de bibliothekaresse
Een dag op stap met
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Maandag 21 maart 1988 Nr. 21306
BRUINISSE - Vroeger
was Lydia Verbart een
kind dat het liefste
stilletjes in een hoekje zat
te lezen. Tegenwoordig
heeft zij de
verantwoording over de
bijna 9000 boeken die via
de openbare bibliotheek
De Zaete circuleren onder
de inwoners van
Bruinisse. De 23-jarige, in
Heinkenszand geboren,
bibliothekaresse is na een
jaar werken in Bruinisse
al aardig ingeburgerd in
dit vissersdorp. En vooral
in haar eigen domein, de
bibliotheek waar zij
dagelijks haar 'vaste
klanten' herkent. Want je
hebt nu eenmaal
boekenwurmen en mensen
die maar sporadisch een
boek lezen. Lydia behoort
duidelijk tot de eerste
categorie. Zij is niet
alleen bibliothekaresse
maar ook zelf een van de
trouwe klanten van de
bibliotheek in Bruinisse.
Hoewel ze met buien vele boeken
per week verslindt heeft Lydia
Verbart nog lang niet al het
leesvoer gelezen dat in de
langwerpige bibliotheekzaal van De
Zaete overzichtelijk staat opgesteld.
..De mensen denken vaak dat ik
alle boeken ook zelf gelezen heb.
Maar dat is natuurlijk niet zo. Als
ze mij komen vragen of ik nog een
mooi boek weet vind ik het best
wel moeilijk om een goed advies te
geven. Want wat ik mooi vind hoeft
een ander nog niet te waarderen.
Mensen hebben zulke verschillende
smaken en voorkeuren. Meestal
probeer ik dan uit te vinden in
welk genre ze geïnteresseerd zijn.
Dan heb je een beetje houvast.
Maar een boek uitzoeken blijft toch
altijd een gok. Vooral als je het
voor een ander doet".
Lydia Verbart kwam in Bruinisse
terecht na haar opleiding aan de
Bibliotheekacademie in Tilburg.
„Na mijn eindexamen heb ik een
half jaar lang overal gesolliciteerd.
Terwijl ik ondertussen als invalster
in een bibliobus in Tilburg werkte.
Het is niet zo gemakkelijk hoor om
werk te vinden in deze branche". Zij
was dan ook dik tevreden toen de
Provinciale Bibliotheek Centrale
Zeeland haar een baan van 20 uur
per week aanbood in de bibliotheek
te Bruinisse.
„Nee, ik vind twintig uur niet te
weinig hoor", zegt ze met een
stralende blik. Als je een opleiding
doet weet je toch nooit wat je er
precies van kunt verwachten. Maar
dat is me aan alle kanten
meegevallen. De verdeling is net
wel lekker zo. Want ik houd ook
nog tijd over om te lezen en voor
andere hobby's". Lydia kwam in
Bruinisse nadat de gemeente had
besloten om de 35 jaar oude
volksbibliotheek van het dorp over
te doen aan de Provinciale
Bibliotheek Centrale. ,,Wij zijn nu,
evenals de bibliotheek in Burgh-
Haamstede, een filiaal van de
bibliotheek in Zierikzee. We houden
ook samen werkbesprekingen en
bepalen gezamenlijk welke nieuwe
boeken er worden ingekocht".
Ondanks die samenwerking heeft
Lydia Verbart de
verantwoordelijkheid over de
bibliotheek te Bruinisse. Maar het
is niet zo dat ze al het werk alleen
moet doen. De bibliothekaresse
wordt bij toerbeurt geholpen door
in totaal twintig vrijwilligers.
„Gelukkig maar, anders zou het
nooit lukken. Want je moet toch
minstens met zijn tweeën zijn
tijdens de openingsuren van de
bibliotheek. De een leent de boeken
uit en de ander ruimt ze op".
De muren van de bibliotheek zijn
versierd met slingers bestaande uit
vele tientallen papieren vlaggetjes
waar de jeugd van Bruinisse zijn
fantasie op uitleefde. „Ja, dat is nog
van de kinderboekenweek. Toen heb
ik ze uitgedeeld op de scholen en er
is massaal op gereageerd", zegt
Lydia glunderend. Op een tafel in
het midden vhn de bibliotheek is te
zien dat het deze week boekenweek
is. Boeken als Een Hollander
ontdekt Vlaanderen van Godfried
Bomans en Het land der Belgen van
Michel van der Plas onderstrepen
het thema van de boekenweek dit
jaar: de relatie tussen Nederland en
Vlaanderen.
