'De problemen
niet erger voorstellen
dan ze zijn'
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 29 december 1987 Nr. 24260
li
ZIERIKZEE - Schouwen-
Duiveland, dat is toch die
regio waar het zomers
altijd knokken is
geblazen en waar het
wegennet bijlangena niet
toereikend is om de
verkeersstromen in deze
zomermaanden te
verwerken. Een regio ook
waar het
werkloosheidspercentage
hoger ligt dan elders in
de provincie en waar het
opslaan van een niet
geringe hoeveelheid
vervuilde grond volgens
deze en gene het beste te
omschrijven is als een
gebed zonder einde. „Een
beeld dat nodig bijstelling
behoeft omdat het te
eenzijdig de problemen
van deze regio
accentueert",luidt de
mening van burgemeester
mr J. J. P. M. Asselbergs,
die een klein jaar geleden
zijn intrek nam in de
burgemeesterskamer van
het Zierikzeese stadhuis.
In dat ene jaar heeft de nieuwe
eerste burger van Zierikzee een
schat aan kennis en ervaring
opgedaan. Die kennis en ervaring is
hem overigens niet op een zilveren
presenteerblaadje aangeboden, daar
heeft Asselbergs heel wat uurtjes
lees- en denkwerk in moeten
investeren om zich de lopende
zaken zo snel mogelijk eigen te
maken. „Ja,«het is een zwaar jaar
geweest met hard werken. Maar
ach, een beetje flink aanpakken
daar houd ik wel van" relativeert
Asselbergs zijn inspanningen van
de afgelopen maanden.
Hoewel Asselbergs tot nu toe geen
spijt heeft gehad van zijn besluit
om vanuit Sluis een gooi naar het
burgemeesterschap van Zierikzee te
doen erkent hij wel dat het een
overgang is geweest. „Je komt uit
een andere gemeente met een eigen
bestuurscultuur. In Zeeuws
Vlaanderen zijn de mensen soms
wat emotioneler bij bestuurszaken
betrokken. Daar wil het af en toe
weieens voorkomen dat iemand zijn
bezwaren kracht wil bijzetten door
met zijn vuist op tafel te slaan.
Schouwen-Duivelanders uiten die
gevoelens wat minder. Die bekijken
de zaak eerst even en komen dan
tot een weloverwogen oordeel"
vergelijkt de burgemeester zonder
daarbij een waarde-oordeel uit te
spreken. Die nuchtere en
relativerende kijk op het
gemeentegebeuren zorgt ervoor dat
de raadsvergaderingen vrij mat
lijken. Geen taferelen van
geëmotioneerde en rood aangelopen
raadsleden, die druk gesticulerend
en met de nodige decibellen aan
stemgeluid hun tegenstander
proberen af te troeven en daarmee
de raadzaal de allure van de
rumoerige Belgische
volksvertegenwoordiging geven.
Wat Asselbergs erg kan waarderen
is het gevoel voor een gezond stuk
humor, waarmee de politieke
kwesties worden gerelativeerd. „In
zo'n sfeer voel ik me als een vis in
het water. Nee, het is me honderd
procent meegevallen" aldus
Asselbergs.
Wat de nieuwe burgervader minder
goed bevalt is het beeld van
Schouwen-Duiveland dat door
sommigen wordt opgeroepen.
„Zeker de regio kent zijn
problemen, maar die moeten niet
teveel worden overtrokken,
waardoor het beeld van een
achtergebleven en onderontwikkeld
gebied ontstaat. We moeten ervoor
waken dat we onszelf een
negatiever beeld aanpraten, want
van die knelpunten is het tracé N59
tussen Zierikzee en Serooskerke.
Daar waar de provincie rekent op
jaarlijks ruim 1 miljoen bezoekers
voor Neeltje Jans heeft de
aanpassing van dit tracé blijkbaar
een lage prioriteit voor de
provinciaal bestuurders. Met ingang
van 1990 neemt het rijk deze weg
van de provincie over, hetgeen de
bereidheid bij de provincie om op
de valreep deze weg nog aan te
pakken niet direct ten goede komt.
„Het lijkt wel een
ontmoedigingsbeleid dat de
provincie in deze voert" verzucht
Asselbergs ietwat mismoedig.
