Nieuwerkerk
Alleen voor schoenen moet je naar Zierikzee
verder kun je hier alles nog krijgen
f
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Maandag 24 augustus 1987 Nr. 24188
5
best mee. En er zijn bedrijven in
Nieuwerkerk die veel klanten van
buiten het dorp hebben".
Een wandeling door Nieuwerkerk
maakt duidelijk dat het dorp ruim
voorzien is van middenstanders. Op
de Ring alleen al onder andere een
textielhuis, garage met
benzinepomp, lectuurhal en een
modern geoutilleerde bakker. Rond
de kerk leilindes. Blikvanger voor
wie Nieuwerkerk vanuit de
Loensweg nadert is de fraai
gerestaureerde kerktoren. Aan de
Ring verder het onlangs verbouwde
gemeentehuis. Overigens had het
gemeentehuis van Duiveland voor
hetzelfde geld in Oosterland of
Ouwerkerk kunnen staan. Maar na
wat touwtrekkerij is Nieuwerkerk
uiteindelijk als bestuurlijk centrum
van de gemeente Duiveland uit de
bus gekomen.
In Café De Meebaal is het rustig
op deze warme dag. Eigenaresse M.
van Woerden,' zeg maar Miep want
dat zegt iedereen hier', zit lekker in
het zonnetje wat te soezen. Eenmaal
binnen blijkt het café onverwacht
groot. Drie biljarttafels hebben er
een ruime plek gevonden. Miep: ,,Er
komen hier drie biljartclubs spelen.
En ik ben van lieverlee ook een
biljartfan geworden. Ik ben lid
geweest van een dames
biljartvereniging. Straks, in
september, begint het biljartseizoen
weer. Dat is echt hartstikke gezellig
hoor. Want vooral bij de finales
nemen de meesten hun eigen
supporters mee, dus dan zit het hier
goed vol".
In eerste instantie was het
eigenlijk helemaal niet de
bedoeling van Miep om een café te
gaan runnen. ,,Ik wilde eigenlijk
liever een kapsalon beginnen, maar
daar heb je een hoop papieren voor
nodig hè. En hier kon ik eigenlijk
zo beginnen. Ja, ik wilde wat te
doen hebben. Alle vier mijn
kinderen waren het huis uit, dus ik
had het niet zo druk meer in het
huishouden". Miep aarzelde niet
lang en nam De Meebaal over van
Koos Felius, die het café 35 jaar
lang heeft gedreven. Miep houdt
bewust bepaalde openingstijden
aan. Zaterdagavond is het café
gesloten. „Tberisme hier? Het zou
wel meer geld opleveren ja. Maar
ook een hoop rottigheid". Miep
houdt zich liever bezig met haar
tamelijk rustige biljart-cliëntele.
„Hoeveel café's er op het eiland zijn
waar competitiebiljart gespeeld
wordt? Eens kijken hoor..". Ze telt
af op haar vingers. Weet ze allemaal
zonder aarzeling op te noemen.
„Veertien zijn het er. Ja, biljarten is
een oude sport hè. OKK (Oefening
Kweekt Kunst) bestaat al 40 jaar, en
DOS (Door Oefening Sterk) 36 jaar.
Ik vind het gezellig hoor, dat
biljarten. Ik zou geen gewoon café
willen hebben".
Volgens Miep is de functie van
een dorpscafé door de jaren heen
wel wat veranderd. „Vroeger was
het echt een ontmoetingsplaats hè.
Het centrum van het dorp. Een café
hier is trouwens heel anders dan
een café in Brabant bijvoorbeeld.
Daar loopt men na het werk even
binnen voor een pint. Iedereen loopt
daar naar binnen. Hier zijn de
mensen wat meer op zichzelf. Maar
daar heb ik nooit mee gezeten hoor.
Want je kent iedereen die in je zaak
komt. Alleen 's zomers willen er
nog weieens een paar toeristen
binnen vallen. Maar dat zijn er niet
veel". Een verschil met vroeger, wat
betreft het café, is dat een café
vroeger altijd wel een zaaltje had
waar allerlei verenigingen konden
vergaderen. Dat zie je steeds
minder, En ook in De Meebaal heeft
de vergaderruimte plaats moeten
maken voor ....een derde
biljarttafel.
Oorspronkelijk is Miep afkomstig
uit Rotterdam. In 1971 verhuisde ze
met haar gezin naar Schouwen-
Duiveland waar ze eerst haar intrek
nam in Dreischor. Elf jaar geleden
begon ze met het café in
Nieuwerkerk en ging boven de zaak
wonen. „Je zou het zo niet zeggen,
maar ik ben nogal op me eige hoor.
