Een halve eeuw strijd om het
behoud van cultureel erfgoed
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Donderdag 19 januari 1989 Nr. 24476
5
Vijftig jaar Stad en Lande Schouwen-Duivéland:
Toen het allemaal begon
Een rondrit over het eiland in 1948
leverde de bestuursleden van Stad
en Lande het bewijs dat er nog heel
wat werk aan de winkel was. Onder
andere het werven van meer leden
om zodoende meer invloed te
kunnen ontplooien. De inzet
waarmee de toenmalige
bestuursleden van Stad en Lande de
zaken oppakten kreeg in de
februerinacht van '53 een fikse
knauw toen een kolkende massa
zeewater een groot deel van het
eiland onder water zette en daarmee
een aanzienlijk deel van Schouwen-
Duivelands erfgoed voorgoed deed
verdwijnen.
Een van die historisch waardevolle
overblijfselen die hierdoor verloren
ging was de stolpboerderij aan de
Verseputseweg bij Kerkwerve, de
laatste stolpboerderij van
Schouwen-Duiveland. Een jaar
daarvoor nog had het bestuur van
Stad en Lande contact gehad met
het Openluchtmuseum om deze
Schouwse hoeve naar Arnhem over
te brengen. Om financiële redenen
kon dit plan toen geen doorgang
vinden.
ZIERIKZEE - 'n
Eeuwenoude dijk die zich
als 'n groen lint door het
landschap slingert, een
karakteristieke hoeve, 'n
kerkje of een statig
patriciërshuis met
leistenen stoep of een
smal straatje waar de tijd
heeft stilgestaan. Dit alles
vormt een tastbare
herinnering aan de tijden
van weleer. Aan tijden
toen Schouwen-Duiveland
nog een eiland was en het
leven hier rustig
voortkabbelde. Zonder
massatoerisme, zonder
technisch vernuftige
Deltawerken, drukke
ontsluitingswegen en
haastige mensen maar
met rustige ringdorpen,
statige boerenhoeven en
een nog door toeristen
ongerept Zierikzee. Over
deze tastbare
herinneringen die in de
afgelopen decennia
regelmatig met de
ondergang werden
bedreigd waakt de
Vereniging Stad en Lande
Schouwen-Duiveland al
vijftig jaar lang. Deze
halve eeuw
cultuurhistorische
waakzaamheid wordt dit
jaar met een aantal
verschillende activiteiten
waaronder een Stad en
Lande-dag en een
symposium over vijftig
jaar Schouwen-Duiveland
herdacht.
In het verleden ligt het heden, in
het heden de toekomst. Het is een
wijsheid waarnaar door de mens
niet altijd wordt gehandeld.
Meegaan met de tijd betekent voor
velen nog altijd een dikke streep
zetten onder het verleden. Zo
dreigen heel wat materiële
hèrinneringen aan het leven in
vroeger dagen ten prooi te vallen
aan de slopershamer van de
moderne tijd.
Die slopershamer die eind 1938 als
het zwaard van Damocles boven het
Mosselpoortje en de twee
aangrenzende woningen hing
vormde in feite het begin van de
Vereniging Stad en Lande
Schouwen-Duiveland. Door de
Haagse architect C. Smits werd eind
jaren dertig immers een plan
uitgewerkt om het pand De Mossel
waar ooit keizer Karei de Vijfde
(1540) en Willem van Oranje (1572)
de nacht doorbrachten, het
Mosselpoortje (een poortje „dat in de
zeventiende eeuw toegang gaf tot de
lommerd in het westelijk deel van
de stad) en een ander aangrenzend
pand te slopen om de2e vervolgens
weer te herbouwen.
Dit voortvarende bouwplan werd
niet alleen door Monumentenzorg
en het dagelijks bestuur van de stad
van tafel geveegd maar zorgde
zowel binnen als buiten Zierikzee
voor de nodige opschudding en...tot
de oprichting van de Vereniging
Stad en Lande Schouwen-
Duiveland. Deze bedreiging van een
stukje oud-Zierikzee was voor dr. J.
J. Westendorp Boerma, historicus en
toenmalig directeur van de rijks hbs
aanleiding om een paar
gelijkgestemde zielen op te
trommelen.
Nadat in de huiskamer van P. van
Beveren de eerste aanzet was
gegeven tot de oprichting van een
vereniging, die zich sterk zou
moeten maken voor het behoud en
de bevordering van het stedelijk
schoon, werd 25 januari 1939 tijdens
een bijeenkomst in Concordia Stad
en Lande Schouwen-Duiveland
opgericht. Dit initiatief van de oud
rector en eerste voorzitter van Stad
en Lande vond een gewillig oor bij
de bestuurders van Zierikzee en
andere gemeenten die deze
oprichtingsvergadering bijwoonden.
