jeugdbowlen
40
BRUINISSE - Voor het Schouwen-Duivelandse volleybal is-een bijzonder
belangrijk seizoen gaande. In vierdubbel opzicht kan het met de standaardteams
van de volleybalverenigingen Kwiek en Mevo '80 immers fout gaan. Algemeen
wordt in Zierikzee voorzichtig gehoopt op een dubbele promotie voor zowel het
heren- als het damesteam. In Bruinisse daarentegen zijn de ogen gericht op
handhaving van beide standaardteams in de eerste klas. Wanneer dat zou lukken,
zou dat een voldoende resultaat zijn, maar nu de competitie ongeveer tot
halverwege gevorderd is, zien de zaken er niet al te best uit. Op zaterdag 3 januari
spelen beide teams in de Zierikzeese sporthal een inhaalduel tegen Alexandria
'66/Animo, duels die bij winst enige lucht kunnen verschaffen. Met name voor de
damesploeg heeft handhaving een extra dimensie, omdat er een aantal talentrijke
volleybalsters in de wachtkamer zitten om door te stoten naar de hoofdmacht.
Minimaal een jaar respijt zou de 'A-top-meiden' evenwel niet slecht uitkomen.
Het A-meisjesteam debuteert dit
seizoen in de topklasse, hetgeen een
aanzienlijke niveauverbetering
betekent. ,,In het begin van de
competitie werd uitstekend
gespeeld tegen Provimi/DVO,
ondanks het 0-3 verlies", vertelt
trainer Kees Arensman. ,,Er werd
slechts met 12-15, 12-15, 13-15
verloren tegen dit team, dat vrijwel
zeker kampioen wordt. Toen volgde
een mindere periode, maar in de
laatste vier wedstrijden werden
zeven punten gepakt ten teken dat
de ploeg zich uitstekend heeft
aangepast aan het nieuwe niveau".
Aan. het begin van het seizoen werd
het spelsysteem veranderd. In
plaats van over midvoor wordt nu
over rechtsvoor gespeeld. Deze
aanpassing vergde enige tijd. „Ik
wacht tot er voldoende punten zijn,
dat er niet meer kan worden
gedegradeerd. Dan stappen we over
op hetzelfde systeem, dat ook de
damesploeg speelt, namelijk
penetreren met een vaste
spelverdeler. We moeten echter
geduld hebben. Ik ben er niet voor
om al vroeg te gaan specialiseren",
constateert Kees Arensman.
Aan het eind van het seizoen
zullen de resultaten van de
hoofdmacht van de dames en de A-
top-meisjesploeg van belang zijn
omtrent de continuering. „Stel dat
de dames degraderen, dan zullen we
de meisjesploeg ongetwijfeld bij
elkaar houden, handhaaft de
damesploeg zich echter dan is de
kans niet uitgesloten, dat er wat A-
meisjes doorstoten". Momenteel
spelen enkele meisjes reeds bij
toerbeurt bij de hoofdmacht, omdat
de damesploeg evenals het vorige
seizoen geplaagd wordt door een
groot aantal blessures. Het betekent
voor de meisjes evenwel een extra
belasting, omdat nu vaak twee
wedstrijden per dag gespeeld
moeten worden. „Het is ook te
riskant om hen nu definitief over te
laten stappen. Wanneer de ploeg
zich aan het eind van de rit niet zou
handhaven, dan zou je er spijt van
hebben het team uit elkaar gehaald
te hebben". Belangrijk noemt Kees
Arensman, dat er nog wat meisjes
in de betreffende groep bijkomen.
„De concurrentie wordt dan groter,
hetgeen meer agressiviteit oplevert.
Sinds een aantal meisjes regelmatig
in de damesploeg speelt merk ik
reeds een toename van agressiviteit,
hetgeen de resultaten weer ten
goede komt. De voorgaande
seizoenen wonnen ze alles met de
ogen dicht, nu moeten ze er voor
knokken".
Essentieel in de verbreding van de
sportieve resultaten binnen
volleybalvereniging Kwiek is de
komst van de plaatselijke sportzaal.
Momenteel moeten de diverse teams
op de meest vreemde tijden trainen.
Bovendien wordt veelvuldig
gebruik gemaakt van de sportzaal
in Dreischor. „Het is niet goed voor
de band binnen de vereniging. Je
ziet elkaar soms helemaal niet
meer. De komst van de sportzaal in
Bruinisse is gewoon van
levensbelang. We lopen al jaren met
een scholenplan rond, maar je bent
momenteel aan handen en voeten
gebonden, omdat er gewoon niet
meer ruimte is. Het kan wel de
doodsteek voor de vereniging
worden. Neem de jongens junioren.