Maar je wordt hier heel snel
geaccepteerd. Als je hier een poosje
woont word je al gauw uitgenodigd
om op de koffie te komen. Ik heb
ook eens met een paar andere
vrouwen in zo'n grote schuur bollen
zitten pellen. Gezellig hoor. En ik
hoef ook nooit groente te kopen. En
krijg altijd wel wat van de een of
ander. Nee, ik heb geen enkele
behoefte om ergens anders een café
te beginnen hoor. Ik zit hier prima".
Iemand die het ook prima naar
zijn zin heeft in Nieuwerkerk is de
81-jarige S. Overbeeke. Comfortabel
in de schaduw van een fraaie eik
gezeten. „Die heb ik zelf nog
geplant. Ik denk dat-ie zo'n dertig
jaar oud is", aldus Overbeeke. Hij
heeft zowel de watersnoodramp in
1953 als WO II meegemaakt. „Het
Nieuwerkerk van nu is wel een heel
ander dorp dan het vroegere
Nieuwerkerk hoor. Alleen de oude
kern is eigenlijk bewaard gebleven.
Voor de rest is er veel nieuw
gebouwd". In Nieuwerkerk zijn de
sporen van de watersnoodramp nog
duidelijk te zien. Aan het Koningin
Maudplein en omgeving
geschenkwoningen. De bruine
Noorse en witte Zweedse woningen
en de wat kleinere Finse
bungalows. „Ja, er is hier heel wat
weggespoeld", herinnert Overbeeke
zich. „Wat dat betreft zijn de meeste
mensen hier blij met de
stormvloedkering hoor. Hier zul je
onder de autochtone bewoners
weinig voorstanders van een open
Oosterschelde vinden. Want de
schrik zat er na de ramp goed in.
Na de ramp veranderde er veel in
de gemeente Duiveland. Het land
werd herverkaveld. Veel kleine
boertjes verdwenen. Elders uit den
lande trokken boeren naar
Schouwen-Duiveland. De
mechanisatie van de landbouw
kwam in een stroomversnelling
terecht. Zelf is Overbeeke altijd
betrokken geweest bij de landbouw.
Niet als boerenknecht. „Ik heb bij
de controledienst landbouw gezeten
en later kwam ik in de
voedselvoorziening terecht. En ik
heb ook nog in een
aardappelmeelfabriek gewerkt. Ik
heb eigenlijk nooit het idee gehad
om hier weg te gaan. Waarom zou
ik"?
Overbeeke heeft ook de
crisisjaren meegemaakt, maar is
zelf nooit werkloos geweest. „Maar
het was voor veel mensen wel een
beroerde tijd hoor. Maatschappelijk
is er wat dat betreft veel veranderd.
Vroeger bleef je tot je trouwen thuis
wonen. Tegenwoordig zie je dat veel
jonge mensen al snel op zichzelf
gaan wonen. En als je kijkt hoe de
mensen vroeger woonden. Met z'n
achten in een klein huisje. Het was
een beetje behelpen, maar het ging
wel. Maar er is natuurlijk wel veel
verbeterd wat betreft het wonen.
Mijn oudste zoon woont in Diemen.
Vlakbij Amsterdam. Daar ben ik
ook wel geweest. Maar ik zou er
niét willen wonen hoor. Mij niet
gezien".
Nieuwerkerk. Een dorp dat veel
doorgemaakt heeft. Maar dat de
tand des tijds goed doorstaan heeft,
ook al is een deel van het oude dorp
voorgoed verdwenen. Voor het
verdwenen oude is een nieuw
karakter in de plaats gekomen. En
men moet tenslotte met de tijd
meegaan.
Tbkst: PIET KLEEMANS
Foto's: BAS BOERS
NIEUWERKERK -
Nieuwerkerk, een van de
grootste dorpen van de
gemeente Duiveland. Een
dorp dat veel te verduren
heeft gekregen. Bij de
watersnoodramp in 1953
was het aantal
slachtoffers in
Nieuwerkerk hoog. Men
werd verrast door het snel
opkomende water. Ook
het huizenbestand werd
door het water drastisch
verminderd. En in de
Tweede Wereldoorlog
vonden de Duitsers het
noodzakelijk de
kerktoren, uitkijkpost, op
te blazen. Wie een
wandeling maakt door het
ringdorp ziet dat het
aardig door alle
ontberingen heengekomen
is.
„Je moet Nieuwerkerk niet
onderschatten hoor. We hebben hier
echt alles. Alleen voor schoenen
moet je naar Zierikzee", aldus A. P,
de Bil. Hij is beheerder van De
Versmarkt aan de Ring. Een bedrijf
dat nu 17 jaar op dat plekje zit.
