Ellemeet
ELLEMEET - „Hier aan
de dorpsring wonen we
nog met zijn vieren,
Leijdens, Van der Have,
Van Burg en ik. Al die
andere oudere huisjes zijn
door de toeristen
opgekocht als tweede
woning. „Dat vind^fk
eeuwig zonde. Dat ze
eerst bijna het hele oude
dorp hebben verkocht aan
vakantiegangers en
daarna van mij grond
wilden kopen om nieuwe
huizen te bouwen voor de
dorpsbewoners". 51 Jaar
geleden werd A. W.
Geelhoed geboren in de
fraaie boerderij die in het
jaar 1685 werd gebouwd
aan de Dorpsstraat te
Ellemeet en hij woont
daar nog steeds. Geelhoed
is een van de 193
inwoners die volgens
opgave van de gemeente
Middenschouwen in het
dorp achter de
Brouwersdam wonen. Een
gemeenschap waar de
oude dorpsgeest nog niet
verloren is gegaan terwijl
tegelijkertijd het toerisme
er een duidelijk stempel
op heeft gedrukt zoals uit
bovenstaand citaat blijkt.
Geelhoed is 'tusseri 'dé.khlfjes
opgegroeid' zoals hf? He't.'Sclf
omschrijft, „Ja. m.ecWBriten dat
moest je vroeger floé'it: Öp mijn
zevende jaar liepik'ar.'lèdere dag
met de 15 koeien van jpijn Vader
naar het weiland ajar) 'de Kogeweg.
En na schooltijd weer terug, 's
Morgens was dat bmiè'eh uur of half
zeven, ik sliep mèer dan ik wakker
was maar dat gaï niei'want die
koeien wisten het'paadje;. En je'
hoefde niet te zeggen daar heb' ik
geen zin in want,dan kon jé een'
pak op je donder krijgen".
Geelhoed leerde melken in een
stranderhmertje. „Dat vond ik
schitterend maar later later heb ik
wel eens gewenst dat ik het niet
had geleerd want je was altijd
gebonden aan die dieren. Je kon
nooit weg; want ze,moesten twee
keer perdaë'gëmólkéri Wdtden".'
De melk ging in de ouderwetse
melkbussen, diq werden, opgehaald
door een wagen van dé melkfabriek
zoals dat vandaag'dc dag nóg zo
romantisch wordt getoond in een
spotje van de Ster-reclame.
Geelhoed werkte zijn hele leven op
de boerderij van zijn ouders die nu
al vele jaren van hem is. Hij
herinnert zich niet meer wat hij
vroeger als kind ^peelde maar wé!
de 'jonge mannenwerkjes' die hij op
de boerderij mocht doen. „Het
lossen van de biètcn die als voeding
voor de koeien werden gebruikt.
Bruine bonen ruiteren op het land.
Dat gebeurde meestal in de
herfstvakantie, dat ,\vas 'een soort
landbouwverlof., j^e?, wc hadden
zeer weinig tijd 'óqvtë, spélen, er
was altijd wel eejJ (tarwéitje te
doen. Maar het ^ip^niét tégen mijn
zin hoor je wist rtiet heter en ze
deden dat allemaal ot
Hoewel de oude böpnïerij met zijn
vier schuren er aan dé buitenkant
nog hetzelfde uitziet als vroeger,
werkt Geelhoed nu toch op een
andere manier. „Ik heb geen koeien
meer. Wel 140 schapen, al ongeveer -
14 jaar. Die grazen op een weiland
en staan in de winter op stal". Dat
verklaart ook de mestput tussen de
schuren op oen steenworp afstand
van do dorpsring. „Ja, je moet de
schuur natuurlijk wel eens
uitmesten hè. Maar zo'n boerderij
met een mestput in het midden van
Ellemeet, dat kan allemaal in zo'n
dorp. 11: vrees wel dat ze er een
bulldozer tegen zullen trekken als
ik er mee stop. Daarom zou ik hier
„De dorpsring is nog net eender dan vroeger, alleen zitten de huizen
nu vol toeristen"
vandaan^aan als ik de boederij
verkoop want ik zou het niet
kunnen aanzien als ze dat deden Of
als een ander op de boerderij alles
anders zou doen dan ik altijd
gewend was. Ik ben nogal precies
zie je. En ik ben aan deze boerderij
gehecht en ermee vergroeid".
Geelhoed woont sinds een jaar
alleen omdat zijn familie is
gestorven en daar heeft hij grote
moeite mee.
Hij bewerkt 21 hectare land.
Minder dan voor zes jaar terug toen
de gemeente Middenschouwen erin
slaagde om via onteigening grond
van hem te kopen voor nieuwbouw.
„Dat wilden ze om nieuwe huizen
te bouwen terwijl ze eerst al die
oude huisjes hier hadden verkocht
aan toeristen", zegt hij
verontwaardigd. „Ik heb het negen
jaar eri drie burgemeesters kunnen
tegenhouden maar toen moest ik
overstag. Het was een
prestigekwestie geworden. Maar die
nieuwbouw was helemaal niet
nodig geweest. De kom heeft nu
aan sfeer verloren in zekere zin.
