Dreischor Iedere dag wordt hier om 12 uur 's middags nog de klok geluid DREISCHOR - In het polderlandschap van de gemeente Brouwershaven ligt de kern Dreischor. Een van de meest pittoreske ringdorpen op Schouwen-Duiveland. Mede daardoor hebben in de loop der jaren ook vele 'Hollanders' Dreischor weten te vinden. Niet alleen voor een bezoekje via de Schouwen- Duivelandroute maar ookt om er zich voor een langere periode te vestigen. Een van hen is de 33-jarige Ineke van de Weel. Omdat haar man in Zierikzee ging werken maakte zij twee jaar geleden de overstap van een nieuwbouwwijk in Maarsenbroek naar het oude Zeeuwse ringdorp waar vroeger bijna de hele bevolking werkzaam was in de vlasteelt en de "bewerking daarvan. „Ik vind het hier heerlijk. Dreischor verschilt in alles met Maarsenbroek. Het is hier veel rustiger, persoonlijker en gezelliger. Het lijkt wel of iedereen, contact heeft met elkaar terwijl in Maarsenbroek de buren elkaar vaak niet eens kennen". Een van de verworvenheden van de landelijke omgeving waarin zij kwam wonen is voor Ineke haar moestuin. „Mals, tuinbonen, rammenas, peulen, wortelen en doperwten", somt zij vol enthousiasme de gewassen op waaraan zij bijna dagelijks haar zorg en aandacht besteedt. „Nee, ik had daar nog niet zoveel ervaring mee toen ik hier kwam. Ik weet soms ook niet hoe iets moet. Maar dat is geen enkel probleem. Dat vraag je hier gewoon aan iedereen". Behalve aan haar gewassen besteedt Ineke dagelijks aandacht aan haar drie jonge kinderen. Tfevens is zij in het winterseizoen actief met het geven van catechisatie aan de dorpskinderen die net op de middelbare school zitten. Ineke van de Weel is boodschappen aan het doen. Zij gaat daarvoor naar de winkel van de 56-jarige Cor van Dixhoom aan de Zuidstraat. Een goede keus want bij Van Dixhoom zul je niet snel tevergeefs om iets komen. Zijn winkel vormt het schoolvoorbeeld van een 'winkel van Sinkel'. Vele honderden artikelen liggen dicht opeengetast in de meest verrassende combinaties bij elkaar. Ineke koopt een paar stuiverromannetjes en geleisuiker om jam te maken. Maar het is ook heel goed mogelijk om naar Van Dixhoom te gaan om een paar klompen, een nootmuskaatraspje, een zeepklopper en eau de cologne van Boldoot die zo uit een grote voorraadfles wordt getapt in de hoeveelheid die de klant wenst. Voor dat alles schijnt klandizie te zijn. „Het is de laatste tijd weer in opkomst dat de mensen meer overgaan op natuurlijke produkten", verklaart de winkelier de zeepklopper. Bij een rondgang door de winkel wordt men verder geconfronteerd met een waslijn waaraan nieuwe huishoudschorten hangen uitgestald, brandweerbretels en jarretels voor aan damescorsetten. „Een klein artikel, maar er zijn nog oudere dames die ze dragen". Tussen de blauw gewolkte pannen staat ook een petrpleumstelletja „Sommige mensen gebruiken niets liever om de soep op te trekken, ook nu nog". De weerhuisjes en de Keulse potten in het winkelassortiment schijnen vooral in trek te zijn bij buitenlandse bezoekers op wie de zaak Van Dixhoom ook aantrekkingskracht schijnt uit te oefenen. „Ik heb hier al mensen gehad uit Tfexas en Noorwegen". „Ach, ik ben zelf ook antiek", verklaart de Dreischorse winkelier het bijzondere assortiment in zijn zaak. Antiek is misschien wat veel gezegd maar uit de manier waarop hij de klanten helpt, die op deze zomermorgen achter elkaar door de winkel