een VVV-gids
Een dag op stap met
mMÊBÈÊÊmmm
,4 \b, --v
„De VVV-Zierikzee is de enige VVV die over gidsen voor de regio Noord- en Midden-Zeeland beschikt
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Maandag 3 april 1989 Nr. 24517
5
lm-
'I y
ZIERIKZEE - „Wat moet
ik gaan bezien? Schoone
bevallige Uitzigten, niet
eentoonig. Wyde
Stroomen en vruchtbaare
Eilanden zal het
dobberend Zeeland U
vertoonen". Die fraaie
beelden van wijdse
polderlandschappen,
omrand door stoere
dijken met hier en daar
een goudblonde duinenrij
en her en der verspreid
liggende pittoreske
stadjes en dorpjes. Maar
ook beelden van moderne
waterbouwkundige Delta
hoogstandjes en
indrukwekkende
industriecomplexen in de
monding van de
Westerschelde. De toerist
die deze Deltaprovincie
via een dagtocht wil leren
kennen krijgt waar voor
zijn geld. Niet alleen
biedt het landschap
voldoende afwisseling.
Ook de informatie over de
bijzonderheden van de
provincie zorgen ervoor
dat de toerist iets te zien
krijgt en te weten komt
van de „ziel van de
provincie en zijn
kinderen". Voor die
informatie zorgt mevrouw
L. van der Schelde-
Viergever, die dit jaar
haar eerste lustrum als
gids van de VVV-Zierikzee
viert. Een dag op stap, nu
eens niet met een bus vol
toeristen maar met een
VVV-gids zelf.
Ze is in eerste instantie wat
huiverig voor publiciteit. Bang voor
een naar haar mening te prominente
rol. „Als je maar duidelijk naar
voren laat komen dat het niet om
mijn persoontje gaat, maar om het
werk van een VVV-gids, want ik
ben niet de enige die groepen
begeleidt" aldus mevrouw Van der
Schelde uit Moriaanshoofd, die niet
alleen voor de VVV gidst, maar
sinds november '86 ook zitting
neemt in het bestuur van de VVV-
Zierikzee om de belangen van de in
totaal twaalf gidsen te behartigen,
zoals ze haar rol binnen het bestuur
in het kort omschrijft.
Vijf jaar geleden werd het oog van
mevrouw Van der Schelde getroffen
door een advertentie in dit blad,
waarin de VW-Zierikzee mensen
opriep, die bereid waren om
groepen toeristen rond te leiden en
in te wijden in de bijzonderheden
van de regio. Dat gidsenwerk was
voor mevrouw Van der Schelde niet
geheel vreemd.
Sinds '82 trok zij immers met
groepjes toeristen door het centrum
van Zierikzee om hen iets van het
rijke verleden van deze vroeger zo
welvarende handelsstad aan de
Oosterschelde te vertellen. Dat
gidsen gebeurde in opdracht van de
ZWN. „Een bezoek aan de Neeltje
Jans was één van de dagtochten van
de Nederlandse Spoorwegen. In het
programma voor deze dagtocht was
ook een uurtje Zierikzee
opgenomen, waarin de verschillende
monumenten in sneltreinvaart de
revue moesten passeren" aldus de
gids.
Haar reactie op de advertentie van
de WV-Zierikzee resulteerde in een
uitnodiging om eens op het bureau
aan het Havenpark te komen
praten. „Ik dacht dat het een
sollicitatiegesprek zou zijn, maar
dat pakte anders uit. Na een
uiteenzetting over het geven van
voorlichting over Zierikzee en de
vraag waarom ik graag wilde
gidsen, kreeg ik een VVV map met
informatie over Schouwen-
Duiveland" aldus mevrouw Van der
Schelde.
Die map met allerhande
wetenswaardigheden plus de
documentatie die de gidsen zelf
hadden verzameld en de kennis die
mevrouw Van der Schelde als ZWN-
gids had opgebouwd vormden de
„geestelijke bagage" waarmee zij
haar debuut als VW-gids maakte.
Dat bleek wel iets anders te zijn
dan de rondleidingen van een uur
door Zierikzee, die ze gewend was.
Inmiddels, wordt er over een wat
meer gedegen voorbereiding op het
gids-zijn gedacht. Samen met een
medewerker van de provinciale
VVV wordt er nagegaan of het
mogelijk is om samen met de
gidsen uit Zierikzee, Goes,
Middelburg en Veere tot een cursus
gidsen op te zetten, waarbij de
nadruk komt te liggen op het
benaderen en begeleiden van
groepen mensen.
Nadat mevrouw Van der Schelde
eerst een dagje met een ervaren gids
had meegelopen, werd ze in het
voorjaar van 1984 in het diepe
gegooid. „Die eerste dagtocht moest
ik met nog drie andere gidsen een
gezelschap van tweehonderd gasten,
verdeeld over vier bussen
rondleiden. Daarbij kon ik dan nog
wel terugvallen op de andere
gidsen" aldus de VVV-gids uit
Moriaanshoofd.
