Kerkwerve
In de zomermaanden een oase van rust
wordt omschreven als 'een debiele
dierenfarm'. „Want ze mankeren
allemaal wel wat". Hij werkt in
Renesse en vindt dat er in Kerwerve
weinig te beleven is. „Nee. ik denk
niet dat ik hier zou willen wonen
later. Ik vind Renesse leuker. Dat
leeft"
Heel rustiek achter een dubbele
rij steen-iepen ligt aan de Kerkweg
de zaak van C. Hart. De 47-jarige
rijwielhandelaar die in Kerkwerve
werd geboren en daar bij iedereen
bekend is. „Ja, ik heb wel zo'n
negentig procent van de bevolking
tot klant. Het is hier een gezellige
groep mensen. Vooral de oude
Kerkwervenaren. Maar ook de
import. Iedereen doet mee als er
hier een gezellig avondje is op het
dorp. Of met Koninginnedag". Tbch
merkt Hart ook in Kerkwerve de
tekenen 'van de nieuwe tijd. „De
mensen nemen niet meer zo vaak de
tijd om een praatje te maken. Er is
geen bankje meer op het dorp zoals
vroeger. De jongeren hebben daar
geen behoefte aan en veel van de
ouderen zijn gestorven".
Desondanks zou hij nergens anders
willen wonen. „Je hebt hier alles
wat je nodig hebt". Hart is al 24
jaar lid van de brandweer in
Kerkwerve. Bevelvoerder. „Het is
een gezellige groep. Niet dat we veel
drinken hoor. Maar we maken wel
veel geintjes". In de werkplaats
knutselen zijn twee zoons, de 16-
jarige Cor en de 18-jarige Marco aan
con brpmmer. „Er is hier op
Kerwerve niet veel te beleven .Maar
we wonen er op zich wel leuk. Het
ij lekker rustig".
Kerkwerve, een typisch Zeeuws
dorp. Mét Ring maar toch langerekt
bebouwd. Met een oude kern die de
watersnoodramp overleefde én
behoorlijk wat nieuwere huizen.
Import én vele inwoners die er zijn
geboren en getogen. Zij slaagden
erin met elkaar de oude dorpsgeest
van vroeger niet geheel verloren te
laten gaan. Zij staan nog pal voor
'ons dorp' en hebben daar wat voor
over als het moet.
KERKWERVE - In de
polders ten westen van
Zierikzee ligt Kerkwerve.
Een oase van rust op
enkele kilometers afstand
van de toeristendrukte in
de stad en op de
Provinciale Weg naar
Haamstede. Ook in de
zomermaanden kabbelt
het dorpsleven in
Kerkwerve rustig voort.
Elke dag om twaalf uur 's
middags luidt de
torenklok en in de enige
winkel van het dorp, de
Buurtsuper aan de Ring,
worden als vanouds de
dorpsnieuwtjes
uitgewisseld. Natuurlijk
heeft ook in dit ringdorp
de moderne tijd zijn
intrede gedaan. „We gaan
met de tijd mee. Het gaat
iets minder snel dan
elders maar het is te
zien", aldus een
twintigjarige inwoner van
het dorp Ad Hagestein.
Maar hij is nog jong en
'wil wat'. Het overgrote
deel van ruim duizend
inwoners van Kerkwerve
lijkt dik tevreden met de
gang van zaken in hun
kern en vooral met de
hechte onderlinge
betrokkenheid met elkaar
en met het dorp. Het is
nog gezellig in
Kerkwerve. Als het nodig
is zet men zich in om
elkaar te helpen. Of voor
het organiseren van een of
andere activiteit vanuit
verenigingsleven, school
of kerk.
Het beeld van het erf van de
kleine boerderij aan de Oudeweg 2
wordt overheerst door een grote
hoop gebruikt stro uit de koeiestal.
Daarnaast staan de konijnenhokken
en voor het huis, dat dateert uit
1896, ligt een straatbedekking van
schelpen uit de Oosterechelde. „Die
heb ik geraapt bij het stelletje bij
Ouwerkerk". vertelt de 75-jarige H.
