Vergaan onder corruptie
Bijzondere expositie
in Noordhavenpoort
Zierikzee
Expositie van klederdrachten
in museum De Vergulde Garnaal
4
,,De mutsen werden in de loop der ja
ren groter. Op Schouwen-Duiveland
deed de burgerjapon in 1950 al zijn in
trede. Alleen de mutsen en de siera
den maakten de klederdracht". Alles
bij elkaar interessant om te zien wat
de verschillen zijn tussen de kleder
drachten uit de verschillende stre-
Tot eind juli zijn in De Vergulde Garnaal werken van Rijnhard Schregardus te zien.
ken. En welke accessoires gebruikt
werden om de dracht te vervolmaken.
Verder in de Vergulde Garnaal nog
een kleine verzameling aardewerk.
Of liever gezegd brokstukken daar
van. Onder andere een brokstukje
van een kegelpot. ,,t)ie is ouder dan
Brouwershaven zelf", aldus mevrouw
Jansen.
Verenigde Oostindische Compagnie:
ZIERIKZEE - Is de ondergang van de VOC inderdaad veroorzaakt door
corruptie? Velen in de 18e eeuw meenden van wel. Vandaar bovenstaande
woordspeling op de Compagnie. Toch was fraude niet het enige. Andere
factoren speelden eveneens een belangrijke rol. In deze laatste aflevering
wordt nader in gegaan op het verval en de ondergang van de VOC.
Eigenlijk vanaf de oprichting
van de VOC maakten
Compagniedienaren zich
schuldig aan sluikhandel. In de
17e eeuw nog op Bescheiden
schaal. Later nam de
„morshandel" (eigen handel)
werkelijk grote vormen aan. Dit
was de Heren Zeventien, het
dagelijks bestuur van de
Compagnie, niet onbekend. Veel
van het in Azië verdiende geld
werd namelijk via wissels naar
de diverse Kamers in de
Republiek overgemaakt. Zo
stuurde Gerard Demmer in 1652
een wissel van 165.750,- naar de
Nederlanden. Dit bedrag kon hij
nooit van zijn salaris
overgespaard hebben. Als
gouverneur van Ambon
verdiende hij omstreeks 1650
350,- per maand. In 1654
maakte hij nog eens 57.100,-
over.
Compagnie-ambtenaren
verrijkten zich op vele manieren.
Deze manipuleerden
bijvoorbeeld met het gewicht van
de specerijen. Gekochte
produkten werden hoger
geboekt. „Gestolen" goederen
schatte men te hoog. Reis- en
verblijfkosten werden opgevoerd.
Ambtenaren leenden aan
inheemse kooplieden
Compagniegeld tegen hoge rente.
Dit had weer tot gevolg dat de
VOC bijvoorbeeld peper duurder
moest inkopen! Soms werden de
specerijen alleen maar op papier
verhandeld.
In 1740 werd Pieter Phoonsen
in India aangeklaagd wegens
.verkaaidraaien"
(Compagniegoederen ten eigen
baat verkopen). Als directeur
had hij specerijen uit de
pakhuizen van de VOC
gesmokkeld en doorverkocht.
Hoewel hogergeplaatste collega's
eveneens schuldig waren, werd
Phoonsen de zondebok. Voor de
buitenwereld leek het alsof de
Compagnie daar goëde zaken
deed. In de boekhouding waren
verslagen opgenomen van
veilingen van specerijen die in
werkelijkheid niet hadden
plaatsgevonden. In gebieden die
niet door de Compagnie werden
bestuurd bloeide de
„morshandel" het meest. Een
tijd lang was in Japan en in
Bengalen de eigen handel groter
dan die van de Compagnie.
Corruptie binnen de VOC was
algemeen, van hoog tot laag. De
Heren Zeventien probeerden het
frauderen te beteugelen. Maar
door de enorme uitgestrektheid
van het gebied was een sluitende
controle onmogelijk. Inspecteurs
die naar Indië werden gezonden
ondervonden veel tegenwerking.
Sommige stierven tijdens hun
inspectiereis door....
voedselvergiftiging. Maar ook de
Heren Zeventien zelf gingen niet
altijd vrij uit. Vooral niet tijdens
de 18e eeuw. Critici stellen dat
de Bewindhebbers te weinig
inzicht hadden in de overzeese
organisatie. Bovendien
benoemden zij steeds meer
ambtenaren op basis van
familierelaties. Kwaliteit en
geschiktheid gaven daarbij niet
langer de doorslag. Niettemin
klaagden de Bewindhebbers zelf
in toenemende mate over de
onbekwaamheid en de corruptie
van hun dienaren in de Indische
Archipel!