'Boeken, werken op je gevoel', is de
tekst van een poster die Lydia
Verbart eveneens in verband met de
boekenweek heeft opgehangen. Zij
blijkt die stelling te onderschrijven.
„Ja, dat is zo. Het ligt er natuurlijk
aan om welk boek het gaat. Maar
het gebeurt wel dat ik bij het lezen
een traan moet wegpinken. Bij het
boek Ik heb je nooit een rozentuin
beloofd van Hannah Green
bijvoorbeeld. Dat vond ik prachtig.
Het gaat oyer een schizofreen
meisje. Of de boeken van Thea
Beekman. Dat zijn jeugdboeken met
een historische achtergrond. Die
lees ik nu ook nog steeds".
Lydia denkt ook aan een heel
andere manier waarop boeken op
het gevoel van mensen kunnen
werken. „Bij het lezen kunnen ook
negatieve gevoelens opgewekt
worden. Door boeken waarin
fascisme of rassenhaat een rol
spelen. De stad, het vuil en de dood
van Fassbinder bijvoorbeeld. Maar
ik vind het toch goed dat die
boeken er zijn omdat volwassen
mensen zelf een keuze en
onderscheid moeten kunnen maken.
Dat soort boeken kan ook als een
waarschuwing werken. Als een
voorbeeld van hoe het niet moet".
Tijdens haar dagelijkse werk in de
bibliotheek stelt Lydia vaak vast
dat de keus van mensen voor een
bepaald boek wordt bepaald door
'mond tot mond' reclame. „De
bibliotheek is ook een plaats voor
sociaal contact. Mensen die elkaar
hier tegenkomen maken een praatje
en vaak komt het gesprek dan op
boeken. Men informeert bij elkaar
wat een mooi boek is. Zelden wordt
daarbij ingegaan op de inhoud zelf!
Het blijft bij algemene
opmerkingen waaruit blijkt of men
het boek kon waarderen of niet. Het
enkele feit dat een kennis een
bepaald boek als 'mooi' aanprijst is
meestal voor de ander voldoende
om het ook te willen lezen. Men
taxeert het boek dan niet op zijn
inhoud maar op het feit dat het die
kennis, die persoon goed is
bevallen".
In het jaar dat Lydia Verbart nu in
de Bruse bibliotheek werkt hebben
vele inwoners van het dorp bekende
gezichten voor haar gekregen.
„Sommige mensen komen hier twee
a drie keer per week. Dat zijn de
vaste lezers". Het grootste gedeelte
van hen blijkt zich in de
leeftijdsgroep van negen tot 14 jaar
te bevinden. „Kinderen worden
tegenwoordig meer gestimuleerd om
te lezen. Dat gebeurt op school
doordat daar aandacht wordt
besteed aan boeken. In het kader
van de boekenweek bijvoorbeeld.
En ik merk ook vaak dat
televisieprogramma's invloed
hebben op de boekenkeuze die
kinderen doen. De boeken van
Roald Dahl zijn heel populair
geworden nadat op televisie de film
Sjakie en de chocoladefabriek was
te zien. Daarna wilden veel
kinderen ook de andere boeken van
hem lezen. En de prentenboeken
van Sesamstraat. Die vliegen ook
als warme broodjes over de
toonbank".
Volgens Lydia willen kinderen heel
vaak persé dezelfde boeken lezen
als hun vriendjes of klasgenootjes.
„De moeilijkheid is vaak dat ze de
titel niet meer weten. Dan komen ze
bij mij en vertellen op hun manier
de inhoud van het boek die ze van
een vriendje hebben gehoord. Ze
verwachten dat ik dan gelijk weet
over welk boek ze het hebben. Maar
dat is niet altijd het geval. Vaak wel
hoor. Want het zijn meestal dezelfde
boeken waar kinderen om vragen".
