de wijkverpleegster Een dag op stap Ik zag er tegenop om (lie vreemde mevrouwen over de vloer te krijgenmaar ze zijn prima ZIEFvKZEESCHE NIEUWSBODE Maandag 2 november 1987 Nr. 24228 NIEUWERKERK Je staat er niet dagelijks bij stil als je zelf gezond bent. Dat behoorlijk wat mensen door ziekte voor de gewone dagelijkse lichaamsverzorging zijn aangewezen op de hulp van anderen. Soms enkele weken maar steeds vaker ook voor een lange periode. Want het komt tegenwoordig steeds vaker voor dat mensen niet naar een zi ;kenhuis of verpleeghuis gaan maar met aangepaste hulp in hun eigen huis worden verpleegd. Liesbeth Douw-Bil uit Zierikzee weet er alles van. Zij is een van de tien wijkverpleegsters die werkzaam zijn op Schouwen-Duiveland. 's Morgens tussen half acht en acht uur stapt zij in haar auto om naar Nieuwerkerk en Ouwerkerk te rijden. Haar 'gebied' waar dagelijks een tiental mensen wacht op de komst van 'de zuster'. Want voor hun velen van hen begint de dag pas echt als Liesbeth is geweest om hen te wassen en te helpen met aankleden. Voor die 65- jarige uit Nieuwerkerk bijvoorbeeld. Sinds enkele maanden woont hij met zijn vrouw in een aangepaste woning. In het voorjaar van dit jaar werd zijn been geamputeerd. Een niet geringe ingreep die zijn algemene toestand echter zo verbeterde dat hij daarna eigenlijk te goed werd bevonden voor verder verblijf in verpleeghuis De Corneliastichting. ,,Na de amputatie was ik de pijn kwijt en toen hebben ze gezorgd voor deze woning. Ik kreeg deze rolstoel en we gaan nu drie keer per week met de taxi naar Goes voor revalidatie". Elke morgen wordt hij door Liesbeth of een andere wijkverpleegster gewassen. In de douche terwijl hij zit of zich staande houdt met behulp van een beugel. ,,In het begin was het een beetje vreemd.'Maar je raakt overal aan gewend. Nu weet ik niet beter en we kunnen ook nog wel eens lachen". Voor zijn 63-jarige echtgenote betekent het werk van de wijkverpleegster een onontbeerlijke hulp. ,,Hij heeft geen protese omdat het niet kon tot nu toe. Ik ben constant een hele dag met hem bezig. Naar de wc helpen, aan- en uitkleden, een paar keer per dag masseren om de spieren soepel te houden en hem helpen om zijn oefeningen te doen. Ik ben heel blij dat de wijkzuster komt want het zou echt teveel worden als ik dat wassen er ook nog bij moest doen". Bij een beetje redelijk vteer rijdt zij haar man iedere dag vele kilometers door de polders rondom Nieuwerkerk. ,,Het is hier heel mooi en je kunt alle kanten op". Mede door de ervaring die hij tijdens zijn verblijven in ziekenhuizen heeft opgedaan heeft meneer bewondering voor het werk van verpleegkundigen. ,,Het is ondankbaar werk. Je moet je aanpassen aan allerlei verschillende patiënten. En je hebt overal mensen die altijd zeuren. Dat heb ik wel gemerkt". Liesbeth Douw is het niet helemaal met hem eens. ,,Het is helemaal geen ondankbaar werk. We ondervinden juist veel waardering van de mensen waar we komen. Maar in de wijk kun je natuurlijk veel leukere contacten opbouwen omdat je regelmatig terugkomt. Mensen zijn thuis anders dan in het ziekenhuis. Daar zijn ze in een afhankelijke positie. Moeten ze zich aanpassen. Als je bij ze thuis komt zien ze je als een soort gast". Dat laatste blijkt onder meer uit de vele keren dat wordt gevraagd of we koffie willen. Naast de gezellig brandende gaskachel in haar bejaardenwoning zit een 71-jarige mevrouw met haar been op een stoel te wachten op de zuster. Ze heeft een wond aan haar scheenbeen die verbonden moet worden. En zo snel mogelijk genezen, want volgende week moet mevrouw worden geopereerd aan haar kniegewricht. ,,Ik geloof dat het al wat kleiner is hè zuster. Of is de wens de vader van de gedachte"9 Liesbeth stelt haar gerust terwijl zij de wond schoonmaakt met zoete olie en er daarna weer zinkzalf opdoet. ..Maar u moet er wel zo veel mogelijk mee rusten hoor". De oudere dame die sinds twee jaar alleen woont in haar huisje is namelijk nog al actief. ..Ze heeft altijd, alles zelf gedaan en dat wil ze ook nu nog steeds volhouden hoewel ze slecht ter been is. Ze