ZONNEMAIRE ZONNEMAIRE - Komend van Zierikzee is liet eerste dat je er aan herinnert, dat je in Zonnemaire bent de schitterende nieuwe showroom van vader en zoons Paauwe links van de weg. Recht er tegenover de fraaie bungalow van de familie met op de schoorsteen een levensgrote pauw. Wanneer je een kleine minuut later via de Dijk van Bommenede het dorp weer uit rijdt is het duidelijk geworden, dat de twee bouwsels van de Paauwes niet de, enige bezienswaardigheden van Zonnemaire zijn. Diverse schitterende, maar vooral oude en gedenkwaardige hpizen telt de onder de gemeente Brouwershaven vallende kern. Ïïet is dan ook meer dan de moeite waard nog eens terug te gaan naar Zonnemaire en al gauw blijkt er meer dan voldoende stof te zijn om diverse pagina's met fraaie foto's en memorabele zaken te vullen. Vandaar slechts een greep leuke plaatjes en een paar aardige zaken in dit verhaaltje over Zonnemaire. Even voorbij Paauwe passeer je het schooltje van Zonnemaire. dat overbleef, nadat de plaatselijke schoolstrijd medio 1985 was uitgewoed. De Christelijke Nationa le School en de openbare basisschool gingen in elkaar op. Momenteel wordt «r weer fiks geklust aan de school, zodat het toch wel vast lijkl te staan, dat het hebben van een bisisschool voor Zonnemaire voorde toekomst gewaarborgd lijk.. Met eén wijde bocht ga je even ater de Dijk van Bommenede op, iiaar voordat het zover is, moet jeoog wel vallen op een bouwwerkji met een smeedijzeren uihangbord. "Ihveeme d'Ouwe Smissestaat erop. Op een van de kleine witjes naast een grote houten port staatGeopend op vrijdag, zaerdag en zondag. Jammer, het s woensdag en dus geen pilsje ir'£e taveerne. Nieuwsgieri/ als immer geef je het echter niet z>maar op, want een voorzichtige blik door de kleine raampjes ü-eft geleerd, dat het niet alleen vooidat pilsje leuk zou zijn even binnei te neuzen Het knusse ctablissenent staat immers vol met snuisterijen en een tweede inkijk laat zelfseen statige BMW- tweewiefcr zien. Even bellen, want wie wee' is er toch iemand thuis. „Goede niddag- Jo Linsscn is de naam. k zog jullie al binnen gluren.Even binnen kijken?". LutCle seconden later zitten we aan d; bar temidden van prulhrijen, prullcrijcn en nog eens prulbrijen. Wat opvalt is de enorme hoeveelheid grammofoonplaten en cassettebandjes. Jo Linsscn blijkt cenplatenfreak. Hij heeft duizend elpes. het dubbel aantal 78 toirenplaten en talloze banden. cfSsettes cn singles. Van het populaire genre uit de veertiger en vijftiger jaren heeft hij bijna alles in huis. De klapstukken uit die jaren zitten in een juke-box, die uit 1948 dateert. Een authentieke Seeburg-juke-box. „Een mooi ding, maar er zijn veel oudere en dus ook veel duurdere. Sommige modellen zijn zo zeldzaam geworden, dat ze echt niet meer te betalen zijn. Het zijn meestal echte museumstukken geworden", vertelt de met een fraaie snor uitgedoste Jo Linssen. Overal liggen en staan grammofoonplaten. Zelfs de taveerne-klok boven de open haard is gemaakt van een bakelieten 78 toerenplaat. Op een van de tafels staat een gewone kartonnen doos. De bak. De bak is voor de klanten. Een soort mini- ruilbeursje De stamgast of zomaar aanwaaiende klant, die genoeg heeft van een bepaalde plaat, zet hem in die bak. Er bestaat grote kans dat de volgende of de daarop volgende klant nou juist die plaat driftig zocht. Jo Linssen heeft nog een hobby, waaraan hij zijn hart heeft verpand. Hij is gek van motoren. Hoe ouder, hoe beter en hoe mooier. Na de komst van de kolossale BMW, die tijdelijk staat opgesteld in het voorstuk van de taveerne, heeft Jo Linssen vier motoren. Zijn trots is een Harley Davidson uit 1941, 750 cc. Het apparaat werd gebruikt door het Korps Commando Troepen. Begin de vijftiger jaren