Brijdorpe „Drie jaar geleden hebben we hier een aardgasaansluiting gekregen" BRIJDORPE - Vijftien huizen, de meeste met bijbehorende boerenschuren. Gebouwd rondom een driesprong van polderwegen die wordt gevormd door de Ringdijk en Hoogeboomsweg. 'Brijdorpe gemeente Middenschouwen' staat er op het naambordje dat men tegenkomt door vanaf de Delingsdijk de polderweg richting Looperskapelle in te rijden. Brijdorpe, een kleine gemeenschap bestaande uit 46 inwoners die door de meeste eilandbewoners in de omtrek in goed Zeeuws wordt aangeduid als Briepe. Een bebouwing die daar al vele eeuwen op die plaats in de polder ligt, zo blijkt uit de geschiedenisboekjes. Bij een bezoekje aan de heer en mevrouw I. en H. Padmos-Dalebout blijkt dat zich onder de huidige bewoners van het buurtschap een aantal 'oude families' bevindt die al van generatie op generatie in Brijdorpe woont. „De familie De Wilde, de familie Knol, de familie Boot", somt Iman Padmos op. Zelf is hij van de zesde generatie van zijn familie die in Brijdorpe werd geboren. „In rechte lijn. Steeds de oudste zoon en steeds dezelfde naam, Iman". Het oude huis dat begin .1800 werd gebouwd overleefde de watersnoodramp niet, maar de familie Padmos woont nog steeds op dezelfde plaats aan de Hoogeboomsweg. Het is niet verbazingwekkend dat ook hun oudste zoon Iman heet. Als bewijs voor de oude families op Brijdorpe verwijzen ze naar het mooie kleine kerkhofje vlakbij de driesprong. De enige 'bijzondere voorziening' die Brijdorpe heeft. De begraafplaats is wel gesloten. Op de stenen komen steeds dezelfde familienamen terug. „Ja, je bent hier op oude grond. Briepe is nog veel ouder dan Brouwershaven. Vroeger lag het aan een diep water en stond hier een klooster en een burcht. Maar het water is verzand. In vroeger eeuwen was Brijdorpe een soort militaire post, een versterking. Dat zie je ook op het wapentje van Briepe Daarop staat een zwaard op een blauwe achtergrond. Dat blauw is waarschijnlijk symbolisch voor de zee". „Af en toe komen hier mensen met schopjes en een keer zelfs met een wichelroede om in de grond te zoeken. Als kind zijn we ook weJ eens aan het graven geweest. Maar het enige dat we vonden waren mensentanden, beentjes en botjes". Iman Padmos bewaart goede herinneringen aan zijn jeugd in Brijdorpe. Hij werd in 1935 geboren en maakte dus de oorlog mee als tien- tot vijftienjarig kind. Nee, ik heb er geen enge herinneringen aan overgehouden. Je was er vertrouwd mee geraakt hè. En je bekijkt het als kind. Bovendien ben ik altijd al een 'vechter' geweest. Ik weet nog dat ik met mijn vader vol spanning stond te kijken naar een luchtgevecht tussen twee vliegtuigjes hier boven de polder. Ik hoopte intens dat de Engelse vliegenier zou winnen". Er woonden volgens Padmos in zijn jeugdjaren niet zoveel kinderen in Brijdorpe. Maar ze wisten zich wel prima te vermaken. „We speelden op het erf en in de schuur. Daar maakten we allerlei gangetjes tussen de pakken stro waar je als een kat in weg kon kruipen. En dan wegkruipertje doen". Brouwershaven om de lagere school te bezoeken. „Met mijn boterhammetjes. Die at ik tussen de middag op school op". Een fiets voor die tocht kwam er pas na de oorlog. Hij herinnert zich dat het precies twee drie keer is Zij herinneren zich dat er voor 1953 niet zo'n hechte band bestond tussen de bewoners van Brijdorpe onderling. „Dat had met godsdienstige achtergronden en principes van politieke aard te maken. De mensen waren meer op zichzelf. Tbgenwoordig is het veel meer een hechte