Daar zit ook veel talent, maar die
jongens worden ook steeds ouder.
Zij gaan studeren en als er dan geen
goede trainingsmogelijkheden
komen, gaan de mensen afhaken,
omdat het niet echt leuk meer is
door de onmogelijke trainingstijden
en -plaatsen". Dat geldt natuurlijk
ook voor de meisjes, zeker wanneer
het gaat om trainen buiten
Bruinisse. „Daar gaat het echter tot
nu nog goed. Het enige wat ik graag
zou willen is meer concurrentie,
zodat er een stok achter de deur is".
Opmerkelijk is overigens, dat
de meiden last lijken te hebben van
de meer-aandacht die ze krijgen in
de top-klasse. „Dat went en is ook
weer bevorderlijk voor de agressie.
Het gaat momenteel de goede kant
op. De giechelfase is duidelijk
ontgroeid", besluit Kees Arensman.
ZIERIKZEE - Het
aankomende jaar 1987
wordt voor de
zwemsportvereniging
Onderdak een historisch
jaar, nadat het op een
enkele dag na afgeronde
jaar ook al met fraaie
sierletters in de annalen
van de club zal zijn
bijgeschreven. De
Zierikzeese zwemclub
verdubbelde met de
komst van ruim zeventig
leden in een jaar
nagenoeg. Ongetwijfeld
een gegeven om hoog over
op te geven en bestuur en
technische leiding doen
dat dan ook terecht. In
1987 keert de ZV
Onderdak terug met een
zwemploeg voor
startvergunninghouders,
nadat het de
voorbijgaande zeven, acht
jaar slechts
'aanmodderen' was met
een groepje niet-
startvergunninghouders.
,,Dat is niet onaardig
bedoeld voor die leden,
die in de voorbije jaren
trouw bleven, maar
sportief gezien was het
wel zo", vertelt Wil ten
Haaf, een van de
voornaamste gangmakers
achter de come-back als
volwaardige zwemclub
van de ZV Onderdak.
„Het is vanzelfsprekend, dat de
toename van het aantal leden
belangrijk is, maar daarnaast is de
uitbreiding van het aantal
trainingsuren ook van essentieel
belang. In het recente verleden was
het allemaal te veel hapsnapwerk
met de trainingen. Nu wordt er veel
meer aandacht besteed aan de
jongeren. Het vorig jaar zijn we
begonnen om met een jaarplan te
werken. Via dat plan worden alle
slagen, die de zwemmers moeten
kennen behandeld. Dat geldt ook
voor de verwerking van de start- en
de keerpunten. Aan de hand van
een nauwkeurig bijgehouden lijst,
die bij die werkwijze hoort, kunnen
we in een oogopslag zien hoever een
bepaalde groep zwemmers in de
techniek is gevorderd. Het komende
half jaar hebben ze de tijd om de
overgang van vijftig meter- naar
^honderd meterwedstrijden te
maken".
In de nieuwe structuur van de ZV
Onderdak is het technisch kader
aanzienlijk beter gestructureerd. De
groep van zes tot tien jaar wordt
begeleid door Maja van Achterberg,
Ivo de Bruin en Wil ten Haaf, de
categorie van tien tot veertien jaar
valt onder de hoede van Antoinette
Willemse en Jacomijn Boshoven en
ouderen worden onderricht en
begeleid door René Plu en Wil ten
Haaf. Atie Bouman is belast met
het X-zwemplan voor de jongste
groep. Op 17 januari is de laatste
selectiewedstrijd voor niet-
startvergunninghouders, waaraan
Onderdak met een zeer grote groep
deelneemt. „Door de enorme
ledengroei zijn we in alle
leeftijdsgroepen ruim
vertegenwoordigd. Daarmee hebben
we meteen al een fikse voorsprong
op de overige ploegen", stelt Wil ten
Haaf vast. Na de wedstrijd van 17
januari gaan 24 zwemmers en
zwemsters over naar de
startvergunninghouders. Tbt 1
maart krijgen zij die dat willen de
gelegenheid om over te stappen.
