Burgh „Vroeger had je op de Burghse Ring allerlei verschillende soorten perebomen" Noordstraat en Dorpstraat geweest", weet hij nog precies. „O, ja vroeger was het allemaal heel anders hier in Burgh. Het was rustig. Je wist dat er in het voorjaar een paar mensen op vakantie kwamen. Maar nu ken je de helft niet meer van wie er rondlopen". Tbch zegt Hogenstein weinig last van de toeristen te hebben. „Er wordt geld door verdiend en alles kan niet blijven zoals het was" Hoe het was weet Hogenstein nog heel goed. „Ik ben hier in dit huisje geboren. We hadden tien kinderen en grootmoeder woonde er ook bij. De kinderen sliepen allemaal samen op zolder. Met een gordijntje ertussen als afscheiding tussen de jongens en de.meisjes. Hier in de kamer beneden waren drie bedsteden. Een voor mijn ouders, een voor mifn grootmoeder en een waar de drie oudste kinderen samen in sliepen. Dat was niks bijzonders hoor. Dat was bij iedereen zo". Doordat er vroeger nog weinig verkeer was kon Hogenstein in zijn jeugdjaren nog volop op straat voetballen. „Ik zat op de christelijke schooi. Die stond op de plaats waar nu de dokter woont aan de Burgse weg. Na school voetbalden wc op het schoolplein of in de duinen op het voetbalveldje Poseidon. Zo noemden we het". "Ibch was er ook voor hem al in zijn jonge jaren werk aan de winkel. „In de vakantie kregen we een fles koude thee mee en een balen zak. Die was om bosjes tarwe of ander graan in te doen die we moesten samenbinden. Een wezeken noemden we dat. Voor de konijnen, geiten en kippen van mijn vader en moeder" Hogenstein werkte gedurende zijn leven op verschillende plaatsen maar altijd buiten. Beheerder van het natuurgebied rondom slot Haamstede, in de Boswachterij en op het land. Hij is nog steeds een natuurliefhebber en dat is te zien aan zijn tuin die er prachtig bijstaat. Versierd met klompen en een tuinkabouter. Ook aan de perebomen rond de Burghse Ring die tot op de dag van vandaag een traditie vormen bewaart hij levendige herinneringen. „Nu zijn het allemaal dezelfde peren die er staan. Maar vroeger had je allerlei verschillende soorten. Suikerpeertjes, Dirksjcperen. Bergemotperen, Asseperen en een enkele boom met Gicsewildemanperen. Ze stonden niet alleen langs de Ring maar door heel het dorp. Ze waren er al zolang ik me kan herinneren". Blijkbaar waren ze heel lekker want Hogenstein had er kwajongensstreken voor over om aan een paar peren te komen. „We waren met jongens onder elkaar hé. Een klom er in de boom om te schudden en de rest raapte ze op. Er was toentertijd maar één politieman en die hielden we in de gaten. Als hij eraan kwam renden we weg maar wel mét de klompen van de jongen die in de boom zat. Anders moet die ze later bij de veldwachter gaan ophalen. Nee, het gaf niet dat die jongen in de boom bleef zitten want daar kon de veldwachter toch niet bij". Vroeger werden de peren nog niet zoals tegenwoordig publiekelijk verkocht. „Ik heb altijd geweten dat Bom van gemeentewerken met een hele lange ladder kwam om ze te plukken. Onder de bomen stond de kruiwagen waar de peren in moesten. Dan riepen wij naar boven Bom kriek astublief nog een peertje? En als hij het niet zag lieten' we er snel een paar in ons blousje glijden". Een andere.typisch Burghse aangelegenheid die Hogenstein zich herinnert is de vroegere competitie tussen inwoners van Burgh en van Haamstede „We waren echt haatdragend. We scholden elkaar uit voor Haamsteedse kloter en Burghse kloter". Ook de plaagliedjeS uit die tijd kent hij nog uit zijn hoofd. „Die van Haamstede zongen: Haamstede heeft een ereslot en Burgh heeft een geitekot. En dan zongen wij: Haamstede zingt en Burgh blinkt". Volgens Hogenstein is er tegenwoordig niets meer te merken van die vroegere competitie. Hij is al ruim drie jaar lid van het ouderenkoor waar 25 ouderen uit Burgh én Haamstede wekelijks in grote eendracht repeteren onder - leiding van dirigent M. Hogenstein. „Mijn broer". Het huisje waarin hij woont bewaart voor hem alle herinneringen aan vroeger. „Ik ben hier geboren. Kijk hier in de schuur zie je nog de ronde vloer en de dorsvlegel waar mijn vader het graan dorste. In het kamertje ernaast bewaart Hogenstein allerlei spulletjes die nog van zijn ouders zijn en die voor hem alles met het Burgh van vroeger te maken hebben. Gezeten in een stoel voor zijn winkel De Vlijt bekijkt de 42-jarige L. Dijkman de tientallen toeristen die ook regelmatig zijn zaak binnendruppelen. Daar vinden ze speelgoed, huishoudelijke artikelen, visgerei en souveniers. Een assortiment dat zich op de stoep voor de winkel voortzet. „Ik houd hier de boel een beetje in de gaten", verklaart Dijkman zijn aanwezigheid op de stoep. Om de paar minuten klinkt zijn 'heul!' naar bestuurders van auto's die voorbij rijden. „Ja, ik ken iedereen en iedereen kent mij''. De winkelier is er een van de 'tegenpartij' zoals hij het noemt. „Ik ben geboren in Haamstede, in mijn jeugd heb ik nog gevochten met die van Burgh maar dat is nu helemaal over hoor". Dat blijkt wel want Dijkman woont al achttien jaar met plezier in Burgh. „Het is hier leuker dan in Haamstede. De mensen zijn vrijer in de manier waarop ze mot elkaar omgaan". Dijkman runt de zaak samen met zijn vrouw. Voor de foto poseert hij met zijn kleine dochter Marianne Ook aan de Ring woont mevrouw M. den Engelsman-Van den Hoek. „Het is een kleine gemeente waar het 's zomers druk is en we in do winter gezellig onder elkaar zijn. Het is hier fantastisch. Veel gezelliger dan in Renessc waar ik ben geboren. Hier is niet zoveel import". Ze maakt zich wel zorgen over de toenemende vergrijzing in het dorp. „Dat is een slechte zaak. Er is wel nieuwbouw maar dat zijn voornamelijk bejaardenwoningen. De Burghse is actief met het Rode Kruiswerk. Welfare, EHBO en het rondrijden met ouderen die in een rolstoel zitten. „En als het mooi weer is ga ik fietsen of aan de zeedijk zitten. Nee, niet aan het strand want daar is het veel te druk". Burgh, een dorp met twee gezichten; een zomor-Burgh en een winter-Burgh. Een wandeling door de kern en een praatje met verschillende bewoners lant de indruk achter dat men zich hieraan met succes heeft aangepast en nog steeds met plezier in het dorp woont Tbkst: MARIJKE VAEL Foto's: JOHAN JUNIOR BURGH Sinds de gemeentelijke herindeling in 1961 wordt het meestal in een adem genoemd: Burgh-Haamstede. Toch beschouwt het grootste deel van de bijna 900 inwoners van het ringdorp Burgh zijn woonplaats als een aparte kern. Vroeger een rustig plattelandsdorp met in de zomer een enkele badgast. Ifegenwoordig een van de gebieden in Westerschouwen waar de toeristen 's zomers in grote hoeveelheden naar toe trekken. „De bossen, de duinen, het strand", zijn de meestgenoemde aantrekkelijkheden van de directe omgeving van Burgh. Langs de kerktuin op de Burghse Ring staan de auto's van de toeristen bumper aan bumper geparkeerd. IVIen doet boodschappen. Bij de hakker, kruidenier en slager wachten groepjes mensen geduldig op hun beurt. Na enig zoekwerk blijkt er ook hier en daar een autochtone bewoner tussen te vinden. En die vertelt met stelligheid dat het in