„Als er één dorp is dat z'n eigen
identiteit houdt is het Bruinisse"
II
ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE
Deze speciale bijlage ter gelegenheid
van de laatste vaart van de veerdienst
Zijpe-Anna Jacobapolder en de
officiële opening van de Philipsdam is
een gezamenlijke produktie van de
Eendrachtbode en de Zierikzeesche
Nieuwsbode.
Medewerking gaven Wim Heijboer,
Arie de Viet, Aad van der Wouden,
Piet Kleemans en Marijke Vael.
Burgemeester T. C. Hekman van Bruinisse over de iveg over de
Philipsdam:
„Het zal zeker
verandering betekenen
voor Bruinisse. Ik denk
niet dat men nu massaal
naar een koopcentrum als
Bergen op Zoom zal
trekken, maar ik
verwacht wel het
omgekeerde. De
belangstelling voor
Bruinisse vanuit het
Brabantse zal zeker
toenemen en dat is niet zo
verwonderlijk, want we
hebben hier tenslotte veel
te bieden". Aan het woord
is burgemeester T. C.
Hekman van Bruinisse en
hij antwoordt op de vraag
wat volgens hem het
effect zal zijn van de
openstelling van de weg
over de Philipsdam.
Ruim 500 jaar geleden liet Anna
van Bourgondië bedijkingen
uitvoeren en het dorp Bruinisse
aanleggen. Dezelfde ambachtsvrouw
was verantwoordelijk voor het
ontstaan van de gemeente St.
Philipsland. Alle tegenslagen en
bestuurlijke en maatschappelijke
veranderingen ten spijt is St.
Philipsland zichzelf gebleven en is
nog steeds springlevend. Een
beschrijving die eigenlijk ook heel
goed van toepassing is op Bruinisse.
Van oudsher een klein vissersdorp
aan de Grevelingen met een heel
duidelijke eigen identiteit. „En als
er één dorp is dat z'n eigen
identiteit houdt, dan is het wel
Bruinisse", aldus burgemeester
Hekman.
Hekman stelt dat Bruinisse allang
geen vissersdorp meer is.
„Natuurlijk is de visserij nog steeds
erg belangrijk voor een dorp als
Bruinisse. En het is een
economische poot die ook
belangrijk zal blijven. Maar er is
een belangrijke economische poot
bijgekomen: de recreatie". Bru's
eerste burger tekent daarbij aan dat
het volgens hem met Bruinisse
nooit zo zal lopen als met Renesse
dat van een klein rustig dorpje
veranderde in de tweede badplaats
van Nederland. Met alle
randverschijnselen die erbij horen.
„De wereld is wel dichterbij
gekomen, maar Bruinisse is
Bruinisse gebleven. De sfeer en het
karakter is nog steeds die van een
vissersdorp".
Overigens heeft de toekomst van
Bruinisse, en dan met name van de
visserij, er niet altijd even
rooskleurig uitgezien. Volgens het
Deltaplan zou de Oosterschelde
afgesloten worden en zou dit gebied
voor de Bruse vissers verloren gaan.
De vissers trokken destijds aan de
bel en vonden de
natuurbeschermers aan hun zijde.
Samen verzetten zij zich krachtig
tegen de plannen en pleitten voor
het openhouden van de
Oosterschelde. 'Beurs dicht,
Oosterschelde open' was de leus.
Het eerste gedeelte van die
strijdkreet is niet echt uitgekomen.
Feit is wel dat de vissers en de
natuurbeschermers hun zin hebben
gekregen.
Het heeft maar weinig gescheeld of
Bruinisse had zijn vissersvloot
gedag kunnen zeggen. „Maar
uiteindelijk is het toch allemaal
anders gelopen", stelt Hekman. „De
Bruse mosselvloot beslaat nu
eenderde van de totale mosselvloot
in Nederland en we beschikken over
grote en zeer moderne
mosselkotters", aldus Hekman. Hij
stelt dat er wellicht nog nieuwe
mogelijkheden zijn voor
mosselcultures op bepaalde
plaatsen langs de Grevelingendam.
