de hotelier 'Weten of gast eitje hard of zacht gekookt wil9 Een dag op stap met t t ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Maandag 6 maart 1989 Nr. 24502 5 ZIERIKZEE - Hoewel hij opgroeide in een Scheveningse redersfamilie, rolde hij toch al op vijftienjarige leeftijd in de horeca. Daarin is hij gebleven. Vandaag de dag runt N. J. W. van der Zwan (47) de Mondragon bv. Als zovelen is hij op de onderste sport van de ladder begonnen. Maar zijn overtuiging, dat een combinatie van hard werken en bijscholing succes kan hebben, is uitgekomen. Van der Zwan is iemand, die spanning in zijn werk nodig lijkt te hebben, maar er overigens niet voor terugdeinst om met prins Bernhard in discussie te gaan over de 'eigendomsrechten' van een pen. Een dag op stap met...een hotelier. De hotelier/restaurateur herinnert zich nog precies de arbeidsomstandigheden, zoals die in zijn jeugd golden binnen de horeca. Zeven dagen per week-zo'n vijftien uur per dag werken behoorde niet tot de uitzonderingen. En wie wilde trouwen kon bij de gratie van de werkgever een ochtendje vrij af nemen. Van der Zwan noemt de branche van toen „zo'n beetje het slechtste wat er was". Wie met die wetenschap toch voor de horeca kiest, moet daarvoor toch bijzondere redenen hebben. ,,Ik hoor mensen nogaleens zeggen, dat ze het vak kiezen omdat ze graag met mensen omgaan. Dat vind ik flauwekul, want dan kun je ook bij Albert Heijn gaan werken. Mij trok met name de vrijheid en de zelfstandigheid, die groot waren als je voldoende gemotiveerd was". De horeca brengt een stuk amusement en dat moet je liggen, wil je een bepaald niveau bereiken. Daarnaast moet je bereid zijn nogal wat op te offeren. ,,En dat gaat behoorlijk ver, want je hebt niet of nauwelijks tijd voor je gezin". Met deze opsomming van de schaduwzijden - want ook vandaag de dag maakt een gemotiveerde horeca-man als Van der Zwan nog de nodige uren - zou het vermoeden kunnen rijzen, dat hij z'n werk met minder plezier doet; niets is minder waar. De spanning in het werk trekt Van der Zwan enorm aan. Opzien tegen een belangrijke partij en aan het einde van de dag tevreden in een stoel kunnen wegzakken. En aan belangrijke gasten heeft de Mondragon-eigenaar geen tekort. Hierbij herinnert hij zich bijvoorbeeld het bezoek van prins Bernhard aan Mondragon in 1980. Ietwat tegen het heersende protocol in wist Van der Zwan de koninklijke gast over te halen zijn naam in het speciaal hiervoor aangeschafte gastenboek te schrijven. Daarbij leende de hotelier Zijne hoogheid zijn pen, waarmee Van der Zwan een 'bijzondere band' heeft. Kort nadat prins Bernhard iets had neergeschreven, ontdekte Van der Zwan dat hij zijn pen kwijt was. Een speuractie in de zaak haalde niets uit, totdat hij bemerkte, dat prins Bernhard de pen nog moest hebben. Daarop volgde een discussie met de prins, die inderdaad eenzelfde pen in zijn binnenzak had zitten. Zowel de prins als de gastheer hielden voet bij stuk over het eigendomsrecht, totdat Van der Zwan nogeens in zijn binnenzak keek en daar zijn voor hem zo waardevolle pen aantrof. In alle spanning was het hem ontgaan, dat hij de pen na de handtekening terug had gekregen en in de eigen binnenzak had teruggestopt. Een aardige anecdote, die aangeeft dat je als horeca-man het nodige kunt meemaken. In ieder geval de ontdekking, dat je dezelfde pen hebt als prins Bernhard. Hotel Mondragon neemt een opmerkelijke plaats in op Schouwen-Duiveland. Het is een erg klein hotel met slechts negen kamers. Deze overnachtingsplaats vervult een functie voor het zakenleven in de streek, maar het hotel zelfstandig rendabel laten draaien, lijkt uitgesloten. Wat Van der Zwan betreft zul je als hotelier dan minstens dertig kamers moeten hebben. Voor een klein hotel als Mondragon is het onmogelijk om aan de weg te timmeren, omdat een toenemende belangstelling niet beantwoord kan worden. De grootte van het hotel zegt overigens niets over de kwaliteit, want Mondragon heeft vier sterren (eigenlijk drie en één open ster, omdat de lift ontbreekt. Simpelweg omdat hier geen bouwtechnische mogelijkheden voor zijn). Tferwijl Van der Zwan zich met name met het restaurant en de Concertzaal