gemeenschap. Het is bijna optimaal. De mensen leven met elkaar mee en weten dat ze op elkaar kunnen rekenen als het nodig is. "Ibch leeft ieder zijn eigen leven hoor. We zitten niet stijf op eikaars lip maar er is wel respect voor elkaar". Het is duidelijk dat het echtpaar het naar zijn zin heeft in Brijdorpe. Padmos is de eerste in de reeks generaties die geen 'echte boer' is. Hij heeft een landbouwmechanisatiebedrijf. De bewerking van het land is daarnaast bijzaak geworden. Ook zijn zoon is meer geïnteresseerd in techniek. Hij verkoopt en deed niet aan sport maar ik was wel getraind". Als de belangrijkste verandering die zich in de loop der jaren in Brijdorpe voltrok noemt ze de mechanisatie in de landbouw. „Vroeger duurde de werkweek tot zaterdagavond. Er was altijd wel wat te doen. Er waren meer arbeiders bij het werk betrokken. Die woonden in de dienstwoningen bij de boerderijen. Dat zijn nu vakantiewoningen. En er is ook bijna geen vee meer bij de boerderijen". Ondanks het feit dat ze wat moeilijk ter been is woont ze sinds ruim zes jaar zelfstandig. En dat wil ze graag zo houden „Eerst Was het moeilijk om eraan te wennen om alleen te wonen. Nu zie ik het als een bedreiging om hier misschien vandaan te moeten Ik kan er niet aan denken om naar een bejaardentehuis te moeten. Gelukkig kan het nog zo omdat ik veel hulp heb van mijn familie". Een ander spel dat rechtstreeks verband hield met de oorlog waren de vaartochten van de jeugdige Padmos en zijn vrienden op de vaart nabij het buurtschap. „We hadden een hele vloot joh. Gemaakt van onderdelen van neergestorte vliegtuigen. Deuren en brandstoftanks. Dat was heel licht materiaal. Daar gingen we op zitten of liggen en als het dan maar oen beetje waaide ging je heel hard. Dat was heel verrassend want we kenden dat materiaal helemaal niet. Ja, we schoven natuurlijk ook nog wel eens onder water. Maar dat gaf niks. Er zaten ratten in die vaart maar we zijn er nooit ziek van geweest". Iedere dag liep Padmos twee keer de vier kilometer naar Twee huizen verder woont een 81- jarige vrouw Zij bracht haar hele leven door in het buurtschap en is een echt natuurmens „De vrijheid", noemt zij als de belangrijkste reden waarom zij aan Brijdorpe is gehecht en daar ondanks haar hoge leeftijd niet zou wegwillen „Ik heb een boerinnenhart in hart en nieren. Ik houd ervan om midden in de natuur te leven. Daar ben ik mee opgegroeid Ik hield altijd van dieren. Vooral van de paarden die mijn vader vroeger op de boerderij gebruikte. Ik kende ze allemaal. Ik wil niet zover gaan om over mensenkoppen en paardenhoofden te praten maar de schoonste naam voor die dieren is mij nog niet goed genoeg". Vroeger als kind ging zij op haar klompjes te voet naar school in Brouwershaven Ze was blijkbaar ook toen al een 'kletskous' want ze herinnert zich nog levendig de vele strafregels die ze moest maken met de tekst 'Ik mag niet praten'. „Ik wilde mijn leven wel beteren, maar dat ging gewoon niet", weet ze nu op 81-jarige leeftijd nog precies. Ze herinnert zich de plagerijtjes die werden geroepen op het schoolplein 'Die oge staat zal lage vallen'. En de spelletjes die werden gedaan, tikkertje en pakkertje „Geen enkel Brouws kind kon me pakken omdat ik gewend was elke dag drie kwartier naar school te lopen. Ik „Ik ben een aardbolstoffeerder", omschrijft de heer W. de Wilde zijn beroep als landbouwer. Hij werd in 1930 in Brijdorpe geboren en woont daar nu nog steeds met zijn vrouw M de Wilde-van der Spek en sinds enige tijd zijn