De in 1775 tot gouverneur-
generaal benoemde Van
Riemsdijk was berucht om zijn
praalzucht. Hij bestelde in
Holland een glazen koets. De
paarden daarvoor kwamen uit
Arabië. In zijn woning dienden
zo'n 200 slaven en slavinnen als
huispersoneel. Hij benoemde zijn
negenjarige zoon, die nauwelijks
kon schrijven, tot zijn assistent.
Zijn „salaris" bedroeg 24,- per
maand.
Behalve deze negatieve zaken
waren er ook positieve. Niet
iedereen was uit op eigen
winstbejag. De 18e eeuw kende
ook integere en bekwame
bestuursambtenaren. Vele
Compagniédienaren verzamelden
grote hoeveelheden kennis over
de Indische Archipel. Ze
schreven hun ervaringen neer in
officiële rapporten. Hun
opvolgers profiteerden daar weer
van. Sommigen verrichtten zelfs
wetenschappelijk werk. In de
loop der tijd verschenen studies
over Indische talen en
plantkunde.
Tbch kunnen deze culturele
uitingen de heersende sfeer van
corruptie niet wegnemen. Vooral
omdat havenmeesters en douane
inspecteurs, die de privé-handel
moesten voorkomen, soms zelf
tot de ergste fraudeurs
behoorden. „Morshandel"
aanwijzen als de oorzaak van de
achteruitgang is niet helemaal
juist. Zoals gezegd, andere
factoren speelden eveneens een
belangrijke rol.
De rechtstreekse vaart tussen
Indië en de Republiek was
slechts een onderdeel van de
handel van de VOC. Globaal was
er het volgende handelspatroon.
•Naar Japan vervoerde de
Compagnie Indiase zijde en
katoen. Japan leverde weer edele
metalen en specerijen. Indiase
textiel werd ook afgezet in de
Archipel tegen peper. Vanuit
Perzië voerde men eveneens edel
metaal aan. Deze inter-Aziatische
handel was zowel een
belangrijke aanvulling op de
handel met Europa als een op
zichzelf voorname
inkomstenbron. Verder bezat de
Compagnie het monopolie in
specerijen. Hun belangrijkste
concurrenten waren daarvan
buitengesloten. Ook had de VOC
als enige Europese natie toegang
tot Japan.
Na 1680 kwam er echter
verandering in dit uitgekiende
handelssysteem. De Japanse
overheid beperkte de invoer van
goederen. Daardoor kon de
Compagnie minder produkten
afzetten en goud en koper
inkopen. Bovendien werd na 1752
de export van goud gestaakt.
Verkoop van koper werd in India
steeds moeilijker omdat het
minder waard was dan goud. De
VOC vond voorlopig compensatie
in Perzië. Maar na de Afghaanse
invallen verminderde ook daar
de handel. In 167J3 trok de
Compagnie zich geheel uit Perzië
terug. Na 1680 kon de VOC zich
in Azië van onvoldoende edel
metaal voorzien om daarmee
elders produkten te kopen. Juist
in deze periode was er echter een
toenemende Europese vraag naar
onder meer Indiase textiel. Deze
goederen moesten echter met
zilver of goud worden betaald.
De Compagnie was daar
onvoldoende toe in staat. Verder
nam in de 18e eeuw het belang
van koffie en thee toe. Maar
daarvan bezat de VOC nu juist
niet het monopolie. Gevolg: een
dalend rendement van haar
Aziatische activiteiten.
Ook andere factoren werkten
nadelig. Tijdens de 17e eeuw
bouwde de VOC haar
grondgebied en
handelsactiviteiten steeds verder
uit. De verspreid liggende
handelskantoren, factorijen
genoemd, hielden zich niet alleen
met .handel bezig. Ook had men
er de zorg voor een militair
garnizoen. Engelse en Portugese
concurrenten lagen immers
voortdurend op de loer. Batavia
was het centrum van dit netwerk
van handelsnederzettingen. De
kosten van dit omvangrijke
bestuur en beheer werden steeds
hoger. In de 17e eeuw kon
Batavia haar eigen
organisatiekosten nog
ruimschoots zelf betalen. De rest
van de winst maakte men over
naar het vaderland. Maar de
bovenomschreven verschuivingen
in het Aziatische handelspatroon
verslechterde haar financiële
positie. Na 1700 namen de
winsten af en omstreeks 1725
leed de Compagnie zelfs verlies.
Batavia kwam in geldnood. De
diverse Kamers in Nederland
moesten nu de bedrijfskosten
van de Aziatische factorijen
financieren. Uit de boekhouding
van de diverse Kamers blijkt dat
steeds meer geld naar Batavia
werd verstuurd.
