de tolgaarder
Een dag op stap met
'Ik heb de tol al ontvangen in Zweedse kronenSpaanse peseta's en Italiaanse lires'
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE JVIaanduff 31 okloberlSSS Nr. 21431
5
ZIERIKZEE - „Tolgaarder
een saai beroep? Nee.
helemaal niet. Het is juist
heel boeiend en
afwisselend werk. Omdat
je de hele dag door steeds
opnieuw wordt
geconfronteerd met
allerlei verschillende
mensen. Je hebt er
chagrijnen én vrolijke bij.
Mensen die zich ergeren
als ze even moeten
wachten op een chauffeur
die zijn portemonnee niet
zo snel kan vinden. En
mensen die het leuk
vinden om even een kort
praatje te maken". Voor
al die mensen onderweg
heeft P. A. Willemse een
paar vriendelijke
woorden klaar vanuit zijn
hokje bij de Zeelandbrug.
Hij is waarschijnlijk een
van de weinige inwoners
van Schouwen-Duiveland
die hoopt dat de
tolheffing inderdaad nog
tot na het jaar 2000 zal
voortduren. Omdat het
zijn brood is natuurlijk.
Maar ook omdat hij vindt
dat de mensen wat over
moeten hebben voor het
gemak van een brug. Een
dag op stap met een
tolgaarder/brugwachter.
Willemse kan 2ich de tijd dat de
Zeelandbrug er nog niet was nog
precies herinneren want hij werd 38
jaar geleden geboren in Zierikzee.
..Toen moesten de mensen soms vele
uren wachten bij de boot. Dat was
ook niet ideaal hoor". Willemse had
er in die tijd nog geen idee van dat
hij ooit tolgaarder zou zijn bij de
moderne brug die de veerpont
overbodig zou maken.
Maar het was hem wel van jongsaf
aan duidelijk dat zijn beroep iets
met het water te maken zou moeten
hebben. ,,De zee, de Oosterschelde
heeft altijd een bijzondere
aantrekkingskracht op mij
uitgeoefend. Als kind zat ik
dikwijls te vissen aan de zeedijk bij
Zierikzee. Omdat ik van de sfeer
van het water hield. En omdat mijn
hele familie viste voor het plezier".
Mede daardoor hadden
verschillende van de beroepen, die
Willemse na zijn lagere schooltijd
uitoefende, te maken met het water.
,,Ik ben bij een aannemersbedrijf
zinkwerken in dienst geweest. Daar
moesten we steen storten om de
dijken langs de Oosterschelde te
versterken. En later heb ik bij
Dosbouw gewerkt. Onder andere op
een afvierponton. Daarmee werden
de stenen gestort die de ondergrond
vormen voor de pijlers van de
Oosterscheldekering. Dat was leuk
werk. Omdat ik daarbij op een
schip moest werken. En het varen
heeft me altijd getrokken. Vanwege
het avontuurlijke ervan".
Aan dat werk kwam echter een
einde toen Willemse vanwege
lichamelijke omstandigheden werd
afgekeurd en in de ziektewet
belandde. ,,Ik kon dat zware werk
niet meer doen", zegt hij met een
spijtige klank in zijn stem.
Maar het leven biedt vele
mogelijkheden. Zo ondervond de
voormalige steenstorter toen hij via
een advertentie een baan kreeg als
reserve tolgaarder/brugwachter bij
de Provinciale Brugmaatschappij.
Sinds die tijd zit Willemse
wekelijks ongeveer twintig uur met
veel plezier in het tolhuisje. Het
maakt hem niet uit of die uren 's
nachts, overdag, in het weekend of
met de feestdagen vallen. „Het is
altijd even leuk om daar te
werken".
Sinds enkele maanden zijn de
doorgangen langs de tolhuisjes
voorzien van slagbomen die pas
opengaan wanneer de bestuurder
van een voertuig zijn tol heeft
betaald. „Dat is wel een
verbetering. Vroeger kwam het nog
wel eens voor dat autobestuurders
hun kaartje als het ware naar
binnen gooiden onder het rijden
door. Dan reden ze soms met een
behoorlijke vaart langs. Het kwam
heel onbeleefd over want je schrok
je rot. Ik weet niet of'daarom die
slagbomen zijn aangebracht. Maar
het is wel een stuk minder nu".
Willemse heeft ondervonden dat
sommige automobilisten proberen
om het tolhuisje zelfs helemaal
zonder betalen te passeren. „Dan
gaan ze achter een bus van de ZWN
rijden. Die hoeft geen kaartje af te
geven omdat de busmaatschappij
één totaalbedrag betaalt. Op het
moment dat de bus optrekt gaan ze
er vlak achter rijden en schieten zo
voorbij de controle zonder te
betalen. Er zijn er bij die precies
weten hoe ze dat moeten doen. Ja,
als ik zoiets zie gebeuren geef ik
natuurlijk een brul dat ze terug
moeten komen. Maar dat helpt niet
altijd".