De „boreling onder de Schouwen-
Duivelandse verenigingen" had, zo
werd tijdens deze
oprichtingsvergadering
beklemtoond, een belangrijke
functie te vervullen. Niet alleen
binnen Zierikzee maar ook elders
op Schouwen-Duiveland waren
karakteristieke bouwsels en
landschappen die voor het
nageslacht bewaard dienden te
blijven. Veel daarvan had het toen
reeds tegen het vooruitgangsproces
af moeten leggen. Iets waartegen
Stad en Lande zich jn de toekomst
zou gaan verzetten.
Behalve die waakhondfunctie om de
tastbare herinneringen aan het
leven van weleer voor de toekomst
te bewaren zou Stad een Lande ook
actief moeten zijn bij het
bevorderen van de belangstelling
voor de materiële overblijfselen van
het verleden. Wie het belang van
het oude niet ziet hecht er meestal
ook weinig waarde aan was de
motivatie.
Dat streven naar het behoud van
stedelijk en landschappelijk- schoon
en het bevorderen van de
belangstelling voor de zichtbare
overblijfselen van het verleden
vormen ook vijftig jaar later nog de
drijfveer van Stad en Lande.
Daarnaast is de actieradius van
Stad en Lande in 1978 nog wat
vergroot doordat vanaf die tijd ook
de bestudering van de
streekgeschiedenis tot het
werkterrein van Stad en Lande
wordt gerekend.
In dat eerste jaar richtte de
aandacht van het bestuur van Stad
en Lande zich uiteraard op de
Niet alleen voor het behoud van gro
te maar ook voor kleine monumen
ten, zoals deze pomp voor het Zierik-
zeese stadhuis, maakt Stad en Lande
zich al vijftig jaar sterk.
ontwikkelingen van het
Mosselpoortje. Veel succes leverde
dat echter niet op want ondanks
herhaalde pogingen om het poortje
in zijn oude luister te herstellen
verrees een slap aftreksel van het
oorspronkelijke poortje. Een eerste
tegenvaller dus voor Stad en Lande.
Er zijn in de geschiedenis van deze
vereniging voor het behoud van het
historische karakter van Schouwen-
Duiveland meer „taaie perioden"
geweest. De oorlogsjaren waarin
men zich duidelijk bewust werd dat
een neervallende bom in een klap
een stuk historie van de aardbodem
kon wegvagen werkte niet bepaald
bevorderlijk voor de
ondernemingslust van het
toenmalige bestuur. Daarentegen
leverde die oorlogsjaren wel het
voordeel op dat er door gebrek aan
materiaal weinig nieuwe
bouwwerken een wig konden
drijven tussen het verleden en.het
heden.
Stad en Lande nam ook de
overheidsbemoeienis bij het
restaureren van monumenten
geleidelijk aan toe.
In 1956 schreef een bestuurslid met
vooruitziende blik dat 1956
weliswaar tot de beste
verenigingsjaren mag worden
gerekend, maar dat dat nog geen
vrijbrief is voor een zorgeloos
voortbestaan van Stad en Lande. De
man schatte de toekomst van Stad
en Lande goed in. De moderne tijd
met eigen waarden en normen deed
ook hier op Schouwen-Duiveland
zijn intrede en zeker na de
ontsluiting in '65 werden de
gevolgen duidelijk. De toenemende
recreantenstroom en de
voorzieningen die ten behoeve van
deze recreanten en toeristen in
sneltreinvaart verrijzen doen meer
dan ooit beseffen dat datgene wat
aan het leven van vroeger herinnert
bewaard moet blijven en dat waar
nodig geageerd moet worden tegen
dreigende uitwassen van deze
ontwikkelingen
Zo heeft het bestuur van Stad en
Lande protest aangetekend tegen de
komst van een golfbaan in de
Westhoek en de aanleg van een
randweg bij Renesse. Ook over het
speerpuntenplan van de provincie
waarin de aanzet van de
Brouwersdam en de Neeltje Jans als
concentratiepunten van het toerisme
worden aangemerkt heeft Stad en
Lande zijn ongenoegen kenbaar
gemaakt. Datzelfde geldt ook voor
de geplande inrichting van een
windmolenpark bij Scharendijke.
Evenals bij de oprichting van Stad
en Lande kent deze vereniging ook
nu nog een zorgenkindje in
Zierikzee en ook nu weer betreft
het één van de poortjes in de stad.
Waar eerst hét Mosselpoortje met de
ondergang werd bedreigd is het nu
het laatmiddeleeuwse vakwerkhuis
achter het Vrijpoortje. Een
ingrijpende restauratie is dringend
geboden om het in lamentabele
toestand verkerende pandje voor de.
slopershamer te behoeden. Met de
huidige eigenaar en de gemeente
voert het bestuur van Stad en
Lande inmiddels onderhandelingen.