Vroeger kende iedereen elkaar en
nu weet ik niet eens precies wie er
in die huisjes wonen. Het zijn
allemaal Duitsers. Daar heb ik op
zich niks op togen hoor. Ik heb geen
last van die mensen maar het is
helemaal niet leuk want de helft
van de tijd zijn ze er niet"
De 66-jarige J. J van der Have
stapt nét op zijn fiets om 'een
rondje in de buurt' te doen. Dat is
zo zijn dagelijkse gewoonte. „Want
dan weet ik een klein beetje wat
hier in de buurt gebeurt. Niet dat
het veel is hoor. Het is hier een
klein rustig dorpje, vooral in de
winter" Van der Have stond vele
jaren lang samen met zijn vrouw A.
W. van der Have-Speelman achter
de tap van het enige café dat
Ellemeet vroeger rijk was: café
Oudendijke. Eveneens in de
Dorpsstraat, tegenover de travaille
die dit oude gedeelte van Ellemeet
nog steeds kenmerkt. In januari
1985 besloot het echtpaar het café te
sluiten. Vanwege hun leeftijd en
omdat er niemand te vinden bleek
die de zaak wilde voortzetten.
De autochtone bewoners van het
dorp weten nu wel dat zij geen café
meer hebben. Net zoals zij ook geen
enkele winkel hebben in het dorp
en geen postkantoor. Maar de
toeristen zijn er nog steeds niet aan
gewend. Mevrouw Van der Have:
„Ze komen nog steeds terug. Een
poosje geleden stapte hier nog een
dame binnen die vroeg bent u nog
niet open? Om hoe laat gaat u dan
open7 Ik zei mevrouw, we zijn al
bijna drie jaar dicht".
Het echtpaar heeft sinds die tijd de
beschikking over een ruime
behuizing. Zij hebben hun
huiskamer namelijk ingericht in de
vroegere gelagkamer van het café
en dat geeft een zeer speciale sfeer.
Op de plaats van de tap staat nu
een bergmeubel. In het midden van
de gelag/huiskamer staat het
biljart met daarover een bruin
geblokt kleed en een aantal planten
en een vaas met bloemen erop.
„Dat is reuze handig want als ik
zin heb kan ik zo biljarten", aldus
Van der Have Aan de muren
hangen vele tientallen
reclameplaten en -borden voor
verschillende soorten bier,
sigaretten en cola. „Het zijn er nu
nog meer dan vroeger want toen
het café nog draaide kon dat niet.
Vooral die kleinere waren zo weg.
Die namen de klanten mee als
souvenir", herinnert mevrouw Van
der Have zich. Voor haar betekenen
de niet alledaagse
wandversieringen van haar
huiskamer goede herinneringen aan
het café van vroeger, want meestal
stond zij achter de tap „Mijn man
werkte erbij als metselaar. Die
hielp 's avonds in het café".
Het echtpaar omschrijft de
inwoners van Ellemeet als 'geen
grote cafégangers' „Met de kermis,
de Strao en de jaarlijkse uitvoering
van de muziekvereniging was het
hier heel druk Dan kwam het hele
dorp". De muziekvereniging die de
naam Kunst en Arbeid droeg en
onder leiding stond van dirigent
Kees van de Noot bestaat niet meer
en de laatste kermis dateert van
voor de ramp maar de traditie van
het Straofeest is in Ellemeet in ere
gebleven. Ook in hot vroege
voorjaar van 1987 werden de
paardevoetcn gewassen in de zee
Voor Van der Have èri zijn Vroüw
betekende dat feest door de jaren
heen een dag hard werken want
hun café was het middelpunt van
de feestelijkheden. „Ik was
bestuurslid van de organiserende
vereniging. We zongden voor de
muziek en de prijzen voor het geld
waarmee alles betaald moest
worden. Nee. ik heb zelf nooit
gereden want ik ben bang voor
paarden", aldus de vroegere
caféhouder Voor de deur van cafe
Oudendijke werden (en worden) de
paarden gekeurd. „Vroeger waren
het uitsluitend van die brede
Belgische paarden want die werden
toen op het land gebruikt
Tegenwoordig zijn dat er nog maar
een paar. Wanneer de stoet
voorafgegaan door de muziek terug
het dorp inreed na de rit over het
strand werd er in het café een
borrel gedronken. „Na de toespraak
van de burgemeester" Daarna was
het ringrijden in de Dorpsstraat en
's avonds werden de prijzen
uitgereikt in hot café en was het
dansen. „De hele dag had je veel
aanloop. Dan was het hier zo vol
dat je er bijna niet in kon hoor".