Ook met een flits uit de fotocamera,
die tot voor kort achter het
tolhuisje stond opgesteld, kon die
Regelmatig ondervindt hij dat die
bezoekers het tolhuis verkeerd
inschatten. „Dan krijg ik een
paspoort of de papieren van een
vrachtauto in mijn handen gedrukt.
Omdat ze denken dat ze aan de
grens komen. Dat Nederland hier
ophoudt. Dat heb je vooral in de
zomer met Duitsers. Ze reageren
dan heel verbaasd als ik die
papieren niet hoef".
Maar voor de meeste 'klanten' van
Willemse is een ritje over de
Zeelandbrug al lang geen uitje
meer. „Omdat ik in Zierikzee ben
geboren en opgegroeid ken ik heel
veel mensen die hier passeren. Van
gezicht, maar vaak ook van naam.
En soms weet ik zelfs waarom ze de
brug overgaan. Als er familie in het
ziekenhuis ligt of als ze regelmatig
boodschappen gaan doen in Goes.
Dat is dan weer aanleiding voor een
praatje".
Het komt ook voor dat de
tolgaarder gezichten herkent die
voor het eerst de brug over gaan.
„Ik heb hier Piet Bambergen zien
passeren. Barry Hughes en Rien
Poortvliet. En Catharine Keyl. Je
weet wel, van dat
televisieprogramma Service salon.
Ja, ik spreek die mensen altijd aan.
Dan zeg ik: als ik het goed zie bent
u die en die. Dan krijg je altijd een
praatje. Catharine Keyl schijnt dat
wel leuk gevonden te hebben. Zij
zei in een programma over
Schouwen-Duiveland dat er zulke
aardige tolgaarders zaten".
Soms ontstaan aan het loket ook
gesprekken over de tolheffing. „De
meeste mensen doen er niet
moeilijk over hoor. Maar soms
worden wij er op aangesproken dat
die tolheffing maar blijft duren.
Dan verwijs ik ze maar door naar
het hoofdkantoor. Want tenslotte
kunnen wij er ook niets aan doen.
Het schijnt allemaal legaal te zijn".
Behalve als tolgaarder werkt
Willemse ook af en toe als
brugwachter. Dan zit hij met een
verrekijker ongeveer 30 meter boven
de waterspiegel in het kantoortje
bij de ophaalbrug in de
Zeelandbrug. Het is dan zijn taak
om het scheepvaartverkeer op de
Oosterschelde in de gaten te
houden. Van de Stormvloedkering
tot Tholen. „Het is prachtig
daarboven. Je hebt een fantastisch
uitzicht over de Oosterschelde
Vooral bij mooi weer. Via de
mobilofoon kan Willemse op kanaal
18 contact zoeken met de passerende
vrachtschepen en plezierjachten.
Om hen te corrigeren of te
waarschuwen.
De schepen kunnen hem op hun
beurt verzoeken de ophaalbrug in
de Zeelandbrug te openen. „Van
maart tot een november is dat
mogelijk op elk half en op elk heel
uur. In de wintermaanden moeten
de schepen het twaalf uur tevoren
aanvragen".
Ondanks alle apparatuur voelde
Willemse zich in die situatie
machteloos. En dat is ook het geval
als hij ziet dat auto's met caravans
de Zeelandbrug oprijden met harde
wind. „Bij windkracht 7 gaat een
waarschuwingsbord open dat hen
adviseert op de parkeerplaats te
wachten tot de wind minder is.
Maar dat doen ze niet". Als
Willemse een caravan ziet
omwaaien, belt hij gelijk de
meldkamer van de rijkspolitie en
zet de knipperlichten op de
Zeelandbrug aan. „Om andere
weggebruikers te waarschuwen voor
de gevaarlijke situatie".
Willemse ziet daar hoog vanuit het
brugwachtershok nog wel eens
spannende dingen gebeuren. Zoals
enkele weken geleden met
stormachtig weer. „Ik kreeg een
melding binnen van een klipper die
was gecharterd door een aantal
Duitsers. Zij wilden de Zeelandbrug
passeren. Maar het was
twijfelachtig of de klappen van de
brug wel omhoog zouden kunnen
vanwege de wind. Tben ze lagen te
wachten kwam er opeens een bui
opzetten met veel wind die hoge
golven veroorzaakte. Ik zag dat die
zoveel grip kregen op het schip dat
het tegen een pijler aansloeg. De
Duitsers moesten van boord om zich
op de pijlervoet in veiligheid te
brengen. Als brugwachter mag je je
post niet verlaten en ik kon via de
mobilofoon geen contact met de
schipper krijgen. Daarom heb ik
maar op eigen initiatief de
Rijkspolitie te Water en een
sleepbedrijf gewaarschuwd. Later
bleek dat de schipper dat ook al
zelf had gedaan via een telefoon
aan boord. Die Duitsers zijn weer
gewoon aan boord gestapt toen de
klipper werd teruggesleept naar
Zierikzee".
wanbetaler niet worden
achterhaald. „Die camera's stonden
er om na te gaan hoeveel voertuigen
er over de brug reden. Na elke vier
auto's werd er een foto gemaakt.