Conclusie
De doelstelling van de VOC
was duidelijk: „den handel tot
compas en winst tot noordster".
En winst werd er gemaakt.
Vooral in de 17e eeuw. In 1780
bezat de Compagnie nog een
vloot van 123 Oost-Indiëvaarders.
Men schat dat de VOC in totaal
ongeveer 25.000 mannen
rechtstreeks in dienst heeft
gehad. In steden waar de Kamers
waren gaven de bouw en de
voorbereiding van de uitvarende
schepen handenvol werk. Ook de
naaste omgeving profiteerde
daarvan. Gedurende twee
eeuwen was de Compagnie een
van de belangrijkste
economische pijlers van ons
land. Haar betekenis reikte zelfs
over de grens heen. Vandaar dat
sommigen de VOC graag typeren
- hoewel de vergelijking niet
helemaal opgaat - als de eerste
multinational.
J. UIL, OOSTERLAND
t op de VOC-loge op Desjima, in de haven op Nagasaki.
Vanaf dinsdag 18 augustus
ZIERIKZEE - Drie schilders, een graficus en een beeld
houwster exposeren vanaf dinsdag 18 augustus in de Zie-
rikzeese Noordhavenpoort. Zij maken deel uit van de zo
genaamde Transit Zomertentoonstelling, die deze keer
voor de eilandelijke locatie heeft gekozen. Achter Tran
sit gaat een organisatie schuil die zich inzet voor jonge
kunstenaars, die willen exposeren met kwalitatief hoog
waardig werk. De tentoonstelling duurt tot en met 30
augustus.
Het werk van de gezamenlijke kun
stenaars, die naar Zierikzee komen,
is te vatten onder de noemer sponta
niteit. Het betreft de schilders Hans
Ansems, Henk Verwijmeren (beiden
uit Tilburg) en Sjaak Jongejan (Am
sterdam), de graficus Pierre Cops en
de beeldhouwster MargrietLuyten
(beiden uit Den Bosch).
Het fysieke gebaar blijkt voor het
werk van deze kunstenaars van groot
belang te zijn. Het heeft een enorme
invloed op het uiterlijk van het werk.
Dekkende en transparante verflagen,
klodders verf, spetters, uitgelopen en
uitgeveegde verf bepalen het karak
ter van het geschilderde werk. Wilde
krassen en uithalen van de gra-
feerstift zijn duidelijk in het grafi
sche werk aanwezig.
Oppervlak
Bij het driedimensionale werk van
Margriet Luyten is het oppervlak van
de houtsculpturen ruw gelaten en
ook is er hout gespleten en het sa
menvoegen van de verschillende de
len tot één geheel gebeurt door mid
del van eenvoudige verbindingen en
stapeling. Verder heeft de spontani
teit betrekking op het proces dat
voorafgaat aan het tot stand komen
van het werk.
Naast de brede, wild opgebrachte
verfstreken van Ansems wordt het
spontane, expressieve karakter in
zijn doeken bereikt door met een mes
in het doek te snijden Verticale
repen doek komen daardoor uit zijn
schilderij naar voren. Door de ope
ningen in het doek wordt een tweede
doek zichtbaar. Zowel de repen, die
loshangen als het achterste in het
schilderij worden beschilderd.
Ook voor Verwijmeren is het ge
baar op zijn doeken van belang. Ook
zijn werk is abstract en meer nog dan
bij Ansems speelt gedurende het
schilderen het hele lichaam van de
kunstenaar een rol. Temeer omdat
Verwijmeren zijn doeken vaak hori
zontaal op de grond legt, waarbij hij
naast lijnen ook vlakken schildert.
Het moet een bijzondere expositie
worden van de voor Schouwen-Duive
land onbekende kunstenaars. Transit
biedt nu de mogelijkheid om nader
kennis te maken met de kunstenaren.-
De openingstijden van de expositie
zijn van dinsdag tot en met zaterdag
van 11.00-17.00 uur en op zondag van
12.00-17.00 uur. Ook is het werk op af
spraak te bezoeken.
LUXEMBURG - De kunstgrepen
die worden toegepast om de Europese
Gemeenschap tot het eind van dit
jaar van voldoende geld te voorzien,
slaan dit jaar een extra gat van ruim
1 miljard gulden in de Nederlandse
schatkist.
CAPE CANAVERAL - De pech van
NASA met raketten voor satellieten
duurt voort. Een brandstoftank van
de laatste nog beschikbare Atlas-
Centaur-raket raakte zo sterk bescha
digd dat het volkomen onzeker is ge
worden of de reeds naar het najaar
verschoven lancering zal doorgaan.
