ZONNEMAIRE ZIERIKZF.ESCHE NIEUWSBODE Vrijdag 27 maart 1987 Nr. 21107 5 ZONNEMAIRE - Komend van Zierikzee is het eerstè dat je er aan herinnert, dat je in Zonnemaire bent de schitterende nieuwe showroom van vader en zoons Paauwe links van de weg. Recht er tegenover de fraaie bungalow van de familie met op de schoorsteen een levensgrote pauw. Wanneer je een kleine minuut later via de Dijk van Bommenede het dorp weer uit rijdt is het duidelijk geworden, dat de twee bouwsels van de Paauwes niet de enige bezienswaardigheden van Zonnemaire zijn. Diverse schitterende, maar vooral oude en gedenkwaardige huizen telt de onder de gemeente Brouwershaven vallende kern. Het is dan ook meer dan de moeite waard nog eens terug te gaan naar Zonnemaire en al gauw blijkt er meer dan voldoende stof te zijn om diverse pagina's met fraaie foto's en memorabele zaken te vullen. Vandaar slechts een greep leuke plaatjes en een paar aardige zaken in dit verhaaltje over Zonnemaire. Even voorbij Paauwe passeer je het schooltje van Zonnemaire, dat overbleef, nadat de plaatselijke schoolstrijd medio 1985 was uitgewoed. De Christelijke Nationa le School en de openbare basisschool gingen in elkaar op. Momenteel wordt er weer fiks geklust aan de school, zodat het toch wel vast lijkt te staan, dat het hebben van een basisschool voor Zonnemaire voor de toekomst gewaarborgd lijkt. Met een wijde bocht ga je even later de Dijk van Bommenede op, maar voordat het zover is, moet je oog wel vallen op een bouwwerkje met een smeedijzeren uithangbord. Taveerne d'Ouwe Smisse staat erop. Op een van de kleine ruitjes naast een grote houten poort staat: Geopend op vrijdag, zaterdag en zondag. Jammer, het is woensdag en dus geen pilsje in de taveerne. Nieuwsgierig als immer geef je het echter niet zomaar op, want een voorzichtige blik door de kleine raampjes heeft geleerd, dat het niet alleen voor dat pilsje leuk zou zijn even binnen te neuzen. Het knusse etablissement staat immers vol met snuisterijen en een tweede inkijk laat zelfs een statige BMW- tweewieler zien. Even bellen, want wie weet is er toch iemand thuis. Goede middag. Jo Linssen is de naam. Ik zag jullie al binnen gluren. Even binnen kijken?". Luttele seconden later zitten we aan de bar temidden van prullerijen, prullerijen en nog eens prullerijen. Wat opvalt is de enorme hoeveelheid grammofoonplaten en cassettebandjes. Jo Linssen blijkt een platenfreak. Hij heeft duizend elpees, het dubbel aantal 78 toerenplaten en talloze banden, cassettes en singles. Van het populaire genre uit de veertiger en vijftiger jaren heeft hij bijna alles in huis. De klapstukken uit die jaren zitten in een juke-box, die uit 1948 dateert. Een authentieke Seeburg-juke-box. ,,Een mooi ding, maar er zijn veel oudere en dus ook veel duurdere. Sommige modellen zijn zo zeldzaam geworden, dat ze echt niet meer te betalen zijn. Het zijn meestal echte museumstukken geworden", vertelt de met een fraaie snor uitgedoste Jo Linssen. Overal liggen en staan grammofoonplaten. Zelfs de taveerne-klok boven de open haard is gemaakt van een bakelieten 78 toerenplaat. Op een van de tafels staat een gewone kartonnen doos. De bak. De bak is voor de klanten. Een soort mini- ruilbeursje. De stamgast of zomaar aanwaaiende klant, die genoeg heeft van een bepaalde plaat, zet hem in die bak. Er bestaat grote kans dat de volgende of de daarop volgende klant nou juist die plaat driftig zocht. Jo Linssen heeft nog een hobby, waaraan hij zijn hart heeft verpand. Hij is gek van motoren. Hoe ouder, hoe beter en hoe mooier. Na de komst van de kolossale BMW, die tijdelijk staat opgesteld in het voorstuk van de taveerne, heeft Jo Linssen vier motoren. Zijn trots is een Harley Davidson uit 