'Als de pont weggaat verdwijnt
er toch een stukje romantiek'
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 29 december 1987 Nr. 24260
17
Tot 1965 onderhield de Minster Lely een veerdienst tussen Zijpe en Numansdorp.
BRUINISSE - „Het is
zeker jammer dat het
weggaat. Het is toch een
stukje romantiek dat
verdwijnt. Vroeger was
het bij Zijpe een en ai
bedrijvigheid. Nu is het
daar nogal doods
geworden". Aan het woord
is K. de Keijzer uit
Bruinisse. Hij heeft er 46
actieve jaren 'bij de pont'
opzitten. „De drukste
tijd? Dat is na de ramp
geweest. Toen voeren we
al om half 6 in de
morgen. Dan kwam de
postauto mee. Met de boot
J>van 6 uur ging die dan
weer terug". De eerste
vaste oeververbindingen
kwamen in 1965 gereed:
Grevelingendam en
Zeelandbrug. Het
betekende voor het pontje
van Zijpe het begin van
het einde. Volgend jaar,
als de weg over de
Philipsdam klaar is,
wordt definitief een punt
gezet achter de veerdienst
tussen Zijpe en St.
Philipsland.
De veerdienst tussen Zijpe en St.
Philipsland startte op 30 april 1900.
,,Ik ben er in 1933 bijgekomen als
matroos op de toenmalige Zijpe.
Dat was nog een zijlader. Daar kon
niet zo gek veel op hoor, maar er
waren toen ook nog niet zo veel
auto's. De pont had toen een heel
belangrijke functie voor de boeren.
Op maandag en dinsdag was het
s'ochtends vroeg altijd behoorlijk
druk, want dan gingen ze naar de
veemarkt. Vooral voor de oorlog
had je veel paard en wagens aan
boord. Tijdens de bietencampagne
was het ook altijd heel druk.
Schouwen-Duiveland was toen
natuurlijk nog echt een eiland. De
post ging ook via de pont. De
postwagen reed dan via Roosendaal
naar Zierikzee. Later, toen de
Zeelandbrug in 1965 werd
opengesteld, ging dat allemaal via
Goes. De grootste verandering voor
ons was denk ik toch in 1969 toen
de Volkerakdam werd gerealiseerd".
De Volkerakdam zorgde ervoor dat
de reis naar Rotterdam aanzienlijk
werd békort. Men kon nu vanaf
Schouwen-Duiveland via
Grevelingendam en Volkerakdam
over land naar Rotterdam. Niet
alleen aantrekkelijk voor
particulieren, maar ook voor
vervoersondernemingen.
„Voor de watersnoodramp in 1953
had je ook nog een trammetje op
Schouwen-Duiveland. Eerst liep dat
tot Brouwershaven, maar later is
dat doorgetrokken tot Burgh-
Voor de rump in 1953 werd de veerdienst onaernouden door o.a. De Zijpe. Pas na iy53 werd een fcopiuutu tu yeoruik
genomen. Op de foto een zijlader.
Het Zijpe was altijd bekend en
berucht vanwege de sterke
stroming. Een situatie die van de
mensen van de pont heel wat
vakmanschap vergde. „Dat is een
van de dingen die door de
Stormvloedkering wel behoorlijk
verminderd is", aldus De Keijzer.
Schouwen-Duiveland is door de
eeuwen heen altijd een eiland
geweest dat regelmatig te maken
kreeg met de brute kracht van de
natuur. De oudere inwoners van
Schouwen-Duiveland weten wellicht
niet alleen van de ramp in 1953,
maar ook van de storm in 1911. Een
storm die ook vrij veel bekendheid
geniet omdat toen de Minister Lely
op de pier bij Bruinisse geworpen
werd. De Keijzer zegt zelf nooit in
een dergelijke situatie te hebben
gezeten.
De Keijzer heeft altijd gevaren. „Ik
was zestien ben ik begon met
werken. Dat was midden in de
crisisjaren, rond 1930. Ik heb toen
eerst nog op een sleepboot gevaren
voordat ik in 1933 bij de pont
terecht kwam". Zoals gemeld heeft
De Keijzer 46 jaar in dienst van de
RTM, en later de ZWN, dienst
gedaan op de pont. Uit zijn verhaal
blijkt dat hij het werk altijd met
veel plezier gedaan heeft. In de
huiskamer van De Keijzer vallen
ook meteen de door De Keijzer zelf
vervaardigde modellen van De Zijpe
(van voor de verbouwing in 1972) en
de Minister Lely op. „Aan dat
model van de Zijpe heb ik zo'n
anderhalf jaar gewerkt", vertelt De
Keijzer, wijzend op het flink uit de
kluiten gewassen model. Hij
beschikt ook nog over enkele oude
foto's van zowel de Minister Lely als
de Zijpe. En dan niet alleen van de
huidige Zijpe, maar ook van zijn
illustere voorgangers. „Verder is er
eigenlijk heel weinig bewaard
gebleven van de geschiedenis van
die veerverbinding". Navraag leert
dat de RTM door de ramp in 1953
het overgrote deel van het
archiefmateriaal is kwijtgeraakt.
