'Natuur
op Neeltje Jans
kansen geven
die zij
verdient'
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 29 december 1987 Nr. 24280
23
NEELTJE JANS - 'Neeltje
Jans, het karwei
afmaken'. Dat is de titel
van het voorstel van de
Vereniging tot behoud van
Natuurmonumenten en de
Stichting Het Zeeuws
Landschap voor de
inrichting van het
voormalige werkeiland
Neeltje Jans. De plannen
sluiten aan bij de plannen
van Van Gasteren cs om
in de onmiddellijke
nabijheid van het
Topshuis een themapark
aan te leggen. De huidige
inrichting van Neeltje
Jans biedt slechts weinig
perspectieven voor het
ontstaan van natuur- en
landschapswaarden. Voor
de Zeeuwse particuliere
natuurbescherming
vormde dit aanleiding om
voor het gebied een visie
te ontwikkelen over de
gewenste inrichting en het
toekomstig beheer. De
plannen van de
natuurbeschermers vergen
een investering van 1,3
miljoen gulden.
„Duizenden, honderdduizenden
mensen komen al jaarlijks naar
Neeltje Jans. De heroïek ligt er
voor het grijpen. Hier gebeurde het
allemaal, hier werd de strijd
gestreden", aldus de welhaast
lyrische inleiding. De
natuurbeschermers hebben zich
blijkbaar aan laten steken door het
enthousiasme dat van de plannen
van Van Gasteren afstraalt. Van
Gasteren zelf reageerde enthousiast
toen enige tijd geleden de plannen
van de natuurbeschermers
gepresenteerd werden. Eén van de
uitgangspunten voor de
natuurbeschermers is dat de te
ontwikkelen natuur- en
landschapswaarden representatief
moeten zijn voor het Deltagebied.
De inrichting moet volgens de
plannen ook gericht zijn op het
behoud dan wel het creëren van een
geschikte uitgangspositie voor
spontane natuurlijke
ontwikkelingen en mogelijkheden
voor natuurrecreatie en educatie.
Ook wat dat betreft sluiten de
plannen van de natuurbeschermers
naadloos aan bij wat Van Gasteren
wil. Zijn filosofie was ook
uitgangspunt voor natuurgerichte
recreatie en educatie.
„Er is al natuur op en rond Neeltje
Jans. In veel gevallen letterlijk aan
komen waaien. Zaad bijvoorbeeld,
waaruit pioniervegetaties zijn
ontstaan. Die vullen nu een deel
van de opgespoten terreinen. Ook
vogels nestelden zich op het eiland,
met name toen het merendeel van
de activiteiten achter de rug was en
er meer rust kwam in het gebied.
Veel natuur op Neeltje Jans is
kenmerkend voor de grens van land
en zee, van zout en zoet, voor de
grens van eb en vloed. Zo is het in
en rond de Oosterschelde altijd
Duinlandschap op Neeltje Jans. Volgens de natuurbeschermers straks een van de grote trekpleisters van het
voormalige werkeiland.
geweest, zo is het gelukkig ook
gebleven".
De natuurbeschermers gaan* ervan
uit dat de natuur haar kansen pakt.
„Ook als we niets doen". Ook nu al
is er sprake van duinvorming en
men heeft de natuur hier en daar al
de helpende hand toegestoken door
bijvoorbeeld het inplanten van
heigras. Aan de noordkant van de
Mattenhaven is een strandje
ontstaan. Vogels hebben zich daar
ook al gevestigd. Visdieven,
dwergsterns en strandplevieren
hebben inmiddels op het
werkeiland gebroed. De
natuurbeschermers stellen in hun
plan dat de ligging van het gebied
mogelijkheden biedt om met
relatief geringe middelen de
uitgangssituatie zodanig aan te
passen dat er een aantrekkelijk
natuurgebied ontstaat. Aan de
andere kant stelt men dat het
grootste gedeelte van het eiland in
zijn huidige vorm slechts geringe
potenties heeft voor
natuurontwikkeling. „Bij het
achterwege blijven van gerichte
inrichtings- en beheersmaatregelen
zullen bijvoorbeeld de
broedkolonies van dwergstern,
visdief en standplevier op vrij korte
termijn verdwijnen. Onder meer als
gevolg van het begroeid raken van
hun broedbiotoop".
De plannen van Van Gasteren
beperken zich tot bebouwing van
eentiende deel van het eiland. Hij
gaat er van uit dat de rest van het
eiland voor de natuur bestemd moet
worden. In principe is het grootste
deel van die natuur vrij
toegankelijk voor de mens. Om de
natuur in bescherming te nemen
gaan zowel Van Gasteren als de
natuurbeschermers uit van de
huidige situatie, waarbij men de
auto alleen kwijt kan op het
parkeerterrein bij het Topshuis en
er voor de bezoeker geen
mogelijkheden zijn om het hele
eiland met de auto af te rijden,
bijvoorbeeld op zoek naar een leuk
picknickplekje. De
natuurbeschermers spreken over een
natuurlijke zonering. „Alleen de
echte doorzetters bereiken de meest
verre en kwetsbare gebieden. En zij
zullen als regel de daar aanwezige
rust in de natuur respecteren".