Eerder was het bedrijf
ondergebracht in een pand aan de
Kerkstraat. In Nieuwerkerk is ook
sinds 11 jaar een grootgrutter
gevestigd. Een winkelbedrijf dat
niet alleen klanten trekt uit het
dorp zelf, maar van heel Schouwen-
Duiveland. Volgens De Bil vormt
het bedrijf geen bedreiging voor een
winkel als de zijne. „Aan de ene
kant is zo'n winkel natuurlijk wel
een concurrent. Sommige dingen
kunnen goedkoper aangeboden
worden omdat in het groot wordt
ingekocht. Maar aan de andere kant
is het zo dat de mensen veel meer in
het dorp blijven. En een winkel als
de onze heeft een vaste
klantenkring. En wij bezorgen ook
nog aan huis hè. Dat gaat trouwens
weer helemaal terug komen. Er is
nog een klant bij, daar kom ik al 31
jaar, die is niet anders gewend dan
dat de boodschappen thuis bezorgd
worden"
De Bil is dik tevreden met zijn
plaatsje in Nieuwerkerk. „Ik zit
hier lekker rustig hoor. Ik zou niet
graag in een winkel in de Westhoek
zitten of zoiets". Nieuwerkerk is
geen toeristische trekpleister. Geep
campings of bungalowparken. „Ik
krijg weieens toeristen in de zaak
hoor, maar dat zijn dan vaak
mensen die met de fiets op stap
zijn. In zo'n kleine winkel word je
veel persoonlijker behandeld dan in
een grootwinkelbedrijf. Het is
gewoon gezellig winkelen".
Overigens is De Bil geen geboren en
getogen Nieuwerkerker. „Ik ben
geboren in Purmerend en mijn
ouders zijn hier in september 1945
begonnen met een zaak in de
Kerkstraat. Maar ik zit hier al
zolang, ik voel me een echte
Gruttepikker".
Nieuwerkerk is een dorp dat
vroeger een bloeiend
verenigingsleven kende. Naast
sportclubs en biljartverenigingen
was er bijvoorbeeld de
mandolineclub. Veel van de aloude
verenigingen zijn teloor gegaan.
Volgens De Bil is de
middenstandvereniging, vooral de
laatste jaren, erg actief. „Dit jaar
hebben we voor de tweede keer de
Expo Nieuwerkerk gehad, en dat
was een groot succes. Maar dat is
wel specifiek voor de eigen
bevolking. We regelen het allemaal
zelf en we hebben een prachtig
dorpshuis tot onze beschikking, dus
met de kosten van zoiets valt het
Dat is iets, als je dat hebt
meegemaakt, dat draag je je leven
lang mee".
„Ik ben hier opgegroeid, en de
wereld was vroeger veel groter hè.
Als je familie had die over het
water woonde en je wilde daar eens
naar toe dan betekende dat wel een
dagreis". Aan een auto is Overbeeke
nooit begonnen. „Mijn kinderen, zes
stuks, wonen door heel Nederland
verspreid. Er wonen er maar twee
in Nieuwerkerk. Maar ik ga nog
regelmatig bij ze op bezoek hoor.
Reizen gaat tegenwoordig heel snel
en een trein is een heel comfortabel
vervoermiddel".
Volgens Overbeeke is het karakter
van een dorp als Nieuwerkerk sterk
veranderd. „Vroeger was er veel
rivaliteit tussen de dorpen
onderling. Maar soms ook tussen
twee delen van een en hetzelfde
dorp. De bijnamen van vroeger heb
ik nooit zo kunnen bewonderen
hoor. Een bijnaam wordt al snel een
scheldnaam. Maar het is eigenlijk
voortgekomen uit inteelt. Vroeger
kwam je op de dorpen op
Schouwen-Duiveland veel dezelfde
achternamen tegen. Dus om precies
te bepalen wie wie was werd al
gauw iets verzonnen". En daarbij
was het noemen van het beroep van
de vader niet voldoende. Want van
elk beroep waren er wel meerdere
op hët dorp te vinden. Dus werden
karakteristieke uiterlijkheden en
karaktertrekjes aangewend voor een
bijnaam.
Iets wat ook verdwenen is volgens
Overbeeke is het
gemeenschapsleven. Overbeeke
herinnert zich nog levendig dat er
vroeger allerlei verenigingen zeer
actief waren in Nieuwerkerk.
„Maar dat is een eind kapot hoor.
Door de televisie zijn de mensen
veel meer op zichzelf geworden.
Vroeger deed je veel meer als dorp.
Als gemeenschap. De mensen zijn
steeds individueler geworden.
Vroeger hadden de mensen meer
voor elkaar over. Burenhulp.
V