is geopereerd aan haar heup en nu moet ook het kniegewricht. Ja, er zit onderling veel verschil in mensen. Van de ene zou je willen dat die wat meer uit zichzelf deed. Die vindt het wel gemakkelijk dat de zuster komt. Terwijl anderen zoals deze mevrouw zichzelf wat meer rust zouden moeten gunnen". Tbch vindt ook deze patiënt het gezellig als Liesbeth komt. „Tbgemvoordig 2ijn het geen zusters meer die komen want ze hebben bijna allemaal gewone kleren aan. Vroeger droegen ze een schort. Maar het is mij eender hoor want dat komt alleen omdat de tijd helemaal anders is geworden". Enkele straten verder wacht een 78- jarigo mevrouw met loshangende lange grijze haren op Liesbeth. Zo'n vijf weken geleden ging haar arm uit de kom toen ze viel met de fiets. En enkele weken daarna is haar man overleden Liesbeth bezoekt haar nu dagelijks om haar haar te kammen en op te steken en een keer per week voor een grote wasbeurt. Maar het persoonlijke contact, het dagelijkse praatje, is minstens zo belangrijk. ,,Ik heb vandaag zo'n zere arm. Ik heb er vannacht niet van kunnen slapen". Na enkele vragen blijkt dat dat waarschijnlijk is gekomen na de behandeling door de fysiotherapeut die haar twee keer per week aan huis bezoekt. ,,Hij trok hem nogal ver naar boven en dat deed zeer. Maar het is een aardig mannetje hoor. Ik ben blij dat hij hier komt want ik zou niet naar hem toe kunnen". Dat laatste is omdat mevrouw zonder vervoer is komen te zitten sinds de gebeurtenissen in de afgelopen weken. ..Mijn man kon' autorijden en zelf fietste ik altijd veel. Maar dat is nu in een klap afgelopen. Dat vind ik heel jammer want ik heb altijd veel gefietst in mijn leven. Vroeger zelfs met de melkbussen voorop het stuur om ze van de wei naar de boerderij te brengen en tot nu toe om boodschappen in het dorp. Naar de slager, de bakker en de kruidenier. Voortaan zal ik maar bij de SRV- wagen kopen want ik ben nu aan huis gebonden. Gelukkig krijg ik veel bezoek van familie en kennissen. Het is dc bedoeling dat dc wijkverpleegster haar blijft bezoeken tot haar arm weer zover is opgeknapt dat ze zichzelf weer kan verzorgen. ,.Ik zag er wel tegenop in het begin. Al die vreemde mevrouwen Over de vloer. Maar ze zijn prima. Ze moeten het ook maar willen hoor. Je helemaal wassen. En ze doen het helemaal hoor. Ook je voeten en alles. Met een teiltje bij het aanrecht. Dan doen we de gordijnen dicht en dc deur op slot. Dan komen er geen inbrekers", zegt ze grinnikend. Ook in Ouwerkcj'k rekent een aantal mensen op het bezoek van de wijkverpleegster. Een 91-jarige man die een wond aan zijn been heeft zelfs twee keer per dag. „Tbt zijn negentigste had hij nergens last van. Hij hielp altijd mee op de boerderij van onze kleinzoon die hierachter woont. Dat was vroeger zelf onze boerderij. Maar daarna is hij een beetje gaan sukkelen. Eeist met zijn oog en toen met dat been", aldus zijn vrouw. Het echtpaar was de dagelijkse bezoekjes van de wijkzuster snel gewend. ,,Ze ben geen een van allen lastig hoor. We ben aan allemaal eigen hoor". In een ander huis in Ouwerkerk zit een 82-jarige dame te borduren terwijl ze in haar ochtendjas op de wijkzuster wacht. Eerst koffie drinken en daarna wassen en aankleden. ,,Dit is een van mijn twee vaste koffie-adressen op een morgen". Tijdens het bezoek blijkt dat dit komt omdat mevrouw zulke lekkere taart kan maken. Maar ook omdat de communicatie wordt gevoerd via briefjes. In de loop van de jaren is het gehoor van de oudere dame steeds verder teruggelopen en nu is zij geheel doof. Ze laat zich daardoor niet weerhouden om op een intensieve manier contact te zoeken met de mensen in haar omgeving. Schriftelijk laat ze weten niets dan lof te hebben voor de wijkverpleegsters die haar al zo'n jaar of acht dagelijks komen wassen, aankleden en zonodig verbinden. „Wijkzusters kan je ook lipfdeszusters noemen. Ze hebben iets in hun handen dat de patiënt rust geeft. Leve de wijkzusters die ik heel veel dank verschuldigd ben. Fijn dat ze er zijn", aldus het handgeschreven briefje dat over de tafel wordt geschoven. „Zuster wil