1941, 750 cc. Het apparaat werd gebruikt door het Korps Commando Troepen. Begin de vijftiger jaren was Linssen zelf ook commando. Het afgelopen weekeinde was het 45-jarig jubileum van het korps. Linssen ging naar de reünie. ,,Dat zal over vijf jaar wat worden, als het vijftigjarig jubileum wordt gevierd. Het is nu steeds al een belevenis. Je ziet allemaal ouwe gabbers. Komen allemaal een keer langs, zeggen ze. Je ziet nooit iemand, maar oké. Misschien zou je dat zelf ook wel zo doen", onderkent hij. In de vijftiger jaren ook ging Jo Linssen varen bij de Holland- Amerikalijn. Daardoor kocht hij veel platen in de States, aanzienlijk goedkoper dan hier. Linssen is platengek, dat merkten we al, toen hij ons via een zijdeur zijn taveerne binnenleidde. Zijn taveerne, want Jo Linssen verbouwde eigenhandig de voormalige smidse van Zonnemaire tot wat het nu is. Een sfeervolle uitspanning waar je alleen al uren zou willen zitten om lekker ontspannen te luisteren naar instrumentale jazzy muziek, de gedichten voorlezende of zingende Rod McKuen of de fijne stem van Anita Kerr, Rose Murphy of Nelly Lötcher. Je komt ogen en oren tekort in d'Ouwe Smisse. Blikjes, potjes en pannetjes. Boeken ook. ,,Nee, er is nog nooit iets meegenomen", zegt Jo Linssen. ,,Ik zou het trouwens meteen merken ook. Als ze daar zo'n flesje weg zouden pakken, zou ik het onmiddellijk zien aan de lege plek". Hij wijst naar een nis van een raam waar wel honderd kleine prullen liggen, staan of hangen. ,,Twee keer hebben ze me wat geflikt met de handgreep boven de waterbak van het herentoilet. Heb je dat ding al gezien?". We gaan kijken. Inderdaad, tegen de witbetegelde muur zit een heel oude handgreep geschroefd. De min of meer in nevelen gehulde stamgast kan zich eraan vast houden, terwijl hij zijn behoefte doet. Een stukje zekerheid. ,,Een keer hebben ze het ding er helemaal afgeschroefd. Ik zag het op een avond na sluitingstijd. Een paar weken later zat het ding er weer even onverwacht alsdat het eerder verdween. Een tijdje later schroefden ze het middenstuk er tussenuit, maar blijkbaar paste het thuis niet, want een week of drie, vier later, was ook dat onderdeel terug. Ik heb er toen maar van die tien secondenlijm tussen gesmeerd. Voor de rest ben ik nog nooit wat kwijtgeraakt, of toch. Misschien twee oude boekjes. Een klein encyclopedietje over jazz en een oud boekje met het muzikale levensverhaal van Louis Armstrong. Zeker is het echter nog niet. want je ziet wel, dat ik wel wat van die dingen heb. Misschien komen ze vandaag of morgen wel weer voor de dag", mompelt Linssen, terwijl hij een nieuw bandje met hemelse swingende uptempo jazz-muziek op gang brengt. We maken aanstalten om te vertrekken, want we willen nog wat meer van Zonnemaire zien, - maar vooraleer we ons kunnen drukken moeten we nog even een blik op de Harley werpen. Pronk stuk hé", zegt Jo Linssen als hij het ding uit een schuurtje heeft getoverd. ,,Nee, eraan prullen doe ik niet. Ik beperk me tot er mee rijden. Je moet het wel een beetje kunnen en je moet niet het idee hebben dat je in een luxe apto zit. Dat hobbelen, dat is wat. Ik heb eens een zak pinda's gehaald hier in die zijtas. Althans, ik heb ze er in Zierikzee in gedaan. Tben ik hier aankwam waren ze er allemaal uit geschokt, maar och. Wat maakt het uit. Er mee rondrijden is een belevenis". We wensen Jo Linssen goede zaken en begeven ons verder op weg. Zonnemaire is in nevelen gehuld, nog allerminst voorjaar. We zien diverse mensen vanuit allerhande hoeken naar een punt lopen. Wat zou'er zijn, vragen we ons af. Als we de hoek omgaan wordt het ons duidelijk. Het rijdende postkantoor is in Zonnemaire. Net als de gele ZWN-bus stopt de rode PTT-bus bij een 