzee eigenlijk geen hypermodern ijscokarretje neer kunt zetten. Kruik zelf heeft ook dienst gedaan op het karretje. „En mijn zus ook en op de een of andere manier verkocht zij altijd meer ijsjes dan ik", vertelt hij grinnikend. Hij vervolgt op meer serieuze toon: „Zo'n karretje moet natuurlijk ook gewoon schoon zijn, net als degene die de ijsjes verkoopt". Overigens gaat Kruik zelf niet meer de straat op met een van de karretjes. In de zomermaanden worden voor dat werk vakantiehulpen aangetrokken. Naast twee karretjes voor gebruik in de stad beschikt de firma ook nog over een wat groter mobiel verkooppunt: een busje dat Kruik samen met zijn vader verbouwd heeft tot een ijscowagen. Met deze «wagen is de firma Sapido vaak te vinden langs de Brouwersdam. Op'dc vraag of hij nooit eens zelf een ijssalon zou willen beginnen aarzelt Kruik wat met zijn antwoord. „Het lijkt me best leuk, maar dan zou het wel puur een ijssalon moeten zijn. met eventueel wat patisserie erbij. Maar geen broodjes of iets dergelijks". Uit het enthousiasme waarmee Kruik over zijn werk vertelt kan echter al afgeleid worden dat het «ijsbereiden hem uitstekend bevalt. „Ik wil gewoon ambachtelijk ijs blijven maken". Tbkst: Piet Kleemans Foto: Joop van Houdt

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1989 | | pagina 4