je mijn sokken aandoen. Ja, ik kan het wel zelf. Maar ik vind het veel fijner als jij het doet". Dat zegt de 73-jarige man die Liesbeth wekelijks bezoekt om er op toe te zien dat hij onder de douche gaat. Dat van die sokken gaat niet door. „Zolang de mensen het zelf kunnen doen we dat niet. Dan zouden we iedereen op het dorp wel kunnen gaan wassen en aankleden", zegt Liesbeth vriendelijk maar beslist. Het is duidelijk dat de alleenwonende man het bezoek van de wijkzuster op prijs stelt. „Ik vind het prachtig dat ze komt. Dat brengt een beetje leven. Douchen is lekker en gezond. Alleen het komt er niet zo gauw van als je alleen bent. Als de zuster komt vind ik dat leuk om een praatje met haar te maken. En als ze dan zo graag wil dat ik onder de douche ga wil ik dat best doen". In de loop der ochtend bezoekt Liesbeth nog drie andere 'klanten'. Mensen die op bed liggen vanwege verlammingen of rugklachten en die gewassen moeten worden. „Ja, de ochtenden worden altijd besteed aan het verzorgende werk bij mensen thuis, 's Middags doe ik het zuigelingen- of kleuterconsultatiebureau in Nieuwerkerk of Ouwerkerk. Ik werk mijn administratie bij want elke handeling moet worden genoteerd. Of er zijn overlegvergaderingen met de andere wijkverpleegsters. De middaguren worden ook besteed aan huisbezoeken. Bij ongeneeslijk zieke mensen die thuis willen sterven. Bij zwangere vrouwen maar ook bij mensen die we een poosje thuis verpleegd hebben en die het nu alleen kunnen. Om in de gaten te houden of het goed gaat en hen geestelijk een beetje te blijven steunen". Tot het middagwerk behoort verder gehooronderzoek bij baby's en de PKU en CHT-prikken tussen de zesde en tiende dag na de geboorte. „Daarmee is het tegenwoordig mogelijk om in een vroeg stadium schildklier- en stofwisselingsziekten op te sporen". Liebeth heeft voor de wijkverpleging gekozen naar aanleiding van de praktijkperiode die zij deed tijdens haar opleiding HBO-verpleegkundige in Goes. „Wij werkten een poosje in een ziekenhuis, een verpleeghuis, een psychiatrische inrichting, de zwakzinnigenzorg en in de wijk. De wijk vind ik het leukste vanwege de intensieve contacten en omdat je zelfstandig bent. Er zitten natuurlijk ook nadelen aan vast. Het is allemaal niet zo comfortabel als in een ziekenhuis. Vaak moet je improviseren. Bijvoorbeeld een ketel water koken omdat mensen geen warmwatervoorziening hebben. De meubels kunnen in de weg staan en soms moet men buren of familie te hulp roepen om te helpen tillen omdat het alleen niet gaat. Maar dat laatste is hier in Duiveland nooit een probleem. Het is een-heel leuk beroep omdat je mensen kunt helpen en met ze meeleven. Het is wel zo dat we steeds minder tijd krijgen voor het verzorgen van meer mensen. Een race tegen de klok waardoor er minder tijd over blijft voor geestelijke ondersteuning via een gesprek. Maar gelukkig gaat dat ook tijdens het verbinden en wassen". Vlak na de middag zit Liesbeth in het Groene Kruis-gebouw aan de Badhuisstraat te Nieuwerkerk. Voor het dagelijkse spreekuur. Mensen vragen telefonisch inlichtingen of komen spullen lenen. Krukken, urinaals, weegschalen, looprekjes. Om twee uur komen de moeders met hun baby's. Het is een verpleegkundig consultatiebureau. Dat wil zeggen dat de wijkzuster zonder een arts zitting houdt. Ze weegt en meet de baby's en bespreekt de voeding met de ouders. „De mensen komen drie keer naar het verpleegkundig consultatiebureau. In de tweede, de vierde en de zevende levensmaand van de baby. Meestal is het artsenconsultatiebureau. Dat doe ik sameii met de huisdokter". Het sluitstuk van de werkdag wordt gevormd door een overlegvergadering met de hoofdwijkverpleegkundige. „Dat is in verband met de invoering van een nieuw administratiesysteem. In dc toekomst zullen we alle handelingen op een andere manier moeten gaan rapporteren dan nu". Liesbeth lijkt er niet wakker van te liggen. Hot werk blijft immers hetzelfde. En dat doet zij dagelijks met plezier. Tekst. MARIJKE VAEL Foto: JOHAN JUNIOR

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1987 | | pagina 5