Recreatiesport is geen ondergeschoven kindje op Schouwen-Duiveland mmmmmmsm ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 29 december 1987 Nr. 24260 37 Recreatiesport, één grote familie. paar leden district spelen. Dat is naar verhouding veel te duur, want dan moet je voor elk lid drie en twintig gulden per jaar afdracht betalen. Ten tweede is het niveau van de laagste districtsteams te hoog voor ons. En verder willen de mensen veel liever in hun vertrouwde omgeving blijven. Ze hoeven nu geen verre reizen te maken of in het weekeinde te spelen. Is recreatiesport eigenlijk wel echte sport? Waarom niet? Je bent wel op lager niveau bezig, maar net zo enthousiast. Maar als iemand het niveau niet aanstaat moet hij of zij maar districtscompetitie gaan spelen. Verschilt de instelling van een recreatieve badmintonner dan niet met die van een andere? Een recreatieve speler zal er in het algemeen natuurlijk minder voor over hebben om te winnen dan een districtsbadmintonner. Ook blijft hij makkelijker thuis en traint minder. Wordt er dan getraind in het recreatieve badminton? Bij sommige verenigingen wel, andere niet. De meeste hebben geen vaste avond om onderling te oefenen. Dat er voor de jeugd qua training weinig op te steken valt vind ik wel jammer. Alleen DFS en Zierikzee hebben echte trainers. De recreanten bij mijn eigen club, Dreischor, breng ik zelf de slagen bij. Voor nieuwe verenigingen is een en ander op papier gezet over hoe badminton gespeeld wordt, bijvoorbeeld richtlijnen voor het veld en de verschillende puntentellingen voor enkels en dubbels. Zijn er veel mensen nodig voor een nieuw badmintonteam? Nee, met twee dames en twee heren kun je beginnen. Die spelen samen een heren-, dames- en een mixed- dubbel, en elk een enkelspel. In de lagere klassen is er zelfs maar één dames- en herenenkelspel per team. Wat zijn de perspectieven voor het recreatieve badminton? Ik kan niet in de toekomst kijken. In ieder geval hebben we er dit jaar :jx. ■m Theo Gorsse: ,,Een recreatieve ten nisser loopt net zo hard om de bal te rug te slaan". twee nieuwe clubs bijgekregen, Zonnemaire en het Ouwerkerkse Space Shuttle. Landelijk gezien daalt hét aantal badmintonsporters. Op Schouwen-Duiveland loopt het ledental bij sommige verenigingen ook terug, maar bijvoorbeeld DFS groeit. Ik hoop er het beste van, en kan alleen maar iedereen oproepen om te gaan badmintonnen. Theo Gorsse uit Kapelle is als tennisleraar al tien jaar op Schouwen-Duiveland actief, voornamelijk in sportcentrum Krayestein te Burgh-Haamstede. Behalve competitieleider van het sponsortennis, waarin de beste spelers van deze regio actief zijn, is hij ook initiatiefnemer tot allerlei andere tennis-activiteiten. Daartoe behoren bijvoorbeeld recreatieve uitwisselingstoernooien en 's zomers een tenniskamp met de jeugd in Limburg. Waarom doe je dat allemaal? Ik pousseer het tennis in zijn algemeenheid omdat ik het een geweldige sport vind. Ik geef overigens toe dat het mes voor mij als tennisleraar aan twee kanten snijdt. Wat is er zoal aan tennis te doen op het eiland, buiten de officiële KNLTB-evenementen in de zomer om? De mensen kunnen natuurlijk zolang het redelijk weer is altijd een balletje slaan op de buitenbanen. Maar van september tot april kunnen ze hier in de zaal terecht voor een partijtje, dat meestal gelijk als training dient. Zij spelen in onderling competitieverband of in één van de uitwisselingstoernooien. De laatste zijn vooral bedoeld om eens tegenstanders te ontmoeten van buiten Schouwen-Duiveland. vrijwel niet voor. Er zijn wel jongeren die 's zomers meedoen aan recreatiewedstrijden, maar zij willen geen competitie en toernooien. Dat is een kwestie van faalangst. Tennis is, anders dan bijvoorbeeld voetbal, een individuele sport. Je kunt je dus niet verstoppen als je fouten maakt. Het Sterretjestoernooi is denk ik het enige toernooi voor jongens en meisjes die geen bonds- of regiotraining volgen. Hoeveel recreatie-tennissers zijn er op Schouwen-Duiveland? Het is door de lage organisatiegraad moeilijk in te schatten. Waarschijnlijk tussen de achthonderd en duizend als je ervan uitgaat dat er van een vereniging van vierhonderd tennissers zo'n tweehonderd recreatiesporters zijn. In de circuits met poules en de uitwisselingen doen in totaal zestig dames en tweehonderdveertig heren mee, twintig of dertig per uitwisseling. Groeit het aantal tennissers? Jazeker, dat merken we hier goed aan de bezetting van