ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 30 december 1986 Nr. 24058 39 gedaan. Voetbal, volleybal, roeien en wielrennen. Vooral die laatste sport had mijn voorkeur. Ik deed nog mee aan de Ronde van Zierikzee in 1965. Toen werd er gereden op een parcours op de Engelse kade". De uit Hellevoetsluis afkomstige Gerards bezocht in zijn coureursperiode tal van Zeeuwse koersen, ,,maar", vertelt hij, ,,toen moest je er als wielrenner nog heel wat voor doen. Van een auto was geen sprake. Nee, je stopte je benodigdheden in een rugzak en reed op de fiets naar de plaats van handeling. Nu worden de sporters te veel in de watten gelegd. Dat doet de mentaliteit zeker geen goed". Het afgelopen jaar deed Adrie Gerards zeven kwart-triathlons. ,,Ik had voor het eerst een halve triathlon willen doen in het Limburgse Steyn, maar de zomerse festiviteiten in Zierikzee gooiden roet in het eten", legt de politiebeambte uit. ,,Het parcours in Limburg ligt me goed. Het fietsen heeft een hoofdrol. Je moet vier keer de Gulpenerberg op en af fietsen en het is erg bochtig". Die halve triathlon zal er het komende seizoen stellig komen, maar er zit vast en zeker nog meer aan te komen. ,,Ik doe gegarandeerd nog een hele triathlon, maar als ik er aan meedoe, wil ik een goede tijd neerzetten. Bovendien zal ik eerst nog een goede sponsor moeten vinden, want de kosten om goed geprepareerd aan de start te komen zijn niet gering". Adrie Gerards lacht als er wordt geopperd, dat het bedrijven van triathlons sportverdwazing zou zijn. ,,In de atletiek leek de marathon vele jaren een mooi eindpunt, maar inmiddels wordt er regelmatig gepraat over wedstrijden over honderd kilometer. Enkele jaren geleden was de organisatie van een marathon nog een unicum, nu heb je er alleen in Nederland nagenoeg iedere week een. Zo werkt dat. Een redelijke triathleet is voor zijn klus een uur of tien optimaal bezig, maar als je er goed voor getraind bent is dat totaal geen probleem. Sportverdwazing wordt het als je te weinig traint en te veel wilt doen", onderkent Gerards. Het deelnemen aan hele of gedeeltelijke triathlons is volgens Adrie Gerards voor iedereen aan te raden. „Noodzaak is, dat je vrij allround moet zijn en alles puur individualistisch moet zien te klaren". Het doen van triathlons is een van de sporttakken, die in populariteit groeit door de individualisering. „Mensen krijgeji steeds mèer vrije, tijd, de sportrage neemt voortdurend toe en individuele sportbeoefening kun je ieder moment van de dag bedrijven. Wat wil je nog meer", besluit Adrie Gerards. ZIERIKZEE - Het begon allemaal bij het Zomertrio 1984 in Kamperland. ,,Er deed een aantal atleten van Delta Sport mee en ik besloot mee te gaan", vertelt Adrie Gerards uit Zierikzee. Het betekende de start van de loopbaan van Schouwen-Duivelands beste triathleet, die zich voorlopig' als doel heeft gesteld het voltooien van .een volledige triathlon. ,,Ik had al eerder mee willen doen, maar zag wat op tegen de aanschaf van een dure racefiets, die nodig is voor een van de drie onderdelen van de triathlon. Voor het Zomertrio 1984 kocht ik voor 75,- een trimfiets in Goes en werd prompt dertiende. Dat stimuleerde natuurlijk. Ik heb toen voor mijn begrippen een dure fiets aangeschaft. Ik geloof dat hij 350,- kostte. Die fiets heb ik nog steeds". Het Zomertrio van 1984 werd nog afgewerkt in losse onderdelen. Dat betekende dat alle deelnemers voor ieder onderdeel gezamenlijk van start gingen. Een jaar latei- veranderde dat. De kilometer zwemmen, de 45 kilometer fietsen en de ruim tien kilometer