Een halve eeuw strijd om de
belangstelling voor het cultureel
erfgoed te stimuleren en om deze
monumenten voor het nageslacht te
bewaren is een strijd met zowel
tegenslagen als mijlpalen. De matig
geslaagde wederopbouw van de
twee panden en het Mosselpoortje
eind jaren dertig, het verloren gaan
van de laatste stolpboerderij en de
bezuinigingen van de laatste jaren
die een bedreiging vormen voor het
onderhoud van deze grote en kleine
monumenten, kunnen als de
schaduwzijden van de strijd om het
behoud van het stedelijk en
landschappelijke
schoon worden beschouwd.
Daarnaast kent de geschiedenis van
Stad en Lande ook genoeg
hoogtepunten. Zo vormt de aankoop
van het Sint Anthonieshofje in de
Manhuisstraat, dat na een grondige
opknapbeurt in '67 aan een
particulier werd verkocht tegen een
bedrag waarmee Stad en Lande
weer een tweetal andere
verwaarloosde monumentenpandjes
in de Lange Groendal en in de
Meelstraat kon kopen en
restaureren, één van die
hoogtepunten uit de vijftigjarige
geschiedenis van Stad en Lande.
Een ander hoogtepunt vormt de
verschijiiing in 1964 van het
Mededelingenblad van Stad en
In naam ran de vooruitgang zijn veel tastoare herinneringen aan het verle
den opgeofferd. Zoals onder andere dit markante oude paalhoofd bij de Oude
Havenweg in Burghsluis.
De ramp van '53 betekent voor
Schouwen-Duiveland een ommekeer.
Bij de herinrichting van het
landschap voeren economische
motieven de boventoon. Daar
tegenover stond een sterkere drang
om datgene wat aan vroeger tijden
doet terugdenken zo goed mogelijk
te bewaren. En tot vreugde van
Een oude boerderij aan de Lange Achterweg in Oosterland getuigt ran de tijd dat er van mechanisatie in de landbouw
no9 g^en sprake was.
Lande. Hierdoor worden de leden
drié keer per jaar gezien het
jubileum verschijnen er dit jaar
vier edities) op de hoogte gesteld
van de voortgang van de lopende
restauraties, activiteiten en
veranderingen in het
landschapsbeeld.
Twaalf jaar later beleeft Stad en
Lande opnieuw een hoogtepunt
wanneer de Kroniek, het jaarboek
van de vereniging het daglicht ziet.
Inmiddels is de dertiende uitgave
van deze gevarieerde historische
bundel verschenen. In de loop der
jaren is het werk van Stad en Lande
dan ook aanzienlijk uitgebreid,
temeer daar nu ook de bestudering
van de historie van de eigen streek
tot het werkterrein van de
vereniging behoort. Om dat vele
werk te kunnen klaren is er sinds
1976 een aantal commissies in het
leven geroepen dat zich met een
bepaald onderdeel (kleine
monumenten, veldnamen etc.)
bezighoudt.
Vijftig jaar strijd om het
waardevolle uit het verleden voor
de slopershamer van de moderne
tijd te behoeden is niet iets om
ongemerkt voorbij te laten gaan. In
de loop van dit jaar organiseert
Stad en Lande dan ook
verschillende evenementen, met als
uitschieters de Stad en Lande-dag
die 20 mei in de Nieuwe Kerk wordt
gehouden.
Voorafgaande aan deze dag wordt er
in de kerk een tentoonstelling over
kleine monumenten en
archeologische vondsten ingericht.
Op de dag zelf zal een kinderkoor
onder leiding van Mar van der Veer
een aantal liedjes in de streektaal
zingen. Van deze Schouwen-
Duivelandse liedjes is een bandje
gemaakt waarop een aantal koren
uit de regio te beluisteren valt.
Voorts worden tijdens deze Stad en
Lande-dag de oorkonden uitgereikt
aan eigenaren die hun woning
historisch verantwoord hebben
opgeknapt dan wel nieuwbouw
hebben gepleegd, die de historische
context niet verstoort. Ook de derde
bundel in de serie Veldnamen die
gericht is op de Westhoek wordt dan
gepresenteerd.
Een deel van de expositie over
kleine monumenten en
archeologische vondsten is in de
loop van juni en juli ook in de
Bewaerschole in Haamstede en in
de gemeentehuizen van
Brouwershaven en Bruinisse te zien.
Het jubileumjaar van Stad en
Lande wordt 24 november officieel
afgesloten met een symposium over
vijftig jaar Schouwen-Duiveland.
Burgemeester mr J. J. P. M.
Asselbergs van Zierikzee zal hierbij
als voorzitter optreden. Voor dit
symposium, dat in de Concertzaal
wordt gehouden zijn
wetenschappers uitgenodigd die een
bijdrage aan het Jubileumjaarboek
hebben geleverd.
Tekst: Rosalien Korstanje
Het behoud van het oude vakwerkhuis bij het Vrijpoortje is een punt dat de
gemoederen van Stad en Lande nu danig bezighoudt. Alles moet in het werk
worden gesteld om dit stukje oud Zierikzee voor de slopershamer te behoe
den.