De provincie is in.de ogen van
Asselbergs echter niet altijd een
trage klant. „Wat de behandeling
van de restauratiesubsidies betreft
is de provincie een stuk alerter
geworden en ook in het geval van
de vervuilde tuinen in de omgeving
van de Rozemarijnstraat heeft de
provincie voor een snelle
afhandeling gezorgd".
Kunnen de provinciale bestuurders
nog een beroep doen op de
vergevingsgezindheid van
Asselbergs, de politieministers Van
Dijk en Korthals Altes behoeven
daar geen beroep op te doen. De
kwestie van de bezuinigingen op
het politieapparaat zitten de eerste
burger, die verantwoordelijk wordt
geaoht voor de handhaving van
orde, rust en veiligheid in zijn
gemeente duidelijk dwars. „De
bezuinigingen op het
politieapparaat, dat is een bittere
tegenslag, ik ben op dit punt dan
ook zeer pessimistisch over de
toekomst. De bezuinigingen zullen
naar verwacht leiden tot drie tot
vierduizend ontslagen bij de politie
en dat terwijl we ons minder
politiemensen gewoon niet kunnen
permitteren. Bovendien is er ook
iets mis met de materiële
voorzieningen. Elke crimineel heeft
beter materiaal dan een politieman.
Nu het er naar uitziet dat de
herverdeling binnen het
politieapparaat in het voordeel van
de grote steden uitvalt is het zaak
om de minister te overtuigen van
de ernst van de zaak hier. Dat
overtuigen doe je niet door hard te
schreeuwen, maar door het op tafel
leggen van feitenmateriaal" aldus
de burgemeester die gezien zijn
functie hoofd van politie is. Met het
verzamelen van dergelijk
cijfermatig bewijsmateriaal houdt
groepscommandant M. P. Lenselink
van de Rijkspolitie Schouwen-
Duiveland zich momenteel bezig.
Inmiddels is duidelijk geworden
dat in de periode na 1953 de
ontwikkeling van de criminaliteit
op Schouwen-Duiveland hoger ligt
dan de landelijke lijn.
Dat het wat Asselbergs betreft nu
echt vijf voor twaalf is, daar laat
hij geen twijfel over bestaan.
Momenteel zijn er vijf vacatures bij
de rijkspolitie op Schouwen-
Duiveland en moet het werk in dit
toch vrij uitgestrekte gebied met
36,5 man worden geklaard. In de
zomermaanden wanneer de regio
wordt overspoeld door toeristen en
gezien de problemen in Renesse een
onmogelijke zaak volgens
Asselbergs. „In de andere kernen is
in die maanden te weinig toezicht,
want waar de brandhaarden zijn
daar verschijnt de politie. Het blijft
dan wel bij achteraf optreden
terwijl preventie toch ook een
belangrijk aspect is. De Zierikzeese
burger behoeft zich niet al te veel
zorgen te maken gezien de
aanwezigheid van het hoofbureau"
stelt Asselbergs met het oog op
bange burger gerust. Dat het hem
echter wel hoog zit blijkt uit de
bekentenis dat een gemeente met
meer dan dertigduizend mensen
recht heeft op meer
politiemanschappen dan een
uitgestrekte regio met een
overeenkomstig inwonertal in de
winter, maar met het vijfvoudige
ervan in de zomermaanden. De
eerste burger van Zierikzee sluit
het dan ook niet uit dat er een
moment aanbreekt dat hij in de pen
klimt om zijn baas, de minister van
binnenlandse zaken, te verzoeken
hem niet langer verantwoordelijk
te stellen voor het handhaven van
de orde en veiligheid in zijn
gemeente. Als hoofd van politie
doet zich echter nog een
probleempje voor, het hoofd van
politie heeft geen politiekorps
onder zich. De rijkspolitie
ressorteert immers rechtstreeks
onder de rijksoverheid. Een
merkwaardige situatie anno 1987.
Schouwen-Duiveland heeft ook zijn
positieve kanten zoals de rust, de
recreatieve mogelijkheden en de
geringe afstand tot de Randstad.
Hierdoor heeft de regio ook als
woon-werkgebied mogelijkheden".
Die pluspunten krijgen volgens
Asselbergs niet die aandacht die ze
verdienen.,,We moeten die positieve
beeldvorming bevorderen en de
problemen niet erger voorstellen
dan ze zijn" luidt dan ook zijn
devies, die een optimistische inslag
verraadt.
