Een gezellig Duivelands Schouwen- onderonsje y ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Maandag li april 1988 Nr, 24317 ZIERIKZEE - „Hé... ben je er ook weer bij?" Het vroege morgenuur en het ochtendduister vormen voor de oude getrouwe Nieuwsbode-reizigers geen enkel bezwaar om de medereizigers van het vorige jaar te herkennen en vervolgens met enthousiasme te begroeten, 't Mag dan onstichtelijk vroeg zijn, de geestdrift waarmee de reislustige Schouwen- Duivelanders elkaar begroeten kent geen tijd en geen grenzen. Geen wonder, dat vroege opstaan wordt de komende dagen immers ruimschoots gecompenseerd met een comfortabel verblijf in een luxueus hotel, veel zien en vooral veel, heel veel gezelligheid en leut. Dat weten de deelnemers aan deze driedaagse reis, die de Zierikzeesche Nieuwsbode sinds 1984 elk jaar opnieuw in samenwerking met touringcarbedrijf Van Oeveren organiseert, maar al te goed. Voor chauffeur/reisleider Rinus van der Voorden begint de lange reis naar het Dorint hotel in Bad Neuenahr met een tour de Schouwen-Duiveland om her en der „zijn pupillen" op te vissen. Dat levert enkele aangenaam verraste gezichten op bij het zien van bekenden die ook in voorgaande jaren deel uitmaakten van het Schouwen-Duivelandse reisgezelschap. De derde Nieuwsbodereis: 't Wordt voor de meesten niet al te laat. De volgende dag is het immers om half negen vertrekken om nog op tijd in Keulen te kunnen zijn. 't Is immers zaterdag en dan sluiten de winkels om een uur. Wat wel openblijft is de dom, een wereldberoemd gebouw waaraan zes eeuwen gebouwd is. Een religieus bolwerk dat overigens lang niet door iedereen mooi wordt gevonden, temeer daar dit monument wordt omgeven door .moderne gebouwen. Via het Ruhrgebied, dat het grootste en meest vervuilde industriegebied van Europa is en waar enorme fabriekscomplexen de horizon bepalen rijdt de bus naar het bedevaartsoord Kevelaer. Een plaats die reeds in 1642 als bedevaartsoord bekend was en die door het bezoek van de paus enkele jaren terug ook bij niet-katholieken bekend werd. De grote neogotische basiliek die plaats biedt aan zo'n vijfduizend mensen plus kapelletjes en winkels waarvan de etalages volgestouwd staan met allerlei beelden en afbeeldingen van Maria, het kindeke Jezus en heiligen tonen aan dat het rijke Roomsche leven hier nog niet ten einde is. Nadat de Schouwen-Duivelandse reizigers in Kevelaer na die ene zomerse dag zonder pardon worden getrakteerd met een fikse (natte) sneeuwbui rijdt de bus even voor Mook Nederland binnen. Dat Nederland qua natuurschoon ook het nodige in huis heeft, toont Van der Voorden door over de Zeven Heuvelenweg en langs Berg en Dal naar de Betuwe te rijden. Hoewel de waterstand nu beduidend lager is dan een paar weken terug, biedt dit rivierenlandschap nog steeds een waterige aanblik. De uiterwaarden gaan schuil onder een zacht kabbelende watervlakte waaruit hier en daar een verloren boompje of een boerderij opduikt. De laatste gezamenlijke maaltijd wordt deze Nadat bij de bushalte in Bruinisse „de Bruse ladies" als laatsten aan boord zijn gekomen, gaat het naar de Grevelingendam waar de reizigers volgens goed gebruik op de foto worden gezet. Dit keer niet voor, maar in de bus, hetgeen bij deze en gene wat twijfels over een duidelijke foto oproept. Na dit korte oponthoud stuurt Van der Voorden zijn touringcar via het Hellegatsplein het Brabantse land in, richting Moergestel. Zo vroeg als het is lijkt het een stralend dagje te worden; even voor achten toont de zon zich in haar fleurigste oranje. Gezien alle plensbuien die tijdens de vorige reis zijn gevallen, kan deze trip nu al niet meer stuk. Via de Rode Vaart, een stuk beschermd natuurgebied, Breda en Tilburg kómt Moergestel in zicht. Een half uurtje eerder dan gepland, maar dat is voor de gemoedelijke Brabanders geen probleem. Met alle plezier schenken zij voor de Schouwen-Duivelanders een kop dampende koffie waarmee de laatste restjes slaap kunnen worden uitgewist. De echte Schouwen- Duivelander heeft blijkbaar geen gebrek aan