J. Bevelander. Samen met zijn 69-
jarige echtgenote M. A. Bevelander-
Dalebout en hun jongste dochter
woont hij al bijna vijftig jaar in het
boerderijtje aan de rand van
Kerkwerve. „Ibt volle
tevredenheid", vertelt mevrouw
Bevelander terwijl zij 'sinds even
een knoopje aanzet'. „Ik zou hier
niet graag weg willen. We zitten
hier niet op het dorp maar er wel
vlakbij. Dat is heel handig als ik
wat nodig heb uit het winkeltje in
het dorp. Er komt hier wel eens een
auto voorbij maar het verkeer raast
hier niet om je kop. Daar ben ik
heel dankbaar voor. En we hebben
een groot erf Daar kan je koeien
houden, en geiten met jongen.
Kippen en konijnen".
De huiskamer van mevrouw
Bevelander is vol herinneringen.
Foto's van de vier kinderen, een
fotó v'éh'dé overstromingsramp in
'1953,' SpreUken'tltin dé mtlur Wel
zes. verschillende klokken en
pendules. „Die spaart mijn
dochter". Zelf weet ze zich tot in
details sommige gebeurtenissen van
vroeger te herinneren. „We zijn hier
in 1939 naartoe verhuist. Maar
terwijl we nog bezig waren de boel
schoon te maken kwamen de
Duitsers in Kerwerve We hadden
het al horen zeggen door de buren
en ineens lagen ze achter het
muurtje van de kerk en later achter
de ligusterhaag bij ons huis. We
hebben hier nog een paar jaar
gewoond tot de inundatie, toen ze
de dulve vol water zetten. Er stond
hier 65 centimeter. Dat zagen we
toen we terugkwamen uit Renesse
waar we zolang hebben gewoond. Er
was veel gestolen en vanaf de grond
was alles tot 65 centimeter hoogte
groen en glibberig. Als je de trap
opging sloeg je zo de treden af".
De vlucht uit het kleine
boerderijtje vanwege het water,
herhaalde zich enkele jaren later
met de watersnoodramp in 1953.
„We hadden toen drie kinders. Ik
ging pas weg toen het water al tot
ons knieën stond. Ik wilde op mijn
man wachten". Met een
marinevaartuig en een auto kwam
het gezin weer in Renesse terecht.
„Daar hebben we toen bijna een
half jaar in een kippekot gewoond.
Dat was niet gemakkelijk. De helft
van het hok was afgescheiden met
hard karton. Daarachter zaten de
varkens. Het is een keer gebeurd
dat we 's nachts wakker werden
omdat de dekens weg waren. De
varkens hadden een punt ervan te
pakken gekregen door de een gaatje
in de afscheiding. Je weet hoe
varkens zijn. Ze trokken de deken
naar zich toe en vraten er een stuk
vanaf. Maar toch. we zaten op ons
eigen in dat kippekot en dat was
een grote"
Na de ramp kon het gezin in alle
rust vele jaren in de boerderij aan
de Oudeweg wonen. Evenals dat
ook nu nog het geval is, hadden zij
koeien en landbouwgrond. „Nee. ik
vindt het niet erg om op onze
leeftijd nog zo druk bezig te zijn.
Als ik 's morgens uit bedde kom en
niet zou weten wat ik moest doen
dan ging ik kapot voor me tied. En
we werken op ons gemak. We
hebben 12 hectare land maar mijn
man bewerkt zelf nog maar een
hectare. Vier hectare wordt voor de
beesten gebruikt en de rest
verhuren we".
Ruim twintig jaar lang tot 1962
was mevrouw Bevelander
'melkboer' op Kerkwerve. Samen
met haar twee oudste dochters ging
zij dagelijks de deuren langs met
een kar en bakfiets Verse rauwe
melk van de eigen koeien en pap en
yoghurt van de zuivelfabriek. „Heel
Kerkwerve kocht melk van ons en
we kenden iedereen" Hoewel ze
tegenwoordig niet meer iedereen op
het dorp kent vindt mevrouw
Bevelander dat de sfeer op het dorp
ten opzichte van die vroegere jaren
niet veel is veranderd. „Ik kan niet
zeggen dat het zoveel anders is.
Vroeger was alles o zo gemoedelijk
en dat is het nog. Ik vind het hier
prachtig. Als ik naar buiten kijk en
ik zie die natuur dat vind ik heel
mooi".