bezighoudt, heeft het echtpaar Van der Vegt sinds 1983 de praktische bedrijfsvoering op zich genomen. Van der Zwan's echtgenote fungeert als manager van het hotel. Als hotelier/restaurateur in hart en nieren zou Van der Zwan in principe best te porren zijn voor het starten van een groot hotel. „Maar daarvoor heeft Schouwen-Duiveland te weinig industrie. En zonder het bedrijfsleven kom je niet ver. Daarnaast geldt voor mij, dat je tegen je vijftigste niet nogeens aan een investering van zoveel miljoen gulden wilt beginnen". Dat het tijdbestek moet de gast zich op zijn of haar gemak voelen. Sinds het verbeteren van de verbindingen met Schouwen-Duiveland besluiten steeds meer zakenlieden 's avonds nog naar huis te rijden. Het hotel krijgt in de regel bezoek van toeristen, mensen die op doorreis zijn en familie van Zierikzeeënaren, die om welke reden dan ook niet bij de familie overnachten. De horeca is voor alles een dienende branche. Alles is erop gericht het de gast naar de zin te maken en dat kan niet alleen van acht tot vijf uur. In een hotel is sprake van een 24 uurservice, maar ook iri het restaurant lijken de tijden onbeperkt. „Vandaag kun je de zaak om 22.00 uur sluiten en morgen blijft een gast tot 01.00 uur zitten. Je kunt moeilijk zeggen, dat het sluitingstijd is. Anderzijds denk ik weieens, dat de gast zich ook best aan regels mag houden. De tijd dat bijvoorbeeld artsen zeven dagen per week beschikbaar waren is toch ook voorbij. Die draaien nu weekenddiensten. Ook de horeca heeft te maken met arbeidsomstandigheden". Vervolgens laat Van der Zwan desgevraagd weten in hoeverre er bij hem persoonlijk iets van de CAO-regeltjes terecht komt. Lachend constateert hij, dat hij nog zo'n 150 vakantiedagen tegoed heeft al groeit tegelijkertijd het besef, dat naarmate je ouder wordt je meer zaken zal moeten gaan delegeren. Je moet de mensen meer zelfstandigheid geven. Ook een horeca-man houdt een werkweek van zeventig uur niet vol. Als het aan de ondernemer ligt draagt hij op z'n 55e levensjaar de zaak over. Aan wie en op welke manier is vooralsnog niet duidelijk, maar daarmee heeft hij in ieder geval een streven. Een streven, dat de dubbele werkweken van vandaag rechtvaardigt of in ieder geval dragelijk maakt. Naast de dagelijkse gang van zaken binnen de Mondragon bv houdt Van der Zwan zich ook nog bezig met beleidsmatige aangelegenheden in de branche. Zo is hij betrokken bij het opzetten van het Zeeuwse project gastheerschap. Leerlingen van de hogere hotelvakschool verkiezen de grote bedrijven in het midden van het land boven de kleinere etablissementen in het Zeeuwse. Daardoor is een tekort aan kader ontstaan. Het project probeert MAVO- en HAVÓ- leerlingen te prikkelen voor de horeca. De jongeren gaan drie weken naar school, hetgeen de werkgever betaalt. Vervolgens gaan ze vier dagen per week werken, één dag naar school en zijn ze twee dagen vrij. Het kan gezien worden als een soort management opleiding. Ook binnen de horeca groeit het besef, dat je iemand geen zeventig uur kunt laten werken, afgezien van het feit, dat je er de mensen niet meer voor vindt. Toch blijft er een tegenstrijdigheid zitten tussen een arbeidstijdverkorting en het dienende karakter van de branche. De wat kleinere bedrijven kunnen niet even wat extra mensen in dienst nemen om aan de atv invulling te geven. Dat zou betekenen, dat aan de openingstijden gesleuteld zou moeten gaan worden en dat tast het dienende karakter weer aan. Vandaag de dag is het zo, dat 90% van de horeca-bedrijven hun eigen regeltjes maken, die in overleg met het personeel worden opgesteld. De hotelier vindt, dat hij het nodige mag verwachten van zijn medewerksters, maar dat moet wat hem betreft dan wel wederzijds zijn. „Ik kan best wel begrip opbrengen voor horeca-bedrijven, die hun personeel (deels) zwart uitbetalen, maar je kunt het tegenover de mensen niet maken. Stel .dat ze ziek worden". Van der Zwan vindt dat horeca-personeel best redelijk betaald wordt; zeker als daarbij de opbrengst van de fooienpot wordt geteld. Daarmee komen horeca-medewerkers boven het niveau van anderen, die een kantoorbaan met vaste werktijden hebben. bedrijfsleven