de autosloper
Dag op stap met
5Soms krijg je auto's binnen waar werkelijk geen stukje meer van heel is'
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Maandag 29 augustus 1988 Nr. 24395
5
dan aan een tweedehandsmotor
helpen en (laten) inbouwen. En dat
is toch altijd .goedkoper dan een
nieuwe".
Een enkele keer krijgt Stouten
verzamelaars op het terrein die op
zoek zijn naar net dat ene
onderdeeltje dat hun automobiel
compleet kan maken. In het
overgrote deel van de gevallen kan
Stouten deze hobbyisten niet helpen
want echt oude auto's zij:: op zijn
bedrijf niet te vinden. ,,Zo gauw het
terrein volstaat ga ik kijken of er
tussen zitten die weg kunnen. Ik zet
er dan een kruis op en de jongens
kunnen die autowrakken er dan
later tussen uit pikken met de
kraan. Die wrakken verkoop ik dan
weer aan oud ijzerhandelaren, dus
eigenlijk wordt er helemaal niets
weggegooid".
,,Ja, je krijgt soms wagens, binnen
waar echt niets meer van heel is en
toch zit er altijd nog wel iets aan
waar je nog wat aan hebt", aldus
Stouten. Gevraagd naar een top tien
van meest verkochte onderdelen
noemt Stouten na enige aarzeling
dynamo's en startmotoren. „Accu's
verkoop ik ook regelmatig en niet
te vergeten motoren". Overigens
verkoopt Stouten niet alleen aan
particulieren. Hij mag ook garages
tot zijn vaste klanten rekenen.
„Bepaalde merken veranderen hun
modellen erg vaak en dan kan het
nog weieens moeilijk zijn om een
passend onderdeel te vinden. Ik
vraag dan ook altijd precies om
welk type het gaat en wat het
bouwjaar is, want je kunt mensen
van een garage natuurlijk niet voor
niets naar Oosterland laten rijden.
Soms lijken twee jaargangen van
een bepaald type auto erg veel op
elkaar, maar dan zitten er toch
behoorlijk verschillen in. Dan is
bijvoorbeeld bij de ene jaargang het
portier net 4 centimeter langer of
zoiets dergelijks".
Hoewel het sommige mensen wat
vreemd in de oren mag klinken
heeft men bij een autosloperij ook
te maken met seizoensinvloeden.
„In het winterseizoen heb je meer
kapotte auto's door de kou en meer
schade-auto's als het bijvoorbeeld
glad is. Ook de zomerse drukte
heeft volgens Stouten wel degelijk
"invloed op het reilen en zeilen van
het bedrijf. „Als het echt druk is
gebeuren er meer ongelukken en
dan krijg ik ook vaker schade
auto's binnen". Wie het idee heeft
dat er op het terrein van Stouten
geen auto's staan die meer dan een
paar duizend gulden waard zijn zit
er lelijk naast. „Hier voor op het
terrein staat voor een kapitaal hoor.
Ik heb pas bijvoorbeeld weer een
schade Kadett-GSI'tje binnen gehad
en dat ding is toch nog zo'n 22.000
gulden waard". In zekere zin is
Stouten een concurrent van de
eilandelijke garages. „Want ik
verkoop ook nieuwe onderdelen.
Plaatwerk en trekhaken en
dergelijke. Dat plaatwerk is dan
niet origineel van de autofabrikant,
maar wel een stuk goedkoper. En je
kunt natuurlijk ook kijken of er
een tweedehands portier tussen zit,
want daar zit alles op en aan.
Raamslingers en zo moet je er bij
een nieuw portier allemaal zelf
inzetten en dan moet zo'n deur nog
gespoten worden ook". De
verstandhouding met de andere
autoslopers is volgens Stouten goed
te noemen. „We wisselen ook
weieens onderdelen uit".
Zoals bij zo veel andere bedrijven
heeft Stouten ook te maken met een
groot aantal voorschriften en regels.
„Iedere sloper moet binnenkort
bijvoorbeeld een olie- en een
waterafscheider hebben. Voordat je
een auto op je terrein mag zetten
moet eerst alles wat er aan vloeistof
inzit eruit. Olie, water, remolie en
dergelijke. Pas zijn er op mijn
terrein nog monsters genomen en
toen was alles in orde. Die wal rond
het terrein heb ik aan moeten
brengen omdat een autosloperij
landschapsontsierend zou zijn",
aldus Stouten. Hij stelt dat al die
regels wel ergens goed voor zullen
zijn maar dat het in sommige
gevallen wel erg ver gaat. „Ik denk
dat op den duur alleen de grote
sloperijen over zullen blijven. Als je
steeds aan alle regels moet voldoen
moet je behoorlijk investeren en de
kleinere sloperijen kunnen dat
volgens mij niet opbrengen", aldus
Stouten.