„Eigenlijk doodzonde dat er niet
meer van bewaard 'is gebleven",
besluit De Keijzer.
Het veer is voor exploitant
streekvervoer ZWN al jaren een
zorgenkind. Een paar jaar geleden
leverde het in de vaart houden van
het veer de ZWN al een verliespost
van 1,4 miljoen gulden op. Eerder
was er ook sprake van dat de dienst
in 1986 opgeheven zou worden, maar
uiteindelijk is toch besloten de
veerdienst in stand te houden totdat
de weg over de Philipsdam in de
loop van 1988 voor het verkeer zal
worden opengesteld, waardoor het
veer overbodig wordt.
Haamstede. Maar de mensen
konden dus ook met de tram naar
Zijpe, dan met de Minister Lely
naar de Hoekse Waard en vandaar
verder met de tram naar Rotterdam.
Maar dan was je wel een halve dag
aan het reizen hoor. Dat is
tegenwoordig wel wat anders. Je zit
met de auto nu zo in Rotterdam",
aldus De Keijzer. Na de
watersnoodramp werd het
tramlijntje opgeheven en begon de
RTM met het aanleggen van een
buslijnennet op Schouwen-
Duiveland. „Er is een tijd geweest
dat de bus ieder uur met de pont
mee naar de overkant ging. Maar
later is de bus om de twee uur gaan
rijden. Vrijdagavond was het ook
altijd druk. Dan waren er altijd
veel militairen aan boord", aldus De
Keijzer.
Toerisme heeft Schouwen-Duiveland
eigenlijk altijd al gekend, maar pas
na de ontsluiting door dammen en
bruggen heeft dat een grote vlucht
genomen. „Voor de oorlog had je
ook al wel toeristen hoor, maar dat
waren er niet zoveel. Ik weet nog
dat dr. Romein, dat was de broer
van de burgemeester van
Ouwerkerk, een van de eerste
mensen was die hier op Schouwen-
Duiveland een tweede huisje had",
aldus De Keijzer. „Na de ramp nam
de drukte op de pont behoorlijk toe.
We hebben toen een hele tijd met
twee boten gevaren. Want dan was
het druk hoor, vooral in de
weekends. En na '65 werd het steeds
drukker met Duitsers. Soms was
het weieens te gek. Dan kreeg je
wachttijden van twee of drie uur.
En we voeren door tot half 11 's
avonds. Dan was het weieens een of
twee uur 's nachts voordat je thuis
was".
Die wachttijden waren niet alleen
een gevolg van de toename van de
belangstelling voor Schouwen-
Duiveland, maar ook van de
toename van het autoverkeer.
„Vooral na de ramp is dat erg snel
gegroeid. Voor die tijd was zo'n
beetje eenderde van wat je aan
aatste stukje 'eiland' dat verdwijnt.
Sijpe was vroeger een boeiend
slekje. een plek waar altijd
bedrijvigheid was. Nu is het de
aatste zes a zeven jaar al een
iflopende zaak. Maar als de pont
straks helemaal niet meer vaart
vordt het wel een dood hoekje
laar", aldus De Keijzer. Volgens
ïem zal het verdwijnen van de
/eerdienst voor het dorp Bruinisse
liet zo gek veel uitmaken. „Ik
geloof dat er op het ogenblik niet
ïens mensen uit Bruinisse werken
bp de boot, dus wat dat betreft zal
iet weinig invloed hebben op
Bruinisse". De Keijzer is overigens
zelf niet in Bruinisse geboren.
„Maar ik ben hier wel opgegroeid.
Ik geloof dat ik twee jaar was toen
we naar Bruinisse verhuisden".
Ondanks soms barre omsiuriuiyneaen bleef de pont praktisch altijd varen. Hier worat De Zijpe geassisteerd door een
sleepboot tijdens ijsgang.
boord had fietsers en bromfietsers.
Nu zie je alleen maar jeugd op
bromfietser), jpaar vroeger werd een
brommer door iedereen gebruikt.
Mensen.gingen met de brommer op
vakantie. En een brommer neemt nu
eenmaal minder plaats in dan een.
auto. En wat je toen ook veel zag
waren mensen op de scooter". De
auto werd echter steeds meer
gemeengoed. Met enig passen en
meten pasten er 24 auto's op de
pont. Op de in 1954 in gebruik
genomen koplader wel te verstaan.
Op de daarvoor in gebruik zijnde
zijlader gingen er heel wat npinder.
„Ik hield altijd bij hoeveel auto's
we per dag vervoerden, maar een
tijdje geleden heb ik al die lijstjes
weggegooid. Eigenlijk zonde. Maar
ik denk dat we op drukke dagen
toch zeker zo'n 500 a 600 auto's per
dag vervoerden. En daar zitten dan
piekdagen tussen van 1000 auto's
per dag. En reken maar een
gemiddeld van tweeëneenhalf a drie
personen per auto, dan weet je
ongeveer om hoeveel mensen het
gaat".
Naast de pont tussen Zijpe en St.