binnen druppelen, blijkt wel de ouderwetse 'persoonlijke benadering'. Met iedereen wordt een praatje aangeknoopt dat vaak niet is ontbloot van humor en cynisme: „Ja, dat is precies gepast. Maar jie ga nog naar school. Jie kan rekenen, daar zijn ze geweldig in tegenwoordig. Ben je overgegaan Of „Je komt uit Holland dan heb je toch geen haast"? En: „Ik heb suikervrije kauwgom en kauwgom met suiker, die wordt speciaal voor de tandarts verkocht". De klanten reageren erop met gegrinnik of met adrem opmerkingen terug. De computerkassa zal voorlopig zijn entree nog niet maken in de winkel van Van Dixhoom. Naast de ouderwetse weegschaal en snijmachine van Berkel ligt het langwerpige opschrijfboek waarmee Van Dixhoom 'op de pof' verkoopt. „Ach ja. Ik ben nog ouderwets. Vroeger voor de oorlog en de ramp was het heel gewoon dat er op de pof werd gekocht. De mensen kregen op zaterdag hun ping uitbetaald cn dan kwamen ze afrekenen. Na de ramp is dat allemaal veranderd. Maar het kan nog steeds bij mij. Er wordt wel veel minder gebruik van gemaakt hoor". Van Dixhoom nam de winkel, die naar zijn schatting uit de negentiende eeuw dateert, over van zijn ouders K. van Dixhoom en N. W. van Dixhoorn-de Roo. „Mijn moeders vader was hier wagenmaker op het dorp" Enkele maanden geleden werd zijn moeder opgenomen in de Comeliastichting cn nu woont Van Dixhoom alleen. „Ik kan niet met een vrouw in mijn armen staan dus doe ik het maar met de poes", grapt hij als de fotograaf hem wil vereeuwigen voor* de gevel van de winkel. Een gevel die op zich al een bezienswaardigheid is vanwege de ouderwetse reclameschildcring voor Solo margarine die door de tand des tijds steeds verder wordt aangetast. „Laatst kwamen een paar mensen mij nog een wikkel van die boter brengen want in België wordt die nog verkocht". Van Dixhoom. vergroeid met zijn winkel ón met Dreischor. Bestuurslid van de culturele vereniging Nut cn Genoegen en secretaris van de muziekvereniging Crescendo. „Ik heb hier mijn handen vol" Ook de 82-jarige mevrouw P J. Slager-Wagenmakers, die in een mooi ouderwets huis aan de bocht van de Nieuwe Bogertstraat leeft zou nergens anders willen wonen. „Ik ben een echte Dreischomaar. Anders zou ik hier toch niet allenig in zo'n groot huis blijven wonen. Zolang het nog kan ga ik hier niet weg" Ondanks het feit dat ze wat slecht ter been is kookt de krasse oude dame nog graag en dat is te merken aan de heerlijke geur van koteletten die in het huis hangt Vele tientallen jaren runde zij samen met haar man café Centrum dat vroeger op de plaats stond waar nu het Dorpshuis is. „Mijn man was metselaar. Die heeft het café zelf gebouwd". Mevrouw Slager herinnert zich nog goed het dagelijkse boerenleven van vroeger. Hoe de dorpelingen in café Centrum kwamen kaarten en biljarten. En de uitvoeringen van de zangvereniging Streven Naar Beter. „Ja, dan kwam heel het dorp luisteren". Vroeger kende zij alle inwoners maar ook bij haar heeft de nieuwe tijd daarin verandering gebracht. „Daar gaan er hier zat voorbij die ik niet meer ken". Een van de oude tradities die in Dreischor nog in ere wordt gehouden is het dagelijks luiden van de torenklok om twaalf uur 's middags. „Dan was het vroeger schafttijd voor de arbeiders op het land", weet de 58-jarige mevrouw C. J. van der Sande-Dorst te vertellen. Samen met haar 65-jarige man J. van de Sande woont ze tot volle tevredenheid