(0 O u 'S3 o u CO ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Dinsdag 30 december 1986 Nr. 24058 35 BRUINISSE - Toon van der Steen uit Bruinisse is met afstand Schouwen-Duivelands populairste wielrenner. In het komende voorjaar start Van der Steen zijn vijftiende seizoen als amateurwielrenner. Het belooft een bijzonder seizoen te worden voor de import-Bruenaar, althans als het aan hem persoonlijk ligt. „Het nu achter me liggende seizoen was er een met aardig wat tegenslagen. Twee keer ging het goed fout met de gezondheid, maar desondanks behaalde ik toch nog tien overwinningen", vertelt hij. „Dan mag je toch nog niet mopperen, maar diverse keren heb je het gevoel of je met een rem op de fiets zit. Je forceert jezelf, haalt nog wel leuke resultaten, maar lekker, o nee....". Na een acceptabel voorjaar, waarbij hij ondermeer een etappe in de Omloop van Zeeuws-Vlaanderen op zijn naam schreef kwam de eerste tegenslag. ,,Ik kreeg last van een voorhoofdsholte-ontsteking. Althans dat blijkt later. Zelf had ik het idee, dat ik een verkoudheidje onder de leden had. Dat weerhoudt je niet om toch door te gaan. Enfin, het eind van het liedje is, dat ik te lang ben doorgegaan, waardoor ik op een bepaald moment helemaal moest stoppen. Ik had niet verwacht, dat het zolang door zou blijven dreinen", weet Toon van der Steen, die zich gedurende de bietencampagne weer helemaal uitleeft op de suikerfabriek in Dinteloord, een al vele jaren terugkerende tijdelijke werkkring van de man uit Etten-Leur, maar inmiddels al jaren een echte ingezetene van Bruinisse. Van der Steen lag anderhalve week totaal stil en moest toen opnieuw beginnen. „Alles bij elkaar ben ik een week of acht niet aan de bak gekomen. Je hebt echt dat gevoel dat je jezelf totaal forceert. Op 30 mei word ik in Sluis derde, maar ik was toen echt helemaal kapot. Na het Nederlands kampioenschap begon het weer beter te gaan. Ik eindigde in het Limburgse land als zestiende en merkte toen, dat het weer de goede kant op ging, maar eigenlijk kwam de titelstrijd nog iets te vroeg". De klassieke Ronde van Limburg rijdt Toon van der Steen op 8 juni. „Een koers over 190 kilometer, die ik altijd erg graag rijd, maar toen nog net niet aan kon". Zes dagen later start De Bruenaar in de eerste van vier Schouwen-Duivelandse criteriums. In Nieuwerkerk eindigt hij als derde, maar reden tot opperste tevredenheid is er allerminst. „Op mijn routine ben ik naar die klassering gereden en omdat je voor het eigen regionale publiek toch iets wilt laten zien, maar om te zeggen 'tjongejonge, wat ging het goed', nee", onderkent Van der Steen. Toch zet de opgaande lijn zich door en de geroutineerde amateur maakt een fout door zichzelf finaal over de kop te gaan rijden. „Ik heb alleen in juli negentien koersen gereden en dat bleek later meer dan goed is voor een coureur, die niet helemaal gezond is". Op 16 juli behaalt hij in Hoek van Holland zijn negende seizoenoverwinning, acht dagen later brengt hij de plaatselijke Bruse aanhang in extase door ogenschijnlijk gemakkelijk de tiende zege binnen te halen in zijn achtertuin. „Dat leek gemakkelijk te gaan, maar dat komt omdat je als renner toch ook te maken hebt met dat publiek. Ze verwachten veel van je en ik ben dan 'professioneel' genoeg om daar ook voor te willen zorgen", vertelt de 32-jarige amateur. Ondanks het feit, dat hij zich er wel degelijk van bewust was, dat het allemaal niet zo geolied verliep als de voorgaande jaren (in zowel 1984 als 1985 won Van der Steen achttien koersen, - pw) bleef hij onversaagd koersen bezoeken, dag in dag uit. Op 30 juli rijdt hij de Acht van Chaam, een dag later is Aagtekerke aan de beurt en weer 24 uur later staat hij in Kwadendamme aan het vertrek. Hij moet noodgedwongen afstappen, maar op 2, 3 en 4 augustus is Toon van der Steen achtereenvolgens van de partij in Willemstad, Zegge en ^Roosendaal. De 'Draai van de Kaai'- in Roosendaal wordt zijn Waterloo. „Ik word nog wel elfde, maar afs ik van mijn fiets stap, voel ik dat de koek helemaal op is. Op 6 augustus stond de Ronde van Renesse op het programma, maar dat zat er niet in. 