In de loop van die vijf jaren heeft
ze inmiddels de nodige routine en
ervaring opgedaan als gids, die over
haar „kudde" waakt als een kloek
over haar kuikens. „Zo'n dag begint
steevast om een uur of half tien met
koffiedrinken bij de Blauwe Keet of
restaurant De Val en eindigt voor de
gids pas rond een uur of vijf, zes"
aldus mevrouw Van der Schelde die
soms dan nog een hele reis met het
openbaar vervoer voor de boeg
heeft voordat ze weer thuis in
Moriaanshoofd is. Vaste prik in zo'n
dagprogramma vormt uiteraard ook
een bezoek aan de Delta Expo, een
rondvaart en een bezoek aan
Zierikzee. Op dinsdag en donderdag
is er bovendien vaak een bezoek
aan de vismijn van Colijnsplaat op
het programma.
Wanneer mevrouw Van der Schelde
na zo'n dagje gastvrouw zijn 's
avonds thuiskomt is ze soms bekaf.
„Ik zeg dan weieens tegen mijn
man, zo de herdershond is er ook
weer. Je loopt tijdens zo'n tocht
voortdurend langs de groep heen,
om die bij elkaar te houden. Je
moet echt constant tellen. Vorig jaar
nog zijn er tijdens een reisje van
een bejaardenhuis twee bejaarden
op de Neeltje Jans achtergebleven.
Dat stond in de krant" aldus de
gids, die inmiddels ervaren heeft
dat informatie over de plaats en
tijdstip van verzamelen bij de
meeste buspassagiers het ene oor in
en het andere oor weer uit gaat.
Anders ligt dat met de informatie
over de regio, ofschoon er ook
buspassagiers zijn voor wie een
bezoek aan Zeeland alleen maar
lolmaken en lekker eten en drinken
betekent. Want ook die klanten
komt de VVV-gids bij haar
werkzaamheden tegen. „Er zitten
hele leuke groepen bij en je moet
ook niet zonder meer generaliseren,
maar over het algemeen sta ik wat
aarzelend jegens uitjes van
personeelsverenigingen. Zo'n
rondleiding wordt dan meer gezien
als een min of meer verplicht
nummer om de dag vol te krijgen",
aldus de VVV-gids, die zich
inmiddels heeft neergelegd bij het
feit dat lang niet elke buspassagier
iets van zo'n rondrit wil opsteken.
„Zeker in het begin wil je hoe dan
ook je verhaal kwijt, dat heb ik nu
niet meer. Wanneer ik merk dat er
geen belangstelling is vooor datgene
wat ik te zeggen heb, dan denk ik
nu ja, ze zijn een dagje uit". Soms
ook probeert mevrouw Van der
Schelde de aandacht te trekken
dóór middenin een woord of een zin
te zwijgen. Dat wil nog weieens
helpen. Ook tijdens een
rondwandeling kan gebrek aan
interesse weieens een keer de kop
op steken.
Dat ervoer mevrouw Van der
Schelde ooit in Middelburg, waai
de groep gasten tussen Molenwater
en de Markt van honderd man
uitgedund werd tot zegge en
schrijve zes man. De rest had zijn
heil in de daar gevestigde
horecagelegenheden gezocht.
Anderzijds kan de interesse ook
weer de stoutste verwachtingen
overtreffen. Ooit kreeg mevrouw
Van der Schelde een groep dames
uit het zakenleven toebedeeld, die
op donderdag Zierikzee wilde
bezoeken. Het vermoeden dat de
belangstelling van deze dames wel
bij de detailhandel in het centrum
zou liggen bleek geheel onjuist te
zijn. „Winkelen kunnen we altijd
wel, laat ons maar eens wat van
Zierikzee zien" luidde het
standpunt van dit gezelschap.
Wal mevrouw Van der Schelde
precies vertelt hangt af van de
bijzonderheden van het gezelschap
en de hoeveelheid beschikbare tijd,
al heeft ze zo wel een paar vaste
regels voor de wijze waarop ze haar
„informatieve ei" kwijt wil. „Ik
praat nooit over het jaar dat of dat
maar altijd in eeuwen. Bovendien
probeer ik de mensen nooit te
overvoeren met informatie. Wat dat
betreft moet je goed kunnen
inschatten wanneer je moet praten
of zwijgen. Je moet ook niet de
gehele dag droge feiten oplepelen,
maar zorgen voor een mengeling
van historische gegevens en
anecdotes". Zo geef ik de mensen na
het bezoek aan de Neeltje Jans, een
vaste prik in zö'n dagprogramma,
altijd even de gelegenheid om hun
indrukken te verwerken" aldus
mevrouw Van der Schelde, die
samen met nog elf anderen als
VW-gids te boek staat.
Waar mevrouw Van der Schelde bij
haar rondleiding door Zierikzee en
de regio terdege rekening mee
houdt is de samenstelling van het
gezelschap. Wanneer blijkt dat er
binnen de groep belangstelling voor
kerken bestaat, dan wordt voor dit
onderdeel wat meer tijd ingeruimd.
En wanneer de touringcar als
lokatie voor een familiereünie
dient, dan moet een gids zoveel tact
hebben dat deze de familieleden
alle ruimte biedt om al rijdende
weer bij te praten.
