Burghsluis
BURGHSLUIS - Onder
aan de zeedijk, rechts
naast de gebouwen van
Dosbouw ligt in
Burghsluis de Oude
Havenweg. Daar stapt
men een schilderachtig
decor in van oude
dijkhuisjes met luiken,
jonge knotwilgen, ganzen,
kippen en schapen. Er
ademt een sfeer van rust
en stilte die door het
ruisen van de wind en het
Oosterscheldewater alleen
maar wordt versterkt.
Van de veertien huisjes en
de boerderij worden er
slechts vier permanent
bewoond. ,,De mensen
zijn hier in 1953 bijna
allemaal verdronken.
Daarna is er bijna
niemand meer
teruggekomen", vertelt de
69-jarige M. Hart wijzend
op de vloedtegel die op
een huisje aangeeft dat
het water daar bijna drie
meter hoog heeft gestaan.
Burghsluis. een ingeslapen
gehucht. Van havenmeester Chiel
Overbeeke, die vanuit zijn
vuurtorenkantoortje op de dijk
alles in de gaten houdt, mag het zo
omschreven worden. „De meeste
herrie die hier voorkomt wordt
gemaakt door de wind. Het is
gewoon een havehtje met een paar
huisjes er omheen". Op de vraag
hoeveel mensen er dan wonen telt
hij op zijn vingers negentien vaste
inwoners af. Het aantal huizen is
iets groter 25. Maar dat komt
omdat het overgrote gedeelte
daarvan als tweede woning wordt
gebruikt De meeste inwoners zijn
65 of ouder. „Het aantal neemt
steeds af. De mensen gaan dood en
er komen geen nieuwe vaste
inwoners voor in de plaats. Je moet
tegen de stilte kunnen Sommigen
worden daar dol van. Maar ik vind
het lekker rustig".
Eigen baas
Overbeeke die van oorsprong
boekhandelaar was. houdt van het
water. En van zijn baan die hij
vijftien jïiar geleden overnam van
zijn vader C. A. Overbeeke. „Je
bent je eigen baas en je bent
buiten", legt hij uit. En verder vindt
hij het heel leuk om mensen van
allerlei pluimage te ontmoeten. Die
komen in Burghsluis met
zeiljachten (in de zomer soms zo'n
50 per dag), sportvisschepen,
kokkclschepen. vrachtschepen. En
met auto's om die schattige
haventjes in de buurt van de
pijlerdam even te bekijken. „Ik geef
de mensen informatie over allerlei
dingen die ze komen vragen en
natuurlijk wijs ik de schepen waar
ze moeten liggen en haal ik het
havengeld op" Op de vraag of er
winkels zijn in Burghsluis moet hij
de gasten altijd ontkennend
antwoorden. Zelfs de pierenwinkel
die tot vorig jaar de enige
detailhandel vormde is verdwenen.
Maar geen nood. Overbeeke heeft in
zijn vuurtorenkoepel vier fietsen
staan die gratis gebruikt mogen
worden om even boodschappen te
halen in Burgh. „De
watersportvereniging Burghsluis is
druk bezig om hier een clubhuis
van de grond te krijgen waar dan
wat inkopen kunneA 'worden
gedaan", zegt hij hoopvol.
De havenmeester bewaart goede
en ook spannende herinneringen
aan de tijd dat de reddingsboot Jan
Leis nog in de haven van Burghsluis
lag. „Dat gaf een beetje sfeer aan
het spul". Nog steeds is hij
opstapper/stuurman van de huidige
reddingsboot de Koningin Beatrix
en rukt in die functie zo'n tien d
vijftien keer per jaar uit om
mensen te helpen die in nood zijn.
..Meestal van zeiljachten die zijn
gestrand op de zandplaten in de
Banjaard Maar ook wel eens
patiënten die van grote schepen of
coasters voor de kust moeten
worden gehaald". Een keer is hij bij
een reddingsactie zelf met zijn boot
omgeslagen „Het ging een beetje
doorwaaien en toen ging het fout"
Overbeeke en zijn collega's hoefden
niet zelf te worden gered want ze
konden de boot vasthouden en
hadden overlevingspakken aan
Overigens betrof het de Dolfijn, de
kleinere bijboot van de Jan Leis
want die laatste reddingsboot draait
zich vanzelf terug als hij is
omgeslagen
Windwijzer
De havenmeester is zeer tevreden
met zijn behuiz.ing in de oude
koepel van de vuurtoren van
Haamstede. „Die staat "hier nu zo'n
vijf jaar. Hij is door de gemeente
aangekocht toen op de vuurtoren
van Haamstede een nieuwe koepel
met radar werd geïnstalleerd". Het
interieur van de typische behuizing
wordt beheersd door een levensgrote
windwijzer die .de hele oppervlakte
van het plafond beslaat. Zuidwest
ten-zuiden wijst hij aan.