Haar man is er inmiddels ook
bijgekomen om zijn aandeel in het
gesprek te leveren. „Ja. ik ben een
echte Kerkwervenaar. Ik ben
geboren op 't Schutje en ik ging
hier op dorp naar school. Die sting
achter de kerk. Bij meester Heiboer
en juffrouw SchuIIing. Na de
watersnood is het gebouw
afgebroken. Maar ik was op school
zo lomp als een verken hoor. Ze
zeiden al gauw: Schei ter maar uit,
ga maar koeien wachten". Dat
laatste deed Bevelander vele jaren.
In vroeger jaren graasden de koeien
nog los langs de kant van de weg.
Het was de taak van Bevelander om
ze bijeen te houden en te leiden.
Uit zijn verhalen blijkt dat hij
daarbij nog genoeg tijd over hield
voor kattekwaad. „Samen met Kees
Jonker en Leendert Verboom
hielden we de meiden tegen die van
Looperskapelle op de fiets naar
school reden. Dan gingen we met
zijn drieën wijduit over de weg
lopen en als ze erlangs wilden
trokken we ze van de fiets af". Een
activiteit die hen duur kwam te
staan want ze werden door
veldwachter Boot op het matje
geroepen en opgesloten 'in het
politiekotje bij de hond'. „We
scheten in ons broek. Maar dat
beest deed niks anders had ik hler
nu niet gezeten".
Als kind ging Bevelander tussen
de middag vaak eten bij de
metselaar Lemson. „Daar had ik
het vrêêt naar mijn zin. Samen met
Johan van IJsseldijk, dat is nu nog
mijn buurman, gingen we peren
pikken bij de buren. Johan belde
dan aan om een praatje te houden
met de buurvrouw en ondertussen
moest ik de peertjes plukken".
Na school was er geen tijd meer
voor streken. Dan moesten de
geiten worden gemolken, water
gehaald voor de kalveren en de
konijnen gevoerd. „En we zetten
een fuikje in de sloot want daar zat
veel paling in. Dat deed iedereen".
Op zijn zestiende jaar maakte
Bevelander voor het eerst van zijn
leven een reis buiten het eiland. De
reden daarvoor was een boete van
de kantonrechter die hij niet kon
betalen en zijn vader niet wilde
betalen. Tien gulden boete of drie
dagen hechtenis. Omdat hij twee
maal zonder licht en een maal met
slik aan de wielen had gereden toen
hij een lading bieten met paard en
wagen naar de haven van
Brouwershaven bracht.
Het werd dus drie dagen zitten
maar uit zijn herinneringen blijkt
dat Bevelander dat niet als een
straf ervaarda „Ik ging samen een
agent met de spoorboot vanuit
Zierikzee naar Katseveer en toen
met de bus en trein naar
Middelburg. Dat was een mooie
reis. Het waren vrimde jongens
waarmee ik in de cel kwam te
zitten maar ik was er zo mee
bekend. We mochten daar
enveloppen plakken maar daar
begon ik niet aan. Ik zei: thuis moet
ik altijd werken, ik kom hier uit
aardigheid", vertelt hij schaterend.
Hoewel het kattekwaad er nu wel
een beetje af is heeft de
Kerkwervenaar het nog steeds
prima naar zijn zin in Kerkwerve.
„Ja, ik kan het hier met iedereen
goed vinden. Als de buren ergens
om verlegen ben mogen ze me uit
mijn nest halen en dat doe ik zelf
ook".
Ook de weinige andere mensen
die zich in het miezerige weertje op
straat bevinden ih Kerkwerve zijn
tevreden over hun dorp. De 49-jarige
M. A. Hagesteyn-Kloet is in haar
huis aan de Beatrixstraat druk
bezig met de voorbereidingen voor
een vakantie in Oostenrijk. „Je
hebt hier weinig drukte van
toeristen en het is gezellig. Ik heb
hier veel kennissen Mevrouw
Hagesteyn werd in Den Haag
geboren maar groeide op in
Kerkwerve. „We woonden vroeger in
de buurt van Moriaanshoofd. Als
kinderen speelden we op de grote
weg naar Renesse en op de Zeedijk
want er waren nog bijna geen
auto's. Ook geen speelgoed maar
dat gaf niet want wc speelden met
alles wat we vonden". Mevrouw
Hagesteyn houdt zich nu vooral
bezig met het huishouden, haar drie
grote kinderen en de vele dieren in
en om het huis. „We hebben kippen,
konijnen, duiven en een parkiet".
Een menagerie die door haar
twintigjarige zoon Ad grinnikend