Philipsland voer tot 1965 ook de
Minister Lely. Met dit stoomschip
werd een veerdienst onderhouden
tussen Zijpe en Numansdorp in de
Hoekse Waard. Beide veerdiensten
werden geëxploiteerd door de
Rotterdamsche Tramweg
Maatschappij (RTM), de huidige
vervoersmaatschappij Zuid-West
Nederland (ZWN). „Ik voer ook niet
altijd op de pont. Soms moest je
een hele week dienst doen op de
Minister. Ik weet nog dat het zeven
kwartier varen was van Zijpe naar
Numansdorp. Aan boord konden de
passagiers dan warme
chocolademelk of erwtensoep
krijgen. De Minister voer twee keer
per dag. 's Ochtends om zeven uur
en 's middags om twee uur".
De bemanningsleden van de Zijpe
en de Minister Lely werkten in
ploegendiensten. Zeven dagen per
week. Halverwege de jaren zestig
werd de 5-daagse werkweek
ingevoerd. Per week had men een
vrije dag. De werkomstandigheden
waren lang niet altijd ideaal. De
Keijzer weet zich nog enige barre
winters ter herinneren. „Er moest
nogal wat gebeuren wilde de pont
niet. varen. In die hele strenge
winters, bijvoorbeeld in '61 en '63
hadden we wel assistentie nodig
van sleepboten om door het ijs te
komen. Maar we bleven wel
doorgaan. Ik heb het zelf nooit
meegemaakt dat de pont vastzat in
het ijs".
„Ja, het was zeker weieens koud om
te werken, maar ik heb dat nooit
erg gevonden. Ik ben nu eenmaal
een buitenman, en ik hou van een
vrij leven. Daar staat wel tegenover
dat je behoorlijk wat uren draaide.
Er waren weken bij dat je meer dan
60 uur dienst deed", aldus De
Keijzer. Hij begon op 16-jarige
leeftijd als matroos op de Zijpe. „Ik
verdiende toen twaalf gulden per
week". Toen De Keijzer in dienst
trad bij de RTM werd de veerdienst
onderhouden door een zogenaamde
zijlader. Het type pont zoals we dat
nu kennen is pas veel later in
zwang gekomen. Tot in de
zeventiger jaren voeren zowel de
Zijpe als de Minister Lely op stoom.
„Toen had je ook nog stokers aan
boord. Later, toen de Zijpe
omgebouwd werd op diesel,
verdwenen die arbeidsplaatsen. We
voeren met drie man op de pont en
met vijf man op de Minister Lely.
Eigenlijk was het voor de oorlog al
de bedoeling dat er een koplader
zou komen om de .zijlader te
vervangen. De plannen lagen al
klaar, en er was ook al materiaal
aangevoerd. Maar dat is toen op het
laatste moment afgeketst. De
koplader is toen uiteindelijk meteen
na de ramp gekomen, in februari
1954. Dat was een hele verbetering
hoor", aldus De Keijzer. Niet alleen
kon de pont makkelijker geladen
worden, maar vooral ook sneller.
„Met die zij lader was het echt
passen en meten om zoveel mogelijk
auto's kwijt te kunnen. Met de
koplader is het gewoon een kwestie
van aansluiten", aldus De Keijzer.
Eenmaal aan de andere kant kan
men simpelweg zo weer van de boot
afrijden. In 1972 werd de Zijpe
ingrijpend verbouwd, zowel
uiterlijk als innerlijk. De twee
Stuurhutten werden weggebroken en
maakten plaats voor een brug. Ook
werd de machinekamer onder
handen genomen. Voortaan zou de
pont aangedreven worden door
stookolie in plaats van kolen. Dat
betekende ook meteen weer een
bemanningslid minder.
In de tijd dat Schouwen-Duiveland
nog echt een eiland was vervulde de
veerdienst een belangrijke
maatschappelijke functie voor de
inwoners. De veerdienst betekende
voor hen het contact met de
buitenwereld. Het isolement van
Schouwen-Duiveland was er
bijvoorbeeld ook de oorzaak van
dat het eiland pas rond 1929 van
waterleiding werd voorzien. „In die
tijd voeren wij nog met
petroleumverlichting", aldus De
Keijzer.
Tijdens de oorlogsjaren bleef de
pont ook gewoon haar functie
vervullen. „Alleen waren er dan
wel steeds Duitsers aan boord om
toezicht te houden. Er zal best wel
eens aan sabotage gedacht zijn,
maar dat ging gewoon niet, want
die Duitsers waren er altijd bij",
aldus De Keijzer. Op gegeven
moment werd besloten om de pont
niet meer overdag te laten varen.
Het bleek te gevaarlijk. „En toen
zijn we in 1944 geëvacueerd. We
voeren nog wel, maar dan alleen 's
nachts, en dan van Zierikzee naar
Dinteloord en terug. En we voeren
ook naar Middelharnis. Ik heb het
weieens meegemaakt dat de boot
beschoten werd. Of ik bang ben
geweest? Nou ja, ver lopen kun je
niet aan boord van een schip".
„Door de vaste oeververbindingen
is er veel veranderd op Schouwen-
Duiveland. Als de pont straks niet
meer vaart is dat toch eigenlijk het