eetlust. Hoewel het dan nog wel wat aan de vroege kant is gaan de ferme slagroomsoezen en appelpunten met een respectabele dot slagroom er maar al te goed in. Een enkeling denkt nog even aan de calorietjes die deze zoete verleiders opleveren, maar gaat bij het zien van zoveel lekkers vrij eenvoudig voor de bijl. Je gaat maar eenmaal per jaar met de Nieuwsbode op reis en dan moet je het er van nemen. Aanzienlijk verkwikt en behoorlijk aangedikt wordt de reis hervat. De landelijke wegen die Van der Voorden heeft uitgekozen voeren de Schouwen-Duivelanders door de Kempen, een gebied waar nog niet eens zo lang geleden (zo'n honderdvijftig jaar) armoe troef was, maar dat zich door toedoen In Thorn gingen de reizigers eten, maar daarvoor werd door velen de Stifts- kerk bezichtigd. van „een bekende gloeilampenfabriek in het zuiden des lands" (wie zou dat kunnen zijn) aardig aan die armoede heeft weten te onttrekken. Een gebied ook waar aardige en ook minder aardige tradities in ere worden gehouden. Het verhaal over het toffelen, waarbij een meisje wiens verloving om de een of andere reden schipbreuk heeft geleden getrakteerd wordt op een fikse portie herrie ontlokt in de bus een golf van welgemeend miedelijden met het arme deerntje dat die herriemakers ook nog eens móet onthalen op brood en bier. Via de poort van Limburg, zoals Weert vaak wordt genoemd gaat het naar het witte stadje Thorn, waar de reis wordt onderbroken voor een koffietafel en een bezoek aan de abdijkerk. Een bolwerk van emancipatie in vroeger eeuwen, toen de gemiddelde vrouw bitter weinig in de melk te brokkelen had. In Thorn, ooit een grote en welvarende kloostergemeenschap waar meisjes uit de betere stand werden voorbereid op hun taak als moeder en echtgenote, waren het daarentegen vrouwen die acht eeuwen lang het heft in handen hadden. Hoewel een enkele reiziger bij wijze van grap opmerkt hoe het mogelijk is dat het toch zo lang goed is gegaan, raakt ook deze scepticus onder de indruk bij het zien van de religieuze kunstschatten die in dit gothische bouwwerk staan uitgestald. Schitterende afbeeldingen van heiligen als Sint Michaël (beschermheilige van de parochie), een Marianum (een dubbelbeeld van Maria en de vele zilveren en gouden kandelaars en monstransen), dit alles toont aan hoe rijk deze kloostergemeenschap ooit is geweest. Na de lunch gaat het richting grens waar de 48 Schouwen-Duivelanders bij Vaals voet op Duitse bodem zetten. Dit grensplaatsje lijkt als een soort Siamese tweeling aan zijn grote Duitse broer, de stad Aken waar zich de warmste bronnen (68 graden Celsius) van Noordwest- Europa bevinden, te zijn vastgegroeid, zo gering is de afstand tussen beide plaatsen. Uit de woorden van „onze Rinus" zoals de vaste reisklanten Van der Voorden noemen blijkt dat oók de Duitse overheid zich weieens verrekent. Wijzend op een monsterlijk gebouw, dat dienst doet als medisch centrum constateert de reisleider dat de uiteindelijke kosten een dikke miljard (Dm) hoger waren dan oorspronkelijk was berekend. Buiten Aken rijzen in het landschap opmerkelijke betonnen blokken op die samen een kronkelend stenen lint door het groene landschap vormen: het blijken de restanten van de Siegfriedlinie te zijn. Aangelegd als verdediging tegen vijandelijke troepen, bleek deze betonmuur ook voor de Duitsers zelf een „struikelblok" te zijn, dat de aanvoer van versterkingen tegenhield. Inmiddels is de temperatuur tot haast zomerse hoogte opgelopen. Dat geeft het landschap een heel ander aanzien dan een week of vier geleden toen een aantal dorpen in het gebied van de Noord-Eifel nog onder een dik pakket sneeuw schuilging. Datzelfde geldt ook voor de plaatsjes langs de Rijn, waarvan de lagere gedeelten tijdens de vorige reis behoorlijk blank stonden. Nadat de bus pas weer tot stilstand is gekomen bij de Rursee, een groot stuwmeer dat ook van belang is voor de drinkwatervoorziening in het gebied, gaat het na deze theepauze linea recta nqar het Dorint hotel in Bad Neuenahr, een mondain kuuroord in het hartje van het Ahrdal, waar