De tank raakte beschadigd bij het
vervangen van een defecte motor, zo
deelde het bureau voor de ruimte
vaart mee.
Tot eind juli werken van Rijnhard Schregardus te zien
BROUWERSHAVEN - Tot eind juli is in museum De
Vergulde Garnaal in Brouwershaven werk te zien van
Rijnhard Schregardus. Tevens kan men een fraaie expo
sitie over Zeeuwse klederdrachten bewonderen, en is de
collectie van het museum uitgebreid met een kleine foto
expositie over de kustvisserij.
Wellicht een van de kleinste musea
op Schouwen-Duiveland, maar wel
een museum waarmee driftig aan de
weg getimmerd wordt. Zowel mid
dels wissel-exposities op de begane
grond, waar ook het WV-kantoor ge
vestigd is, als een verdieping hoger in
het eigenlijke museum.
Rijnhard Schregardus is oorspron
kelijk afkomstig uit Rotterdam. Hij
was werkzaam in de grafische in
dustrie, maar stopte met dat werk om
zich geheel te kunnen wijden aan zijn
passie: de kunst. Reeds van jongsaf
aan deed hij aan tekenen en schilde
ren, was vaak te vinden in museum
Boymans-Van Beuningen in Rotter
dam. Sinds enige tijd is hij nu, in na
volging van de Spanjaard Thpiez en
de Nederlander Jaap Wagemaker, be
zig met materie-schilderijen.
Zand en kunsthars
„Ik werk met een mengsel van zand
en kunsthars. Dat is bij elkaar een
lekker kneedbaar mengsel, waar je
van alles mee kunt doen. Voor de
kleur gebruik ik kleurpigment. Ik
werk de laatste tijd veel met blauw
tinten. Blauw is de kleur van de on
eindigheid. Een kleur met erg veel
nuances".
Schregardus laat zich inspireren
door de natuur. „Het kosmische om je
heen. Wat mij ook altijd geboeid
heeft is de zon op het land. De barsten
in de grond door de warmte. De oer
vormen die door erosie vrijkomen".
Schregardus exposeert vooral de
laatste tijd regelmatig. Recentelijke
was er werk van hem te zien in De Be-
waerschole en De Eenhoorn, ,,'s Win
ters ben ik het meest produktief. In
de zomer geniet ik graag van de zon,
maar in het zomerseizoen is het ook
veel drukker en ben je veel tijd kwijt
aan het voorbereiden van exposities.
Als het lekker gaat maak ik zo'n vier
panelen per maand".
Kustvisserij
Uit het visserijmuseum van Vlaar-
dingen komt de kleine foto-expositie
over de kustvisserij die nu te vinden
is in De Vergulde Garnaal. De exposi
tie is aangevuld met enige specifiek
Brouwse foto's. „In de vijftiende en
zestiende eeuw was de haringvisserij
hier erg belangrijk", legt mevrouw
M. Jansen-Glas uit. „In eerste instan-!
tie werd de hating geëxporteerd naar
Engeland, maar later ging er meer
vis naar België en Frankrijk. In de
Vergulde Garnaal, hoe kan het ook
anders, ook aandacht voor de garna
lenvisserij. Zo is er bijvoorbeeld een
verzameling oude etiketten te zien.
Mevrouw Jansen: „De garnalen wer
den met de tram vervoerd naar Zijpe,
via de boot naar Numansdorp, en
vandaar weer met de tram naar Rot
terdam".
De collectie over klederdrachten
die nu te zien is in de Vergulde Gar
naal is de privé-collectie van me
vrouw Jansen zelf. Naast enkele au
thentieke kledingstukken ook
illustraties uit oude boeken die de
ontwikkeling van de klederdrachten
laten zien. „Tbt 1800 leken de kleder
drachten van de verschillende stre
ken erg veel op elkaar", aldus me
vrouw Jansen. Pas na 1820 kwam er
wat meer verscheidenheid."
Wellicht als gevolg van de bloeien
de meekrabhandel, destijds een be
langrijke economische factor, werden
de klederdrachten steeds fraaier ge
tooid met sieraden. Bloedkoralen
kettingen, en vooral ook gouden ver
sieringen van de mutsen. „Daar wa
ren versierselen bij die tweezijdig ge
bruikt konden worden. Dan leek het
voor de buitenwacht net alsof ze weer
een nieuw sieraad erbij hadden".
Kant
Nieuw in De Vergulde Garnaaleen collectie klederdrachten.
De mutsen die bij de klederdrach
ten horen zijn gemaakt van kant. De
ze kant komt uit België. Een oud am
bacht, het kantklossen. Er zijn nog
maar weinig mensen die het kunnen.