?Er is nooit een moment van échte rust geweest5
87
Bevrijdingsdag
ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Maandag I mei 1987 Nr. 24126
Zoals bijvoorbeeld het verhaal
over de Nederlandse krijgsmacht,
die de Bruse vissers nog voor de
Duitse invasie gelastte de
vissersschepen uit de haven weg te
halen. De binnenlandse
strijdkrachten waren bang, dat de
opmacherende Duitsers belang
zouden hebben bij de goed
geoutilleerde vloot. „Het is logisch,
dat die maatregel niet al te
sympathiek overkwam in Bruinisse.
Niet alle schepen konden tijdig
worden weggehaald, zodat, de
kleinere roeiboten dusdanig werden
aangepakt, dat ze onbevaarbaar
werden". De Bruse vissers moesten
soms voor enkele weken hun gezin
verlaten; in onzekerheid.
aangedragen als reden voor die
voor en na de ramp- indeling.
Maar het zou een buitenstaander
het idee kunnen geven, dat
Schouwen-Duiveland niets of weinig
te maken heeft gehad met de oorlog
en niets is minder waar. Ook hier
zijn mensen zonder enige vorm van
proces neergeschoten, hebben
mensen een onderduikadres
gevonden en was het voedsel
schaars. Ook hier laaide de angst
bij tijd en wijle op en bleven
panieksituaties niet uit.
Maar de oorlog naderde haar
einde. In april van 1945 namen de
geruchten hand over hand toe, dat
de geallieerden in Zierikzee waren
geland. De Duitsers raakten in
paniek en alles dat rijden kon werd
gevorderd. „Dag aan dag trokken er
wagens volgeladen met granaten
richting Scharendijke, zonder dat
men kon zien dat de voorraad
verminderde. Wat een geweldige
hoeveelheid granaten is hier
opgeslagen geweest. Het zoeklicht
boven de duinen moest worden
weggehaald en naar Scharendijke
worden gebracht. Het laden en
„Natuurlijk hoorden we in
Bruinisse ook, dat Polen was
binnengevallen, op het
gemeentehuis was al een
oorlogswacht en het ontging ook
niemand, dat plaatselijke jongens
gemobiliseerd werden. Maar op één
of andere manier leefden we gewoon
door. Ik kan me wel herinneren, dat
heel wat mensen toch al met het
hamsteren van voedsel begonnen",
aldus Jumelet. Maar het zou tot de
tiende mei van 1940 duren voordat
een ieder er echt van doordrongen
was, dat de Duitse oorlogsmachine
niet langer een boze droom was.
Omstreeks elf uur op die eerste
oorlogsdag is Bruinisse getuige van
een luchtgevecht tussen een Duits
en Nederlands vliegtuig, waarvan
de laatste het loodje moest leggen.
Boven Sirjansland stort het
Nederlandse toestel neer en verliest
kapitein Rooseboom het leven. De
andere inzittenden weten zich gered
door een parachute. De schrik zit er
bij de lokale bevolking goed in.
Niemand kan nog langer om de
De Duitsers drongen vanaf Zijpe
op, richting Bruinisse. „Er waren
hier wel enkele Nederlandse
soldaten, maar niet voldoende om
de Duitse overmacht aan te pakken.
Die Duitsers wisten dat niet en dat
verklaart, waarom ze met drie
kanonschoten op Bruinisse richtten.
Eén raakte het bejaardenhuis, één
de zijgevel van het huis van L. de
Waal en één de woning van L.
Zoeter". Ook staat in Jumelet's
gedachte gegrifd, dat
mitrailleurvuur het dak van de
kerk raakte. Tijdens de
dodenherdenking en in mindere
mate bevrijdingsdag proberen
jongeren van vandaag zich een
voorstelling te maken van die
situatie. Een vrijwel onmogelijke
zaak.
In de tweede week van de oorlog
kwam er een levendige handel in
voedsel op gang. Wie de
geschiedschrijving inziet kan niet
anders concluderen, dan dat mensen
in moeilijke situaties uiterst
creatief worden. „In die tijd had
bijna iedereen nog een varken. Het
spek werd geruild voor wat kolen.
Het klinkt allemaal misschien wat
vreemd, maar je wilde toch eten?
Met een hoepel werden scharren
gevist, die bij boeren weer voor
gerst geruild konden worden".
Jumelet herinnert zich als de dag
van gisteren, dat juist de eerste
oorlogsweek een week van
verwarring was. „Niemand wist
wat er zou gebeuren. Het was juist
de angst voor het onbekende.