de geslaagde zakenman en de welgestelde dame zich zeer grondig en vooral ook ernstig bezighouden met gezond worden en jong blijven. Voor het Schouwen-Duivelandse reisgezelschap betekent het verblijf hier niet het afwerken van een verplicht dagprogramma van massages, fitnessprogramma's en Voor de laatste keer gezamenlijk aan tafel, om de reis 'waardig' af te ronden. soortgelijke activiteiten, maar gewoon even ontspannen bijkomen van alle dagelijkse rompslomp, lekker eten en drinken en vooral gezelligheid. Aan dat ongestoorde genieten zit echter wel een beperking: de prijzen van de flesjes in de minibar zijn van dien aard dat dat je het wel laat om zorgeloos even een flesje open te trekken. Voor de „ploeg" van Van der Voorden is dat geen probleem. Hun natje en hun droogje, om de maaltijden in het Dorint hotel maar eens oneerbiedig te noemen, zijn in de reissom inbegrepen. De tweede dag blijken de weergoden met het verkeerde been uit bed te zijn gestapt. Nadat laaghangende donkere wolken de oplettende reiziger voor een regenbui hebben gewaarschuwd begint het na elven behoorlijk te plenzen. Uit menig tasje komen tijdens het winkelen en wandelen de regenkapjes te voorschijn, terwijl een enkeling gauw ergens een winkel inschiet om er een goedkope paraplu te kopen. Diezelfde regen gooit ook roet in het eten bij het uitstapje naar Bonn, Remagen en de Drachenfels dat 's middags op het programma staat. Om op de juiste bestemming te komen moet de bus, na een tocht door de wijngaarden waarmee de hellingen van het Ahrgebied (het meest noordelijke wijngebied in Europa) zijn bezaaid met een pontje de wild stromende Rijn oversteken. Iets dat tijdens de vorige reis, toen de waterstand buitensporig hoog was onmogelijk bleek te zijn. Nadat „de Rijn is genomen" houdt de bus pas weer stil bij de brug van Remagen. Vier grote pijlers herinneren aan de strijd die daar in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog is gevoerd. Een stukje geschiedenis waarbij heel wat bloed is gevloeid. Even verderop langs de Rijn duikt in de laaghangende wolken de ruïne van de Drachenfels op. Die ruïne is slechts bereikbaar na een tochtje met een tandradbaan. Door deze grauwe wolkenmassa's levert het tochtje niet dat uitzicht op als waarop werd gehoopt. Wie goede ogen heeft ziet beneden in de diepte nog net de rijnaken die zwaarbeladen deze belangrijke verkeersader afvaren. Er blijft voor de Schouwen-Duivelanders dan niet veel over om na de koffie weer snel de bus op te zoeken om via een mooie route door de in redelijk gezonde bossen van het Siebengebirge hotelwaarts te keren voor het buffet met koude en warme gerechten en tevens de donderdag- en vrijdageditie van de Nieuwsbode, die speciaal voor hen naar Bad Neuenahr zijn gebracht door te nemen. Dat eetfestijn is elk jaar opnieuw weer een hoogtepunt waarbij menigeen zichzelf tevergeefs probeert te beheersen, 't Is haast zelfkastijding om jezelf bij het zien van deze culinaire hoogstandjes beperkingen op te leggen. Met het oog op het vroege vertrek de volgende dag, zoekt een aantal reizigers dan ook weer bijtijds de hotelkamer op. Het andere deel vindt elkaar in de dancing/bar van het hotel waar vrijdagavond een bandje speelt en waar enkele Duitse deernen op leeftijd op hun barkruk zitten te dromen van een heer kavalier, die hen het hof maakt of als dat niet lukt hen op zijn minst ten dahs vraagt. keer in een sfeervolle oude boerderij genuttigd. Een echte hollandse maaltijd met een groentesoepje, gebakken aardappelen, specieboontjes en een rijkelijk van slagroom voorziene portie vanille-ijs geeft de achtenveertig reizigers voldoende kracht voor de laatste etappe van deze derde Nieuwsbode-reis die gezien de tevredenheid van de passagiers en de reisleider ook dit jaar weer als geslaagd de annalen inkan en die voor herhaling vatbaar is, al zullen de heren die „op herhaling" willen zich dan eerst móeten verdiepen in de grondbeginselen van de Spaanse wals. TEKST: Rosalien Korstanje 4 i

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1988 | | pagina 5