lopen moesten toen voortaan onafgebroken worden afgelegd, zoals dat bij een heuse triathlon ook het geval is. Het Zomertrio in en rond Kamperland heeft overigens de lengte van een kwart triathlon. „In 1985 eindigde ik in een veld met een aanzienlijk sterkere bezetting dan een jaar tevoren twaalfde. Dan kan het natuurlijk al niet meer kapot. Die prestatie stimuleerde me nog meer dan dat een jaar eerder het geval was geweest. Toen ik hoorde, dat de Nederlandse kampioenschappen op hetzelfde .parcours.zouden worden afgewerkt, ben ik nog fanatieker gaan trainen, dan ik tot dat moment deed", herinnert Adrie Gerards zich. In de opbouwperiode traint de 38-jarige triathleet zeven tot acht uur per week voor zijn hobby, in het voorjaar voert hij dat op tot tien tot elf uur en in het midden van het jaar is hij tussen de dertien en zestien uur per week met zwem-, fiets- of looptraining bezig. „Dat is nog niet eens zo veel. De meeste anderen zitten aan twintig tot vijfentwintig uur per week, maar ik houd echt rekening met de gezinspieken. Tenslotte heb je daar primair mee te maken". Adrie Gerards haalt eens laconiek de schouders op bij het aantal trainingsuren. „Voetballers klagen al als ze twee keer per week anderhalf uur moeten komen trainen. Alsof dat al nauwelijks op te brengen zou zijn. Belachelijk natuurlijk. Als meer voetballers meer voor hum sport over zouden hebben, dan zou deze sporttak aanzienlijk beter floreren dan me nu het geval lijkt". Het is voor Adrie Gerards moeilijk om zijn prestatiecurve goed in te schatten. „De afstanden variëren nogal eens en bovendien zijn de omstandigheden op de verschilende parcoursen zo verschillend, dat vergelijken nagenoeg onmogelijk is", weet hij. Het Nederlands kampioenschap van 1985 werd voor de Zierikzeeënaar bepaald niet wat hij ervan verwacht had. „Ik had ik had me bijzonder goed voorbereid en lag ook nog in een prima positie, toen de pech me velde", concludeert Adrie Gerards. De Zierikzeese triathleet was reeds zijn hele leven een sportman pur sang. „Ik heb heel wat sporten nogal wat pech, met name bandenpech. Ik hoorde later van Wim Evertse, dat ik de banden van mijn fiets te hard oppompte. Doordat ik nogal fel door de bochten ga, klapten de te harde bandjes gemakkelijk van de velgen. Dat was overigens wel balen, want Inmiddels staat het vast, dat het bestuur het ruim twee jaar geleden bijzonder goed inschatte. Dankzij de ijver en de populariteit van Jolanda Stoutjesdijk groeide de vereniging weer enorm. Opmerkelijk - of eigenlijk ook totaal niet - is, dat de groei zich nagenoeg alleen openbaart bij de jazz-gymnastiek In het laatste kwartaal groeide gymnastiekvereniging Delta Sport met maar liefst honderd leden, een zelfs landelijk uniek feit. „Nadat ik gestopt was met het lesgeven bij het turnen ben ik instructie gaan volgen voor de jazz-gymnastiek". vertelt Jolanda Stoutjesdijk. „Op een gegeven moment kwam een bestuursafvaardiging me vragen of ik er niet wat voor voelde om binnen Delta Sport jazz-gymnastiek van de grond te krijgen. Ik had toen inmiddels wel gehoord, dat het niet zo goed ging met het ledenbestand. Ik was me er dan ook terdege van bewust, dat het niet zozeer om mijn persoontje, dan wel om nieuwe leden ging. Ondanks het verleden was ik echter niet haatdragend en heb ik ja gezegd, want tenslotte leer je toch om het geleerde in praktijk te brengen. Ik had overigens ook totaal niet gedacht, dat het zo'n enorme vlucht zou nemen. Inmiddels is de groep zo groot geworden, dat ik het niet meer alleen aan kan". Jolanda Stoutjesdijk zoekt het succes van de