Het is juist dat contact met de
mensen in de bibliotheek dat voor
Lydia Verbart voor een belangrijk
deel het plezier in haar werk
bepaalt. „Bibliotheekwerk is
natuurlijk veel administratief werk.
Maar je zit niet een hele dag alleen
achter een bureau. Juist die
combinatie van administratie en het
omgaan met mensen die boeken
komen lenen en vragen stellen. Dat
maakt het zo leuk".
volgens de bibliothekaresse weten
vooral de oudere lezers precies wat
ze willen en houden zich vaak
strikt aan oen bepaald genre. „Ik
ken mensen die zelf een lijstje
bijhouden van de boeken die ze in
een bepaald genre hebben gelezen.
Die weten precies wat ze zoeken. Ze
nemen alle boeken van een bepaald
genre door". Oudere mensen blijken
vaak een voorkeur voor
oorlogsboeken en streekromans te
hebben. „Maar er zijn er ook
genoeg die moderne boeken lezen
hoor. Van alles eigenlijk".
Ook op een andere manier blijkt bij
het bibliotheekwerk dat mensen de
neiging hebben tot vaste gewoontes.
„Wekelijks zie je dezelfde mensen
op ongeveer dezelfde tijden met hun
boeken komen. Er is een oudere
man die staat iedere
woensdagmiddag al vijf minuten
voor de bibliotheek open gaat voor
de deur te wachten. Hij maakt een
praatje over het weer, levert zijn
twee boeken in en heeft zo weer
twee andere gevonden. Het zijn
altijd oorlogsboeken". Het weer is
een van de factoren die het
bezoekersaantal van de bibliotheek
sterk beïnvloedt. „Als het regent zie
je veel minder mensen".
Lydia is er van overtuigd dat
boeken ook de eigenschap hebben
om 'je gedachten bij elkaar te
zetten'. „Vooral als boeken over
problemen gaan waarin je
ervaringen van jezelf herkent,
kunnen ze helpen om daaruit te
komen. Om de dingen voor jezelf op
een rijtje te.kunnen zetten. Die
ervaring heb ik zelf vooral in de
puberteit gehad. Je herkent
gevoelens en situaties die worden
beschreven en dat helpt je om er
doorheen te komen".
Volgens de bibliothekaresse neemt
het aantal jeugdboeken dat een
probleem als thema heeft nog
steeds toe. „De moderne schrijvers
gebruiken over het algemeen
thema's die op de werkelijkheid zijn
gebaseerd. De dood, scheidingen en
kinderen die in een sekte belanden
zoals in het boek Gevangenis met
open deur van Jan Terlouw. Vaak
hebben ze een open einde waardoor
kinderen er meer over moeten J
nadenken. Ik denk dat het goed is
als kinderen over al dat soort
dingen lezen omdat ze aansluiten op
de werkelijkheid, terwijl het toch
heel leesbaar is geschreven"
Tbch zijn er in de bibliotheek ook
nog de boeken van vroeger.
„Arendsoog en de kameleonserie
worden ook nog steeds gelezen.
Boeken als Onder moeders vleugels
en de boeken van Cissy van
Marxveld veel minder. Ik denk dat
die niet meer bij het tijdsbeeld
passen. Toen ik ze vroeger zelf las
vond ik ze prachtig. Maar als ik er
nu in kijk vind ik ze oubollig en
truttig. Ik denk dat'die boeken te
ver buiten de belevingswereld van
de kinderen van tegenwoordig
staan".
Lydia .verbaast zich er wel eens over
dat de boekenlijsten die middelbare
scholieren voor het vak Nederlands
moeten lezen nog steeds dezelfde
titels omvatten als toen zij zelf op
het Atheneum zat. „De kleine
Johannes, Multatuli en het Bittere
kruid". Ook in het gedrag van de
scholieren herkent ze zichzelf van
vroeger. „Ze komen nog steeds op
het laatste moment om boeken die
ze dan in kortë tijd nog allemaal
moeten lezen", zegt ze grinnikend.
Het verschil tussen typische
jongens- en meisjesboeken wordt
volgens de bibliothekaresse in
moderne jeugdboeken steeds
kleiner. „Eigenlijk zit die scheiding
er helemaal niet meer in.