'bushalte', maar dan natuurlijk ook met een rood bord. Het rijdende postkantoor komt van maandag tot en met vrijdag dagelijks van elf uur tot half twaalf in Zonnemaire, vermeldt het bord. ,,Ze gaan er toch niet mee ophouden", zegt een vrouwtje van vooraan in de vijftig met een groot pak in de ene hand en een wat schuwe Ierse setter aan een lijn in de andere, terwijl zij naar de rode PTT-Mercedes wijst. ,,Ze gaan toch niet ophouden met de post, want dan hebben we helemaal niets meer op het dorp". De toeloop is verrassend groot. De PTT-beambte in het postkantoor heeft zijn handen vol aan de opdrachten van de mensen. ,,Dan hebben we helemaal niets meer op het dorp", zei het vrouwtje, maar dat valt potdorie wel mee. Wat te denken van het schitterende huis van wijlen professor Zeeman, zijn buste naast het huis, de fraaie gymnastiekzaak, de keurige woningen in alle prijsklassen in het nieuwbouwwijkje, het mooie kerkje, een heuse camping, mooie boerderijen, de molen, café Bommenede met zijn fraaie biljart- accommodatie, discotheek De Gruttepikker die in het weekeinde door jeugd van heinde en ver wordt bezocht, het voetbalveld met de recentelijk door de leden zelf gebouwde kantine, het reeds genoemde bedrijf van Paauwe en de landbouwmachinebedrijven van Anton de Bie en Jan Verhulst. Om zomaar even een paar voorbeelden te noemen. Ongetwijfeld kan de rij nog aanzienlijk verlengd worden. Bijna aan het eind van de Dijk van Bommenede, meer er tegenaan eigenlijk, is het bedrijf van Jan Het is jammer, dat we de woens dagochtend kozen voor een bezoek aan Zonnemaire. Het zou best leuk voor het gehoor geweest zijn om oraal kennis te maken met de plaatselijke muziekvereniging Nut en Uitspanning, een muziekvereni ging die een naam heeft op te houden. Dat houden we te goed voor een volgende keer, want het staat als een paal boven water, dat we nog eens terug komen naar Zonnemaire. Ongetwijfeld is er nog- veel meer te zien en te horen. Het klokje van gehoorzaamheid heeft echter al geslagen. Na een vriendelijk woord gewisseld te hebben met een driftig grazende pony zijn we even weg. Saluut Zonnemaire. We komen terug. Als we op een van de landbouwweggetjes buiten Zonnemaire zijn maakt Johan nog een plaatje met het knusse dorpje op de achtergrond. De molen en het kerktorentje zijn vaag te onderkennen.... Juist, saluut Zonnemaire. Je bent ons bevallen. Tbkst: Peter Wijnen Foto's: Johan Junior niks meer te vertellen hoor. Twee jaar geleden vond ik het allemaal wel best. Het werd tijd voor zoon Jan om het spul over te nemen. Toen we honderd jaar bestonden, zijn ze hier ook nog van de Nieuwsbode geweest. Er is iemand komen praten en foto's zijn er ook gemaakt. Als je ze wil zien, ze liggen op het kantoor", vertelt de zeventigjarige Piet Verhulst, wonend aan de Oude Haven in Zierikzee, maar als het even kan graag nog in de buurt van zijn smeedoven. Op verzoek van de fotograaf steekt hij de vlam in de oven en demonstreert hij het aanscherpen van een ploegschaar. „Dat is pittig werk", vertelt hij. „Jaren terug had ik zo'n dertig van die dingen op een dag. Dan hoefde er 's avonds geen mens meer voor me te zingen. Dat kun je begrijpen". Verhulst demonstreert door tot het bittere einde. „Duizenden van die scharen heb ik in mijn leven ploegklaar gemaakt", vervolgt hij, terwijl hij met een vuistje op de gloeiend hete schaar begint te rammen. Als we het bedrijf, dat zich in grote lijnen heeft aangepast aan de behoeften en de machinerieën van de huidige tijd, verlaten, weten we het zeker. Ook met keihard werken kun je een eerbiedwaardige leeftijd bereiken en er toch gezond uitzien. Piet Verhulst is het levende bewijs.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1987 | | pagina 5