„Vroeger stond er teveel stroming,
maar die omstandigheden zijn nogal
veranderd. Maar als dat zo uitpakt
moet je dat zien als een soort
compensatie voor de vissers. Want
die hebben al heel wat in moeten
leveren".
De ingebruikname in 1965 van
Grevelingendam en Zeelandbrug
betekende een doorbraak in de
opkomst van het toerisme. Het
aantal recreanten dat naar
Schouwen-Duiveland kwam voor
bos en strand nam snel in omvang
toe. In eerste instantie trok het
merendeel van de recreanten naar
de Schouwse Westhoek maar met de
komst van recreatieproject
Aquadelta kwam ook Bruinisse
meer en meer in zwang als
vakantiegebied. „En nu is Bruinisse
toch een van de grootste
recreatiedorpen van Zeeland", aldus
Hekman. „Ik zie Aquadelta als één
van de voorbeelden van hoe het wel
moet. Het is een heel veelzijdig
project. Bruinisse heeft er niet
alleen een grote jachthaven
bijgekregen maar bijvoorbeeld ook
veel slecht-weervoorzieningen".
Hekman ontkent geenszins dat de
toenemende recreatie de gemeente
Bruinisse de nodige revenuen
oplevert. Hij stelt dat het strand
langs de Grevelingen zich
ontwikkeld heeft tot een
volwaardig recreatiegebied en ziet
door de afsluiting van
Krammer./Volkerak nieuwe
mogelijkheden voor de recreant. „Ik
ben wel heef benieuwd naar de
ontwikkelingen op dat gebied en ik
denk dat je het beheer ook zodanig
moet structureren dat je wildgroei
tegen kan gaan. Je moet de
recreatiestromen sturen. Structuren
aanbrengen. Je hebt tenslotte ook te
maken met een gebied met
belangrijke natuurwaarden".
Volgens de Bruse eerste burger is
het dan ook verstandig om de
natuur zoveel mogelijk te
beschermen zonder nu direct het
gebied geheel en al af te sluiten
voor de recreant. Er speelt een
aantal belangen en die dienen
steeds zorgvuldig tegen elkaar te
worden afgewogen. En volgens
Bruinisse; vergroeid met het water.
Hekman zal de gemeente Bruinisse
er steeds voor zorgen daarbij een
flinke vinger in de pap te hebben.
Uiteraard zit er ook een keerzijde
aan de toenemende belangstelling
voor Bruinisse en de omliggende
wateren. Want evenals de
Kabbeldarsbank is ook de
Grevelingendam erg populair bij de
surfers en binnen het geheel van de
recreatie nemen de surfers een
belangrijke plaats in. Maar behalve
surfers trekt Bruinisse met haar
goed geoutilleerde jachthaven ook
veel pleziervaartuigen aan. Toch al
gauw enkele tienduizenden per jaar
terwijl ook de beroepsvaart in
toenemende mate gebruik gaat
maken van het
Krammersluizencomplex. En dat
stuit op problemen. „De capaciteit
van de jachtensluis is gewoon te
klein, maar we zullen tot 1992
moeten wachten voordat de tweede
jachtensluis wordt afgebouwd"
aldus Hekman. Zo lang men het
echter met één jachtensluis moet
doen ziet het sluispersoneel zich
gedwongen om de pleziervaart bij
tijd en wijle samen met de
beroepsvaart in de grote
duwvaartsluizen té laten schutten.
„Door de grote inzet van het
.sluispersoneel kunnen al te grote
problemen voorkomen worden. Wat
dat betreft treft het sluispersoneel
geen blaam", aldus Hekman.
Hekman stelt dat de bouw van de
compartimenteringswerken in de
Grevelingen altijd in de schaduw
heeft gestaan van de bouw van de
Stormvloedkering. Volgens Hekman
onterecht. „Het is echt een
technisch hoogstandje van
Rijkswaterstaat". Hekman heeft de
bouw van de
compartimenteringswerken steeds
met grote belangstelling gevolgd en
het is zijn ervaring dat
buitenstaanders die een deskundige
rondleiding krijgen altijd in hoge
mate geïmponeerd zijn door de
omvang en de gebruikte technieken.