Dat was een soort controle om na te
kunnen gaan of er ook evenveel tol
binnenkwam als er voertuigen
passeerden. Sinds kort zijn die
camera's weggehaald en zijn er
videocamera's voor in de plaats
gekomen. Nu worden alle
voertuigen die langs het tolhuisje
rijden gefilmd".
Enkele jaren geleden, toen de
brugkaarten nog tien passages
omvatten en anders van kleur
waren, signaleerde Willemse nog
wel eens een andere manier waarop
bestuurders probeerden onder het
betalen van tol uit te komen. „Die
kaarten waren helemaal groen van
kleur. Ook het bovenste gedeelte
dat niet tot de afscheurbare
strookjes behoorde waarmee je over
de brug kon. Soms gaven mensen
dan wel eens dat bovenste gedeelte
af alsof het een kaartje was en dan
reden ze snel door. Maar dat
gebeurde maar sporadisch hoor".
Veel vaker komt het volgens de
tolgaarder voor dal mensen geen
kaartje bij zich hebben en ook geen
geld om er een te kopen. „In zo'n
geval schrijven we een
schuldbekentenis uit met daarop
hun naam, adres en autonummer.
Als ze dat ondertekenen mogen ze
doorrijden. Ze kunnen dan de tol
betalen door het bedrag per giro
over te maken naar de
brugmaatschappij. Of ze betalen
contant bij de eerstvolgende
passage".
De tolgaarder is er overigens op
ingesteld om de tol in allerlei
soorten geld te kunnen ontvangen.
„Alle valuta zijn goed. Behalve die
uit het oostblok". In zijn kantoortje
ligt voor dat doel een lijstje met
wisselkoersen dat regelmatig wordt
vernieuwd. „Ik heb de tol al
ontvangen in Zweedse kronen, in
Spaanse peseta's en in Italiaanse
lires. Ja, het vergt even tijd omdat
jejnpet kijken hoe de koers is".
Dan kan het wel eens gebeuren dat
do bestuurders die achter de
vakantieganger staah te wachten
een tikje ongeduldig worden. „Ja,
de mensen worden soms driftig als
ze moeten wachten. Niet bij een
'gewone file' hoor. Maar als ze zien
dat het komt omdat voor hen iets
niet goed loopt. Als iemand zijn
geld niet kan vinden bijvoorbeeld".
Maar de tolgaarder heeft meer
passanten die 'vrolijk' zijn. „De
meeste mensen waarderen het als je
enkele vriendelijke woorden met ze
wisselt. Vooral 's nachts. Dan wordt
het meeste gepraat bij het passeren.
Dat komt natuurlijk ook omdat dan
vaak de bestuurders langskomen
die een vast traject hebben. Die hier
elke nacht voorbij komen. Dan
begin je elkaar op den duur goed te
kennen".
Willemse voelt zich niet onveilig 's
nachts in zijn tolhuis in het weidse
polderlandschap. „Nee, hoor nooit.
We zijn altijd met zijn tweeën. En
we hebben hier een alarmknop
vvaarmee we zo de politie kunnen
bereiken". Omgekeerd voert de
tolgaarder ook wel eens een
opdracht uit voor de politie. „Dan
zijn ze op zoek naar een bepaalde
auto. Die gestolen is bijvoorbeeld.
Ze bellen ons dan op om het merk,
het kenteken en de kleur door te
geven. Als die auto inderdaad langs
komt, noteren wij om hoe laat dat
is en geven dat door aan de
meldkamer".
Willemse heeft in de dagelijkse
praktijk van de afgelopen,
zomermaanden bemerkt dat steeds
meer toeristen over de Zeelandbrug
komen om Schouwen-Duiveland te
bezoeken. „Blijkbaar wordt er in
steeds meer verschillende landen
reclame gemaakt voor de
Deltawerken. Want de variatie aan
buitenlanders wordt ook steeds
groter. Ik heb hier mensen uit
Noorwegen, Denemarken en
Zweden zien passeren. En veel
Italianen en Fransen". De Duitsers
en Belgen rekent Willemse tot de
normale passanten.
Waarschuwen is een belangrijke
taak van een brugwachter. En ook
van een tolgaarder. Zij zijn het die
provinciale waterstaat op de hoogte
stellen van het feit dat de weg over
de brug door vorst zo glad is
geworden dat er gestrooid dient te
worden. „Dat komt omdat we aan
de autobestuurders vragen hoe het
is met het wegdek. Maar ook als er
is gestrooid blijft het gevaarlijk.
Want in verband met roestvorming
mag dat alleen met zand worden
gedaan. En vanwege de pijlers
droogt het vocht op de brug op de
ene plaats sneller dan op de andere.
Daardoor krijg je afwisselend
gladde en minder gladde plekken".
Ondanks al deze typische
eigenschappen en de gevaren die de
brug met zich kan meebrengen,
houdt Willemse van het gevaarte
waar hij bijna dagelijks tegenaan
kijkt. En van zijn werk dat er een
gevolg van is. „Ja, ik hoop dit te
blijven doen zolang de tolheffing
blijft".
Foto: Johan junior
Tbkst: Marijke Vael