Natuurlijk wel bij de iets oudere
boeken. Maar tegenwoordig zie je
dat de meisjes ook volop die
jongensboeken lezen. Omgekeerd is
dat niet het geval. Jongens lezen
geen typische meisjesboeken met
titels als: Annegien zwaait af en De
tweeling op kostschool. Ik weet niet
of dat komt omdat ze zich er voor
schamen of omdat ze er niets
aanvinden".
Waar steeds meer belangstelling
voor komt zijn volgens Lydia
Verbart de informatieve boeken.
„De i^:s oudei*e kinderen mogen per
keer twee leesboeken en twee
informatieve ofwel studieboeken
meenemen. Vroeger vonden zij daar
vaak niets aan. Als ze dan tussen de
informatieve boeken een
sprookjesboek ontdekten dachten ze
dat het een vergissing was: 'Dat kan
toch niet, dat is een leuk boek'.
Maar er zijn in de loop der jaren
steeds meer 'leuke' informatieve
boeken gekomen. Met veel plaatjes
en grote letters wordt op een prettig
leesbare manier informatie gegeven
over allerlei onderwerpen zoals de
brandweer, het bouwen van een
kathedraal, verhuizen,
gehandicapten en godsdienst. Vaak
merk ik dat kinderen zulke boeken
in eerste instantie meenemen omdat
ze ze nodig hebben voor een
spreekbeurt. Of omdat ze iets
willen weten. Over hun huisdier
bijvoorbeeld. Dat bevalt dan zo
goed door de speelse manier waarop
het wordt gebracht dat ze voortaan
vaker informatieve boeken
meenemen bij hun leesboeken. Dat
is ook het beleid van de overheid.
De nadruk moet bij boeken steeds
meer op het educatieve element
komen te liggen".
Lydia vind dat er altijd een
gezellige sfeer heerst in de
bibliotheek. „Nee, het is niet meer
net als vroeger dat het doodstil
moet zijn. Er wordt gewoon gepraat
in plaats van gefluisterd. Maar het
is toch heel gezellig". De boeken die
de mensen meenemen worden
ingevoerd in de computer. Een goed
systeem vindt Lydia waardoor de
kans op wegraken van de boeken
heel klein is. Maar over de
behandeling van de boeken door de
Bruse bevolking heeft ze toch niets
dan lof. „Nee, het komt zelden voor
dat boeken beschadigd worden
teruggebracht. En als dat zo is,
zeggen de mensen het zelf".
Een van haar administratieve taken
is het sturen van.aanmaningen om
boeken terug te brengen. „Maar dat
gebeurt ook niet vaak want de
eerste twee herinneringen worden
vanuit de bibliotheekcentrale in
Middelburg gestuurd waarmee de
computer is verbonden. Ik ga er pas
achteraan als de mensen dan nog
hun boek niet hebben terug
gebracht. Maar meestal brengen ze
het al na de eerste herinnering.
Behalve regelmatig werkoverleg
met haar collega's in Zierikzee, de
administratieve bezigheden in haar
bibliotheek en het helpen van de
mensen die boeken komen lenen,
volgt Lydia voor haar werk ook
cursussen over boeken. „Ik ben nu
bezig met een cursus jeugdliteratuur
in de Zeeuwse Bibliotheek in
Middelburg". Een hoogtepunt vindt
zij ook de verkoop van
bibliotheekboeken die twee keer
per jaar op het plein voor De Zaete
wordt gehouden. „We verkopen dan
de kapot gelezen boeken en de
informatieve boeken die verouderd
zijn. Het is heel leuk om de reacties
van de mensen dan te zien.
Sommigen komen speciaal om het
boek te kopen dat ze al
verschillende keren hebben gelezen.
Ook al ziet het er vies en versleten
uit. Er zijn ook mensen die dozen
vol boeken a vijftig cent per stuk
meenemen om op vakantie te lezen.
Als ze uit zijn gooien ze ze gewoon
weg". Een heel ander uitgangspunt
dus. Maar dat is wat Lydia het
meest boeiende vindt aan haar
werk. Al die verschillende mensen
en de manier waarop ze met boeken
omgaan.
Foto: Johan Junior
Tbkst: Marijke Vael
'Als jongeren op het laatste moment om hoeken komen die se voor school moeten lezen herken ik daar mezelf in van vroeger
1
I