's Morgens zit ik bij de dokter en de volgende dag worden er bloedproeven genomen in het ziekenhuis van Dirksland. Ik heb teveel van mijn lichaam gevraagd en moet enkele dagen rust houden". Op 12 augustus staat Toon van dei- Steen toch weer aan het vertrek in Zierikzee. Enige voorzichtige druk vanuit de organisatie zorgde voor de wat versnelde rentree. „Ik reed nog wel een prijsje, maar had beter nog een paar dagen rust kunnen houden". Op 16 augustus wordt Van der Steen in Koudekerke tweede achter Peter van de Klundert en dan is het tijd voor een welverdiende vakantie. „Daarna heb ik nog wel wat koersen gereden, maar louter en alleen om er voor te zorgen, dat ik weer het klassement van regelmatigste renner van West-Brabant en Zeeland zou winnen. Dat won ik daarvoor ook al enkele keren en die totaalzege doet me nog steeds wat. Overigens is de prijsuitreiking ervan nog steeds niet geweest. Ze zijn het blijkbaar beu om steeds Toon van der Steen die eersté prijs te overhandigen", grapt hij. Het veertiende seizoen als amateurwielrenner is er voor Toon van der Steen een om te onthouden. „Ik heb wel eens een keer een jaar gehad, dat ik de Ziekte van Pfeiffer had, maar toen won ik later in het jaar toch nog de Ronde van Limburg. Zo beroerd als dit afgelopen jaar was het nog nooit". De Bruenhar was altijd zomer en winter bezig. Deze winter verschijnt hij evenwel niet op de crossen. „Ik heb bewust geen fiets in huis. Dan blijf ik er tenminste vanaf. Het enige wat ik doe, is wat lopen. Onlangs was ik bij dokter Van Opstal en hij heeft me verzekerd, dat het weer helemaal in1 orde met -. me is. -Ik..zit.n.u„met smart op 1 januari te wachten. Öan begin ik weerrte trainen. Geen dag eerder. Ik wil optimaal uitgerust zijn. Wat me het afgelopen jaar is overkomen zal me geen tweede keer gebeuren". Ondanks de rustperiode, die hij achter de rug heeft, weet Toon van der Steen dat het peloton het' volgend jaar weer nadrukkelijk rekening met hem moet houden. „Qua mentaliteit heb ik totaal geen moeite om me weer te meten met de nieuwe generatie amateurs. Over het algemeen gaat de nieuwe lichting niet meer tot het diepste. Ik weet precies wat ik kan, maar ook wat anderen kunnen". Toon van der Steen kan uit het blote hoofd de koersen opnoemen, die hij het afgelopen seizoen verloor, omdat het niet goed met hem ging. Omdat hij voortdurend moest harken. „Het is voor mij in het nieuwe jaar niet zo nodig om te winnen, maar ik wil wat rechtzetten door op hetzelfde niveau te komen van twee seizoenen terug", verzekert hij. „Ik weet, dat ik koersen heb verloren, omdat ik niet goed was. Het maakt me ook niet uit of het om de Ronde van Koudekerke, de Ronde van Limburg of de Ronde van Nederland gaat. Als mijn lichaam goed is, dan win ik koersen". Van der Steen kreeg in het verleden van speaker Chris Delbressine de bijnaam 'Toontje de regelaar', omdat hij iedere koers naar zijn hand kon zetten en vaak 'regelde' wie er won. „Er is nogal eens gezegd, dat ik regelmatig koersen verkocht. Dat is grote onzin. Oké, er is wel eens ooit wat geweest, maar niet in die hoeveelheid die vaak wordt gesuggereerd. Ik zou nu ook kunnen zeggen, dat ik die of die specifieke koers zou willen winnen, maar dan moet ik veel laten vallen. Het volgend seizoen doe ik dat niet, omdat ik alles wil winnen. Al bieden ze me drie- of vierhonderd gulden, dan nog geef ik niks cadeau. Het volgende seizoen moet er een worden van de revanche". Toon van der Steen blijft het komende seizoen opnieuw - Wielervereniging Breda trouw en is vandaaruit in de gelegenheid om enkele klassiekers te rijden. Vooraleer de Ster van Zwolle, de Omloop van de Baronie, de Ronde van Limburg of de Ronde van Midden-Zeeland aan de beurt zijn start hij vanaf de eerste dag van het nieuwe jaar met het afwerken van een aantal trainingsritten in Roosendaal. „Ik ga veel op snelheid trainen en dan zie ik wel hoe het rolt'. Ik heb er alle vertrouwen in, dat ik snel op het niveau van 1985 zal zitten", besloot Toon van der Steen zelfverzekerd. ZIERIKZEE - Het is bepaald geen geheim meer, dat het met de sportieve