was Linssen zelf ook commando. Het afgelopen weekeinde was het 45-jarig jubilepm van het korps. Linssen ging naar de reünie. „Dat zalover vijf jaar wat worden, als het vijftigjarig jubileum wordt gevierd. Het is nu steeds al een belevenis. Je ziet allemaal ouwe gabbers. Komen alleiriaal een keer langs, zeggen ze- Je ziet nooit iemand, maar oké. Misschien zou je dat zelf ook wel zo doen", onderkent hij. In de vijftiger jaren ook ging Jo Linssen varen bij de Holland- Amerikalijn. Daardoor kocht hij veel platen in de States, aanzienlijk goedkoper dan hier. Linssen is platengek, dat merkten we al, toen hij ons via een zijdeur zijn taveerne binnenleidde. Zijn taveerne, want Jo Linssen verbouwde eigenhandig de voormalige smidse van Zonnemaire tot wat het nu is. Een sfeervolle uitspanning waar je alleen al uren zou willen zitten om lekker ontspannen te luisteren naar instrumentale jazzy muziek, de gedichten voorlezende of zingende Rod McKuen of de fijne stem van Anita Kerr, Rose Murphy of Nelly Lötcher. Je komt ogen en oren tekort in d'Ouwe Smisse Blikjes, potjes en pannetjes. Boeken ook. „Nee er is nog nooit iets meegenomen", zegt Jo Linssen. „Ik zou het trouwens meteen merken ook. Als ze daar zo'n flesje weg zouden pakken, zou ik het onmiddellijk zien aan de lege plek". Hij wijst naar een nis van een raam waar wel honderd kleine prullen liggen, staan of hangen. „Twee keer hebben ze me wat geflikt met de handgreep boven de waterbak van het herentoilet. Heb je dat ding al gezien?". We gaan kijken. Inderdaad, tegen de witbetcgelde muur zit een heel oude handgreep geschroefd. De min of meer in nevelen gehulde stamgast kan zich eraan vast houden, terwijl hij zijn behoefte doet. Een stukje zekerheid. „Een keer hebben ze het ding er helemaal afgeschroefd. Ik zag het op een avond na sluitingstijd. Een paar weken later zat het ding er weer even onverwacht alsdat het eerder verdween. Een tijdje later schroefden ze het middenstuk er tussenuit, maar blijkbaar paste het thuis niet, want een week of drie, vier later, was ook dat onderdeel terug. Ik heb er toen maar van die tien secondenlijm tussen gesmeerd. Voor de rest ben ik nog nooit wat kwijtgeraakt, of toch. Misschien twee oude boekjes. Een klein encyclopedictje over jazz en een oud boekje met het muzikale levensverhaal van Louis Armstrong. Zeker is het echter nog niet, want je ziet wel. dat ik wel wat van die dingen heb. Misschien komen ze vandaag of morgen wel weer voor de dag", mompelt Linsscn, terwijl hij een nieuw bandje met hemelse swingende uptempo jazz-muziek op gang brengt. We maken aanstalten om te vertrekken, want we willen nog wat meer van Zonnemaire zien, maar vooraleer we ons kunnen drukken moeten we nog even een blik op de Harley werpen. „Pronk stuk hé", zegt Jo Linssen als hij het ding uit een schuurtje heeft getoverd, „Nee, eraan prullen doe ik niet Ik beperk me tot er mee rijden. Je moet het wel een beetje kunnen dn je moet niet het idee hebben dat je in een luxe auto zit. Dat hobbelen, dat is wat. Ik heb eens een zak pinda's gehaald hier in die zijtas. Althans, ik heb ze er in Zierikzee in gedaan Tben ik hier aankwam waren ze er allemaal uit geschokt, maar och. Wat maakt het uit. Er mee rondrijden is een belevenis". We wensen Jo Linssen goede zaken en begeven ons verder op weg. Zonnemaire is in nevelen gehuld, nog allerminst voorjaar. We zien diverse mensen vanuit allerhande hoeken naar een punt lopen. Wat zou er zijn, vragen we ons af. Als we de hoek omgaan wordt het ons duidelijk. Het rijdende postkantoor is in Zonnemaire. Net als de gele ZWN-bus stopt de rode PTT-bus bij een *bushalte'. maar dan natuurlijk ook met een rood bord. Het rijdende postkantoor komt van maandag tot en met vrijdag dagelijks van