Stouten is vol optimisme over de
toekomst van zijn bedrijf. „Ik ben
nu aan het uitbreiden, als dat
allemaal klaar is beschik ik over
een terrein van 3 hectare. Daar kan
ik zo'n 1500 tot 2000 auto kwijt". Hij
stelt dat ruimte de belangrijkste
factor is om het voortbestaan van
een autosloperij te garanderen. „Je
moet eigenlijk van elk model
minstens 6 exemplaren hebben
staan. Dan moet je per jaar tussen
de 700 en de 1000 sloopauto's per
jaar omzetten. Daarbij zet ik zo'n
400 schade-auto om per jaar. En er
zit nog steeds een stijgende lijn in".
Tussen al die klanten die Stouten
op zijn bedrijf ontvangt zitten
"uiteraard weieens rare snuiters. In
de regel laat Stouten de mensen wel
rondscharrelen tussen de
autowrakken, maar als hij de zaak
niet vertrouwt gaat er iemand van
het driekoppige personeel mee. „Al
kun je natuurlijk niet de hele dag
als een soort politieagent over het
terrein lopen. Gestolen auto's? Dat
gebeurt weieens ja. Maar dat heb je
snel genoeg in de gaten hoor. Dan
komen ze met een auto aanzetten
die minstens nog een duizend of zes,
zeven waard is en daar vragen ze
dan 2000 gulden voor. Dan weet ik
•wel hoe laat het is". Stouten woont
niet voor niets op het sloopterrein
zelf. „Dan zie je wat er gebeurt. En
het is natuurlijk ook makkelijker
als je vlakbij je bedrijf woont".
Tekst: Piet Kleemans
Foto: Johan jr.
Wie een rondje maakt over het drie
hectare grote terrein van Stouten
aan de Ringweg bij Oosterland kan
zich wellicht moeilijk voorstellen
dat hier stuk voor stuk auto's staan
die eens het trotse bezit waren van
de eerste eigenaar. Misschien het
bezit van iemand die jarenlang voor
zijn heilige koe heeft moeten sparen
om deze vervolgens alleen te
benutten voor zondagse toertjes
naar het strand. Als de auto's
konden praten zouden ze boeiende
verhalen kunnen vertellen. Er zijn
vakantietochten mee gemaakt. Er
zijn echtelijke ruzies in
uitgevochten. Sommige van de
auto's hebben heel wat van de
wereld gezien terwijl anderen nooit
van het eiland af zijn geweest. Bij
Stouten valt alle onderscheid weg.
De auto's wacht allemaal eenzelfde
lot: de sloophamer.
Het autoslopersvak is Stouten niet
met de paplepel ingegoten. „Mijn
vader is boer, maar ik heb zelf
nooit zoveel idee gehad in het
boerenbestaan. En achteraf heb ik
geen spijt dat ik in deze branche
ben begonnen", aldus Stouten. Hij
begon zijn bedrijf op kleine schaal
op het terrein van het boerenbedrijf
van zijn vader. „Maar daar hadden
we eigenlijk veel te weinig ruimte
en daarom is mijn broer Huib hier
in 1978 begonnen. Twee jaar later is
Huib vertrokken en heb ik het spul
hier overgenomen", aldus Stouten.
Het heeft hem geen windeieren
gelegd. Door hard te werken en
genoegen te nemen met een weinig
riante huisvesting wist hij het
bedrijf uit te bouwen tot één van de
grootste autosloperijen van Zeeland.
Stouten: „Wij woonden hier eerst in
een salonwagen. Elektriciteit was er
niet. We hadden een aggregaat staan
voor de stroom, maar verder was er
helemaal niks. Dat was wel een
gedoe hoor". Stoutens echtgenote
vult aan: „En in de winter bevroor
alles. Niet alleen het water, maar
ook het gas in de flessen". In 1985
kwam aan de situatie een eind toen
Stouten op het terrein van het
sloopbedrijf een fraaie woning liet
bouwen. Eerder, in 1983, verrees op
het terrein een flinke schuur die
dient voor opslag van verschillende
auto-onderdelen en tevens als
werkruimte voor het personeel.
De motoren staan er keurig in
schappen. Op alfabetische volgorde
en met het bouwjaar erbij. Even
verderop ligt een keur aan
achterlichtunits. „Vroeger waren het
allemaal losse lampjes, maar
tegenwoordig zijn het complete
units en die kosten nieuw soms zo'n
300 gulden. Bij ons ben je voor veel
minder geld klaar". Koplampen zijn
bij Stouten ook uit voorraad
leverbaar. „Het meeste verkopen we
koplampen van Franse auto's want
die gaan over het algemeen het
kortst mee". En zo weet Stouten van
elk automerk de zwakke punten op
te noemen. Van een automerk dat
bekend staat als Duits en derhalve
zeer degelijk weet hij te melden dat
men juist van die auto's nogal eens
om een nieuwe benzinetank komt.
„Die hangt er bij die auto's
onderaan en die roesten op gegeven
moment toch door". Volgens Stouten
komt het zelden of nooit voor dat er
klanten komen vragen, naar een
motor voor een auto van Japanse
makelij. „Die motoren zijn niet
stuk te krijgen".