de hal. De laatste drie of vier jaar zijn er op Schouwen-Duiveland drie- of vierhonderd tennissers bijgekomen en clubs in Scharendijke en Schuddebeurs. Zoals overal zijn het niet langer alleen de dokter en de notaris die tennissen. De groei van accommodaties heeft een versterkend effect gehad op die ontwikkeling. Daarnaast is de minder tijdgebonden en meer individuele sport over het algemeen gegroeid. Wat heeft de komst van sporthallen in deze betekend? Veel. Vier jaar geleden werd hier 's winters niet getennist, maar ging men naar Goes en Kapelle. Nu blijft men het hele jaar actief. Kunnen recreatieve tennissers niet gewoon in een officiële KNLTB- competitie meedoen? Dat is in ieder geval 's winters niet aantrekkelijk omdat het onderlinge niveau- en leeftijdsverschil veel te groot is. Verder zijn de verre reizen bezwaarlijk. De KNLTB moet ook voor 's winters een leeftijdsgebonden districtscompetitie beginnen, net als de 35-plus competitie die in 1988 van start gaat. Is er verschil tussen een recreatieve en een echte wedstrijdsporter? In mentaal opzicht wel, al blijft Wie spelen recreatief? Dat zijn op Krayestein meestal geen leden van een club. Bewegen staat bij hen meestal voorop, maar het sociale contact speelt ook een belangrijke rol. Er zijn veel Vut-ers, WW-ers en anderen met een uitkering onder die afleiding zoeken. Verder heb je de mensen die 's zomers hard moeten werken in het toeristenseizoen en nu tijd hebben voor ontspanning. En de leeftijden? Waar zit de tennisjeugd? René Visser: ,.Het recreatieve volleybal is eigenlijk een uit de hand gelopen Jeugdrecreatie komt bij tennis grap". voor beide groepen het wedstrijdelement aanwezig. Een recreatieve tennisser loopt evengoed hard om de bal terug te slaan, maar zal geen kracht- en looptraining doen om de prestatie te verhogen. Zijn er nog verbeteringen denkbaar of plannen voor het recreatieve tennis. Recreatieve tennissers moeten binnen de clubs beter opgevangen worden, want momenteel worden ze aan hun lot overgelaten. Voor wat plannen betreft, ik denk erover een maandelijkse instuif te beginnen ter kennismaking met de tennissport. En we proberen in samenwerking met de Zeeuwse sportraad in de loop van 1988 iets op te zetten voor 55-plussers die tennissen. René Visser en Lambertus Nederhoed uit Zierikzee hebben heel wat inbreng in het recreatieve volleybalgebeuren. De eerste stelt het jaarlijkse competitieprogramma samen en rekent de uitslagen van de vierendertig wedstrijdavonden om in standen. De tweede is voorzitter van de vereniging Mevo'80, die het recreatieve volleybal op Schouwen- Duiveland al sinds 1971 onder haar hoede heeft. Wanneer zijn de recreatieve volleyballers te bewonderen? Visser: Elke vrijdagavond in sporthal Onderdak van zeven tot een uur of elf, van eind augustus tot eind mei. Het zijn sporters van het hele eiland. Nederhoed: Het gaat daarbij echt om jan en alleman. Iedereen die maar een beetje gevoel voor volley heeft en een uurtje wil trainen of spelen kan meedoen. Dus er wordt serieus getraind? V.: Vijfenzeventig percent traint. N.: Bij Mevo oefenen de jeugd en de volwassenen apart wekelijks één keer vrijblijvend onder leiding van Nevobo-spelers. Die trainingen worden druk bezocht. Waarom worden wedstrijden alleen in Onderdak gespeeld? N.: Dat gebeurt bewust omdat wij de organisatie in eigen hand willen houden. Het gaat al heel lang goed en dat willen we graag zo houden. Een jaar of drie terug hebben we weieens met Krayestein gepraat, maar we zien uitbreiding niet zitten. Uitzwermen naar buiten Zierikzee is minder geslaagd voor de sfeer. Een samensmelting met de officiële Nevobo-competitie zit er niet in? V.: Dat heeft geen zin. Het wordt dan allemaal veel te bureaucratisch. Kijk maar naar bijvoorbeeld Rotterdam en de Hoekse Waard, daar loopt het recreatieve volleybal op die manier helemaal niet. ïferwijl bij ons iedereen die vragen heeft gewoon mij kan bellen. Bovendien, bij ons kun je per avond voor twee gulden de man spelen. Waar kun je voor die prijs terecht? N.: Laat de Nevobo maar met voorstellen komen. Misschien is de bond wel een beetje bang omdat het bij ons op rolletjes loopt. Het hoeft voor ons beslist niet. Wat weten jullie over de geschiedenis van het recreatieve volleybal hier? V.: Je hoort allerlei verhalen daarover. Ik weet het ook niet precies. Het schijnt dat zo'n vijfentwintig jaar geleden al mensen in gymnastiekzaaltjes. bezig waren. Het is eigenlijk een uit de hand