Daarna is het niet meer mogelijk
tot 1 augustus. „De zwemmer heeft
bij ons zelf een flinke vinger in de
pap. Iedereen wordt uitgenodigd om
mee te gaan naar een wedstrijd en
mag dan zelf bepalen of hij dat ook
werkelijk doet. In de praktijk
blijkt 95% van de uitgenodigden er
te zijn. Dat is voor een belangrijk
deel het gevolg van het feit, dat er
nu een beleid zit achter de
werkwijze. Ook de goede sfeer
speelt er natuurlijk een rol bij", legt
Wil ten Haaf uit.
Een jaar of acht geleden had ZV
Onderdak ook een goede
zwemploeg, maar toen is die groep
beetje bij beetje afgekalfd. „Nu
hebben we ervoor gezorgd, dat er
ook een groep achter zit, zodat het
niet meteen doodbloedt als er aan
de bovenkant wat zwemmers om
wat voor reden ook afhaken". Het
op de been brengen van een ploeg
startvergunninghouders heeft vooral
voor de zwemmers en zwemsters
zelf grote voordelen. „Ze kunnen
meedoen aan individuele
wedstrijden en de naam ZV
Onderdak gaat ook weer
verschijnen op de Zeeuwse
kampioenschappen. In de
competitie moeten we als ploeg in
de laagste klas beginnen, maar dat
is geen probleem. De stimulans om
te klimmen zit er dan vanaf het
eerste ogenblik in. De groep is
eerzuchtig genoeg en ook het
technisch kader is dolenthousiast
om er hard tegenaan te gaan. Alles
bijeen ziet het er allemaal prima
uit", besluit Tbn Haaf zijn
opbeurend verhaal over de
Zierikzeese zwemsportvereniging
Onderdak.
RENESSE - Jarenlang-
is de bowlingsport gezien
als een sport voor een
select groepje mensen. De
laatste paar jaren is daar
gestaag verandering in
aan het komen. Nadat het
Renesser bowlingcentrum
gezelschap kreeg van een
bowlingcomplex op
recreatiecentrum
Aquadelta in Bruinisse en
ook sportcentrum
Krayestein in Burgh-
Haamstede zich meldde
met een kwartet
bowlingbanen groeide de
populariteit van het
bowlen op Schouwen-
Duiveland gestaag.
Bowlingcentrum Renesse had met
afstand de eilandelijke primeur met
een viertal banen. Sinds een aantal
maanden heeft de accommodatie
andermaal een nieuwigheid, die nog
nergens op Schouwen-Duiveland te
vinden is. Op initiatief van André
van der Steen en Ed Romer werd
een bowlingclub specifiek voor de
jeugd uit de grond gestampt. „Er is
steeds maar gezegd, dat het niets
zou worden, maar we bewijzen
inmiddels al zeer afgetekend het
tegendeel", vertelt André van der
Steen, zelf helemaal bezeten van de
bowlingsport, ondanks een fikse
handicap. Zijn ogen maken het hem
onmogelijk om accuraat te zien
waar de pins zich bevinden.
Desondanks staat hij binnen zijn
club terdege zijn mannetje en wordt
er op Schouwen-Duiveland geen
toernooi gehouden waarbij hij
ontbreekt.
Inmiddels zijn iedere
zondagmiddag tussen elf en een uur
veertien a achttien jeugdige bowlers
vol overgave bezig met hun 'nieuwe'
sport. De jongste leden kunnen
slechts ternauwernood de zware
bowlingbal tot bij de tien pins
krijgen, maar al doende groeit de
kracht in de kleine lichaampjes.
Een aantal leden van de twee
seniorenclubs Alles Om en The
Country Club - die qua
ledenbestand bomvol zitten -
assisteren beurtelings op de
clubmiddagen van de jeugd. Jopie
Meuldijk, Wim Tuk, Joos1 van der
Zande, Jan Druyve, Koos Gudde en
initiatiefnemer André van der Steen
offeren belangeloos een paar uren
van hun vrije tijd op om de
kinderen de bowlingtechnieken
meester te maken. Een keer in de
vier weken verzorgt Willem den
Boer, zelf uitkomend in de
hoofdklasse van de NBF, speciaal
onderricht. „In feite zijn zijn lessen
voornamelijk voor de begeleiders
bestemd. Zij brengen het door Den
Boer gedemonstreerde weer over op
dé kinderen tijdens de drie
zondagmiddagen, dat hij er niet is",
zegt Van der Steen, die enorm in
zijn nopjes is met het geweldige
succes, dat de club is geworden.
„Binnen afzienbare tijd hebben we
er in Renesse een aantal goede
bowlers bij. Er zijn er nu al bij die
games van 130. 140 of meer punten
gooien. Dat belooft toch?".