voor de Mondragon bv van groot belang is blijkt uit de mededeling van de eigenaar, dat zo'n 50% van de totale opzet direct of indirect door dat bedrijfsleven wordt bepaald. Het grote voordeel van een kleinschalig hotel is, dat je.als gastheer een persoonlijke benadering van de gasten kunt waarborgen. „Je moet niet iets naar kamer 28 brengen, maar naar meneer of mevrouw Jansen. En je moet weten of je gast het Algemeen Dagblad of de Telegraaf bij het ontbijt wil". Volgens Van der Zwan gaat het vaak om die kleine dingen; of het eitje hard of zacht gekookt op tafel komt. „Dat ontbijt is toch het eerste waarmee je op die dag geconfronteerd wordt. Ik heb zelf de ervaring tijdens vakantie. Het ontbijt is vele keren belangrijker dan de andere maaltijden". Maar ondanks het streven van de gastheer en zijn medewerkers om het de gasten naar de zin te maken, lukt dit niet altijd. „Ja, het kan gebeuren dat een gast slecht geslapen heeft. Als je de hele nacht ligt te rollen in een vreemd bed. dan raak je geïrriteerd. Dat slapen is enorm belangrijk. Redelijke mensen nemen je die slechte nachtrust niet kwalijk, terwijl onderen om die reden het ontbijt afkeuren. Gelukkig komt het maar weinig voor". En om die kleine dingen gaat het in het restaurant ook. De regelmatig terugkerende gast denkt en verwacht, dat de gastheer alles van hem weet. „Als je een gast hebt, waarvan je weet dat hij altijd gekookte aardappelen wil, dan sein je meteen de kok in. Nog voordat de Destelling opgenomen wordt". Maar - zo legt Van der Zwan uit - een mens is geen computer en dus kan het voorkomen, dat de gast toch gebakken aardappelen voorgeschoteld krijgt. Iedereen kan zich vergissen en je kunt van een nieuwe medewerk(st)er niet verwachten, dat hij of zij alle eetgewoonten van de gasten kent Maar het streven is er in ieder geval op gericht om dergelijke probleempjes te voorkomen. Zowel met het hotel als het restaurant komt Van der Zwan met veel mensen in contact. Zodoende Binnen die horeca wordt momenteel gesproken over de invoering van een 36-urige werkweek. Volgens Van der Zwan ligt dat heel moeilijk al lijken de werkgevers geen keuze te hebben. Het is steeds moeilijker mensen te vinden, die bereid zijn meer dan 36 uur te werken. „Maar ja, anderzijds hoorde je ook iedereen in paniek roepen toen de horeca terugging naar een vijfdaagse werkweek en die is nu toch ook ingevoerd". hoort hij nogal wat. Sinds het knippen bij dc kapper niet langer duurt dan tien minuten, wordt een horecagelegenheid een steeds belangrijkere plaats voor sociale contacten. „Dan is een stuk discretie van groot belang. Je moet je bijvoorbeeld nooit ongevraagd mengen in gesprekken, want je weet immers niet wat de gast bij je zoekt. Je praat niet over de dingen, die je in je bedrijf hoort. Natuurlijk vertel je sommige dingen 's avonds tegen je vrouw, maar denk maar niet dat ik meteen de straat opschiet om te vertellen wat ik hoor". Volgens Van der Zwan is die vertrouwensrelatie met de gasten voor een zaak als Mondragon van levensbelang. Als een rode draad door het verhaal van Van der Zwan loopt de entourage. „Kijk, die biefstuk wordt toch wel gebakken en ook wel geserveerd, maar dat randgebeuren moet je erom heen bouwen". En dat zeker ook voor het hotel. Het komt maar zelden voor, dat iemand veertien dagen in het hotel blijft. Vaak gaat het om één of twee dagen en binnen dat korte Na de opleiding krijgen de jongeren een kaderfunctie in het horecabedrijf. En alle CAO- besprekingen ten spijt, is het maar zeer de vraag of de enthousiaste en goed gemotiveerden onder deze nieuwe lichting zich aan de 36 uur kunnen houden. De gedachte lijkt gerechtvaardigd, dat de ware horeca-man of vrouw zichzelf geen rust gunt, voordat de laatste gast met een voldaan gevoel de zaak heeft verlaten. Wie iemand als Van der Zwan hoort praten gaat begrijpen, dat hier meer sprake is van een manier van leven dan van een simpele broodwinning. Hij zal in ieder geval de laatste zijn, die de gasten om tien uur 's avonds wijst op het CAO-artikel, waarin de arbeidstijdverkorting omschreven staat. Foto:Joop van Houdt

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1989 | | pagina 5