De burgemeester houdt duidelijk
niet van klagers en
aartspessimisten maar van
aanpakkers en doordouwers. Dat is
duidelijk. „Klagen, daar houd ik
niet van, dat vind ik
tegennatuurlijk. Bovendien, al dat
gejeremieer richting de provincie in
de trant van de provincie zit maar
op ons te vitten is wat al te
simplistisch en goedkoop; dat is het
frustrerende van een bestuurder, je
kunt niet direct een pasklare
oplossing vinden voor een
vraagstuk als bij voorbeeld de
werkgelegenheid. Ook een
gedeputeerde kan dat niet" billijkt
Asselbergs het onvermogen van de
gedeputeerden om kant en klare
oplossingen voor dergelijke
complexe vraagstukken aan te
bieden.
Hoe positief Asselbergs van nature
ook moge zijn, hij is realist genoeg
om de knelpunten waarmee
Schouwen-Duiveland kampt onder
ogen te zien. Op de vraag wat hij
als het meest nijpende knelpunt in
deze regio beschouwt aarzelt hij
dan ook geen seconde. „De
werkgelegenheid hier, dat is een
heet hangijzer. Zeker in Zierikzee,
waar ongeveer een vierhonderd
werkzoekenden zijn. Voor een
gemeentebestuurder is het dan ook
een grote uitdaging om deze groep
zoveel mogelijk aan werk te
helpen" stelt Asselbergs vast.
Tegelijkertijd erkent hij dat niet zo
een twee drie mogelijk is.
Dat hij het
werkgelegenheidsvraagstuk serieus
neemt kwam ook naar voren in de
algemene beschouwingen, waarbij
Asselbergs namens het college van
b en w aangaf komende jaren alle
zeilen bij te zetten om bedrijven
naar Zierikzee te trekken.
Deelname aan de Acquisitiegroep
Zeeland, waarin behalve Zierikzee
ook plaatsen als Middelburg,
Vlissingen, Goes en Terneuzen zijn
vertegenwoordigd zei Asselbergs
als een goede zaak te beschouwen
omdat daardoor kennis wordt
verkregen over de mogelijkheden
om nieuwe bedrijven aan te
trekken. Zierikzee kent wat dat
betreft een aantal niet te
beïnvloeden factoren die
belemmerend werken.
Dat onderzoek naar de
vestigingsmogelijkheden van
nieuwe bedrijven in de provincie
mag Zierikzee dan enig inzicht
hebben verschaft in de
mogelijkheden die de stad nieuwe
bedrijven biedt, datzelfde
onderzoek legt de klemtoon op de
ontwikkeling van de
basisindustrieën in de
havengebieden van Vlissingen en
Terneuzen. Het bevorderen van
dergelijke industrieën zou
uiteindelijk positieve effecten
hebben voor het economisch
gebeuren in de provincie. Een
groeimodel dat in de jaren zestig
door de rijksoverheid met verve is
bepleit, maar dat nu aan waarde
heeft ingeboet. Asselbergs toont
zich wat dat betreft niet gelukkig
met die wat eenzijdige nadruk op
de zware industrie in die twee
gebieden. „Waar zijn we mee bezig,
ook de andere gebieden hebben
mogelijkheden. Bovendien wordt de
rol van de dienstverlening, het
midden- en kleinbedrijf, kortom de
wat kleinere maar ook schonere
bedrijven wat onderschat". De
zware industrie is in de ogen van de
eerste burger van Zierikzee dan ook
geen panacee voor de oplossing van
het werkgelegenheidsvraagstuk, te
meer daar de ontwikkeling van de
basisindustrie de afgelopen tien
jaar stagneert.
Rechtstreeks verband houdende
met de aantrekkelijkheid van
Schouwen-Duiveland als
vestigingsplaats voor bedrijven en
woonoord voor forenzen die
dagelijks richting Randstad tuffen
noemt Asselbergs het huidige
wegennet. Waar het nu reeds in de
zomermaanden bumperrijden is
geblazen zal dat in de toekomst
wanneer de plannen voor Neeltje
Jans zijn gerealiseerd zeker tot
chaotische taferelen leiden. De
aanleg van een vierbaansweg acht
Asselbergs niet direct denkbaar,
maar wel zal er wat moeten
veranderen. „Die parallelweg langs
de provinciale weg moet er
komen". Om die reden was
Asselbergs dan ook een van de
eilandelijke bestuurders die een
knelpuntennota over de
wegenstructuur op Schouwen-
Duiveland hebben opgesteld. Een