in een huisje aan de Heshuizenstraat dat aan de achterzijde uitzicht biedt op de torenklok. Mevrouw van de Sande werd geboren in Siijansland maar woont in Dreischor sinds zij één jaar oud was. „Daar waar nu het landbouwmuseum staat ben ik naar school geweest. „Ze waren vroeger heel wat strenger dan nu hoor. Als je zat te kwebbelen kreeg je zo een tik op je vingers of hadden ze je oorlel te pakken. Dat konden ze goed". Ook na schooltijd was ze vroeger niet vrij. „Ik speelde wel liever buiten, maar dat mocht niet. Als ik thuis kwam lag het breiwerk al klaar. Sokken. Met een rood draadje erin dan kon mijn moeder zien hoeveel ik gebreid had. J.Jc was wel eens gemeen hoor, dan trok ik de draad eruit". De tegenwoordige jeugd ziet het echtpaar niet zo zitten. „Ik vind dat ze daar niet te flauw mee moeten zijn. Het is toch schandalig. Als ze geld hebben gaan ze maar uit en rotzooi schoppen en ze worden steeds brutaler" Overigens heeft mevrouw van de Sande geen hekel gekregen aan breien want ze wijst vol trots op de eigengebreide sokken die zij en haar man dragen. „Het was vroeger altijd even leutig en gezellig. We deden spelletjes op straat, hinkelen, touwtje springen en hoepelen. Een we speelden toneel in een "oude schuur". Maar ook vandaag de dag kan het echtpaar zich nog goed bezighouden in Dreischor. Elke morgen brengen zij samen kranten rond. Van der Sande werkt in zijn groentetuin en ook de bloementuin achter het huis staat er prachtig bij. „Kijk daar heb je m'n hoekje. Als je daar kunt zitten dan wil je toch niet naar het strand gaen". Het echtpaar vind dat er veel 'vreemd volk uit Holland' in hun dor is komen wonen. „Maar daar hebben we weinig last van". Tn der mr P. Mugges tra af haugc op nummer 15 een bord boven de voordeur: 'Lang leve het bruidspaar'. Dat blijkt ter ere van Rien Botbijl en Annemarie Kristalijn te zijn die in het huwelijk treden. Een jong stel dat van plan is in het oude ringdorp kinderen groot te brengen. „Het is hier lekker rustig en geschikt om kinderen op te laten groeien Als ik hier mijn auto open laat staan wordt hij nog niet leeggestolen". De bruidegom groeide zelf ook op in Dreischor en Annemarie komt uit Zierikzee Ondanks de 'grote dag' heerst er een rustige sfeer in huis en is een onverwacht bezoekje van 'de krant' geen enkel probleem. De bruid is bezig om het bruidsmeisje Hclma witte handschoentjes aan te doen en de bruidegom wordt door zijn oom geassisteerd met het leggen van een knoop in zijn das. „Moet het een Winsorknoop zijn Geeft niet, al leg je er een dubbele knoop in". Rien en Annemarie gaan niet onvoorbereid naar het Dorpshuis aan de Ring om te trouwen. Zij wonen al een jaar samen in Dreischor en dat is hun goed bevallen. „We kennen mekaar hier allemaal in de straat. Het is hier heel gezellig" Annemarie is ook bekend met een aantal oudere dorpsbewoners omdat zij daar in de huishouding werkt en Rien Botbijl is commissionair in landbouwprodukten. „Ik zit hiet ook in de brandweer dus ik heb een aantal verplichtingen in Dreischor", motiveert hij verder de keuze om in Dreischor te blijven wonen. Rien en Annemarie zien hun toekomst in Dreischor wel zitten. Geheel ontspannen poseren zij voor deur van hun huis in het zonnetje. Symbolisch voor de jongere inwoners die onontbeerlijk zijn voor een zonnige toekomst van een oud

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1987 | | pagina 34