Een van de onderdelen van de
plannen van de natuurbeschermers
is het maken van een slufter aan de
Noordzeekant van Neeltje Jans. Een
slufter is een buitendijkse
strandvlakte. Deze wordt aan de
zeezijde begrensd door een primaire
duinenrij. De strandvlakte staat
door middel van een onderbreking
in de duinenrij via een geul in
Noordzee/voordelta
contact met de zee. Dergelijke
strandvlakken kwamen vroeger
vee,l langs de kust voor. Nu zijn er
nog maar enkele over. De te creëren
slufter bij Neeltje Jans wordt
volgens de natuurbeschermers zo'n
tien a\vijftien keer per jaar
overstroomd. De aanleg van een
slufter is vrij eenvoudig te
realiseren door het weggraven van
duin en het graven van een geul.
„Afhankelijk van het aantal
overspoelingen per jaar ontstaan
verschillende kenmerkende
vegetatiezones", aldus de
natuurbeschermers. „Op de meest
lage delen vestigen zich
schorrenplanten. Op de weinig
overspoelde gedeelten komt het
Engels gras met bijbehorende
soorten nadr voren. Buiten het
bereik van het vloedwater doen
andere soorten zoals zeerus en
aarbeiklaver hun intrede".
Kokmeeuw, tureluur en scholekster
zullen zich volgens de
natuurbeschermers heel goed
thuisvoelen in een slufter. „Ook kan
het nieuwe gebied dienen als
hoogwatervluchtplaats voor
steltlopers".
Het is niet de bedoeling om in de
slufter zelf recreatieve
voorzieningen aan te brengen. Wel
staat er een uitkijktoren gepland
van waaruit het hele gebied te
overzien is. In de broedtijd gaan de
vogels voor en is de slufter niet
toegankelijk voor de mens. Het is
ook de bedoeling dat de
strandvlakte begraasd wordt door
schapen. „Hiervoor zal de
strandvlakte moeten worden
ingerasterd. Gezien de tred- en
verstuivingsgevoeiligheid zullen de
duinen niet worden meebegraasd".
Dwars over Neeltje Jans loopt de
doorgaande weg van Schouwen naar
Noord-Beveland. Aan de
Oosterscheldekant van de weg
liggen de voormalige
opslagterreinen. Ook staan er nog
enkele loodsen. Het is de bedoeling
dat de loodsen gesloopt worden.
Alleen één bedrijfsgebouwtje, met
daarin een bassin, blijft staan.
Mogelijk wordt dit ingericht als
zeehondencrèche. De
natuurbeschermers willen dit
gebied omvormen tot een
duinlandschap. „Het zand moet hier
weer z'n kansen krijgen, moet
kunnen gaan stuiven", aldus de
natuurbeschermers. Volgens hen
kan dat verstuiven in de hand
gehouden worden door het plaatsen
van stuifschermen en het inplanten
van helm. „Op die wijze kan het
gewenste reliëf ontstaan. Duintopjes
en uitblazingskommen wisselen
elkaar af". Men wil in dat
duinlandschap ook een duinmeertje
creëren. Naar verwachting zal de
verstuivingsfase enkele jaren in
beslag nemen. Ook dit gebied
willen de riatuurbeschermers weer
extensief laten begrazen door
schapen, maar dat mag pas na de
pioniersfase. Volgens de
natuurbeschermers wordt dit
duingebied voor de recreatie het
belangrijkste. Men wil de recreatie
tegemoetkomen door een relatief
dicht patroon van voet- en
fietspaden aan te leggen. De
verwachting is dat juist dit gebied
veel belangstelling zal trekken.
Een plekje waar de mens absoluut
niet mag komen is het geplande
vogeleiland. De natuurbeschermers
willen vlak naast de pier bij de
Betonhaven een eilandje maken met
een oppervlakte van ongeveer een
hectare. Materiaal om dat eilandje
te bouwen is al op het voormalige
werkeiland aanwezig: slakken. Op
het eiland komt dan een dikke laag
kokkelschelpen. Het is de bedoeling
dat het geheel dan zo'n halve meter
boven vloedniveau komt te liggen.
Het blijft een kaal eiland zonder
begroeiing. „Dat zal de vogels
overigens niet veel kunnen schelen.
Rust is voor hen van' veel meer
belang. Plevieren en dwergsterns
zijn erg gevoelig voor verstoring. De
natuurbeschermers spelen ook in op
de groeiende populariteit van het
vogel kijken. Op de zuidelijke
havendam komt een in het
dijklichaam ingegraven
vogelobservatiehut. De vogels
kunnen de bezoekers niet zien,
maar de bezoekers de vogels wel.
Aan de noordoostelijke ingang van
de Betonhaven ligt een door dijken
omgeven zanddepot. Als het aan de
plannenmakers ligt wordt dat
gebied omgevormd tot een inlaag.