Achteraf weet je wat er gebeurd is
en hoe erg sommige dingen dan ook
zijn, het is anders dan wanneer
alles nog moet gebeuren". Maar die
angst ebde met de tijd weg. Vijf
jaar is immers een lange tijd. Tbch
is er volgens Jumelet nooit „echt
hing de dreigende houding van de
bezetters als een donker wolkendek
boven de Schouwen-Duivelanders.
In zijn boek Bruinisse in de loop
der eeuwen doet Jumelet geen
enkele moeite om een objectief
verslag te schrijven. De feiten zijn
juist, maar zijn gevoelens jegens de
Duitse bezetter van toen steekt hij
niet onder stoelen of banken.
In de maand mei (is het toeval?-
red) 1970 zet Jumelet voor zichzelf
een verhaal op papier, dat de
hectische eerste week van de oorlog
goed weer geeft. Het is ondermeer
het verhaal van de
gemeentewerkman Van Popering,
die getuige geweest is van het
zonder enige vorm van proces
doodschieten v.an een Nederlandse
marinier door Nederlandse
soldaten.. Bruinisse kwam met dit
voorval in de landelijke bladen
terecht.. Een en ander begon op de
beruchte tiende mei - de invasie.
Ook Bruinisse kende een
zogenaamde radiowacht. Inwoners
van de vissersplaats moesten op
beurten op het gemeentehuis komen
en constant bij de radio blijven.
Bruinisse was van slag. Na het
eerdergenoemde luchtgevecht boven
Sirjansland komen zondag 12 mei
de eerste Nederlandse militairen uit
de overbekende Peelstelling terug.
„Wat hebben jullie hier te zoeken?
Je hoort bij de troep. Jullie zijn
deserteurs", zoals Jumelet de Bruse
reactie van toen in 1970 weergaf.
Nee. de houding ten opzichte van
het Nederlandse leger was niet al te
best te noemen.
De Nederlandse militairen in
Bruinisse hadden angst voor de
Duitsers. In Jumelet's
geschiedschrijving staat geschreven.
over de oorlog en ook het schrijven
over deze vijf jaar lijkt hem
mateloos te interesseren. Een man
van de feiten cn dat typeert hem
een beetje. Hij kan nu de feiten op
een rijtje zetten, maar lijkt een en
ander hetzelfde te benaderen als in
de oorlogstijd zelf. „Je moet toch
doorleven, niet waar", aldus de
Bruenaar. Maar laat jongeren eens
een voorstelling maken van een
groep Duitse SS-ers op
motorfietsen, die richting Zierikzee
rijden. Eén van hen wordt dodelijk
getroffen door een Nederlandse
kogel en ter plaatse langs de kant
van de weg begraven.
„Wat de gewone man op
Schouwen-Duiveland zich het beste
herinnerd, is ongetwijfeld de
capitulatie van de verschillende
onderdelen van ons Nederlandse
leger, dat uiteindelijk bij ons
terecht was gekomen. Een triest
gezicht al die soldaten zonder
wapens, terwijl soldaten met andere
uniformen op motorfietsen of in
vrachtwagens ons eiland
binnenstroomden", aldus Jumelet in
een van zijn schriftelijke notities.
De Tweede Wereldoorlog heeft wel
degelijk zijn sporen nagelaten op
Schouwen-Duiveland, al behoort de
regio (gelukkig) niet tot de zwaarst
getroffen gebieden van het land.
Jumelet kan echter niet precies
aangeven, waarom de lokale
bevolking altijd spreekt van 'voor
en na de ramp van 1953'. Dit terwijl
in overig Nederland de oorlogstijd
als harde scheidslijn wordt
aangehouden. „De ramp heeft
natuurlijk veel meer slachtoffers
geeist". kan de Bruenaar wel
zeggen. Ook het gegeven, dat de
ramp geen mensendaad was.
waarover je je kwaad kon maken,
maar meer een gevoel van
machteloosheid gaf, wordt weieens
vervoeren van de granaten was een
gevaarlijk karwei", staat te lezen in
Jumelet's boek.
Maar hoe de Duitsers zich ook
opmaakten voor de strijd tegen de
geallieerden, het haalde niets meer
uit. Duitsland had de oorlog
verloren, maar had een dorp als
Bruinisse eigenlijk wat gewonnen.
„Bruinisse zag er armetierig uit. Er
was geen huis onbeschadigd
gebleven. Bruinisse was een baaierd
van puin, modder, bomkraters,
vernielde huisraad, versplinterd
hout, blindgangers en van welig
opschietend onkruid.