elf uur tot half twaalf in Zonnemaire, vermeldt het bord. „Ze gaan er toch niet mee ophouden", zegt een vrouwtje van vooraan in de vijftig met een groot pak in de ene hand en een wat schuwe Ierse setter aan een lijn in de andere, terwijl zij naar de rode PTT-Mercedes wijst. „Ze gaan toch niet ophouden met de post, want dan hebben we helemaal niets meer op het dorp". De toeloop is verrassend groot. De PTT-beambte in het postkantoor heeft zijn handen vol aan de opdrachten van de mensen. „Dan hebben we helemaal niets meer op het dorp", zei het vrouwtje, maar dat valt potdorie wel'mee. Wat te denken van het schitterende huis van wijlen professor Zeeman, zijn buste naast het huis, de fraaie gymnastiekzaak, de keurige woningen in alle prijsklassen in het nieuwbouwwijkje, het mooie kerkje, een heuse camping, mooie boerderijen, de molen, café Bommenede met zijn fraaie biljart- accommodatie, discotheek De Gruttepikker die in het weekeinde door jeugd van heinde en ver wordt bezocht, het voetbalveld met de recentelijk door de leden zelf gebouwde kantine, het reeds genoemde bedrijf van Paauwe en de landbouwmachinebedrijven van Anton de Bie en Jan Verhulst Om zomaar even een paar voorbeelden te noemen. Ongetwijfeld kan de rij nog aanzienlijk verlengd worden Bijna aan het eind van de Dijk van Bommenede, meer er tegenaan eigenlijk, is het bedrijf van Jan Verhulst gevestigd. In 1877 nam grootvader Piet Verhulst het over. Twee jaar geleden deed een volgende Piet Verhulst de smederij over aan zijn zoon Jan. „Ik scharrel hier nog maar wat rond. Ik heb niks meer te vertellen hoor. Twee jaar geleden vond ik het allemaal wel best. Het werd tijd voor zoon Jan om het spul over te nemen. Tben we honderd jaar bestonden zijn ze bier ook nog van de Nieuwsbode geweest. Er is iemand komen praten en foto's zijn er ook gemaakt Als je ze wil zien. ze liggen op het kantoor", vertelt de zeventigjarige Piet Verhulst, wonend aan de Oude Haven in Zierikzee, maar als het even kan graag nog in de buurt van zijn smeed oven. Op verzoek van de fotograaf steekt hij de vlam in de oven en demonstreert hij het aanscherpen van een ploegschaar. „Dat is pittig werk", vertelt hij. „Jaren terug had ik zo'n dertig van die dingen op een dag. Dan hoefde er 's avonds geen mens meer voor roe te zingen. Dat kun je begrijpen". Verhulst demonstreert door tot het bittere einde. „Duizenden van die scharen heb ik in mijn leven ploegklaar gemaakt", vervolgt hij, terwijl hij met een vuistje op de gloeiend hete schaar begint te rammen. Als we het bedrijf, dat zich in grote lijnen heeft aangepast aan de behoeften en de machinerieën van de huidige tijd. verlaten, weten we het zeker. Ook met keihard werken kun je een eerbiedwaardige leeftijd bereiken en er toch gezond uitzien. Piet Verhulst is het levende bewijs. Het is jammer, dat we de woens dagochtend kozen voor oen bezoek aan Zonnemaire. Het zou best leuk voor het gehoor geweest zijn om oraal kennis te maken met de plaatselijke muziekvereniging Nut en Uitspanning, een muziekvereni ging die een naam heelt op te houden Dat houden wc te goed voor een volgende keer, want het staat als een paal boven water, dat we nog eens terug komen naar Zonnemaire. Ongetwijfeld is cr nog- veel meer te zien cn te horen Het klokje van gehoorzaamheid hoeft echter al geslagen. Na een vriendelijk woord gewisseld te hebben met een driftig grazende pony zijn we even weg. Saluut Zonnemaire We komen terug. Als wc op een van dc landbouwwoggetjos buiten Zonnemaire zijn maakt Johan nog een plaatje met het knusse dorpje op dc achtergrond De molen en het kerktorentje zijn vaag tc onderkennen.Juist, saluut Zonnemaire. Je bent ons bevallen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1987 | | pagina 26