Toch bewaart het echtpaar Van der
Have de beste herinneringen aan de
zomerseizoenen vanaf zo'n vijftien
jaar geleden toen het in Ellemeet
wat drukker begon te worden met
de toeristen. ..Dat was heel gezellig.
Elke dag kreeg je wel weer andere
mensen binnen. Van de campings en
de bungalowparken die hier in de
buurt zijn gekomen. Er zat van
alles en nog wat bij. goede en
slechte. Maar het was heel gezellig.
We hebben veel gelachen. Het
echtpaar herinnert zich een man die
op een stoel ging staan om een lied
te zingen. „Nee, wat hij zong zou ik
niet meer kunnen zeggen maar het
was prachtig Ja, hij had al wat op.
In het begin doen ze dat niet. Zoiets
komt pas na een paar borrels".
Hoewel hun kamer zodanig is
ingericht dat ze bij wijze van
spreken morgen weer zouden
kunnen doorgaan met het café is
het echtpaar van plan de
gelagkamer gedurende hun verdere
leven als huiskamer te blijven
gebruiken „We blijven hier wonen.
Het is hier gezellig. De oudere
generatie vormt een hechte
gemeenschap Er wordt altijd wel
een praatje gemaakt op straat"
Een andere inwoner van het dorp
die in zijn leven heel wat praatjes
op straat maakte en daar
binnenkort nog meer tijd voor heeft
is de bakker O. van Burg. In de
bakkerij achter zijn huis aan de
Dorpsstraat is hij bezig om
tompoezen, amandelbroodjes en
twee taarten te maken Het is een
van de laatste keren.
„Nog een week na deze en dan houd
ik er mee op Ik dacht dat het
genoeg was geweest. Ik ben zestig
jaar en ik ben op mijn veertiende
begonnen met werken in de
bakkerij". Van Burg heeft een zeer
positieve mededeling, „Gelukkig is
er weer zo'n gek gevonden die dit
werk wil doen. Ik word opgevolgd
door Rinie de Glopper. Dat is een
enthousiaste kerel. Die neemt'hier
volgende week mijn werk over
Voorlopig blijft hij nog in Renesse
bakken maar als hij al zijn
diploma's heeft begint hij hier in
Ellemeet een bakkerij. En ook een
winkel heb ik begrepen" Een goed
vooruitzicht voor het dorp dat
immers sinds enkele jaren geen
enkele winkel meer heeft.
Van Burg werd geboren in
Kerkwerve maar na zoveel jaren in
Ellemeet blijft hij er ooit na het
beëindigen van zijn beroepsarbeid
wonen „Ellemeet is te klein maar
zeer. zeer gezellig. Ik heb het hier
altijd reuze goed naar mijn zin
gehad". Zittend op een plastiek
broodkrat wijst hij op de zwarte
heet wateroven waar hij ruim 35
jaar bijna dagelijks zijn produkten
in bakte. „Hij is versleten en ik
ben versleten". Om daar snel aan
toe te voegen „Dat is maar een
grapje hoor. ik ben nog niet
versleten". Van Burg twijfelt er
dan ook niet aan of hij zijn dagen
wel zal kunnen vullen straks
„Lezen, tuinieren. fietsen. Maar het
belangrijkste is dat de druk eraf is.
Nu moet je iedere morgen beginnen.
Het lijkt me heerlijk om rustig en
uitgebreid de krant te kunnen lezen
en daarna wel te zien wat we gaan
doen"
Doordat hij vier keer per week met
brood langs de deuren gaat kent
bakker Van Burg veel mensen uit
het dorp. En hun mentaliteit. „Het
is een gemeenschap onder elkaar, er
is nog een echt dorpsleven. Dat zie
je bijvoorbeeld bij de
toneelvereniging, op Koninginnedag
en bij het Straofocst Dat is een
echt dorpsgebeuren waar het
grootste gedeelte van de bevolking
aan deelneemt".
Het feit dat bij de Strao op
Ellemeet nog schroosels worden
gebakken komt volgens Van Burg
'uit zijn koker' Uit zijn
kinderjaren wist hij nog hoe deze
typisch Schouwse lekkernij eruit
zag en proefde. „Toen wat oudere
mensen aan mij vroegen kan je die
niet weer eens maken ben ik weer
gaan proberen. Het eerste baksel
was verschrikkelijk. Ik had
roggebloem, anijs, kockkruiden en
masscc gebruikt omdat ik dacht dat
dat erin moest. Dat was ook zo.
maar de verhouding was niet goed.
Door experimenteren ging het
steeds beter en nu vliegen ze dc
deur uit Maar toch is het niet
precies zoals vroeger want die
waren knapperiger". Van Burg kan
niet vertellen hoe de naam van de
baksels geschreven moet worden en
het valt ook al niet mee om het uit
te spreken, „Ik heb altijd tegen
mijn klanten uil Holland gezegd:
Als je het kunt zeggen krijg je er
een gratis. Maar het is nooit
gelukt", zegt hij schaterend