gelopen grap. Die liggen voornamelijk tussen de dertig en zeventig jaar. De verhouding tussen aantallen mannen en vrouwen is ongeveer gelijk. Vroeger kreeg je met name de ouderen niet makkelijk over de drempel. ,,Ik durf niet zo goed", bellen ze ook nu nog wel eens. N (neuzend in map gegevens): De dames waren eerder dan de heren. Voordat de competitie in Onderdak er was, speelden onder andere Nieuwerkerk en Bru er al één. In Zierikzee begon het allemaal met mensen van Delta Sport die zelf een balletje wilden slaan. Zij sloten zich aan bij Mevo'80, dat zich later vertakte in een voetbal-, basketbal en volleybalafdeling. V.: We begonnen de recreatieve competitie met acht teams. Zit er nog groei in? N.: Er staan gegadigden te trappelen om mee te doen, maar we hebben een stop ingelast voor teams. Meer dan de huidige zevenenvijftig kunnen we niet aan, want dan wordt het vrijdagsavonds te laat. V.: Zevenenvijftig maal acht man maakt ruim vierhonderdvijftig volleyballers. Zij zijn ingedeeld in drie gemengde poules, twee damespoules en een jeugdpoule. Aljo Klumper: Vroeger was bad minton veel minder over de dorpen verspreid Samen spelen ze vijfhonderdvijfentwintig wedstrijden. De vaste vrijdag is trouwens een gouden greep geweest. N.: Het is voor iedereen meteen een soort uitgaansavond geworden. Is er volgens jullie een onderscheid tussen recreatief en Nevobo spelen? V.: Niet in de spelregels. Maar sinds vorig jaar volgen wij een play-off systeem voor het kampioenschap. Dat vindt men geweldig. N.: Kwalitatief gezien ligt het peil bij de Nevobo natuurlijk hoger. Wat is het typerende voor het recreatievolleybal op Schouwen- Duiveland? V.: Het is één grote familie. Er zijn vrijwel nooit problemen. Ik kan me bijvoorbeeld niet herinneren dat iemand ooit de toegang tot de sporthal moest worden ontzegd. Anders dan bij sporten als voetbal kennen de spelers ook geen onderlinge afgunst. En als er iets van elkaar moet worden overgenomen, zoals het zorgen voor een scheidsrechter, gebeurt dat bij ons fluitend. N.: Het recreatieve volleybal leeft, dat blijkt wel-uit de leeftijdsopbouw van zo'n tien tot ongeveer vijfenzestig jaar. Hebben jullie nog wensen? V.: Misschien kan er wat meer aandacht aan recreatieve sport worden besteed. N.: Alle sporten zijn even belangrijk. Weinig- wordt erover geschreven, veel wordt het beoefend: recreatiesport, gemakshalve -te beschouwen als de niet- officiële sport, buiten bondsverband. Wat beweegt sporters precies om zich nu juist niet bij een landelijke organisatie aan te sluiten? Waarom wordt niet meegedaan aan een bondscompetitie? Hoe komt het dat er zoveel 'recreatievelingen' zijn, met name op Schouwen- Duiveland? Deze en andere vragen komen aan de orde in enkele gesprekken met vertegenwoordigers van drie grote recreatieve sporten op ons voormalige eiland: badminton, tennis en volleybal. Aljo Klumper uit Zierikzee organiseert de recreatieve badminton-competitie op Schouwen-Duiveland. Zij stelt wedstrijdschema's op, verzamelt de uitslagen, houdt de standen bij, geeft berichten door en is de toevlucht voor de verenigingen in situaties van overmacht. Welke vlucht heeft het recreatieve badminton op Schouwen-Duiveland 1 genomen? Er zijn nu ongeveer, de jeugd meegerekend, honderdvijftig spelers en speelsters, ingedeeld in drie verschillende klassen. In totaal zijn er achtentwintig teams. De negen clubs spelen in Krayestein of hebben zelf een klein zaaltje tot hun beschikking, zoals bijvoorbeeld die in Scharendijke en Zonnemaire. Wanneer en waarom is alles begonnen? Dat was in 1978 op initiatief van Frans Vuyk, toenmalig voorzitter van badmintonclub Zierikzee. In die tijd werd alleen nog gespeeld in districtsverband, maar hij wilde hier verschrikkelijk graag meer bekendheid geven aan het badminton. Voorheen was de sport namelijk heel wat minder over de dorpen verspreid dan tegenwoordig. Verder beschouwde hij deelname aan de recreatieve competitie als i een mogelijke aanloop voor het meedoen aan de districtscompetitie van de badmintonbond. Ook nu is deze benadering trouwens actueel, want DFS uit Burgh-Haamstede is bijvoorbeeld dit seizoen met drie teams overgestapt naar de officiële competitie. We adviseren daarom sterke spelers naar Zierikzee of DFS te gaan. Waarom zitten jullie niet gewoon bij de Nederlandse badmin ton bond? De clou is dat je hele club bij de bond moet zijn aangesloten als een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1987 | | pagina 37