schoonmoeder. De kinderen vari het echtpaar zijn het huis uit. De Wilde bewerkt zijn bijna veertig hectare grond samen met zijn 72-jarige oom. Sinds mei zag hij op dat land al ruim 400 millimeter regen neerkomen. „Het land is dit jaar een waterbak waarop alleen luizen groeien". Momenteel is De Wilde bezig met de oogst van de eerste spruiten. Hij is een opgewekt figuur die blijkbaar ook vroeger al van een lolletje hield. „Ja, het was hier best gezellig. We deden knikkeren, tollen en priksleeën. En carbidbussen laten ontploffen. Dan nam je een blikken bus met een deksel. Van de appelmoes of de stroop. Een stukje carbid erin, wat water, een gaatje erin, een lucifer erbij en dan knal. Als we de knal niet groot genoeg vonden namen we een melkbus". Evenals dat vroeger met vele kinderen het geval was ging De Wilde niet zo graag naar school. „Als je iets niet goed deed kreeg je een dreun op je handen met het lineaal" Hij herinnert zich het tramlijntje dat vroeger door Brijdorpe liep. „Ik ging ermee naar de lagere landbouwschool in Nieuwerkerk. Dat was in 1946" De reis naar school werd nog veel langer toen De Wilde later in Goes naar school ging. „Tben moest ik een hele week in de kost omdat het zo ver was. Eerst met de fiets naar Zierikzee, dan met de boot naar Katseveer en dan weer fietsen over Wilhelminadorp naar Goes". Ook daarna heeft De Wilde altijd met plezier in Brijdorpe gewoond. Zijn vrouw, die van oorsprong uit Noord-Holland komt, was het er ook snel gewend. „Maar dat kwam natuurlijk omdat ze zo blij was dat ze mij mocht", zegt hij gekscherend „En nu kan ik haar niet meer terug doen want haar moeder woont hier nu ook" Het echtpaar kan zich goed voorstellen dat er op het eiland mensen zijn die niet weteh waar Brijdorpe ligt „Alleen rijksbelastingen, die weet het wel". Van hen mag de rust in het buurtschap zo blijven. „Als we naar de drukte willen kan dat. Maar we hebben daar helemaal geen behoefte aan. We .gaan ook nooit op vakantie". Ze zijn wel heel blij dat Brijdorpe drie jaar geleden werd aangesloten op het aardgasnet en twee jaar geleden op de riolering. „Daarvoor hadden we nog sceptictanks Dat ging ook wel. Behalve als de pijp verstopt was. Dan moesten we de tank leegmaken met een schepemmer. Zo'n lange steel n»et een emmer eraan. Nee, dat was niet lekker. Later deden we het met de giertank van de buurman. Daar kon je de pijp mee leeg zuigen". Voor er aardgas was in.Brijdorpe, drie jaar geleden nog dus, kookte Mar de Wilde op butagas en in de winter ging de kolenkachel aan. „Ik ben blij dat dat nu veranderd is. Als je het niet hebt weet je niet beter, maar nu zou ik het niet meer willen missen". voorgekomen dat hij werd opgehaald van school omdat het weer te slecht was. „Dat was met een sneeuwstorm. Tben vond mijn vader het te gek. Hij kwam ons halen in een oud koetsje met een paard ervoor" Hennie Padmos werd in Nieuwerkerk geboren en woont sinds haar huwelijk in het buurtschap. Ze voelt zich er als een vis in het water. „We zijn bevoorrecht omdat we zijn geboren in de polder. We wonen hier als boerenbevolking heel knus bij elkaar.-Nee, ik zou me nooit kunnen aanpassen in een dorp. Het is hier zo rustig en de kinderen hebben alle ruimte om te spelen". Het echtpaar kreeg vier kinderen en een pleegkind. Drie ervan zijn nu nog onderhoudt in hetzelfde bedrijf scheepsmotoren. Hennie Padmos werkt naast het huishouden in de bloemen- en moestuin en zij helpt ook zonodig mee in het bedrijf.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1987 | | pagina 29