Ook hier echter weer een keerzijde.
Door het geavanceerde zoet/zout
scheidingssysteem duurt het
schutten langer dan bij andere
sluizen. Zowel voor de pleziervaart
als voor de beroepsvaart levert dat
soms flinke wachttijden op. Een
kwestie die al menigmaal op de
Bruse raadsvergaderingen naar
voren is gebracht. De Krammersluis
werd betiteld als de langzaamste
sluis van Nederland en vooral de
mosselvissers die met hun
bederfelijke waar gedwongen zijn te
wachten hebben meermalen
klaagzangen aangeheven over het
Krammersluizencomplex. „Voor de
vissers is het zeker vervelend, maar
er valt weinig aan te veranderen",
aldus Hekman. „Het blijft een
vaarweg die extra zorg met zich
meebrengt".
-Burgemeester T. C. Hekman: Benieuwd hoe waterrecreatie zich gaat ont
wikkelen".
De mosselvisserij; nog steeds een belangrijke bron van inkomsten voor Bruinisse.
Onder dat beroepsvervoer ook
vervoer van gevaarlijke stoffen.
Eerder dit jaar werd duidelijk wat
er kan gebeuren. Na een aanvaring
tussen twee olietankers kwam naar
schatting 100 ton zware stookolie in
de Oosterschelde terecht. Door een
gunstige wind verzamelde de olie
zich langs de Philipsdam in de hoek
bij het Grevelingenstrand en kon
vrij gemakkelijk verwijderd
worden. Bruinisse en de
Oosterschelde waren aan een ramp
ontsnapt. Een en ander was
aanleiding voor de nodige discussie
binnen de gemeenteraad van
Bruinisse. Weer werd aangedrongen
op het realiseren van een
rampenplan. Hekman is er nooit op
ingegaan. „Voor dat soort dingen
kun je geen plannen maken. Elke
keer als er zoiets gebeurt is de
situatie weer anders. Daar zijn geen
pasklare plannen voor te maken. Je
moet in ieder geval zorgen dat je er
snel bij bent".
Met de openstelling van de weg over
de Philipsdam komt een eind aan
de veerdienst Zijpe-Anna
Jacobapolder. „Met die pont
verdwijnt er toch iets wezenlijks uit
Bruinisse", aldus Hekman. „Die
pont was een begrip en het is toch
ook een brokje verleden wat teloor
gaat. Ik denk ook dat het pontje
diep ingeworteld is bij de
Bruenaren". Vooral de ouderen
zullen zich de lange wachttijden van
vroeger herinneren, want de
capaciteit van de pont was beperkt
en het aanbod werd steeds groter.
Tot het moment waarop Schouwen-
Duiveland ontsloten werd door
Zeelandbrug en Grevelingendam.
De belangstelling voor de veerpont
liep terug en vooral de laatste jaren
bleek de veerdienst een
zorgenkindje van
vervoersmaatschappij Zuid-West
Nederland. Overigens wordt bij de
openstelling van de weg over de
Philipsdam op gepaste wijze
afscheid genomen van de veerpont.
Met saluutschoten.
Wat de toekomstige functie van de
Bruse veerhaven wordt als de pont
eenmaal verdwenen is is nog niet
bekend. Hekman zou het liefst zien
dat een locale ondernemer deze
faciliteit benut. Een
gritstraalbedrijf heeft zich al tot de
gemeente gewend met het verzoek
in de veerhaven een dok te
stationeren. Op het ogenblik is nog
niet bekend of dat ook
daadwerkelijk gaat gebeuren. Of
het verdwijnen van de veerpont
consequenties heeft voor het horeca
bedrijf bij het Zijpe betwijfelt
Hekman. „Het blijft natuurlijk een
prachtige locatie voor een
restaurant. De zee boeit toch altijd.