„Windkracht vier vijf", vult
Overbeeke met een vorsende blik
op de Oosterschelde aan. „Dat zie je
aan de golven en hoor je aan het
geluid. Dat went wel op den duur
Hoewel, bij heel harde storm wordt
je moe van het lawaai". De
havenmeester heeft dat twee maal
in zijn vijftienjarige lóopbaan
meegemaakt. „Toen stond het water
3.35 meter plus NAP. De uitlopers
van de golven kwamen tot over de
havendijk heen. We waren allemaal
lichtelijk in paniek en er was
uitgebreide dijkbewaking
natuurlijk". Met het gereedkomen
van de pijlerdam behoort dat
allemaal tot het verleden.
„Gelukkig", zegt Overbeeke. „De
spanning op zich is niet zo erg maar
de kans op schade wel Er kunnen
lijnen breken of container gaan
drijven. En ik moet er 's nachts met
hoog water nog uit ook".
Kippen
De uitstulping in de havendijk
waarin het Oosterscheldewater
regelmatig een nieuwe voorraad
schelpengruis aanspoelt wordt
regelmatig bezocht door inwoners
uit Haamstede. Met de auto of met
de fiets, maar altijd gewapend met
een schop en een emmer komen zij
schelpengruis halen. „Voor de
kippen", vertelt een van hen, J van
de Berg. „Het zijn hier van die
mooie gebroken kleintjes, die
vreten ze helemaal op. Die vind je
alleen hier en bij het haventje van
Flaauwers. De havenmeester vindt
die 'rooftochten' geen enkel
probleem. „Elke storm komt er
weer nieuwe voorraad".
Minder blij is hij met de duikers
die regelmatig Burghsluis aandoen.
„Die maken een hoop herrie en
rotzooi. Dat zijn do enigen waar we
last van hebben. Een zwart punt in
de recreatie". Het steeds
toenemende aantal recreanten dat in
de zomer langs de dijk komt
zwemmen of met de auto langs de
haven komt rijden vindt hij geen
enkel probleem.
Het gehucht Burghsluis ontstond
doordat bij de scheiding van de
gemeenten de haven werd verdeeld
in het oude sluisje en het nieuwe
sluisje. „Vroeger was het hier veel
meer een havengebeuren dan nu.
Alle bewoners waren bij het water
betrokken. Dat is voorbij".
Desondanks is Overbeeke dik
tevreden met 'zijn' haven. „Je
maakt welocns vreemde dingen
moe", zegt hij terugdenkend aan het
motorjaebtje dat vorig jaar zonk
omdat de koelstang was
gesprongen. „En die man die zijn
boot aanmeerde boven de schuin in
het water aflopende steiger. Toen
het morgen (en cb> iverd lag zijn
boot droog en dwars over de
steiger"
Lopend voorbij het kantoor van
Dosbouw komt men onderaan de
dijk van het ene schilderachtige
plaatje in het andere terecht Een
oude vlet tussen de rietpluimen, de
fuiken en visnetten die te drogen
hangen op een rommelig erf. En de
huisjes aan de Oude Havenweg met
hun typische Hollandse luiken De
69-jarige M. Hart woont er al sinds
zijn zeventiende toen hij een
mensen van allerlei pluimage
baantje als inwonersknecht kreeg in
een boerderij aan de overkant van
de dijk „Hot is hier heel goed
wonen. Nee. het is hier nooit stil.
Jullie komen hier toch ook langs.
En dat doen er honderden Het
water cn de haven trekt altijd. Op
zondag zie je hier altijd mensen en
dan is het in het dorp doodstil".
Hart heeft de verwachting dal die
drukte met het gereed komen van
de pijlerdam alleen nog maar zal
toenemen. Met zijn vrouw beheert
hij het overgrote deel van de huisjes
aan de Oude Havenweg die als
tweede woning worden gebruikt.
Op zijn lokroep „kum, kum, kum".
komen de schapen, ganzen en
kippen van de naburige boerderij
(ook een tweede woning) blatend,
gakkend en kakelend naar hom toe
gerend. Zij herkennen in Hart
degene die aan hun belangrijkste
levensbehoefte voldoet: voedsel.
Burghsluis. in het verre verleden
een belangrijke haven van
Schouwcns Westhoek, is mefle door
de dijkvnllcn die de Schouwse kust
door de eeuwen heen teisterden,
geworden tot een kleine
nederzetting die is ingenomen door
een bescheiden aantal recreanten.
Voor de oplettende bezoeker die iets
verder gaat dan de havendijk is do
sfeer van weleer echter nog op een
verrassende manier terug te vinden.