OOSTERLAND - „Ik ben
begonnen met het ophalen
van oud papier voor de
zang. Later ben ik er oud
ijzer bij gaan doen en dan
krijg je op gegeven
moment vanzelf wrakken
binnen", aldus A. Stouten
uit Oosterland. Hij heeft
één van die vrije
beroepen waarover nogal
wat rare ideeën blijken te
bestaan. „Ik heb hier ook
jonge schade-auto's en
tweedehandsjes staan en
dan komen er mensen het
terrein op, wijzen naar
zo'n auto die zeker nog
zo'n 5000 gulden oplevert
en vragen of het goed is
als ze daar even een
spiegel afslopen. Die
denken dat ik zo'n auto
voor honderd gulden koop
of zo".
naar de sloop brengen krijgt
Stouten ook auto's binnen die bij
een ongeluk betrokken zijn geweest.
In sommige gevallen gaat het om
ongelukken waarbij doden zijn
gevallen. „Soms zit het bloed nog
aan de zittingen. In het begin heb je
daar natuurlijk wel moeite mee,
maar je went er gewoon aan", aldus
de nuchtere Stouten. „Voor anderen
is het misschien een vreemd idee
maar het blijft tenslotte toch
handel".
Stouten heeft het niet cadeau
gekregen. „In het begin valt het
niet mee om zo'n bedrijf op te
bouwen. Dan moest je steeds
adverteren om weer een paar
wagens binnen te krijgen. Nu heb
ik veel werk via de
verzekeringsmaatschappijen. Die
bellen me als ze wat voor me
hebben. Ik ga dan kijken en ik doe
een bod. Tja, wat je voor een
schade-auto biedt hangt af van een
heleboel dingen. Als het een
populaire auto is met niet al te veel
schade kun je die meestal nog wel
voor een goede prijs kwijt en dan
kun je er dus ook een leuk bod op
doen. En de hoogste bieder mag de
auto in kwestie meenemen". Hoewel
Stouten inmiddels een ruime
ervaring heeft in het inschatten van
de waarde en de verkoopbaarheid
van een bepaalde auto geeft hij toe
dat ook hij er weieens naast zit.
„Het kan gebeuren dat je niet alle
schade aan een auto ziet
bijvoorbeeld. Of een type dat
normaliter weer makkelijk te
verkopen is blijft tijdenlang op je
terrein staan. Je kunt het nooit
voor 100 procent zeker weten".
Slopen doet Stouten allang niet
meer zelf. „Ik vind het zelf het
leukste om op pad te gaan".
Het werkterrein van Stouten omvat
naast Schouwen-Duiveland ook de
Hoeksche Waard en Goeree-
Overflakkee. „Als' ik het van de
garages hier alleen zou moeten
hebben zou ik het niet redden denk
ik". De klandizie van Stouten komt
hoofdzakelijk van Schouwen-
Duiveland en Goeree-Overflakkee.
„Maar het komt ook vaak genoeg
voor dat ik toeristen als klant heb.
Die zijn dan bijvoorbeeld op pad
met een caravan en dan loopt ineens
de motor van de auto warm. Want
het is hard werken voor zo'n motor
hoor als die een caravan moet
trekken. Vaak kan ik de mensen
Een voor de hand liggende vraag
aan een autosloper is uiteraard wat
de invloed van de invoering van de
verplichte APK-keuring is op de
branche. „Natuurlijk merk je dat",
aldus Stouten. „Er zijn nogal wat
mensen die zelf proberen hun auto
door de keuring te slepen en dan bij
ons om onderdelen komen. Ik kan
wel stellen dat door de invoering
van de APK-keuring de verkoop van
losse onderdelen bij mij is
toegenomen. Maar aan de andere
kant is het zo dat je vroeger veel
makkelijker een wagentje weer
kwijt kon raken. Er werd er eentje
gebracht, je knapte het wat op en
kon het dan binnen de kortste
keren weer met winst verkopen.
Maar dat is er niet meer bij.
Niemand koopt nog tweedehands
een auto die niet APK-goedgekeurd
is", aldus Stouten. Hij stelt dat het
voorheen ook veel vaker voorkwam
dat mensen bij de sloop voor een
paar honderd gulden een oud
wagentje kochten om mee op
vakantie te gaan. „Nou, dat kun je
nu wel vergeten".
Zo makkelijk als sommige mensen
een auto (kunnen) kopen, zo
moeilijk hebben sommige mensen
het ermee als ze na jarenlange
trouwe dienst noodgedwongen
'afscheid moeten nemen van hun
trouwe vierwieler. Niettemin stelt
Stouten nooit emotionele tonelen te
hebben meegemaakt op zijn
autosloperij. „Ja, ik weet nog wel
dat er een keer een stel kwam met
een autootje. Ik weet niet meer wat
voor wagentje dat was, maar ik
weet nog wel dat die jongen
helemaal in het zwart was. Met zo'n
hoge zwarte hoed op. Het meisje
had bloemen bij zich en ze hebben
nog een heel stel foto's gemaakt op
mijn terrein. Maar verder heb ik
nooit echt gemerkt dat iemand
moeite had met het wegbrengen van
zijn auto". Behalve van mensen die
uit eigener beweging hun voertuig