prestaties van de seniorenploegen van korfbalvereniging AU Ready uit Zierikzee allesbehalve lekker gaat. Dan is het stellig netjes uitgedrukt. Ook de reden van de enorme teloorgang is gevoegelijk bekend en het is daarom ook in dit verband totaal onnodig om daar opnieuw uitvoerig over uit te wijden. Zowel in de veldcompetitie als in het zaalgeheuren zal de hoofdmacht met man en macht moeten knokken om het hoofd boven water te houden, maar is dat eenmaal een gegeven feit. Belangrijker en zinvoller is het daarom om eens wat verder in het All Ready-boek te bladeren en dan blijkt het aanzienlijk zonniger te zijn. Hoofdtrainer Maurice van Goudoever uit Renesse is plotseling dolenthousiast, wanneer de jeugd ter sprake komt. „Natuurlijk. We zullen er alles aan blijven doen om ons op het veld in de eerste klas van het afdélingskorfbal en in de zaal in de derde klas van de districtscompetitie te handhaven. Ik ben ook nog optimistisch genoeg om te durven zeggen, dat we best nog een gerede kans hebben om ons op beide terreinen te handhaven, maar dan zullen we er met z'n allen de schouders onder moeten zetten, plus zal de factor onfortuin op de een of andere manier ver van ons gehouden moeten worden. In de eerste zaalwedstrijden hebben we een paar keer ongenadig op ons donder gehad, maar daarnaast zat verloop van tijd weer voor de aanvulling naar boven te zorgen". Van Goudoever doelt daarmee in eerste instantie op de beide A- aspirantenteams, die het voortreffelijk doen in competitieverband. „Voor de naaste toekomst zijn we aangewezen op de groep dertien-, veertien- en vijftienjarigen, die momenteel in de A- aspirantenploegenzitten. Dat is echt een zeer talentvolle groep, die het onder leiding van Wim in 't Veld het een paar keer lelijk tegen. Dat zie je vaak, als het al niet zo gemakkelijk gaat. Desondanks zie ik best nog perspectief. Een positief resultaat kan de ploeg mogelijk zo begeesteren, dat het vertrouwen in eigen kunnen een fikse stimulans krijgt", vertelt Van Goudoever. Het is voor AU Ready ook belangrijk, dat er wat lichtpuntjes komen. „Als het steeds maar tegen blijft zitten, dan loop je het risico, dat een aantal spelers aan het eind van het seizoen de pijp aan Maarten geeft, omdat er geen lol meer aan is. Bovendien staat er een karrevracht aan talent te trappelen om met voortreffelijk doet. Beide ploegen vervullen in hun klassen (hoofdklasse en eerste klasse, - pw) een hoofdrol". All Ready heeft in het verleden ook steeds moeten putten uit de aspirantencategorie, omdat er voortdurend te weinig spelers waren om een juniorenploeg op de been te brengen. „Dat ligt nu anders. Deze groep van ongeveer twintig spelers en speelsters is groot genoeg om daar het volgend jaar een juniorenploeg uit te formeren, die landelijk mee kan draaien. De kwaliteiten daartoe zijn ruimschoots aanwezig. Tevens zit er achter deze groep weer een groep die zich over een of twee jaar gaat aandienen. Het zijn groepen, die werken met een beperkte korfbaltraining. Het pluspunt is evenwel, dat ze er bijzonder veel van zichzelf inleggen". In de huidige competitiestructuur van het KNKV wordt voortreffelijk goed ingedeeld per leeftijdsgroep. „Het komt niet meer voor, dat spelers van dertien jaar tegenover spelers van tien jaar komen te staan. Nu komt iedereen in zijn eigen groep voor de volle honderd procent tot zijn recht", onderkent Maurice van Goudoever. Volgens de eerzuchtige trainer zit er bij de All Ready-jeugd een gouden toekomst, maar het is bittere noodzaak, dat er per onmiddellijk met een meerjarenplan gewerkt gaat worden, zodat de talenten op een goede manier tot rijping komen. „Ik heb de indruk, dat All Ready het groeiproces van de jeugd bestuurlijk niet echt bij kan benen. Er zullen wat deskundige kaderleden moeten komen, die de diverse jeugdploegen op een goede sportief verantwoorde manier gaan begeleiden. Dan zal de korfbalsport binnen nu en een jaar of drie, vier in Zierikzee gaan floreren als nooit tevoren. De basis is er, maar de opbouw zal goed aangepakt moeten worden".

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1986 | | pagina 35