jazz-gymnastiek in het verlengde van de top veertig- muziek. Ook de talloze play-back- shows spelen er onmiskenbaar een grote rol in. „Zangeressen als Madonna slaan vooral bij erg jonge meisjes enorm aan. Ze zien zich als een Madonna. Dat merk je aan heel het doen en laten. Vanzelfsprekend speel ik hier ook erg op in. Je moet je lessen enigszins verkopen. Ik denk, dat gewone gymnastiek saai is, als je dat vergelijkt met wat de meisjes - en nu ook heel schoorvoetend de jongens - bij jazz- gymnastiek doen. Gymnastiek heeft voortdurend hetzelfde, bij jazz- gymnastiek viert afwisseling hoogtij". Voor Jolanda Stoutjesdijk is jazz-gymnastiek wel degelijk een vorm van sport. „Je probeert een bepaald doel te bereiken en er is wel degelijk ook een stukje competitie, want je probeert als groep de andere te overtreffen. Voor Delta Sport is het binnenhalen van de jazz-gymnastiek louter uit commercieel oogpunt van belang. Het levert geld op; nu het zo'n enorme vlucht heeft genomen zelfs veel geld. Vooral de turnselectie vaart daar wel bij, want die groep kost veel en veel meer dan hij opbrengt. Het recreatieve gebeuren, waaronder ook de jazz-gymnastiek resorteert, moet het financieel aantrekkelijk maken. Dat is niet erg, als we er maar niet als zielepoten bijhangen en alleen voor de inkomsten mogen zorgen". Inmiddels lijkt het erop, alsof dit niet het geval is. De instructrices krijgen via de vereniging do gelegenheid om cursussen te volgen, hetgeen de basis vormt om tot verdere uitgroei te komen. Twee meisjes uit de groep van Jolanda Stoutjesdijk, Mariska de Boer en Thnja van de Berge zijn begonnen aan de eerste mini-introductie cursus van Hans van Willigen. Dit initiatief is ontstaan als rechtstreeks gevolg van de mini- play-back-show. „Overeen aantal jaren kunnen zij het misschien van mij overnemen. Ik hoop tenminste, dat zij het zolang volhouden. Ze zijn erg enthousiast, net als de overigen trouwens, maar zij zien veel in het lesgeven", onderkent Jolanda Stoutjesdijk, die na de afgelopen zomervakantie begon met een selectiegroepje. Dit groepje traint enigszins meer dan de overige meisjes. „Het is leuk om met hen wat meer technische dingetjes te doen. Het is ook de bedoeling, dat we een stuk of wat kleine optredens gaan doen met dit groepje. Op de RSG of zo. Dat moeten we nog verder bekijken, maar het is wel leuk als we wat naar buiten kunnen treden". Tot slot legt Jolanda Stoutjesdijk nog uit waarom voor haar jazz-gymnastiek onder sport valt. „Naast de onderlinge rivaliteit is het belangrijk, dat je er lenig van wordt. Bovendien leer je beter te bewegen, je gebruikt alle spieren. Last but not least doe jc er oen portie bravour mee op, gezonde bravour dan wel te verstaan. Dat is nooit weg", onderkent zij lachend. ZIERIKZEE - Na de zomervakantie van 1984 startte Jolanda Stoutjesdijk op verzoek van het bestuur van gymnastiekvereniging Delta Sport in Zierikzee een nieuwe tak binnen de vereniging: jazz-gymnastiek. Het verenigingsbestuur zag in de jazz-gymnastiek een nieuwe, broodnodige mogelijkheid tot expansie van de vereniging. Het ledenbestand van de gymnastiekvereniging was naar bedenkelijke laagte gedaald en die daling had direct fikse gevolgen voor de financiën van de club, want: hoe minder leden, hoe minder inkomsten aan contributies. Van horen zeggen wist het bestuur, dat de jazz-gymnastiek wel eens een grote vlucht zou kunnen nemen, zeker wanneer daar een binnen de vereniging zo populair persoon als Jolanda Stoutjesdijk achter zou staan.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1986 | | pagina 39