Burgh nog steeds prettig is om te wonen. Want hoewel de toeristen tijdens de zomermaanden het ringdorp in bezit genomen lijken te hebben, vormt de vaste bewonerskern nog een hechte groep. meer dan twee uur per nacht. „We bakken maar door. Er wordt nu een tienvoud verkocht van wat er in de winter over de toonbank gaat", vertelt de 24-jarige Harry Sonnemans terwijl hij ijverig aan het meuliebrood werkt. De jeugdige bakker woont 15 jaar in Burgh en met plezier zo blijkt. „Het is hier een gemoedelijke sfeer, de mensen kennen elkaar en hebben weinig moeilijkheden onderling". Hij vindt de toename van het toeristenaantal in de loop der jaren niet erg. „Het oude dorp is er niet door verloren gegaan en het is goed voor de omzet". Hany runt de bakkerij samen met zijn 28-jarige broer Mathieu en diens vrouw Dorothé enthousiaste bakker en zijn broer doet daar niet voor onder. Behalve het dagelijks werk heeft de hobby van de broers ook nog betrekking op hun vak. Het verzamelen van oude bakkersgereedschappen. „Een speculaasmaker, een oude" snijmachine, zeven en weegschalen. Het staat uitgestald in de huiskamer boven en het wordt regelmatig gebruikt om de etalage meer op te maken. De nieuwste aanwinst is een oude bakfiets uit het begin van deze eeuw en een bakkerskar. „Die hebben we zelf opgeknapt en nu staat er dinsdags iemand van ons personeel mee op de markt in Burgh. Met bolussen, palingbrood en vlaaien". Sonnemans-Van der Vlugt. Zij werd geboren in Goes en woonde en poos in Rotterdam maar zou niet meer terug willen. „We zitten hier hardstikke lekker. Dicht bij de natuur en gezellig. Iedereen zwaait hier nog naar elkaar". Dorothé vindt de jaarlijkse afwisseling van een drukke zomer en een rustige winter wel lekker. „Dan hebben we het eiland voor ons alleen". Zij blijkt getrouwd met een Hoewel beide bakkers nog niet oud zijn herinneren zij zich ook nog een andere tijd in hun dorp. „Nu zijn Burgh en Haamstede helemaal samengevoegd maar vroeger ging het echt tegen elkaar. Het gebeurde dat we werden bekogeld met stenen als we naar de basisschool in Haamstede reden met de fiets. Door de schoolkinderen uit Haamstede omdat we van Burgh kwamen. Ja, hoor we gooiden ook wel eens terug". In zijn korte broek bij de fiets staat de 74-jarige Gode Schalk uit Vlissingen op de Ring te wachten op zijn vrouw die boodschappen doet bij de kruidenier. „We komen hier elke zomer, al zes jaar achter elkaar. Mijn schoonzus heeft hier een huisje en het is hier heel aardig om op vakantie te zijn met die bossen en duinen". Schalk brengt de vakantie door met lezen, puzzelen en fietsen in de omgeving. „En banden plakken, want die zijn hier zo lek met die duindoorns". Op de stang van zijn fiets ligt een lange dunne stok. „Dat is voor een gordijn. Voor de wespen want ons vakantiehuisje staat in een boomgaard en daar zitten een heleboel van die beesten". Verder blijkt het heel gezellig te zijn daar op dat vakantieadres want Schalk spreekt de hoop en verwachting uit dat hij de rest van zijn leven jaarlijks in de zomer naar Burgh op vakantie zal komen. „Als alles goed gaat". In een oud huisje aan de Kerkstraat woont de 78-jarige A. Hogenstein. Een geborer» en getogen inwoner van Burgh. „Nu heet het Kerkstraat maar het is hier ook In de bakkerij van de gebroeders Harry en Mathieu Sonnemans aan de Kogeweg worden de bolussen met honderden gelijk gebakken. En in bijna hetzelfde tempo gaan ze in de winkel over de toonbank. Tbpseizoen-, De bakkers slapen niet

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1987 | | pagina 32