En er is ook genoeg bedrijvigheid
op het water, dus ik denk niet dat
er voor hen veel verandert".
Hekman is duidelijk trots op het
technische hoogstandje van
Rijkswaterstaat in zijn gemeente
Bij de sluiting van de Philipsdam
in mei vorig jaar liet hij niet na uit
te leggen dat het overgrote deel van
de compartimenteringswerken in
tegenstelling tot wat veel mensen
schijnen te denken toch wel
degelijk bij de gemeente Bruinisse
hoort. En dat heeft een historische
achtergrond. Voor 1847 bestond het
grondgebied van St. Philipsland
maar uit ongeveer de helft van wat
het nu is. In dat jaar werden de
Anna Jacoba-polders ingedijkt. Die
twee polders lagen weliswaar tegen
St. Philipsland aan maar behoorden
geheel tot het grondgebied van
Bruinisse. Eeuwenlang hadden de
schorren die er lagen toebehoord
aan de ambachtsheer van Bruinisse.
Midden in die schorren liep het
Zijpe en deze naam ging later over
naar het huidige vaarwater. Dat
vaarwater vormde een natuurlijke
grens tussen de gemeente Bruinisse
en de nieuwe polders. Een
ongemakkelijke situatie voor de
burgers die in de nieuwe polders
woonden en na veel gekissebis werd
besloten tot een grenswijziging. De
Anna Jacoba- en de Kramerspolder
werden per 1 januari 1858 aan St.
Philipsland toegewezen. Wat echter
niet overging naar St. Philipsland
was het gebied buiten de dijken.
Dat bleef grondgebied van de
gemeente Bruinisse, en dat is het
nog steeds.
Toen besloten werd de mogelijke
gevolgen van de openstelling van de
weg over de Stormvloedkering gaan
onderzoeken werd er vanuit het
Bruse op aangedrongen dat men
dan ook zou kijken naar wat de
openstelling van de weg over de
Krammersluizen mogelijk voor
consequenties heeft voor Bruinisse.
Hoewel de Bruse bestuurderen van
de uitkomsten van dat onderzoek
niet zoveel wijzer worden lijkt de
veronderstelling dat de
recreatiedruk op het dorp zal
toenemen gerechtvaardigd. Daarbij
speelt niet alleen de openstelling
van de weg over de Krammersluizen
een rol, maar ook het feit dat de
mogelijkheden binnen de gemeente
Bruinisse nog steeds uitgebreid
worden. In de toekomst komen er
voor de watersporters meer
passantenplaatsen en bovendien is
men op het ogenblik druk bezig met
de aanleg van een 18-holes golfbaan
bij Bruinisse.
Hekman maakt zich zorgen om de
openbare orde en veiligheid. „Ja,
het wordt een beetje een afgezaagd
verhaal, maar ik blijf het de
politiek erg kwalijk nemen dat ze
geen notie nemen van het gevoel
van onvrede, onveiligheid dat bij
veel mensen leeft. Wat dat betreft
kan ik me wel vinden in de
woorden van collega Asselbergs. Hij
zei laatst dat er blijkbaar wel
genoeg politie is om tongetje te
tellen, maar te weinig om er wat
meer op Schouwen-Duiveland te
stationeren. Het gebeurt nu al dat
we afzien van bepaalde
evenementen omdat we bang zijn
dat dat teveel overlast voor de
bewoners van Bruinisse oplevert".
Bruinisse aarzelt. Aan de ene kant
heet men de recreant welkom, want
hij brengt geld in het laatje. Aan de
andere kant wil men de eigen
identiteit behouden. Hekman: „Ik
denk dat waons af moeten vragen
of Zeeland langzamerhand niet wat
vol begint te raken. Ik denk dat we
moeten werken aan
kwaliteitsverbetering en niet
moeten proberen om nog meer
mensen binnen te halen. Ik denk
dat we de moed moeten hebben om
ho te zeggen".
t