Honderdachtenveertig panden, drie
kerken, een schoolgebouw en het
gemeentehuis waren totaal
verwoest. Zwaar beschadigd doch
nog bruikbaar waren een kerk en
een school. Een bijna identiek beeld
werd in Oosterland en Nieuwerkerk
waargenomen".
In materiële zin heeft eigenlijk
ieder land, dat met de oorlog
geconfronteerd, verloren. De lange
lijsten met gesneuvelden en de
imposante opsomming van de
vernielingen maken een oorlog
allesbehalve romantisch. Ze maken
een oorlog bitterhard en
verschrikkelijk. In een land te
moeten leven, waar van bovenaf
bepaald wordt wat wel en niet
gezegd of gedaan mag worden, is
verschrikkelijk. Voor allen, die in
de Tweede wereldoorlog het leven
lieten is er vandaag - maandag -
herdenking van de doden. Voor
allen, die zich op hun eigen manier
willen inzetten voor de vrijheid is
er morgen - dinsdag -
bevrijdingsdag. Wie beide dagen
alleen gebruikt om terug te blikken
op een afgesloten hoofdstuk uit de
vaderlandse geschiedenis, ziet iets
veel belangrijkere over het hoofd;
de toekomst, de dag van morgen.
dat een groep Nederlandse soldaten
zich bedrinkt in het veerhuis te
Zijpe. Daar komt een doornatte
man uit het water kruipen. Achteraf
blijkt het een bemanningslid van de
door de Duitsers beschoten Hydra.
De dronken Nederlandse militairen
houden de halve drenkeling voor
een Duitser cn schieten hem zonder
pardon dood. En getuige Van
Popering, die met zijn RTM-bootje
militairen overzette, was getuige
van het voorval. Voor hem volgende
oen éénzame oplsluiting in een
kelder, waaruit hij later weet te
ontsnappen.
Het is maar zeer de vraag in
hoeverre, die Nederlandse soldaten
op dat moment totaal
verantwoordelijk geacht moesten
worden voor hun daad. Een vraag,
die wellicht niemand meer bezig
houdt. Maar het geeft de gespannen
situatie van juist die eerste dagen
goed weer. Niemand wist raad met
het gegeven, dat Nederland na lange
tijd weer in een oorlog gedwongen
was.
Jumelet kan oneindig vertellen
BRUINISSE - De vroegtijdige mobilisatie van vete Schouwen-
Duivelandse jongemannen in 1939 heeft de lokale bevolking nooit
een echt angstig gevoel gegeven. Evenals in de overige delen van
Nederland overheerste de gedachte, dat Nederland wel neutraal
zou kunnen blijven. Dat was ze immers in de Eerste Wereldoorlog
ook en daarnaast....wie kon zich eigenlijk nog een goede
voorstelling maken van een oorlog? Toch zouden de Duitsers zich
via Zijpe als eerste in Bruinisse laten zien. Een groepje Franse
soldaten met ezels heeft dit - en nog vee! meer - nooit kunnen
voorkomen. Bruinisse moest er als eerste eilandehjke plaats aan
geloven.
Lokaal geschiedschrijver en
Bruenaar in hart en nieren, S. A.
"Jumelet Azn, heeft alles nog vrij
nauwkeurig in het hoofd zitten. De
precieze data mogen hier en daar
even verloren zijn gegaan in de
informatiestroom, het papier
garandeert hem een gedetailleerde
beschrijving van hetgeen zich in die
bange meidagen voltrok in de
vissersplaats. Tien jaar na de oorlog
nam Jumelet achter de
schrijfmachine plaats en zette een
en ander op papier.
Maar Bruinisse is de weinig
benijdenswaardige plaats, die als
eerste met de bezetter te maken
kreeg en waarover dit verhaal nu
gaat.
Deze gratis bijlage
naar aanleiding
van de dodenherdenking
en bevrijdingsdag
is geschreven door
Piet Kleemans,
Marijke Vael,
Rosalien Korstanje
en Aad van der Wouden
Vormgeving: Peter Wijnen
oorlog heen. De hakenkruizen op de
vliegtuigen hadden een diepe en
ontroerde indruk achtergelaten bij
de Bruse bevolking.
Natuurlijk geldt die penibele
situatie niet alleen voor Bruinisse,
immers Zierikzee had ook te
kampen met de Duitse invasie en
het vliegveld in Haamstede werd
gebombardeerd. Dit om aan te
geven, dat er veel meer gebeurde.