Wat dat betreft moet een WV-gids
een flexibele inborst hebben. Iets
dat mevrouw Van der Schelde
volmondig beaamt. „Behalve
flexibel zijn, moet een gids ook
altijd inzetbaar zijn en over veel
vrije tijd beschiken. Daarnaast
moet hij of zij ook over de nodige
mensenkennis beschikken en tevens
een goede gastvrouw of -heer zijn
en moet hij onder alle
omstandigheden blijven lachen"
lepelt mevrouw Van der Schelde een
rijtje eigenschappen van een goede
gids op.
Dat blijven lachen onder welke
omstandigheden dan ook, is geen
overbodige luxe, zo blijkt uit het
verhaal van de VW-gids. Wie zo
vaak en met zo veel uiteenlopende
groepen een dag erop uit is
getrokken, maakt opmerkelijke
dingen mee en moet goed kunnen
improviseren. Het programma dat
tijdens zo'n dagtocht moet worden
afgewerkt past zo nauw in elkaar,
dat het gevaar voor achterraken op
het tijdschema steeds aanwezig is.
Dat vereist van de gids soms heel
wat improvisatietalent, zo
ondervond mevrouw Van der
Schelde reeds bij een van haar
allereerste dagtochten. Hierbij werd
reeds bij het begin van de tocht een
kwartier achterstand opgelopen.
„Op zo'n moment moet je gaan
schrappen in het programma. Dat
kan niet anders" aldus de gids.
Welk onderdeel er komt te vervallen
is iets dat mevrouw Van der
Schelde overlaat aan de groep: „zij
bepalen uiteindelijk wat er in het
programma wordt geschrapt".
Ofschoon mevrouw Van der Schelde
in de loop van vijf jaar al heel wat
keertjes als gastvrouw van groepen
bezoekers is opgetreden doet ze af
en toe nog weieens een beroep op
een „spiekbriefje". Dat is met name
het geval wanneer de tocht over
Walcheren of de Bevelanden voert
en ook wanneer er cijfermatige
informatie moet worden gegeven
wil mevrouw Van der Schelde voor
alle zekerheid nog weieens op dat
briefje kijken.
Alle opgedane kennis en
„spiekbriefjes" ten spijt gebeurt
het de WV-gids nog weieens dat er
een vraag wordt gesteld waarbij ze
met haar oren staat te klapperen.
Mevrouw Van der Schelde: „Vrij
kort na mijn start als VW-gids
werd mij eens door een
gepensioneerde rotarian uit
Oosterbeek gevraagd of ik wist wat
een calamiteuze polder was.
Gewoon om te zien of ik wist wat
dat betekende. Dat wist ik dus niet
en heb dat toen ook gezegd. Thuis
heb ik het echter wel opgezocht.
Met haar mond vol tanden staat
mevrouw Van der Schelde
weliswaar niet gauw, daarvoor heeft
zij in de loop van vijf jaar te veel
kennis opgedaan, toch zijn er af en
toe vragen die haar verrassen. Zo
was er ooit een Belgische mevrouw
die na haar korte uitleg over het
werk van de dijkgraaf vroeg, welke
rechten een dijkgravin had. Op zich
helemaal niet zo'n gekke vraag voor
iemand die niet opgegroeid is met
het begrip waterschap. Een ook dat
leergierige knaapje van een
Belgisch internaat, dat zich in de
Gasthuiskerk suf zocht naar de tuin
omdat hij nergens bloemen zag
staan, staat haar nog helder voor de
geest.
Datzelfde geldt ook voor die keer
dat een Belgische chauffeur
helemaal ontredderd bleek toen hij
zijn bus nergens meer terug kon
vinden. Uiteindelijk bleek hij deze
bij het Hofferplein te hebben
geparkeerd. Diezelfde chauffeur
bezorgde de VVV-gids nog meer
zweetdruppeltjes toen hij
consequent weigerde om het uur,
dat met het zoeken naar de bus
verloren was gegaan in te halen.
„Wanneer ik aandrong om door te
rijden, dan haalde hij prompt zijn
voet van het gaspedaal. Hij bleef
gewoon maar vijftig rijden", aldus
mevrouw Van der Schelde, die
achteraf aan de weet kwam dat de
beste man alleen maar ervaring had
met het rijden van stadsdiensten.
Een tocht die haar duidelijk niet in
de kou we kleren is gaan zitten,
maar die niet opweegt tegen alle
leuke ervaringen die ze in de loop
van haar carrière als gids heeft
opgedaan. Wat te denken van een
bos rozen, die een in eerste
instantie wat onwillige leidster van
een groepje dames haar na afloop
aanbood en de bedankbrief mét
sjaal, die namens het personeel van
de gemeentesecretarie van Den
Haag aan haar adres werd gericht.
Het werk van gastvrouw-zijn mag
dan best veel van iemand vragen,
het is ook dankbaar werk, zo blijkt
uit de ervaringen van mevrouw Van
der Schelde.
Foto: Joop van Houdt
Tbkst: Rosalien Korstanje