Het zand wordt weggegraven en
gebruikt voor de verdere afronding
van de Dammenweg. „Daarna zal er
een mini-poldertje ontstaan, dat
sterk doet denken aan de typisch
Zeeuwse inlagen. Met relatief
weinig ingrepen kan een
landschapstype worden gecreëerd
waarin water en land elkaar
afwisselen. Hierdoor ontstaat een
aantrekkelijk broed- en
fourageergebied voor steltlopers",
aldus de plannenmakers. Men
verwacht dat de nu op het
zanddepot aanwezige kolonie
visdieven zich daar zal kunnen
handhaven. Men stelt dat de inlaag
ook een belangrijke functie zal
krijgen als hoogwatervluchtplaats.
Om een stabiele begroeiing te
krijgen is volgens de
natuurbeschermers ook hier
begrazing gewenst. „Omdat door
het brakke karakter en de hoge
grondwaterstand de grasgroei pas
laat in het jaar op gang zal komen
zal beweiding vanaf half juni
waarschijnlijk voldoende zijn om
verruiging van het gebied te
voorkomen". Om ook hier de mens
te laten meegenieten van de natuur
stellen de plannenmakers voor om
aan de zuid- en westzijde van de
inlaag een scherm van liefst 300 a
400 meter lengte te plaatsen. „Door
dat scherm kan het publiek van
heel dichtbij de vogels bekijken".
Om het gebied te kunnen benaderen
komt er een voetpad. Halverwege
dit pad komt een picknickplaats.
Alles bij elkaar kost de realisatie
van de plannen van de
natuurbeschermers bijna 1,3 miljoen
gulden. Men schat de jaarlijkse
exploitatiekosten op 150.000 gulden.
'Een laag bedrag' stellen de
natuurbeschermers-„Dat kan
omdat de op Neeltje Jans
aangelegde landschappelijke-' ■-■■■>->
systemen wéinig onderhoud -
vergen", aldus de plannenmakers.
Volgens hen zullen de meeste
beheerskosten gaan zitten in de
begeleiding van het publiek. Neeltje
Jans heeft zich vooral de laatste i
jaren gemanifesteerd als een
toeristische trekpleister van de
eerste orde, en de
natuurbeschermers steken wat dat
betreft hun kop ook niet in het
zand. „Het is zeker wat waard om
de talloze bezoekers van Neeltje
Jans wat dichter bij de natuur te
brengen. Natuur- en milieubesef is
immers een maatschappelijk belang
van de eerste orde. Niemand is erbij
gebaat dat Neeltje Jans letterlijk
onder de voet wordt gelopen. De
natuurbeschermers spreken wat dat
betreft ook hun vertrouwen uit in
de plannen van Van Gasteren. „Niet
alleen concentreren dit soort
complexen de bezoekers in en rond
een heel beperkt aantal lokaties,
ook brengen zij een belangrijke
verdieping van de beleving van het
Deltagebied teweeg. Voorwaarde is
wel dat Neeltje Jans grotendeels
autovrij blijft".
Natuurbeheer, zoals straks op
Neeltje Jans, is een veelzijdig
specialisme waarin ook de factor
tijd een belangrijke rol speelt.
Continuïteit is dus erg belangrijk.
„Handelingen en ingrepen in de
natuur dienen vaak, jaar in, jaar
uit, terug te komen. In hetzelfde
seizoen, op dezelfde manier, in
dezelfde volgorde. Voor de
natuurbeheerder is daarom naast
kennis, waarnemingsvermogen en
inzicht een grote mate van
volharding noodzakelijk. De natuur
moet op de mensen kunnen
rekenen. De beheerder moet zich
een betrouwbare partner van de
natuur tonen".
In de plannen van de
natuurbeschermers is ook voorzien
in educatieve voorzieningen. Er
komen twee wegwijspanelen
waarop met behulp van een
overzichtskaart doel en route
uitgestippeld kunnen worden. De
natuurbeschermers denken verder
aan informatiepanelen over
kustprocessen, landschapstypen en
dergelijke. „Er zal gestreefd worden
naar de realisering van een
terreinfolder voor de bezoekers en
tevens is het wensejijk om
themafolders en lesbrieven voor
scholen samen te stellen". Genoemd
wordt verder nog het organiseren
van excursies. „Zodat de bezoekers
er rechtstreeks op gewezen worden
wat er te zien is en
wetenswaardigheden vernemen met
betrekking tot vogels en planten".
Fietsverhuur valt volgens de
natuurbeschermers ook onder de
mogelijkheden. De bereikbaarheid
zou dan veel groter worden. „Het is
hierbij dan wel noodzakelijk de
paden aan te passen en in de
geleiding van wandelaars en fietsers
te voorzien", aldus de
natuurbeschermers.
In eerste instantie hebben de
bestuurderen positief gereageerd op
de plannen van de Stichting het
Zeeuws Landschap en de Vereniging
tot behoud van Natuurmonumenten.
De toekomst zal Ieren of die
positieve houding ook omgezet zal
worden in daden.